MIDDELEURGSCHE
COURANT.
F 121.
Donderdag
1873.
22 lei.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der
De prijs per 3/m., franco is f 3,£>0.
Middelburg 21 Mei.
VERKIEZINGEN ZONDER ANIMO.
II.
De liberale partij in de tweede kamer is niet dood,
maar ongesteld. Alle menscbelijke zaken hebben tijden
van bloei en voorspoed en tijden van achteruitgangen
tegenspoeden; van al het oudermaansche geldt het sua
fata hihenten waarom zou eene politieke partij aan
dat noodlot ontkomen Integendeel daar zij door
krachtsinspanning en gedurig werken alleen in staat is
iets tot stand te brengen, daar de krachten s;arende
dagelijksche sleur door haar zorgvuldig moet worden
vermeden, staat eene politieke partij zeer bloot aan de
nadeelige gevolgen van overt panningen wordt zij in
de tijden harer nuttigste weikzaamheid voortdurend
door reactie bedreigd. Zulk eene phase van reactie of
althans van stilstand gelooven wij dat de liberale partij
hier te lande thans doorleeft. E n twintigtal jaren ge
leden was zij in haar volle krachtzoodat de geheele
inwendige organisatie des lands binnen weinige jaren
tot stand gebracht kon worden; bij haar tweede optre
den als regeeringepartij riep zij het middelbaar onder
wijs uit het niet te voorschijn. Toen reeds waren er
blijken van vermindering van krachteu zoodat zij niet
in staat was het werk der fi lancieele hervorming te
volbrengen noch aan de koloniale quaestiën eene deug
delijke opiossing te geven. Die voorteekenen namen
toe in aantal en duidelijkheid, zoodat, toen na een
kort intermezzo van clcricaal-conservatief regeeringsbe-
leid de liberale partij opnieuw aan het bettunr kwam,
het met den dag duidelijker werd dat het haar aan de
noodige krachten outbiak om bet onvermijdelijke wut
op het gebied der organisatie cn hervorming te doen
was te volbrengen. Men wensebte zich met een gevoel
van verlichting geluk, toen men de kolonialequaestie
opgelost kon noemen door twee wetten, waai van de
eene alleen op het papier iets beteekent en de andere
uit een financieel, philantropisch en politiek oogpunt
als een terugtred in stede van als een vooruitgang
aan te merken is; eene nieuwe poging om btt finan
cieel stelsel te verbeteren mislukte nog veel eclatanter
dan ooit eene vroegere poging op dit gebied mislukt
was; van het treurige ronddraaien in een vicieusen cir
kel door kamer en regeering waar 't de regeling der
defensie gold zija wij sedert een jaar of vier de hul-
pelooze getuigen.
Een bepaalde en directe reden voor deze politieke
degeneratie aan te wijzen valt moeilijk, terwijl geen
enkele uitsluitende reden kan norden genoemd, is er
bijna geen omstandigheid aan te voerendie tot het
treurige resultaat niet in meerdere of mindere mate
heeft medegewei kt. Het misverstand aangaande bedoe
lingen, veler verzet tegen eene disciplinaire organi
satie bet op dit oogenblik gevoeld gemis van een we
gens tact en talent geschikten leider der partij, op deze
en zooveel andere omstandigheden moge de schuld
der desorganisatie geschoven worden en voor iedere
nieuwe vinding moge ei grond bestaandoch de hoofd
zaak is dat cr some'hirg rotten bestaat; tegenover dat
duidelijk geconstateeide feit is het zoeken naar de
kiem van het bederf van onder geEchikt belang. In allen
geval is bet onmogelijk in dien toestand een politieken
si rijd te voeien bij de stembus, en kunuen de verkie
zingen niet anders dan zonder animo zijn. Wat tocb
baat het zoo de journalistiek en het liberaal gedeelte
der natie bij de siembus do quaestie stellen van de
ontwikkeling van Iud.ö, van de vestiging van eeu
billijk belastingstelsel, vau de verbooging van 's lands
weerbaarheid, wanneer de bedjinp'e atmosfeer der
tweede kamer den geest der daarin zetelende liberalen
hei evelen blijft en de oplossing dezer qaaeatiëu belet
Wanneer wij de leden onzer twe.de kamer naar dc
aangenomen leuzen verdoelen, dau tellen wij eene
goede meerderheid der liberale partijmaar wie maakt
zich de illusie dat er door die liberale meerderheid in
grijpende en groote liberale maatregelen, gelijk in 1851
en 1852 de organisatie der plaatselijke zelf regeericg en
in 1863 de invoering van het middelbaar onderwijs was,
kunnen tot stand worden gebracht? Geen radicale maat
regelen bedoelen wij, berekend om de nouoeiles couches
sodales naar boven te doen komennoch waardoor de
deur zou worden opengezet voor onbekende gevolgen
en gevaren, maar eenvoudig die wetten waarin de be
ginselen der grondwet verder worden uitgewerkt, en
waarvan er niet weinige reeds voor twintig jaren met
aandrang werden gewenscht. Al gelukte het ook op
den tienden Jani 1873 aan de liberale kiezers veel nieuw,
warm liberaal bloed ia de kamer te brengen, dan nog
zou de bedomptheid die er heerscht de nieuwe krachten
te sterk blijken.
Wanneer wij meenden dat wij nooit uit dien treuri-
gen toestand konden geraken dan langs den een of
anderen abnormalen en revolutionairen weg, dan zou
bet in onze oogen met ons land treurig gesteld zijn.
Zoo hopeloos staat de zaak echter niet; wij twijfelen
er niet aan of door verloop van tijd zal de apathie
der liberale elementen in de kamer wijken voor
meer krachtsbetoon; het bewustzijn zal ontwaken dat
do liberdlen in dezen tijd op eigen beenen moeten
staan en niet meer steunen kunnen op de katholie
ken, die voor een tiental jaren nog hunne getrouwe
bondgenooten waren. Sedert de Koomsche geestelijk
heid zich vierkant heeft gesteld tegenover de moderne
maatschappij is er voor den liberaal met de door haar
aangevoerde puitij geeue overeenstemming, geene samen
werking meer deokbaav; alle3 wat de liberale partij
voor het vervolg te doen.beeft, ea dat programma is
nog in lange niet uitgeput, moet ze doen door eigen
inspanning, alleen steunende op eigen krachten en met
onverEChilligheid zoo niet wantrouwen jegens parasiti
sche boadgonooten en meêloopers vervuld. Zoo men
dit gaat inzien en er bestaan zelfs in de kamer eenige,
schoon nauw merkbare, voorteekenen dat daarvan eea
zeker onbestemd becef begint op te komen zal
het ontwaken uit deu veeljirigen slaap wel volgen; en
met hare wakkerheid zal de liberale parlij in de kamer
terstond hare krachten terugvinden en aan 't werk
gaan. Eea leider, hoe ver thans ook te zoeken, zal
haar dan niet ontbreken; in geen enkel tijdstip dei-
geschiedenis van eenig laud heeft het aan dea rechten
man ontbroken om te handelen, wanneer de tijd voor
handelen rijp was.
Geen wanhoop dus, maar eenvoudig geduld oefenen.
GuDnen wij onzen vertegenwoordigers, onzen geestver
wanten in de kamer nog eenigen tijd van verkwikken-
den slaap. Hoe beter zij uitslapen, te frisscher zullen
hunne krachten bij het ontwaken zijn. Het is waar
dat tijd verloren vooral in de politiek veel verloren is,
maar wrj kunnen nu eenmaal niet anders en al vtrloren
is het toch niet. Wachten wij ons vooral de sluime-
raars door groot misbaar wakker te schrikken; een
half ülaapdronken en verschrikte kamer is honderdmaal
erger dan eene die de zoete rust geniet; de laatste
moge niets praesteeren, kwaad doet zij ten minste niet.
Zoo is het ook hier. Het werk blijft liggen en icderen
dag gaat er eene nieuwe gelegenheid ongebruikt voorbij
ooi het liberaal staatsgebouw verder op te trekken,
maar hoe erg ook, dit negatief resultaat is het eeaige
waarover wij ons te bedroeven hebben. Is de liberale
parfij in de kamer machteloos, de andere partijen zijn
het nog veel meer. Zij houden elkander ia bedwang
en handhaven du3 het status quodaar de onmacht der
reactionaire partijen tegen de onmacht der partij van
actie opweegt. In den tegenwoordigen stand van zaken
is deze verhouding betrekkelijk gunstig.
De gevaren van dit status quo worden zeer getem
perd de or deu geest der natie, die wars van reactie is
ea nimmer de politiek der clericaal-reactiooaire partijen
steunen zal. Zoodra de liberale partij in de kamer zal
uitgesLpen zijn om het wera te hervatten, zal de
liberale partij in Nederland, die overgrootomeerderheid
iu den lande die door de moderne begrippen tot wei vaat t
eu ontwikkeling is gebracht, haar met opgewektheid
volgen op den liberalen weg, overtuigd als ze is door
ondervinding en redeneering dat alleen langs dien weg
een klein volk in onzen tijd de ontwikkeling vao zijne
materieele, moreele en intellectueele hulpbronnen kan
vinden, die het behoeft om zijne plaats onder de onaf
hankelijke souvereine staten te handhaven.
Dat in de meeste kiesdistricten de liberale kiezers
hunne liberale aftredende vertegenwoordigers opnieuw
candidaat hebben gesteld, in spijt van de rechtmatige
klachten over hunne houding ten aanzien van gewich
tige maatschappelijke vragen, pleit voor onzo bewering
en toont dat de liberale partij in Nederland met ons
geduldoefening plicht acht, in de overtuiging dat de
andere politieke partijen nog veel erger gedesorganiseerd
en onder elkander verdeeld zijn, dan de grootste vijand
der liberale partij 't haar ooit zou kunnen toewenschen.
Men zal kunnen begrijpen dat wij leed gevoelen over
het votum der eersle kamer iu de zaak van het droog
dok te Vlissingen. Heeds vroeger is het opgemerkt dat
die kamer ieder jaar een of ander wetsentwerp pleegt
te verwerpen om te toonen dat zij er nog is. Moeten
wij aan dit votum geene andere beteekenis hechten,
waarom heeft de kamer dan niet liever een van de wet
jes afgestemd, waarbij nieuwe Nederlanders werden ge
creëerd? Het doel ware dan bereikt en Nederland had
zich nog wel een poosje zonder die aanwinst van eene
ziel kunnen behelpen.
Zoolang wij nog niet bekend zijn met het in de eerste
kamer gevoerde debat onthouden wij ons van eene
verdere beoordeeling. Maar dit willen wij al vast getui
gen dat dit besluit, hoe het dau ook gemotiveerd moge
zijn, ons van harte leed doet, niet van een uitsluitend
Zeenwsch, maar van een algemeen standpunt. Wij zijn
overtuigd dat het belang van Nederland door do ver
werping niet bevorderd is.
De Staats courant van heden bevat een koninklijk
besluit van 8 Mei jl. houdende bepalingen omtrent de
heffing en verzekering van dea accijns op inlandschen
wijn.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft in eene gis
teren gehouden buitengewone vergadering met 24 tegen
6 stemmen aangenomen een door burgemeester eu wet
houders ontworpen en door een amendement van mr. van
Nierop nog verscherpt adre3 aan de tweede kamer
der stafen-generaal, inhoudende het verzoek tyt verwer-
p ng der aan hare goedkeuring onderworpen overeen
komst tusschen de regeering en de directie der Amster-
damsche kanaalmaatschappij.
De gemeenteraad van Winterswijk heeft reeds vroe
ger ter bevordering van de aansluiting van die ge
meente aan het spoorwegnet eene subsidie van f 25,000
toegezegd aan de concessie Saellen-Willink en thans,
voor 't geval deze concessie cnuitgevoerd bleef, eene
subsidie vau f 75,000 aan de firma Ouwelant c. s.,
concessionarissen van de lijn RotterdamSchoonhoven
ArnhemWinterswijkMunster.
Eergisteren avond hebben de sigarenmakers te Utrecht
weder eene vergadering gehouden, waarop zij hunne
patroons hadden uitgenoodigd tegenwoordig te zija,
nidat zij dezen in eene circulaire met hunne eischen
bekend hadden gemaakt. Siechts een of twee vao de
patroons waren verschenen. De vc-reenigde patroons had
den in antwoord op de uitnoodiging der werklieden een
circulaire gezonden aan het bestuur van het Nederlaud-
sche sigarenmakersbon d te Utrecht, waarin zij te kennen
gavendat zij geen gevolg zouden geven am de uit
noodiging tot het bijwonen van eens bijeeukomst,terwijl
zij tevens verklaarden geene verandering te zullen
brengen in de bekende door ben genomen besluiten.
Ia de bjeenkomst der sigarenmakers is door de meer
derheid besloten om bij de weigering te volharden en
niet toe te geven, zoodat de zaken blijven zooals zy
waren.
Blijkens een circulaire van het Algemeen Ncderlandsch.