MIDDELBURGSCHE COURANT. r lie. Vrijdag 1873. 16 lei. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/ra., franco is f 3.50. Middelburg 15 Mei. OP EIGEN BEENEN STAAN. Er beginnen reeds voorteekenen gezien te worden van de beweging die om bet andere jaar in Nederland pleegt te ontstaan omtrent de Ilaagsche kermis, om halü Juni to eindigenwanneer de uitslag van. alle stemmingen en herstemmingen voor de tweede kamer der staten-generaal zijn afgeloopen. Eerst tegen de helft van Mei schijnt men er aan te denken dat de natie over een week vier, vijf het gewichtige werk zal hebben te verrichten van hare vertegenwoordigers te wegen en te oordeelenen te beslissen of zij de plaat sen vau de helft der kamerleden docr andere personen dan de tegenwoordige bekleeders vervullen zal. Dit beraad ter elfder ure levert geen bewijs van groote politieke ontwikkeling, doch wij glijden hierover heen in de hoop dat het, al moge het vrij laat gehouden worden, niet onvruchtbaar zal zijn en de kiezers vooral bij deze gelegenheid, met twee parlementaire jaren achter den rug svaarin zooveel had moeten en zooveel had kunnen gedaan zijn, doch waarin zoo uiterst weinig gedaan is, met eene meer dan gewone nauwkeurigheid bij hare aftredende vertegenwoordigers onderzoek zal doen naar de reden dezer onvruchtbaarheid van het Nederlandsche parlement. Bij onze tegenstanders heeft men dit werk reeds ter hand genomen. De organen der anti-revolutionaire partij loopen het lijstje der door anti-revolutionaire hulp op het kussen gebrachte kamerleden reeds door, om aan te schrappen wie in Juni 1873 wel, en wie niet, aan spraak op diezelfde ondersteuning hebben. Zoo is de heer Heemskerk veroordeeld maar de heer van Sijpe- steijn begenadigd. De laatstgenoemde heeft door zijne houding in de tweede kamer zich de ondersteuning der anti-revolutionairen en van de vijanden der open bare school niet onwaardig betoond; de heer Heems kerk daarentegen heeft èn als lid der kamer cn vroe ger als minister [behalve toen 't reeds te laat was] niet getoond dat het hem ernst was met het afbreken van de neu-trale, gemengde staatsschool, waarom alleen de ondersteuning der anti-revolutionairen hem toegezegd was en waaromtrent een andere conservatieve staats man, de heer de Brauw, hem in het bekende wetsont werp zulk een schitterend voorbeeld ter navolging gegeven had. Een belangrijke onthullingDe anti-revolutionairen hunne politieke onafhankelijkheid verkondigende en de trouw opzeggende aan de conservatieve parasieten, Katon in opstand tegen Bertrand! Menigeen zal zich vergas ten bij het denkbeeld welke belangrijke huishoudelijke behendighedea er aan het licht zullen komen bij dit gekijf van kok en bottelier; sommige liberale dag bladen likkebaarden reeds naar hetgeen hun te wach ten staat. Wanneer wij onze meening hebben te zeggen, dsn laat dit koningkraaien ons tamelijk onverschillig. Wij hebben datzelfde reeds zóo dikwijls gehoord, honderd- malen zouden wij kunnen zeggen, wanneer er maar honderd algemeene verkiezingen in Nederland gehouden waren en we hebben ons even dikwijls kunnen over tuigen dat die snoeverij niets meer is dan tooidsicords, voids. Gij hebt eigen beginselen, onze anti-revolutio naire landgenooten, gij hebt een bepaald karakter, een scherp geteekend programma, uwe grondbeginselen zijn achtenswaardig, welbekend en oud (vooral oud); dit alles weten wij en we zullen niet de laatsten zijn om toe te geven dat, zoo iemand, gij bet recht hebt om eene religieus-politieke partij te vormen, die in alle opzichten gunstig afsteekt bij het beginsellooze, parasie- tische en alleen op personen quaestiën azende conser vatisme. Maar wat zijn u al deze dingen nut'? Hebt ge dat alles niet hij elke verkiezing even luid van de daken verkondigd, en 't uitgeschreeuwd dat uwe richting eigen candidaten stellen moest, hare zelfstandigheid vooropstellen en niet volgen wat de conservatieve leiders voorschreven? Maar zijt gij niet even constant geëindigd met, waar uw zelfstandige candidaat bij de eerste stem ming in de minderheid bleef, voor de herstemming u toch aan die leiding te onderwerpen, u voor de conser vatieven neder te buigen en hebt gij niet na veertien dagen, met eene merkwaardige inconsequentie, uwe stemmen als een eenig man uitgebracht op den candidaat, die u veertien dagen vroeger volkomen onbruikbaar en volkomen onverkiesbaar scheen? Wij wagen niets met te voorspellen dat te Gorinchem en te 's Gravenhage gebeuren zal wat overal elders gebeurd is. De volg zame conservatief te 's Gravenhage zal bij de eerste stemming reeds de anti-revolutionaire stemmen verwer ven en derhalve verkozen worden; te Gorinchem zal eerst een onafhankelijke tegen-candidaat gesteld worden, maar bij de herstemming wanneer men 't zoo ver brengen kan wanneer tegenover den heer Heems kerk een liberaal in herstemming komt, zullen de anti revolutionairen met even veel moed voor Heemskerk strijden als ze nu tegen hem te velde trekken. Het gewone verschijnsel zal zich weder voordoen dat de conservatief, de man van het parasitisme, door de anti-revolutionaire en de ultramontaansche stemmen herkozen wordt. Es ist eine alte Geschichtedie nog tot in het oneindige zal worden afgespeeld te Gorin chem en elders. Het is treurig te zien dat een partij waaraan, hoe men ook over hare beginselen oordeelen mag, hier te lan,de uit een historisch en politisch oogpunt geen recht van bestaan als politieke partij kan worden ontzegd, zich zoo herhaaldelijk wegwerpt en haar eigen prestige moedwillig verspeelt. Juist die luide bevestigingen van eigen waarde, die bezweringen aan geestverwan ten om toch zelfstandig op te treden maken deze zelf moord nog veel erger, omdat zij bewijzen dat men zich van eenige moreele kracht niet onbewust is. Maar tot het waarlijk betoonen van die kracht schijnt de anti revolutie niet in staat te zijn. Aan geen enkele partij mag verweten worden dat zij in de minderheid is; doch als minderheid moet zij zich waardig weten te gedragenen als opponeerende minderheid heeft zij veel moeilijker plichten te vervullen dan als regeerende meerderheid. Terwijl voor de regeerende partij transigeeren soms plicht en nu en dan een verdienste zijn kan, moet de minderheid met meer dan gewone nauwgezetheid waken vcor het ongeschonden bewaren harer integriteit. Vooral wanneer zij uitgaat van viei kante en vaste grondslagen, gelijk de anti-revolutie, dan bouwe ze daar op voort en zoeke geen steun voor haar gebouw op de muren van wrakke buurmanswoningen. Dien regel volge zij niet alleen in woordmaar ook in daad. Wanneer de houding van den heer Heemskerk in de kamer en als minister zoodanig is geweest dat de anti revolutionairen hem op den tweeden Dinsdag in Juni 1873 hunne stem voor de tweede kamer niet geven kunnen, dan hebben zij groot gelijk met hem op dien Dinsdag niet te stemmen; zij verdienen lof en achting wanneer zij dan werken en stemmen voor een eigen candidaat. Maar wat beteekent die vrome ver ontwaardiging en die hoogopgeblazen onaf hankelijkheid, wanneer ze veertien dagen later, bij eene herstemming tusschen den heer Heemskerk en een liberaaltoch op den heer Heemskerk stemmen en toch voor den heer Heemskerk werken? Men maakt zich dan eenvoudig belachelijk. Het kan niet genoeg gezegd worden, ook tot onze eigen geestverwanten, bij verkiezingen komt er geene relatieve verkieslijkheid te pas. Men stemt een geest verwant, en geen ander; komt de geestverwant in her stemming dan stemt men hem bij de herstemming op nieuw; geraakt hij uit de herstemming zoodat die tus schen twee tegenstanders moet plaats hebben, dan onthoude men zich. Wanneer er vier candidateD, A de liberaalB de anti-revolutionairC de ultramontaan en D de conservatiefgesteld zija, dan zullen bij de eerste stemming de liberalen stem men op A, de anti revolutionairen op B, de ultra- montanen op C en de conservatieven op D. Maar al te dikwijls ziet men echter dat, wanneer er tusschen B en C eene herstemming moet zijnde liberalen op B hunne stem uitbrengen, en de constante gewoonte der anti-revolutionairen, ultramontanen en conservatieven is het bij eene herstemming te stemmen op den niet-libe- raal, 't zij B, C of D. Deze frontverandering is verkeerd. Bij de herstemming geldt het dezelfde vraag als bij de eerste stemming: wien verlangt gij tot uwen vertegenwoordiger, en eene partij die zich-zelve acht en bij anderen geacht wil zijn, mag nietwanneer zij heden haren geestverwant als gewenschten vertegen woordiger opgeeft, over 14 dagen een tegenstander als zoodanig noemen. Ook in de politiek geldt de les, die de Génestet op theologisch gebied gaf: «Wees u zelf, sprak ik tot iemand." Wij moeten er echter bijvoegen dat in de politiek niet zelden de tweede regel van het leekedichtje tot waarheid wordt: «Maar hij kon niet; hij was niemand." En de houding der anti-revolutionaire partij in het practische parlementaire levenèn als oppositie èn als regeerende partij (men denke aan van der Brugghen, aan van Zuylen, aan Mijer), geeft ons alle reden om te betwijfelen of zij, in weerwil van haar historischen grondslagin weerwil van haar scherpgeteekende be ginselen, in weerwil van de talenten van sommige harer woordvoerders, in den zin van den leekedichter wel „iemand" ban genoemd worden. De heer mr. G. Dumbar heeft aan de kiesvereeniging Vrijheid en ordete Deventer, te kennen gegevendat hij niet weder in aanmerking wenseht te komen voor het lidmaatschap van de tweede kamer der staten- generaal. De kiesvereeniging Eendracht maakt macht, te Breda, heeft voor de aanstaande verkiezing van een lid der tweede kamer bij acclamatie candidaat gesteld den heer N. R. H. Guljéoud-lid der kamer. Eergisteren heeft Z. M. de koning zich uit Leeuwar den naar Harlingen begeven, waar hij evenals elders recht feestelijk ontvangen werd. Opnieuw zullen drie Nederlanders in Japanschen dienst overgaan. Het zijn de heeren Escher, ingenieur van den waterstaat, de civiel ingenieur Thissen en de inge nieur Rijke. Binnen drie maanden zullen zij vertrekken. Op elk gebied van het maatschappelijk leven is eene grens, waar het belang van den een inbreuk dreigt te maken op het algemeen belang. Die grens juist te bepalen is in den regel onmogelijk. Slechts kan men veilig zeg gen dat een profeet der toekomst die grens altijd over schrijdt; steeds maakt hij zich aan valsche voorstellingen en aan overdrijving schuldig, een vergrijp dat misschien aan hem niet meer geweten mag worden dan aan de tijdsomstandigheden, waaronder hij zijne beginselen verkondigt. Maar het feit blijft niettemia waar: begin selen, die heden verfoeid, bespot, veracht worden, kun nen en zullen ook meestal morgen waarheid zijn voor iedereen. Onder die categorie rangschikken wij gaarne de emancipatie der vrouw; wij erkennen dat de opvoeding der vrouw in Nederland, ja in Europa en zeker ook nog in Amerika, anders en beter behoorde te wezenwij erkennen dat de vrouw een andere plaats kon en ook moest innemen dan zij gewoonlijk in de maatschappij bekleedtmaar de vraag waarop alles aan komt is dezehoe kan men daarin verbetering brengen? En dan luidt ons antwoord zonder eenig voorbehoud: niet door omverwerping der maatschappelijke orde, maar door ontwikkeling. Met deze woorden is geen verwijt, geene beschuldi ging bedoeld tegen de dames Kruseman en Perk, die gisteren in de Concertzaal alhier deze groote quaestie behandelden. Dat zij in éenen avond een vraagstuk oplosten, waaraan de groote John Stuart Mill een deel van zijn leven wijdde, dit zal men zelfs met de meeste ga lanterie wel mogen ontkennen. Trouwens mejuffrouw Kru seman zelve stelde in hare schets de verwezenlijking

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1