öuitmlcmö. De heer Godefroi acht zo nadeelig omdat de ofhsie- ren van justitie dan twee chefs znllen hebben. De minister antwoordt dat men dm even goed zon kuoneu beweren dat het openhaar ministerie Dj het kantongerecht drie chefs heeft. De heer Heemskerk heeft mede bezwaren. De minister wil de beslissing aan de kamer over- 'atHet artikel wordt met 35 tegen 24 stommen aange nomen; waarna dearth 1 en 8 worden goedgekeurd. Zitting van Dinsdag 13 Mei. (Per telegraaf Bij de voortzetting der discussion óver bet wetsont werp tot invoering van een nieuwe rechterlijke organi - satiewerden de artikelen betreffende de samenstelling en de bezold'gingen van de kantonrechters en van do leden der rechtbanken behandeld. Alle daarop voorge stelde amendementen werden verworpenmet uitson dering van een amendement van den heer Bredius, om de kantongerechten te Leiden, Dordrecht en Schiedam in de tweede categorie te rangschikken, hetwelk werd aangenomen. "V ooits werd aangenomen een amendement van de commissie van rapporteurs betreffende de sehrijfioonen der griffiers. Morgen zal in de afdeelingen onderzoek van hot wetsontwerp tot regeling van het vestingstelsel en andere wetsontwerpen plaats hebben. Zaterdag zal de behandeling van het wetsontwerp cp de rechterlijke organisatie worden hervat. GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN. Zitting van Maandag 12 Mei. Voorzitter de heer WinkelmaD. Alwezig de heer de Kiuijff. De noiulen van het verhandelde in de zitting van 2 April worden na voorlezing goedgekeurd. De secretaris doet voorlezing van het koninklijk be sluit van den 17^" April jl. tot vernietiging van punt la van het besluit van den gemeenteraad van Vlissingen dd. 18 Mei 1872, waarbij is bepaald dat regenten van het arm-gast- en weeshuis worden octs'agen van de voogdij over de Roomsch-katholieke weezen aldaar. De gronden der vernietiging zijndat bij art. 421, lc lid, van het burgerlijk wetboek is bepaald dat in een ge sticht van weldadigheid opgenomen verpleegden, zoolang zij zich daarin bevinden of daartoe behoorenonder de voogdij van de regenten van het gesticht verblijven dat de raad der gemeente Vlissingen, door regenten van het arm-gast- en weeshuis van de voogdij over de Roomsch-katholieke weezen in die gemeente te ontslaan heeft beschikt over hetgeen algemeen ryksbelang is, en alzoo heeft gehandeld in strijd met art. 150 van de gemeentewet. De mededeeling van dit besluit wordt voor kennisgeving aangenomen en de zaak overigens aan gehouden. Voor kennisgeving worden aangenomc-n missives van gedeputeerde staten van Zeeland houdende mededeeling der goedkeuring van het kohier van de plaatselijke directe belasting op de inkomsten vcor 1873 en der goedkeuring van het raadsbesluit tot betaling van f 100 voor het opmaken der tienjarige tafels van den burger lijken stand, alsmede bericht dat de beslissing op het raadsbesluit tot betaliug eeoer verjaarde rekening ad f 54 aan den heer F. Wibaut wordt aangehouden. De voorzitter deelt mede dat door den heer mr. E. P. Sehorer te Middelburg namens de gezamenlijke erfgenamen van den heer mr. P. N. Schorcr, over leden te Middelburg den lGcn April 1869, en den heer Radermacherin leven burgemeester van Mid delburg en bewindhebber der Oost- en West-Indische compagnie, aldaar overleden den 29fn October 1761 eenige zeer merkwaardige, deels geschreven, stukken betrekkelijk Vlissingen aan de gemeente ten geschenke zijn aangebodenwaarvoor burgemeester en wethouders dank hebben betuigd; alsmede dat hij, voorzitter, ten geschenke aanbiedt eene beschrijving van de feestviering bij het derde eeuwfeest van Vfissingeu. Beide me- dedeelingen worden voor kennisgeving aangenomen. Hetzelfde is het geval met de mededeelingen van den voorzitter, dat bij de opneming der boeken en kas van den gemeente ontvanger alles in orde is bevonden, dat het jaarverslag der gemeente over 1872 gedeeltelijk is afgedrukt en zoodra het gereed is den leden zal worden ter hand gesteld, en dat het jaarverslag der Vlissingsche kamer van koophandel en fabrieken over 1872 is ingekomen. Ter goedkeuring door den raad is ingekomen een gewijzigd reglement van erde voor de kamer van koop handel en fabrieken te Vlissingen, vergezeld van een verzoek om plaatsing van een hek in het lokaal harer vergaderingendaar besloten is de zittingen der kamer voortaan in het openbaar te houden. Deze stukken worden tot onderzoek en het uitbrengen van advies gerteld in handen eener commissie van drie leden, waartoe door den voorzitter worden aangewezen de heeren Verkuijl Quakkelaar, Pot en J. I. P. Ilector. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten tot het waarborgen tegen brandschade van de meubelen enz. op het raadhuis aanwezig, ter gezamen lijke waarde van 13,790.721. Van den directeur der registratie en domeinen in Zeeland is bericht ingekomen, dat bij het lijk geen bezwaar bestaat tegen het besluit van den raad tot het plaatsen van bliksemafleiders op het raadhuis en ook niet tegen het waarborgen tegen brandschade van het raadhuis, mits de som waarvoor verzekerd wordt mins tens 50,000 bedrage, de verzekering bij ecue binnen- landsche maatschappij geschiede en de gemeente zich verbinde om in geval van brand voor hare rekening het gebouw in zijn vorigen toestand op te bouwen of te herstellen. Burgemeester en wethouders worden alsnu gemachtigd vier bliksemafleiders op het raadhuis te doen plaatsen en voorts uitgenoodigdom met den directeur der registratie en domeiDen in overleg te treden of, indien de gemeente het raadhuis tegen brandschade verzekert voor een door bet rijk te bepalen som en in geval van brand de van de verzekeringmaatschappij te ontvangen gelder, aan bet rijk afstaat, het rijk de zorg voor op bouw of herstel voor zijne rekening zon willen nemen. Dit besluit werd genomen nadat verscheidene leden te kennen hadden gegeven, dat het voor de gemeente zeer bezwarend zou zijn zich tot eventueelen opbouw van het raadhuis of herstel in den vorigen toestand te verbinden. Van den heer Funkier, fabrikant van bliksemaflei ders te Haarlemis eene missive ingekomen waarin hij zich tot de levering daarvan aanbeveelt. Geschiedt voorlezing van eene missive van brand en on der brandspuit meesters te Vlissingen, die te ken nen geven dat zij met smait en leedwezeu kennis genomen hebben van bet verhandelde in de zitting van 2 April jl. betreffende de houding der brandweer in bet algemeen en inzonderheid van ben als superieuren. Zij meeuen daarom onder do aandacht van den raad te mceten brengen, dat zij zich met manschappen en spuit ten zeerste gehaast hebben om het brandende perceel te bereikeneen ieder zijn plicht heeft betracht en de verschillende natte kleedingsiukken daar opge daan de hun toegedichte vrees voor bespatting genoeg zaam wederleggen. Voorts merken zij op dat de per soon, als voorbeeld van nauwgezette plichtsbeirachting bij name genoemd, als iuzetter tot geheel andere werk zaamheden was geroepen, en soortgelijke ijver huns inziens juist oorzaak is van hetgeen daar ter plaatse tewenschen overliet, zonder uit het oog te verliezen den soms teugelloozen ijver die de manschappen in oogenblikkeu van gevaar bezielt, en waar de altijd gereed staande spuit der marine bij hunue aankomst, hoe tijdig ook, meeslal reeds water geeft, het hun niet mogelijk is hunne manschappen daarin tegen te gaan, zelfs al is meer water soms geheel overtollig. Ook betreuren zij het, daar zij zich geen plichtverzuim bewust zijn eu het bovendien een onbezoldigde betrek king geldt, dat deze zaak in het openbaar c-n op dio wijze is besproken, en vei zoeken ten slotte om van den cp hen geworpen blaam gezuiverd en in het open baar in hunne eer hersteld te worden, bij gebreke waarvan zij zich genoopt zouden zien om huns ondanks hun ontslag te verzoeken. Nog wordt gelezen eene missive van de opporbrand- meesters en brandmeesters uitmakende de directie der brandweer te Vlissingen, die daarin evenzeer hunne ontevredenheid betuigen over het in de vorige zitting gesprokene aangaande den brand bij den heer Gr. van Breen. Het verwondert en grieft hen dat gesproken is over plichtverzuim van brandspuit- en onderbrandspuitmees ters. Indien bet waar is dat brandspuitmeesters het fclusschen van den brand aau anderen overlieten en zich bij hunne spuiten terugtrokken, dan hebben zij, naar bet oordcel der directie, getoond we) degelijk bun plicht te kennen daar art 66 der verordening op het brandwezen hnu voorschrijft huunc spuiten in behoor lijke stelling te p'aatsen en acht te geven op hot uitleg gen der slangen, terwijl zij voorts, hoogo noodzakelijk heid uitgezonderdniet dan op bevel van den bnrge- meester of opperbrandmeester water mogen geven. Van verdere regeling is hier geen sprake, en mogen zij ook gehandeld hebben in strijd met het laatste gedeelte van genoemd artikel, zoo verdient deze handelwijs, volgens de directie, eer goed- dan afkeuiing, daar toch herhaal delijk in andere plaatsen is gebleken dat, had men den brand in zijn begin krachtiger bestreden de gevolgen minder verschrikkelijk zouden geweest zijnde brand spuit- en onderbranaspuitmeesters konden toch moeilijk op een bevel wachten, aangezien de opperbrandmeester uit de stad was en de twee brandmeesters eerst een half uur na het uitbreken van den brand hiervan ken nis kregen; en moge de politie zich op de plaats van den brand beijverd hebben om dien te blu3schen, wen- scbelijker zou het geweest zijn indien zij terstond bij af wezigheid van den opperbrandmeesterook de brand meesters had kennis gegevendan had de regeling wellicht eeuigszins anders kunnen zijn. Ook grieft het de directiedat de vraag van een der raadsleden ot ook de opperbrandmeester en brandmeesters hun plicht niet hebben gedaan onbeantwoord is gela tenwant daardoor komt men tot de conclusie dat ook zij hunne roeping niet schijnen te begrijpen. En toch, niet zoodra hadden brandmeesters de tijding door den bode van het brandwezen vernomen of zij spoedden zich naar de plaats van den brand. Daar bemerkten zij alias dat te veel spuiten in werking waren, waar op door een hunnerin overleg met den burgemees terbevel is gegeven om ze op een na allen te doen Ltoppen. Vervolgens hebben zij driemalen een onder zoek ingesteld ter plaatse waar de brand was ont staan, alwaar een der onderbrandspuitmecsteis en de gemeentebcuwmeester bezig waren middelen aan te wenden tot verdere stuiting van den brand. Daar alzoo geen sprake kan zijn van plichtverzuim, ver wacht de directie dat burgemeester en wethouders den gemeenteraad zullen verzoeken, het in zijne zitting vau 2 April jl. met betrekking tot het brandwezen openlijk gesprokene te heiroepen, en de gekrenkte eer der directie en der brandspuit- en ouder brandspuit meesters in bet openbaar te handhaven. De voorzitter merkt opdat beide brieven op een verkeerden grondslag berusten, daar de gemeenteraad in bedoelde quaestie geen besluit heeft genomen, maar alleen éen lid de heer de Kruijff,' zijo persoonlijk ge voelen heeft uitgesproken. Juist oin tie discussiëu tegen te gaau heeft bij in die zitiing voorgesteld om de zaak aan hem over te laten. Hij heeft met de diTectie der brandweer dau ook geconfereerd en hij'houdt zich ver zekerd dat sommige onregelmatigheden zich voortaan niet meer zullen voordoen. In den loop der discussie verklaarde de voorzitter nog, dat hij zeer tevreden is over de inrichting der brandweer. Ten slotte werd met 9 tegen 3 stemmen besloten, dat aan bet verzoek der adressanten niet kan worden vol daan, omdat het berust op bovengenoemden verkeerden grondslag. Tegen stemden de heeren Callenfels, Schraver en Pot. Naar aanleiding van eene nota van opmerkingen van gedeputeerde staten wordt de verordening op liet brand wezen eenigermate gewijzigd en daarin alsnu onder an deren bepaald, dat de dienstplichtigen bij de brandweer voortaan bij loting, onder toezicht van b.ïrgemeester en wethouderszullen aangewezen worden. De heer van Uije Pielerse stemde hiertegen, omdat hij lotingineene plaats als Vlissingen, waar zoovele zeelieden ea andere vrij te stellen personen zijn, bezwarend acht. Eene ontwerp-verordening tot beteugeling van besmet telijke ziekten wordt voor de leden ter inzage gelegd en zal in de volgende zitting behandeld worden. In handen der fioancieele commissie wordeu gesteld, om in de volgende zitting behandeld te worden: een voorstel van burgemeester en wethouders tot uitbreiding van het personeel ter gemeente-secretarie, hetwelk als dan zal bestaan uit een gritli-r, twee commiezen, éea klerk (ad f 600 'sjaars) en twee boden, alsmede een voorstel van burgemeester en wethouders tot uitbrei ding vau het politie-pe.soneel uiet vier agenten. Na eene zitting met gesloten deuren wordt met 10 tegen 2 stemmen besloteo aan J. Wegeliag alsnog 235.38$ uit te betalen voor meerder verricht lagger- werk in 1S72. Tegen stemden de heeren Schraver en Verkuijl Qaakkelaar, De rekening der Zremans- en visschersbeurs wordt goedgekeurd. Tot lid der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs wordt de heer W. de Kruijff herbenoemd, met 7 stemmen, terwijl de mede aanbevoleu heer C. A. Kalb- fleisch 3 stemmen verkreeg. Tot leden van het stembureau voor de aanstaande verkiezing van een lid der tweede kamer van de sta- ten-generaal worden gekomen de heeren van der Hij den en Laernoes, en als plaatsvervangers de heeren Pot en de Groot. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling van den voorzitter, dat de heer £&hattenk°rk i3 be noemd tot griffier ter ge meen te-secretarie met 1 J uui a. in dienst zal treden. Een verzoek van den heer Heijblom om een beerput te mogen maken onder de openbare straat op de Zeil- markt wordt tot wederopzeggeus toegestaan. Van het gemeentebestuur van Nijmegen is oen brief iugekomeo, houdende uitnoodiging om ook bij de eerste kamer der staten-generaal met een adre3 aan te dringen op de aanneming van het wetsontwerp tot aanleg der spoorweglijnen ArnhemNijmegen en Zevenbergen Zwaluwe. Met algemeene stemmen op éen na wordt besloten aan deze uitnoodiging niet te voldoen. Alleen de heer Pot was voor he't zenden vaa een adres. Ten slotte werden b ïrgemeester en wethouders ge machtigd, naar aanleiding van een verzoek der feest commissie, tot het doen makea van een muziektempel, waarvan de kosten vroeger op plus minus f 830 ziin begroot. De zitting wordt gesloten. ALGEMEEN OVERZICHT'. De uitslag der verkiezingen van Zon lag heeft dit gemeen met die van 27 April, dat de caudidaton der uiterste partijen zegevierden over de vertegenwoor digers van de politiek der. regeering. Omtrent het resultaat in het departement dn Riiöae bestond reeds lang geen twijfel; de beide candidaten der radicalen, de heeren liane en Guyothebben dan ook met osne meerderheid van ongeveer 50,000 stemmen hunne legi- timistiiche tegenstanders verslagen, la het departement Loir-et-Cher heeft eveneens de radicale candidaat, de heer Lesguillon met bijna 30,000 stemmen meerderheid over de gematigd-republikeinsche en conservatieve candidaten gezegevierd. Zelfs aau den zoon van den onlangs overleden afgevaardigde St. Marc-Girardin ge lukte het niet om in het departement de la HauSe-Vienne het mandaat zijns vaders op zich te doen overgaan; met 15,000 stemmen bleef hij in de minderheid tegen zijn republikeinschen tegenstander, den heer Georges Périn. Slechts in het departement de la Charente- Inlérieure moest de radicale partij de vlag strijken, doch niet voor een vertegenwoordiger der regeerings- politiek, maar voor een oud-prefect van het keizerrijk, den heer Boffintondie met eene meerderheid van slechts 3000 stemmen, en dan nog wel met de hulp der legi timisten den heer Rigaud overwon. Zulke resultaten, vooral in verband met de verkie zingen van 27 April, zijn abnormaal en tot op zekere hoogte onrustbarend. De twee groote machten in den staat, de nationale vergadering en de regeeriug, hebben blijkbaar nauwelijks invloed in den lande; de kiezers stemmen niet voor, maar tegen haar. Terwijl zij de leiders der openbare meeniag behoorden te zijn, bewijzen de verkiezingen dat zij generaals zonder leger, en de kiezers een leger zonder generaals zijn. Alleen wanneer de regeering van Thiers deze beteekenis der verkiezingen inziet en zich niet tot reactionaire plannen laat vedoiden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 2