geil was dus voor velen de kans om hunne committen ten eens te verrassen met het bericht dat ze nu toch een spoorweg zouden krijgen, en om zich zoo misschien in Juni tegen onaangename verrassingen te vrijwaren. En waarlijk, niet weinigen onzer afgevaardigden hebben het bard noodig dat de kiezers uit ingenomenheid over een of ander plotseling verkregen ïesultaat het zonden- register van 1872 van hun representant maar gesloten laten! Ge kunt u de décor,fdure voorstellen, maar u dan ook een denkbeeld maken van den heilzamen indruk dien de houding van Geertsema verwekte toen hij, als een reddende engel, ja als een deus ex machina aan de teleurgestelden de hand toestak. Het was bijna koddig al die bedrukte gezichten te zien verhelderen. „Ik wil nu niet bevestigen of tegenspreken dat Storm den spijker op den kop heeft geslagen, en dat er wer kelijk zulk een innig verband tusschen spoorwegen en stembus bestaat, maar nu die twee in verband zijn gebracht mag ik van de spoorwegen naar de stembus overstappen. Langzamerhand beginnen er zich voor teekenen van den verkiezingsstrijd te openbaren. Wel verschijnen er nog geen aanbevelingen of manifesten van caudidaten, maar bedankjes van kamerleden die niet herkozen willen worden. Den brief van den heer van Voorthuysen hebt ge reeds vermeld, waarin hij verklaart zich niet verkiesbaar te stellen omdat hij 't niet meer met de conservatieven vinden kan en dus de klandisie der conservatieve kiezers niet begeert. Vreemd, zult ge zeggen, voor een politiek man in zoo danig geval eenvoudig den bijl neder te leggen; zoo ooit, dan bestond er hier aanleiding om een duidelijk programma van beginselen te geven. Maar dit i3 voor den heer van Voorthuysen een moeilijk ding: hij is voor alles de man van het in en uit, van het ja maai en nochtans, en in-en-uit-programma's, in Limburg zeer gegouteerd, zouden in een verkiezingsstrijd te Utrecht waarschijnlijk wat al te zeer op den keper beschouwd worden. Enfin, men zal nu in Utrecht naar een nieuwen man hebben om te zien. „Waarschijnlijk zullen wij ons in den Haag hetzelfde hebben te getroosten. Het gerucht zegt namelijk dat de heer van Sypesteyn benoemd zal worden tot gou verneur van Suriname, waar hij vroeger als adjudant van een gouverneur eenige jaren gediend heeft. Daar het gerucht vooral verspreid wordt bij monde van den aanstaanden gouverneur zeiven, acht ik het secuur ge noeg om het hier te vermelden. Die b?noeming zou zeker voor den heer van Sypesteyn, die zich altoos Suriname nog al aangetrokken heeft, zeer aangenaam wezen. „Wie z'ch wèl verkiesbaar stelt is de heer van den Berch van Heemstede. Hij gevoelt zich op de groene bank zóo op zijn gemak, dat hij het lidmaatschap van de gedeputeerde staten wil prijs geven om zich geheel aan de hooge belangen des lands in de tweede kamer te wijden. In eene openbare zitting der provinciale staten van Zuid-Holland heeft hij zelf het verklaard. Wan neer ik tot de intiemen van het lid voor Leiden behoorde, dan zou ik hem herinneren aan het spreekwoord dat (sans comparaismafraadt oude schoenen weg te doen vóór dat men nieuwe heeft. De heer van den Berch moet niet vergeten dat de Leidsche schoen hem eigen lijk maar aangepast ismisschien gaat het hem wel als 1q de geschiedenis van Asschepoetsterook aan de mooie zusters werd het muiltje gepast en ze zouden't wel hebben willen aanhouden maar dat was de be doeling van den aanpasser niet. Evenzoo geloof ik dat de niet-liberale Leidenaars in van den Berch hun Asschepoetstertje nog niet gevonden hebben, 't Is waar, de Leidsche zetel is zacht en gemakkelijk en de voorganger van het tegenwoordige lid heeft er aange name en rustige jaren op doorgebracht; maar wat nu, wanneer men in Juni dien stoel onder den tegeuwoor- digen zitter wegtrekt, en een anderen op de zachte kussens plaatst? Gedurende het over een paar weken beginnende zomerreces had de heer van den Berch toch wel tegelijk gedeputeerde en volksvertegenwoordiger kannen blijven, dan hadde hij zooals men 't in de wandeling noemtde kat eens uit den boom kunnen kijken, iets wat blijkens de praktijk niet met de ortho doxie schijnt te strijden. Misschien toonen de mede gedeputeerden van den Leidschen afgevaardigde voor hem dezelfde welwillendheid als voor twee jaren, door de vacature voor hem open te houden tot na de ver kiezing voor de tweede kamer en, wordt hij niet her kozen, hem door het bedanken van een geestverwant uit de provinciale staten in de statenvergadering terug te brengen. Dan was er naar der conservatieven wensch niets veranderd in de gedeputeerden van Zuid-Hjlland. Verder maakt men zich in de liberale- kringen hier voortdurend ongerust over het lot van Jonck- bloet, cp wien de kiezers erg gebeten schijnen." BENOEMINGEN EN BESLUITEN. POSTERIJEN. Benoemd tot directeur van het post kantoor te Kampen H. van IJssel Groothuis, thans directeur van het postkantoor te Zaandam. MARINE EN LEGER. Boven het reeds vastgestelde contingent voor het leger in Oost-Indië zullen dit jaar nog naar Java worden uitgezonden: 1700 man infanterie, 200 man van het wapen der artillerie en 100 mineurs en sappeurs, waar onder 5 pet. onderofficieren en 6 pet. korporaals. De minister van oorlog heeft tengevolge der ge beurtenissen in Nederlandsch Indië aan bet leger be kend gemaakt, dat in gezegde gewesten van bet leger hier te lande zullen gedetacheerd worden: £0 subal terne officieren der infanterie, waaronder 10 kapitein?, 4 luitenants van het korps ingenieurs mineurs en sap peurs en 20 officieren vau gezondheid van de 1°, 2° en 3C klasse; dat bedoelde detacheering geschieden zal voor den tijd van twee jaren, gerekend van en met den dag der ontscheping van den officier ia Nederlandsch- Indië. Aan die detacheering voor den betrokken offi cier is verbonden het genot eener gratificatie voor eerste uitrusting van 1500. GEMENGDE BERICHTEN. II. M. de koningin heeft voor de loterij ten behoeve der acht weduwen en een en twintig weezen van de zeelieden der verongelukte Vlissingsche schepen een Laai vuurscherm ten geschenke gegeven. Op den dag van de opening der Weensche ten toonstelling werden 10,567 telegrammen, dat is 2000 meer dan ooit te voren op een dag waren verzonden, ter overseining aangeboden, en daaronder waren ver scheidene voor het buitenland bestemde van 200 tot meer dani 1600 woorden en zelfs een naar Amerika van 4555 woorden. Des avonds te 8 uren waren allen overgeseind. Telkens worden nog diefstallen bekendgepleegd door de leden der internationale dievenbende, die eenigen tijd geleden te Brussel is gepakt. Zoo is thans gebleken, dat ook door hare leden indertijd de diefstal bij den heer Marcbalkapper te Antwerpenheeft plaats gehad, van wien men toen zeide, dat bij zich- zelven had bestolen. Een Brusselsch dagblad dat die geruchten had overgenomen werd daarvoor wegens laster vervolgd en veroordeeld. Te Parijs is een troep Indianen uit Canada ge passeerd, bestaande uit een honderdtal mannen, vrou wen en kinderen in hun nationaal costuum en met hun nog zeer primitieve wapenen, keukengereedschappen en muziekinstrumenten. Zij begaven zich naar de Weensche tentoonstelling om aciobatische voorstellingen te geveD. Onder de zeldzaamheden op de Weensche ten toonstelling, waarop reeds meer bijzonder de aandacht werd gevestigd, komt ook voor een drijvende kanons kogel in het paviljoen van het ministerie van landbouw. Deze 25 kilogram wegende kogel drijft als een veertje op een als zilver schitterende massa, die uit zuiver kwikzilver van de beroemde mijnen van Idria bestaat. Niet minder dan 8300 kilogrammen van dit metaal bevinden zich in een ijzeren vat en daarop drijft de kogel. Het kwikzilver is aangevoerd in opzettelijk daarvoor vervaardigde zakken van wit schapenleder, die van boven worden dichtgetrokken en in ieder waar van zich 25 kilogram bevonden. Een bezoeker die den tegenstand van het kwikzilver een3 wilde beproeven stak zija hand er in, doch toen hij deze terugtrok kwam hij tot de onaangename ervaring dat twee gou den ringen die hij aan zijne vingers had in zilveren waren veranderd. Zaterdag is op de tentoonstelling de eerste diefstal gepleegd ten uadeele van een Beiersch exposant. Het Dresdener Journal levert bet bewijs dat ook in het buitenland niet altijd solide gebouwd wordt. Te Dresden bouwde de architect Karsch een huis voor zichzelven. Toen men den 2ea Mei de laatste balklaag op de bovenste verdieping legde, stortte het gansche gebouw in en bedolf de negen arbeiders, die er in werkten. Zes van hen werden dood van onder den bouwval gehaald. Drie waren zwaar gekwetst. Uit Florida meldt men eeu eigenaardig natuur verschijnsel. Een groot gedeelte van Oranje Courthy veranderde plotseling in een meer. Boomen en huizen werden verzwolgen. Een ooggetuige verhaaltdat de boomenalvorens zij in de diepte verdwenen, in een cirkel ronddraaiden. Daarop zoDk de bodem al dieper en dieper, en in zijn plaats kwam schuimend water, met gedruisch als van een waterval. De geheele streek staat thans onder water. De gansche streek Oil an do is verwoest en de meren van Apoaka en van Conway zijn door het nieuwgevormde meer met elkander ver- eenigd. Te Dixon in Illinois was een groote menigte op een brug verzameld om een doop bij te wonen, toen plotseling de brug instortte en allen in den stroom vielen. Men gelooft dat er minstens 50 personen verdronken zijn. Reeds zijn 32 lijkenmeest van vrouwen, opgevischt. Vele personen worden vermist, en 24 ontvingen ernstige kwetsuren. Binnen kort zal met den herbouw van het stad huis te Parijs een begiu worden gemaakt. Men ver moedt dat het werk vijf jaren.zal duren. Het recht om op de houten omheiningdie om het bouwterrein ge maakt zal worden, te mogen aanplakken, is verkocht voor 60,000 francs. De houten omheining zelve kost niet meer dan 20,000 a 15,000 francs. VERECOPINGEN EN AANBESTEDINGEN. Het polderbestuur van Walcheren heeft heden alhier in het openbaar aanbesteed: de uitvoering der werken tot verbetering en onderhoud der aarde-, kram-, rijs-, steenglooiing- en paalwerken enz., behoorende tot de vier wateringen van den polder Walcheren, met de levering van alle daartoe gevorderde bouwstoffen en arbeidsloonenen zulks in vier peiceelen, te weten: le perceel, Noord watering, laagste inschrijver de heer J. Filis, te Vlissingen, voor f 87,000, en gemijnd door denzelfden voor f83,800 2° perceel, Oostwatering, laagste inschrijver de heer J. Kraaijeveld, te Hansweert, voor f 8,300, waarvoor het weik vocrloopig is toegewezen; 3C perceel, Zuidwatering, laagste inschrijver de heer D. Tholens, te Neuzen, voor f 7,150, en gemijnd door denzelfden voor 7000 4S perceel, Westwatering, laagste inschrijver de heer P. J. van Remortel Nz., te llontenisse, voor f 8,999, en gemijnd door den heer G. Dekker, te Sliedrecht, voor f 8,800. De aannemingen zijn allen voorloopig toegewezen. THERMOMETERSTAND. 7 Mei'sav. 11 u.47gr. 8 'smorg. 7 u. 48 gr. 'smidd. 1 u. 52 gr. 'sav. 6 u. 53 gr. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. ZiUipg van "Woensdag 7 Mei. Nader verslag.) De gisteren aangevangen discussie over art. 65bis der rechterlijke organisatie werd in deze zitting voortgezet en nog niet ten einde gebracht. De eerste spreker was de heer Jolles, die de voor dracht verd-digde. Voor de gelijkstelling der strafzaken beriep hij zich op Frankrijk. Het appèl in strafzaken verdedigde hij door zich te beroepen op de ondervin ding, die geleerd beeft dat het appèl in menig opzicht rijpe vruchten draagt. Hij beschouwt het appèl als een afdoend middel tegen feitelijke dwalingen, waartegen z. i. de instructie geen genoegzameu waarborg oplevert. Men wil hetzelfde doel bereiken door de gratie, maar daarin ligt hst karakter der gratie niet.. Tegenwoor dig bestaat voor de kleinste zaken redres, maar de grootste zijn daarvan uitgesloten. Op dit laatste pdot wees ook de heer Lenting, die dat als eene monstruositeit qaalificeerde en verklaarde appèl te zullen blijven vragen zoolang hij aan rechter lijke dwaling zalgeloovenmaar wil men bet appèl niet, dan moet het ook geheel worden afgeschaft. De heer Gratama verklaardo z:ch vóór het appèl in strafzaken als een overgangstoestand tot zijn desidera- teurs: de jury, waaromtrent hij vertrouwt dat de zaak der beschaving en ontwikkeling ten slotte ook bier zich baan zal breken. Als bestrijder der regeeringsvoordracht trad in de eerste plaats op de heer Bergmann, die het stelsel be pleitte dat de instructie in crimineele zaken meer waar borgen opleverde dan liet appèl. Hij beroept zich daaromtrent op zijne veertigjarige ondervinding. Het middel van appöl zal slechts een middel worden voor zware misdadigers tot verkrijging eener kans te meer tot ontsnapping. Ook de neer Saaymans Vader beriep zich op eeu veertigjarige ondervinding ter bestrijding van het stelsel der regeering. Wie het uautueele appèl van vóór 1838 gekend heeft, gelijk hij, zal, vertrouwt hij, weten dat het geene rechtszekerheid oplevert, maar alleen een kansspel is voor den beklaagde. Eu in strijd met de philantropische begrippen onzer dagen noemt hij het eene geweldpleging aan het volksgeweten, om hem die een licht vergrijp heeft gepleegd met de grofste misda digers op dezelfde bank te doeu plaats nemen. Ook is het niet consequent den burgerlijken rechter eene beperkte en den strafrechter eene algemeene competentie toe te kennen. De heer Heemskerk wijst op grond der statistiek aan, 1° dat het appèl de kansen op zwaardere 3trat verhoogt en 2° dat er bij het tweede meer kans op dwaling is- dan bij het eerste onderzoek. Het beruchte vonnis van Jean Galas werd o. a. in appèl uitgesproken. Dat bet correctioneel appèl gced heeft gewerkt acht hij een meer schoonschijnend dan afdoend argument. Men zal bovendien apjèl hebben zonder rechter van appèl. Het renvooi naar een rechter van gelijken rang die tegeljk vreemd is aan de zaak, vermindert de waarborgen, iu plaats van ze te vermeerderen. Ook bij bet getuigen verhoor zal men dit ondervinden. Bij de tweede be handeling zal de getuige zich alles lang zoo helder niet meer voor den geest kunnen brengen. Daarentegen kan de beklaagde wat geleerd hebben, dat minder be vorderlijk is aan de waarheid. Van 18 LI tot 1838 heeft het mutueel appèl voor de correctioneele zaken slecht geweikt; waarom wil men het dan nu voor de crimi neele? De heer van Akerlaken vindt het zeer onlogisch voor kleinere zaken wèl, voor grootere geen appèl toe te laten. Ia de instructie zooals zij nu bestaat vindt hij geenerlei waarborg voor den beschuldigde. Na een persoonlijk incident tusschen de beeren van Akerlaken en C. van Nispen was de minister van jus titie aan het woord, die op den voorgrond stelde de noodzakelijkheid der afschaffing van het vreemde feit

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 2