MIDDELBURGSCHE COURANT. P 104. Vrijdag 1873. 2 lei. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/ra., franco is f 3.50. Middelburg 1 Mei. Bij het lezen van hetgeen in de verschillende dag bladen over de expeditie naar Atsji geschreven wordt en van hetgeen daarover in de tweede kamer gezegd is, komt het ons voor dat men verzuimt een onderscheid te maken, waar 'twel degelijk doodig is. Het is name lijk nog niet uitgemaakt dat de expeditie de vermeeste ring en annexatie van Atsji beoogt; was dit het geval dan zouden wij onder de eersten zijn om onze afkeuring te kennen te geven. Het tractaat van 1871 stelt onze vrijheid om Atsji te annexeeren boven eiken twijfel, maar het zon in zeer veel opzichten onstaatkundig zijn dat te doen. Eene goede politiek eischt dat men het tractaat van 1871, in verband met dat van 1824, vooral beoordeele van het standpunt onzer verplichtingen, clat wij vooreerst alleen vragen: wat be hoor en wij ten opzichte van Atsji te doen, om eerst daarna te vragen wat we doen kunnen. Onze plicht jegens de andere mogendheden brengt mede dat wij zorgen voor de veiligheid van zee en strand, met name om en in het rijk van Atsji; vroeger hadden wij ons verbonden daarvoor uitsluitend zorg te dragen door een zachtmoedigen omgang zonder de inte griteit van Atsji aan te randen, doch sedert 1871 zijn wij van die verbintenis ontslagen. Brengt nu deze nieuwe toestand mede dat wij onmiddellijk aan het annexeeren gaan? In het geheel niet. Deze nieuwe toestand brengt mede dat wij een vriendschappelijken omgang met Atsji trachten aan te knoopen. Mislukken die pogingenwaarbij men kan laten doorschemeren dat de vroeger aan ons opgelegde beperking niet meer be staat, en wij het doel: veiligheid van handel en scheepvaart moeten bereiken, goedschiks, of anders kwaadschiks dan trede geweld voor overreding in de plaats, en neme men, na eene krachtige tuchtiging aan Atsji te hebben toegediend, zelf de politie langs de Atsjineesche kust ter hand. Een goede politiek brengt mede dat wij zoolang bet doenlijk blijft, uit eigene beweging zelfbeperking toepassen, waar ons vroeger bij de protocollen van 1824 beperking door Engeland was opgelegd. Eerbiediging van Atsji's onafhankelijkheid, maar bestraffing van dat rijk voor de beleedigingen die het ons sedert jaren aandeed, ziedaar wat het doel der expeditie behoort te zijn. Wat ons to: nogtoe uit Indië bekend ispast geheel in dit programma van politiek ten aanzien van Atsji. Men heeft een gezantschap willen zendenmaar het werd geweigerd; terwijl inmiddels Atsji voortging met de zee onveilig te maken en ons in verwikkelingen zocht te brengen met andere mogendheden. Een tuch tiging mocht niet langer uitblijven, en de expeditie werd uitgezonden. Met welk doel? Wij weten het nog niet. Maar dit weten wij wel dat wij alles wat tot aan de afzending der expeditie verricht is militaire détails buiten besprek latende goedkeurenmaar dat wij het scherp zouden afkeuren wanneer het ons bleek dat men met de expeditie naar Atsji iets meer bedoelde dan eene tuchtiging, dat er eene onmiddellijke annexatie mede bedoeld werd. Door den minister van koloniën is aan de tweede kamer der staten-generaal mededeeling geschied van een door hem ontvangen telegram van den gouverneur- generaal uit Batavia, volgens hetwelk deze den 25cn April jl. van den regeerings-commissaris bij de expeditie naar Atsji bericht had ontvangen, dat de expeditio naire troepen na het terugwijken voor den vijand, door dezen niet het minst waren verontrust. Het embarke rnen t scheen geen groote moeilijkheden op te leveren. Van de regeering is ingekomen eene aanvrage tot uitzending van troepen en officieren naar Indië. Vol gens hei voorstel der regeering zullen vijftig subalterne officieren, indien zij zulks verlangen, voor korten tijd bij het leger in Indië worden gedetacheerd. Men schrijft ons uit 's Gravenhage „Onder de door de regeering genomen maatregelen met het oog op bet hervatten der expeditie naar Atsji behoort ook dat aan de plaatsvervangers bij de militie is toegestaan vrijwillig dienst te nemen voor Indië vóór dat ze de vroeger geëischte zes maanden militiedienst hier te lande hebben volbracht. „In de marinekringen der residentie trekt hetbijzèii^ der de aandacht dat een kapitein ter zee, bestemd om als kommandant van een oorlogschip naar Indië te gaan en die, twee dagen nadat het uitbreken van den oor log bekend was geworden „tot herstel zijner gezond heid" nonactiviteit verzocht en verkreeg, benoemd is tot ridder van het gouden kruis van Nassau, de huis orde van onze koninklijke familie. Waarschijnlijk bestaat er, naar ik vermoed althans, tusschen dit „herstel van gezondheid" en die benoeming geen verband." Uit Constantinopel wordt van den 28en April 's avonds aan de buitenlandsche bladen gemelddat aldaar Seid Effendibuitengewoon gezant van den sultan van Atsji, is aangekomen teneinde nogmaals op de goede diensten van den sultan van Turkije aan te dringen in zijn conflict met Nederland. De gemeenteraad van Kampen heeft met 9 van de 15 stemmen tot directeur der nieuwe gemeente gasfabriek benoemd den heer dr. J. Beicher, directeur der gasfabriek aldaarop eene jaarwedde van f 1800, met vrije woning en tuin. De heer J. de Koninghdirecteur der gasfabriek te Middelburgverkreeg 6 stemmen. De benoemde kwam niet voor op de in ons nomraer van jl. Dinsdag medegedeelde aanbevelingslijst. Bij de rijks-telegraaf te Utrecht isna afgelegd exameno. a. geplaatst de heer W- C. Krol, van Neuzen. De eisch tot loonsverhoogingeenigen tijd geleden door de Amsterdarasche sigarenmakers gedaanen de vijaudelijke houding door de sigarenfabrikanten tegen over bet Bigarenmakersbond aangenomen heeft op som mige plaatsen aanleiding tot werkstaking en ongere geldheden gegeven. Het 8igarenmakersbond werd in het begin van 1871 opgericht en heeft volgens art. 1 van de statuten ten doel het belang der sigarenmakers te bevorderen door: aanwending van alles wat strekken kan tot veredeling, waardeering en verheffing van het beroep; onderlinge hulp in geld bij gemis van werk, alsook op gevorder den leeftijd; medewerking tot het verschaffen van ar beid aan hen die tijdelijk van werk verstoken zijn, en het voeren van gedachtenwisseling over de algemeene beroepsbelangen van leden der vereenigingin bijeen komsten of vergaderingen, alsmede voordrachten, voorlezingen en al wat tot ontwikkeling van den geest dienen kan. Om als lid te kunnen worden aangenomen moet men van voldoend zedelijk gedrag zijn. Aanvankelijk waren de patroons het bond niet onge negen, doch toen te Amsterdam het verzoek om loons- verhcoging werd gedaan, vereenigden zij zich om geen werklieden meer op hun fabrieken toe te laten die lid van het bond waren. Het aantal der verbonden patroons bedraagt thans reeds 90; bij de Amsterdamsche sloten zich tal van fabrikanten in Rotterdam's Gravenhage, UtrechtKampenDelft en andere plaatsen aanen in verschillende bladen las men in de laatste dagen tal van aankondigingen van fabrikanten die verklaarden na een bepaalden datum op hunne fabrieken geen werklieden meer te zullen toelaten, die leden zijn van het sigarenmakersbon d. Zondag -werd te 's Gravenhage een meeting van het sigarenmakersbond gehouden, waarin de belangen van de leden en de tegenover de fabrikanten aan te nemen houding, naar het schijnt op zeer kalme en bezadigde wijze, werden besproken, en ten slotte werd besloten om zich nauwer aaneen te sluiten, niet toe te geven aan do eischen der tabrikanten en zoo mogelijk op coöpe ratieven weg te trachten tot beteren toestand te geraken. Te Amsterdam hebben intusschen 500 sigarenmakers het werk gestaakt en zij blijven aan hun besluit getrouw. Van verschillende zijden schijnen zij te worden onder steund ook uit het buitenland, maar vooral door de diamantslijpers-vereeniging, die aan de werkstakers groote toezeggingen moet hebben gedaan ingeval zij willen volhouden. Het besluit der fabrikanten heeft Maandag te Eind hoven aanleiding gegeven tot ongeregeldheden talrijke oploopen hadden plaats onder groot geschreeuw en ge tier, tot laat in den nacht. De menigte werd toen door het hoofd der plaatselijke politie gesommeerd om uit elkander te gaan en rustig te blijven, doch daaraan werd geen gevolg gegeven. Door de maréchaussées werd de menigte daarop uit elkander gedreven, waarbij enkele personen werden gewond en verscheidene gearres teerd. Een gedeelte der fabrieken zou gedurende drie dagen gesloten worden. In den Antwerpschen Précurseur zijn dezer dagen twee artikelen verschenen, waarin met klem aangedrongen wordt op de verbetering der haven van Antwerpen. Het blad betoogt dat niet het belang der stad, maar het algemeen balang die verbetering eischt. De uit breiding welke de transito-handel in de laatste jaren verkregen heeft, maakt de bestaande haven- en dok- kenwerken onvoldoende. De Belgische belangen eischen die verbetering, omdat elke dag weifelens ten goede komt van Antwerpen's concurrenten, de Nederlanders. „Wij hebben", schrijft het blad, „het vaak gezegd en zullen niet moede worden het te herhalenin Holland, te Amsterdam, RotterdamYlissingenworden kolossale sommen besteed om de groote vaart tot zich te trek ken. Middelburg is in directe verbinding met Duitsch- land en kan het entrepot van Vlissingen worden. Dat de minister Moncheur ons voorbeeld volge en de werken ODzer naburen bezichtige. Hij zal getroffen worden door hnn grootschheidhun uitgebreide afmetingen en de wanverhouding, die tusschen die afmetingen en de be hoeften van het oogenblik bestaat." Onze voortvarendheid en ondernemingsgeest schrijft het Antwerpsche blad toe aan ons streven, om voor het eventueel verlies onzer Indische saldo's elders de som men te vinden, die dan niet meer in onze schatkist zullen vloeien. Al bestaat niet dezelfde reden voor België, meent het blad toch dat dit goede voorbeeld navolging verdient. Antwerpen is toi ongekenden bloei gekomen door zijn natuurlijke voordeden, thans mag niet geduld worden dat het overvleugeld wordt door anderen, die door energie en volharding verkrijgen wat de natuur hun onthouden heeft. VlissingenRotterdam en Amsterdam moeten daarentegen zoovele waarschu wingen voor België zijn, om niet stil te zitten, maar steeds voorwaarts te streven. Blykens hetzelfde blad is het college van burgemeester en wethouders van Antwerpen eergisteren door den koning ter audiëntie ontvangendie niet alleen beloofde in den loop van den zomer Antwerpen te bezoeken, maar ook ten aanzien van de verbetering der bestaande en den aanleg van nieuwe havenwerken aldaar zijne levendige belangstelling te kennen gaf en den wensch uitsprakdat met die werken binnen den kortst moge lijken tijd een aanvang gemaakt zou worden. In de eergisteren te Arnhem gehouden algemeene ver gadering van leden der Arnhemsche badvereeniging heeft het bestuur verslag uitgebracht over den toe stand der vereeniging en de uitkomsten van de exploi tatie gedurende de elf maanden van 1872, over welken tijd het eerste boekjaar loopt. Deze werkelijk belangrijke uitkomsten die de verwachting van de oprichters zeker verre overtreffenzijn de volgende. In deze elf maan den werden gebruikt: Baden le klasse, mannen6329 vrouwen3253 Baden le klasse totaal 9,582 Baden 2e klasse, mannen5973 vrouwen1340 Baden 2e klasse totaal 7,313 Totaal generaal 16,895 Het kapitaal der vereeniging bedraagt thans na de uitbreiding in 1872 daaraan gegevenf 21,850. De

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1