MIDDELEÜRGSCHE
COURANT.
F 96.
Woensdag
1873.
23 April.
mm
HHPIHHMP
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 8.50.
Middelburg 22 April.
Bij de hervatting der werkzaamheden van de tweede
kamer der staten-generaal in de heden gehouden zit
ting werd, na mededeeling van de ingekomen stukken,
door den minister van koloniën kennis gegeven van
een zoceven uit Indië ontvangen depêche.
Daaruit blijkt, dat voor Atekin zijn gesneuveld,
behalve de reeds bekende adelborst, éen zeeofficier,
4 Europeesehe en éen inlandsche luitenants van de
infanterie; van de landmacht werden gewond 23 officie
ren, van de marine 2 officieren; van de landmacht zijn
gesneuveld 35 en gewond 363 manf-chappenvan de
marine zijn 2 manschappen gesneuveld en 3 gewond.
De minister heeft een uitvoerige mededeeling over
gelegd omtrent de verhouding van Nederland tot Atchin
sedert 1824, die niet is voorgelezenmaar gedrukt zal
worden. Op voorstel van den heer van Lijnden van
Sandenburg zal het debat daarover op een nader te
bepalen dag plaats hebben.
De kamer zal deze week in de afdeelingen verga
deren.
Bij het bespreken van den laatsten maandstaat van
de opbrengst der belastingen zegt het Ilandelsblad dat
de zout- en zeep-accijnsen, omdat ze weinig productief
zijn, uit de rij der accijnsen behooren te verdwijnen.
(In het eerste kwartaal van 1873 bleet de opbrengst
van den zout-accijns f 150,000 en die van den zeep-
accijns f 44,000 beneden de raming.)
Wij geven dit niet toe, althans niet geheel. Daar
ons echter nauwelijks een artikel uit de pen iswaarin
wij een paar directe belastingen veroordeelden omdat
zij niet progressief genoeg zijn in opbrengstachten wij het
noodig deze schijnbare tegenstrijdigheid toe te lichten.
Vooreerst dit: wij stemmen met het afkeurend oordeel
van het Amsterdamsche blad over den zeep-accijDS
volmondig inen zouden dien gaarnehoe eer hoe
liever, zien afschaffen; den zout-accijns wenschen wij
daarentegen te behouden, in spijt van zijn geringe
productiviteit, of liever van de stabiliteit zijner op
brengst.
Dit oordeel hangt samen met onze zienswijze over
de inrichting van een doelmatig belastingstelsel in het
algemeen. Er zijn tweeërlei soort van belastingen, de
verplichte en de van den wil der burgers afhankelijke.
De veiplichte worden door den staat naar vaste grond
slagen gehevenen niemand behoort zich daaraan te
kunnen onttrekken; de aanslag in de anderen hangt van
den vrijen wil der belastingschuldigen af. flet belang
van den staat brengt ongetwijfeld mede dat alle belas
tingen verplicht zijnopdat de opbrengst de belastingen,
de gewone inkomst van de schatkist, niet afhankelijk
worde gesteld van toevallige omstandigheden of wille
keur. Daarom strijden wij voortdurend en onvermoeid
voor de invoering eener inkomstenbelasting als vas
ten grondslag van ons belastingstelsel; de opbrengst
eener inkomstenbelasting houdt gelijken tred met de
ontwikkeling des lands en ontwijkt de gevaren van
teleurstelling welke van eene verteringsbelasting onaf
scheidelijk zijn. Niet duidelijker blijkt dit dan uit eene
onlangs door den Engelschen minister van financiën in het
parlement gedane mededeeling, dat de heffing van éene
penny per pond sterling inkomenwelke in 1842 738,000
pond sterling leverde, in 1872 1,750,000 geleverd had.
Als impoi unique is echter de inkomstenbelasting niet te
verdedigen. Dan toch zou zij niet anders kunnen
bestaan dan met een oploopend tarief, waarvan de
bezwaren zeer groot zijnterwijl allen die een inkomen
bezitten lager dan het door de belasting getroffen
minimumvan alle lasten vrij zouden zijn. Om die
reden wenschen wij naast de inkomstenbelasting de
heffing van zekere belastingen op de weelde, 'hetzij
direct hetzij bij wijze van accijnsen, en eene belasting
welke als capitatie van alle ingezetenen zonder onder
scheid geheven wordt. Die capitatie behoort geïnd te
worden in den vorm van een accijns op een der eerste
levensbehoeften, en als zoodanig komt ons de accijns
op het zout als bij uitstek doelmatig voor. Boven den
accijns op het brood heeft hij althans dit voor dat de
landbouw en industrie er niet bovenmatig door bena
deeld worden.
Dat de zout-accijns terecht als eene capitatie be
schouwd kan worden, wijst het volgende staatje .aan,
bevattende de opbrengst in de hxatste elf jaren met de ver
houding, waarin die opbrengst tot de bevolking staat:
1862
1863
1864
1865
1866
1867
1868
1869
1870
1871
1872
f 2,603,000; f 0.75 per hoofd.
2;689,G000.78
In eene Zaterdag te Amsterdam gehouden vergadering
van aandeelhouders is de Nederlandsch-Indische droog
dok-maatschappij geconstitueerd. De concessionaris, de
heer A. G. Bosch, is benoemd tot algemeen directeur. Tot
commissarissen werden gekozen mr. E. P. de Monchy,
J. F. van LeeuwenW. E. Mercier, A. A. Bienfait,
F. A. Muller en J. E. Cornelissen.
De Staats-courant van heden bevat het koninklijk
besluit van den 9eu dezer, tot vaststelling van een re
glement voor de rijks-academie van beeldende kunsten,
en zulks met intrekking van het koninklijk besluit
van 17 December 1870, Staatsblad n° 198.
Aan den heer B. J. Hiddink, die binnenkort naar
Java zal vertrekken om een kadastrale opmeting op
groote schaal te bewerkstelligen, worden toegevoegd de
heeren C. E. Last, J. A. W. van Bergen en W. van
der Rest.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
burgemeesters. Herbenoemd tot burgemeester van
Sluis J. H. Hennequin.
NOTARISSEN. Vergund aan "W. F. van der Muelen
om zijne notarieele standplaats over te brengen van de
gemeente Stad Hardenberg naar de gemeente Goor; en
aan J. G. Troost om zijne notarieele standplaats over
te brengen van de gemeente Holten naar de gemeente
Stad-Hardenberg.
REGISTRATIE. Benoemd tot ontvanger der registra-
2,714,000; 0.78
2,772,000; 0.79
2,865,000; 0.80
2,852,000; 0.80
2,753,000; 0.76
2,929,000; 0.82
3,00.r,000; 0.84
2,944,000; 0.80
2,836,000; 0.76
Hieruit blijkt dat er nu eens voer- dan eens achteruit
gang is geweest, doch dat de opbrengst der zoutbe-
lasting zich in den regel niet ver verheven heeft boven,
noch gebleven is onder het noimale cijfer van 76 cents
per hoofd der bevolkiug. Als eenige belasting, welke
van de armere klassen geheven wordt is deze heffing
waarlijk niet te hoog, doch naar onze meening is ze
dan ook alleen te verdedigen als eenige belasting op
de eerste levensbehoeften en moeten daarom de accijn
sen op de zeep en op de azijn uit de rij onzer belas
tingen wegvallen.
De minister van koloniën brengt in de Staats-courant
van heden ter kennis van belanghebbenden, dat zoodra
omtrent gesneuvelde of gewonde officieren bij de expe
ditie tegen Atchin, de thans van het Indisch bestuur
nog niet ontvangen opgaven zullen zijn ingekomen, die
aan hunne familie of betrekkingen zullen medegedeeld
worden.
L'Ami du Limbourg bevestigt het reeds door andere
bladen medegedeelde bericht dat de heer Pijls zich bij
de aanstaande verkiezingen voor de tweede kamer niet
weder candidaat zal stellen; dit zou zijn, omdat de heer
Pijls het onmogelijk acht de function van burgemees
ter van Maastricht met die van volksvertegenwoordiger
te zamen waar te nemeD.
tie en domeinen G. H. Peters, thans ontvanger der
registratie en domeine=i te Sittard, met intrekking van
diens benoeming bij koninklijk besluit van 8 Maart, tot
ontvanger der registratie en domeinen te Vianen; te
Vianen, J. S. Kaempff, thans ontvanger der registratie
en domeinen te Zevenaar; te Terborg, J. van Os, thans
ontvanger der registratie en domeinen te Ommen; te
Maarssen, F. L. Sypkens, thans ontvanger der regis
tratie en domeinen te Rhenen; te Lochem, M. O. Dijck-
meester, thans ontvanger der registratie en domeinen
te Gennep; te Middelharnis, A. A. Gefken, thans ont
vanger der registratie en domeinen te Gravete Rhenen,
R. P. van de Kasteele, thans surnumerair der registra
tie en domeinen; te Gennep, F. van Dalsen Fontein,
thans surnumerair der registratie en domeinen; te
Grave, E. A. Rovers, thans surnumerair der registratie
en domeinen; te Ommen, F. Gordon, thans surnume
rair der registratie en domeinen; te Zevenaar A. Kool
hoven, thans surnumerair der registratie en domeinen.
leger. Pensioen verleend, op verzoek, ten bedrage
van f 1300 's jaars, aan den majoor J. P. H. C. Vee-
ren van het 4e regiment infanterie, met toekenning van
den rang van luitenant-kolonel.
Benoemd bij het wapen der infanterie: tot majoor,
de kapitein J. A. L. O. van der Monde, van het wapen,
op nonactiviteit; bij het le regiment, tot len luitenant
(naar ouderdom van rang), de 2e luitenant J. C. H. G.
van Deun, van het korps; bij het 2e regiment, tot
majoor, de kapitein J. G. Ten Raa, van het korps;
tot kapitein 3" klasse (naar ouderdom van rang), de
le luitenant jonkheer H. Laman Trip, van den gene-
ralen staf; bij bet 4e regiment, tot majoor, de kapitein
D. F. K. Hardenberg, van den staf der infanterie, adju
dant van den inspecteur van het wapenbij het 5e regi
ment, tot kapitein 3C klasse (naar ouderdom van rang),
de le luitenant P. M. van der Meer Mohr, van het
4e regiment-
KERKNIEUWS.
Bedankt voor het beroep tot predikant bij deNeder-
duitscke hervormde gemeente te Axel door den heer
J. A. P. Ris Lambers Hz.predikant bij die gemeente
te 's Grevelduin-Kapelle.
MARINE EN LEGER.
De plaatsing met 1° Mei a. in de maritieme directie
te Hellevoetsluis, van den met dien datum tot dirigee-
renden officier van gezondheid bevorderden officier van
gezondheid le klasse 'J. A. C. von Königslöw, wordt
uithoofde van ziekte, voorloopig ingetrokken en be
schouwd als niet te zijn geschied.
Naar aanleiding van het koninklijk besluit van
den 19en April jl. wordt het te Fijenoord aangebouwde
scbroefstoonischip 4e klasse Riouw met den 26fn dezer
in dienst gesteld, met bestemming naar Oost-Indië, en
het bevel daarover opgedragen aan den luitenant ter
zee le klasse W. Steffens.
KOLONIËN.
Behalve het gisteren reeds gemelde ontleenen wij aan
de mailberichten uit Oost-Indië nog het volgende.
Een tweede telegram van den resident, van 9 Maart,
mede van uit Demak verzonden, deelt mede, dat het
gevaar grootendeels is geweken.
Slechts een gerioge doorbraak der dijken heeft plaats
gehad en nu de hooge waterstand is geweken, wordt
aan de herstelling gearbeid.
Van de 101,000 bouws sawah in de afdeeling Demak
zijn tot dusver ruirn 73,000 bouws met padi beplant.
De niet beplante sawahs zijn meerendeels dezulke,
die op moerassige terreinen gelegen zijn.
Op verschillende plaatsen zijn door achtereenvolgende
overstroomingen ongeveer 1385 bouws jonge padi en
220 bouws bibit vernield. Bibit is echter nog voldoende
voorhanden. Er zal dan ook opnieuw worden aangeplant.
Ook in de afdeeling Grobogan is, blijkens een telegram
aan den resident, gedagieekend Poerwodadi 8 Maart
de toestand door hem persoonlijk onderzocht.
De gansche bevolking heeft hare velden beplant;