MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
F 95.
Dinsdag
1873.
22 April.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m.f franco is f 3.50.
Middelburg 21 April.
Onder dagteekening van 19 dezer meldt de Staats
courant van Zondag 20 en Maandag 21 dezer het vol
gende
„Gisteren avond werd bij het departement van koloniën
het navolgende telegram van den gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indië ontvangen
„„Volgens telegram (van) kolonel van Daalen, 14 April,
moskee nabij kraton met veel verlies genomen. liet
weder laatste dagen ongunstig. Hij vraagt koelies,
doch geene troepen tot versterking. Niettemin gaan
twee bataljons en aitillerie (en) behalve stoomschip
Timor ook nog Banka."
„Tot toelichting van dit bericht diene het vol
gende:
„De kolonel van Daalen, de oudste kolonel van het
Indische leger, is, blijkens de gisteren ontvangen
Indische dagbladen, van een verlof naar Europa inde
helft van Maart per mail te Batavia teruggekomen.
Het schijnt dat hij daarop terstond aan de expeditie
naar Atchin is toegevoegd. (Misschien was de kolonel
Egter van Wissekerke ziek geworden en trad de kolonel
van Daalen in zijne plaats als chef van den staf op.
Dit is echter eene loutere gissing.) Dij schijnt den
generaal-majoor Kohier tijdelijk als opperbevelhebber
der expeditie te hebben opgevolgd en als zoodanig
het bovenstaande telegram aan den kornmandant
van het leger te hebben gezonden, krachtens art.
10 der instructie voor den opperbevelhebber, luidende:
„Na aankomst van de expeditionaire macht ter reede,
en voorts na elke belangrijke gebeurteniszendt de
opperbevelhebber telegrafiische berichten bestemd voor
den kornmandant van het leger en chef van het depar
tement van oorlog in Nederlandsch-Indië, per stoomschip
naar het naastbijgelegen telegraafstation, in den regel
en bij voorkeur Penang, van waar ze worden overge
seind.
„Wat de aanvraag om koelies betreft, kan worden
medegedeeld, dat dadelijk na het vertrek der ex
peditie reeds 500 bannelingen met de noodige man-
dooi s te Batavia zijn verzameld en gereed gehouden
om als rererve voor de expeditie te dienen. Dit blijkt
uit een besluit van den gouverneur-generaal van 14
Maart, gisteren per mail ontvangen.
„Eergisteren, den 17en dezer, 's avonds, is te Batavia
aangekomen het stoomschip Prins van Oranje, dat eene
mitrailleuse met de noodige ammunitie200,000 patronen
voor achterlaadgeweren, en een detachement suppletie
troepen uit Nederland aanbracht.
„Het telegram uit Indië van den 13"1 dezerwaarvan
mededeeling werd gedaan in het tweede buitengewoon
bijvoegsel tot de Staats-courant van 13/14 April, be
vatte het bericht dat de adelborst Zimmer was gesneu
veld. Dit bericht is van regeeringswege niet vroeger
publiek gemaakt, omdat eerst de familiebetrekkingen
van den gesneuvelden officier daarmede in kennis moesten
worden gesteld. Op dezelfde wijze zal voortaan gehan
deld worden.
„In de gisteren per mail uit Indië ontvangen berichten
wordt bevestigdwat omtrent de samenstelling der
exepeditie naar Atchin is medegedeeld in de Staats
courant van 16 dezer. Voorts blijkt daaruitdat Padang
is aangewezen als militair station tijdens de krijgsver
richtingen in AtchiD. Twee stoomschepen onderbonden
eene geregelde gemeenschap tusschen Atchin en Padang.
Daarmede worden ook de zieken en gewonden geëva
cueerd, die te Padang en in de Padangsche bovenlanden
zullen worden verpleegden de benoodigde manschap
pen aangevoerd om de expeditionaire troepen voltallig
te houden. Brieven en pakkettentot een gewicht van
10 kilogrammen, voor do ambtenaren, officieren en
minderen bij de expedite, worden van Java, Madura en
Sumatra van gouvernementswege vrachtvrij vervoerd."
Een buitengewoon bijvcegscl van de Staats-courant
van Zondag 20 en Maandag 21 dezer bevat de volgende
mededeeling, onder dagteekening van gisteren:
„„Bericht van den commissaris van 17 April. Troe
pen leden den vorigen dag een gevoelig échec bij de
kraton. Dientengevolge naar strandbivouac teruggekeerd.
Toestand is zoodanig, dat in verband met mousson
staking der expeditie in overweging zou worden ge
nomen.""
Van Renter's Office is gisteren het volgend telegram
uit Penang ontvangen:
„Al de Nederlandsche troepen zijn tot het strand
achter de palissaden teruggetrokkenwaar hunne
positie vermoedelijk onhoudbaar is. De Atchineezen
hebben groote strijdkrachten. Het regenseizoen is
begonnen. Het aantal dooden en gekwetsten bij de
Nederlanders wordt op 500 geschat. Van die der
Atchineezen kan geen cijfer worden geraamd, maar bij
hen zijn de verliezen aanzienlijk."
Per telegraaf.)
Heden morgen is door de regeering opnieuw een
telegram uit Batavia ontvangen van den volgenden
inhoud
In eene vóór Atchin gehouden krijgsraad, die door
den gouvernements-commissaris werd gepresideerd, was
men eenstemmig van gevoelen, dat de positie aldaar
onhoudbaar was wegens de geleden verliezen en vooral
wegens den hevigen mousson.
Tengevolge daarvan is door den gouverneur-generaal,
in eene door hem gepresideerde vergadering van den
raad van Nederlandsch-Indië, die door do kommandan
ten der zee- en landmacht en door den generaal-majoor
Verspijck werd bijgewoond, besloten tot staking der
expeditie, om haar in het najaar te hervatten.
Dit besluit is vooral genomen met het oog op den
mousson, waardoor de gemeenschap tusschen de sche
pen en den wal wekenlang verbroken kon zijn, zoodat
de troepen niet behoorlijk van voedsel en drinkwater
zonden kunnen worden voorzien.
De kust zal geblokkeerd blijven.
In de Amsterdamsche courant deelt de heer Taalman
Kip, in verband met de min gunstige berichten uit
Atchin ontvangen, het volgend extract uit Horsburghs
Sailing Directions mede betreffende de reede van
Atchin, teneinde het publiek althans op dat hoogst
belangrijk punt gerust te stellen.
„De gewone ankerplaats op de reede van Atchin is
van 8 tot 14 vadem water, op p. m. y„ a 7» mijl van
de monding der rivier.
„Hier liggen de schepen tegen de zuid west-mousson
beveiligd, welke op die plaats gewoonlijk van April
tot October de overhand heeft; in het andere jaarge
tijde zijn de oostewinden zelden sterk."
:i:Men schrijft ons uit'sGravenhage Z ondag avond het
volgende
„Een buitengewoon nommer van de Staats-courant
bracht heden avond treurige berichten omtrent Atchin.
Een „gevoelig échec"de terugtocht der troepen naar
het strand en een waarschijnlijk opgeven der ex
peditie „ook in verband met de mousson" ziedaar
alles wat er te vermelden wasen het ergste zal nog
achteraan komenwanneer wij de lijsten der gesneu
velden en gewonden zullen onder de oogen krijgen.
Men schijnt hier weer in de gewone feil vervallen
te zijn van de expeditie niet krachtig genoeg te heb
ben gemaakt om terstond doel te kunnen treffenen
dat er, evenals op Balie, nog schatten van geld en
honderden van menschenlevens zullen moeten geofferd
worden vóórdat men met Atchin zal hebben afgerekend.
Vermoedelijk heeft men den vijand te licht geteld of
te veel vertrouwd op de beweerde tweespalt tusschen
den sultan en zijne vasallen, misschien gehoopt dat
dezen hun vorst tegenover de expeditie in den steek
zouden laten. Ia dien geest spraken althans 'de lie
den uit de „regeeringskringen", terwijl zij hen uit
lachten die de zaken wat ernstig inzagen. Diezelfde
opvatting schijnt ook do oorzaak te zijn dat de expe
ditie door de mousson verrast is geworden. Men
behoorde anders in Indië toch op die weersveranderin
gen met al hare gevolgen van ziekte te rekenenvoor
verwijten tot de regeering hier of in Indië is het ech
ter, dunkt mij, nog geen tijd; wij weten daartoe nog
te weinig van de zaak af en kunnen dus niet beoor-
deelen of er voldoende reden was om zeer snel te han
delen. Het is een netelige zaakdie van Atchinwaarbij
ook andere mogendheden betrokken zijn, en die reeds
eene vrij lange internationale en diplomatieke geschie
denis heeft. Naar ik verneem heeft de sultan reeds
sedert lang elders steun gezocht tegen de Nederland
sche regeering, die verplicht was een einde te maken
aan de zeescbuimerijen en rooverijen der Atchiners.
Sedert het tractaat van 1870 heeft Engeland geen vin
ger iu de Sumatrasche aangelegenheden gestoken;
bij den sultan van Turkije hadden de pogingen van
Atchin weinig vrucht, en hij wendde zich daarop tot
Italië. Daar vond hij aanvankelijk geen doove ooren
en onze regeering, bemerkende dat er iets gaande was,
nam het verschijnen van een Italiaansch oorlogschip
in de wateren van den Archipel, quasi om weten
schappelijke opnemingen te doen of, zooals 't elders
heette, naar een geschikt deportatie-oord te zoeken,
te baat om een hartig woordje tot Italië te spreken,
tengevolge waarvan ook Italië den sultan van Atchin
aan zijn lot overliet. Door middel van den Ameri-
kaanschen consul te Singapore klopte hij nu bij de Ver-
eenigde Staten aandoch ook daar sneed onze regeering
hem, door direct te Washington te onderhandelen,den
pas af, zoodat een verzoek uit Singapore om eens
een oorlogschip naar Atchin te zenden door de regee
ring van president Grant met eene stellige weigering
beantwoord werd. Als dit alles waar is, dan werd
het inderdaad hoog tijd dat men Atchin eens flinkia®»
pakte; maar te meer is dan de aanvankelijk ongunsiige
uitslag van de expeditie te betreuren.
Weldra zullen wij meer van de zaak kunnen weten.
Althans ik verneem dat aan de tweede kamer, die
Dinsdag bijeenkomt, door den minister van koloniën
een omstandig en historisch verhaal zal worden over
gelegd aangaande onze betrekkingen tot Atchin, waar
aan verleden week aan het departement van koloniën
druk gewerkt werd. Met het oog op hetgeen er bij de jong
ste interpellatie van Nierstrasz van weerszijden voorviel,
vind ik het een gelukkig denkbeeld van den minister om
zijn einlichtingen met de pen en niet mondelings te
geven. Het is te hopen en te verwachten dat de inlichtingen
volledig zullen zijn en niet onder geheimhouding uit
sluitend aan de kamer medegedeeld zullen worden.
Te hopen, omdat volle en geheele publiciteit in elk op
zicht beter is, dan halve, te verwachten omdat de heer van
de Putte tot dusverre wat de expeditie tegen Atchin
aangaat getoond heeft de eischen der publiciteit wèl
in te zien. Zoodra er een cijfer-telegram de gouver
neur-generaal en de minister correspondeeren altijd
telegrafisch in cijfers, om de zekerheid, de geheim
houding en de goedkoopte uit Batavia aankomt
wordt het aan den koning medegedeeld, terstond daarop
aan de hier verschijnende dagbladen uitgereikt, die er
bulletins van maken, en 'savonds nog eens in de Staats
courant publiek gemaakt. Gunstig of ongunstig, elk
voor 't publiek belangryk bericht wordt op deze wijze
gepubliceerd; dit is eene afwijking van de slechte
manieren van achterhoudendheid en geheimzinnigheid
der Nederlandsche administratie, waarvoor men den
heer van de Putte niet genoeg kan prijzen."
De gemeenteraad van Middelburg zal op Woensdag a.,
de3 namiddags te 1^- uur, een openbare zitting houden
ter behandeling der volgende zaken: missive gedepu
teerde staten goedkeuring raadsbesluiten; voorstel bur
gemeester en wethouders tot vergrooting van school G;
idem tot uitgifte van gemeentegrond in erfpacht aan
A. Jeronimus; benoeming grafdelver; uitloting 3 aan-
deelen geldleening; idem van geconverteerde schuld;
vernietiging van oude schuldbrievenvoorstel burge
meester en wethouders op verzoek A. Cense, onderhand-
sche verpachting van grasetting; concept adres 2e ka
mer staten-generaal.