thermometerstand. 17 April 's av. 11 u. 59 gr. 18 's morg. 7 u.56gr. 'smidd. 1 u. 65gr.'sav. 6u. 65gr. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KA MLR. {Fe* fe'egraa/.) Het nieuwe wetsontwerp betreffende het vestingstel- sel dat door de regeering is ingediend, wijkt van de vroe gere ontwerpen op dit stuk hoofdzakelijk at door het opgeven van de Beneden IJsel-stelling en van die van Delfzijl, in verband met de opheffing der vestingen Gro ningen en Delfzijl. De raming der kosten voor het nieuwe ontwerp be draagt ruim 30 millioen guldenterwijl de termijn tot voltooiing van het voorgestelde stelsel afhankelijk wordt gesteld van het bedrag der jaarlijks op de staatsbe- grooting daarvoor aan te wijzen som. GEMEENTERAAD VAN ZIERIKZEE. Zitting van "Woensdag 16 April. Afwezig de heer en Moolenburgh en Koole. Onder anderen wordt besloten tot verkoop van onbruik bare losse goederen, tot verandering van de trap der loopplaats van de stoomboot Stad Zierikzee en tot. vaststelling van den borgtocht van den gemeente-ontvan ger op f 10,000. Door burgemeester en wethouders worden uit het tiental sollicitanten naar de betrekking van gemeente ontvanger aanbevolen de heeren J. E. Mulock Houwer, te Zierikzee, en J. M. van der Roest, te IJsselsteijn. Bij de benoeming houdt de heer H. G. Mulock Hou wer zich buiten stemming. Met algemeene stemmen wordt de heer J. E. Mulock Houwer benoemd. Tot leden der commissie voor de zaken der schutterij worden benoemd de heeren van der Grijp en Houwer, en tot hunne plaatsvervangers de heeren van der Vliet en Koole. De voorzitter deelt namens burgemeester en wethou ders mede dat de waarde der zelkasch, die zich be vindt tusschen de meestoven De zon en De wereld, wordt begroot op f 30,000, op het terrein der Oude Zelke op f 10,000, en op dat der üommerciewerf op 6000, alzoo te zamen eene waarde van 46,000dat uit den put ten oosten van de meestoot De zon eene waarde van f 174^ aanzelkasch is uitgegraven, en dat burgemees ter en wethouders hieromtrent nader voorstellen aan den raad zullen doen. ÖuitmianÖ. ALGEMEEN OVERZICHT. Het is onmogelijk om ten aanzien van den gezondheids toestand van den paus achter de waarheid te komen. De bt richten die daaromtrent in de laatste dagen in om loop zijn verdienen over 'tgeheel weinig geloof. Voor zooverre zij uit Italiaansehe bron vloeien zijn zij allen, zooals een correspondent van de Spenersche Zeitung schrijft, zonder uitzondering apocrief. „Declericale bla den zoo rechtvaardigt hij zijne meening die het best in staat zouden zijn om vertrouwbare mededee- lingen te ontvangenbehandelen deze zaak als iedere anderezij meenen redenen te hebben om de gezond heid van den paus als uitstekend voor te stellenwel nu, zij verklaren zonder blikken of blozen dat die voor treffelijk is. De liberale bladen daarentegendie niet gaarne toegeven dat zij van hetgeen in het Vaticaan voorvalt niets weten, verzinnen hunne berichten en ver halen uitvoerig alle mogelijke bijzonderheden der ziekte, alle verschijnselen en bijkomende omstandigheden, noe men het aantal bloedzuigersdie den paus gezet zijn, de namen der geneesmiddelen enz. Jammer slechts dat die nauwkeurige berichten volstrekt niet met elkaar overeenstemmen." Aan de tijdingen welke de andere Europeesche bladen daaromtrent uit Rome ontvangen herkent men eveneens de richting van den correspondent, die natuurlijk slechts afgaat op de praatjes zijner zegslieden, die evenmin als hij er iets van weten te zeggen. Slechts weinigen zijn echter zoo eerlijk dit te bekennen. En toch kunnen de niet officieele berichten op weinig meer dan gissingen berusten. „Groote geheimzinnigheid heerscht in de om geving des pausenmeldt de correspondent van the Daily News, en de uiterste voorzichtigheid wordt bij de keuze der personen in acht genomen die bij hem worden toegelaten. Zelfs zijn alle gewone wachters en bedienden bij en in de kamera van den heiligen vader door anderen vervangen. Aan verscheidene kardinaals is de toegang geweigerd; enkele generaals vau kloos terorden hebben geruimen tijd aan het ziekbed gecon fereerd." Als zeker schijnt men dus wel te mogen aanneeam dat de paus ongesteld is, hetzij dan met of zonder dadelijk levensgevaar, maar toch ernstig genoeg om met het oog op zijn ouderdom aan de vacature van den heiligen stoel te denken. Frankrijk en Oostenrijk zijn het volgens het Wiener Tagblatt volkomen eens over de gedragslijn, die zij bij het ontstaan dezer vacature zouden te volgen hebben; Duitschland ver keert blijkbaar in zekere spanning over hetgeen na Pius1 dood zou kunnen voorvallenof liever waartoe het wellicht nog genoodzaakt zou kunnen wordenge tuige de herhaalde waarschuwingen aan het adres van Italië, om zich in zijne politiek ten aanzien van den paus geheel aan de zijde van Duitschland te scharen. Tot dusverre heeft Italië zich echter van alle inmenging in de zaken van den paus onthoudenherhaalde malen op officieele en officieuse wijze verklaard dat het de onbe perkte vrijheid van het conclave erkende en wenschte te waarborgen en overal tracht het de overtuiging te vestigen dat de paus te Rome volkomen vrij is. Alleen zijdelings wil het het voornemen der jezuïeten doen schipbreuk lijden, om de keuze van den nieuwen paus buiten Italië te doen plaats hebben, maar door geen enkelen maatregel zal het directen invloed daarop uitoefenen, al is het voor Italië's rust en zijne verhou ding tot de kerk ook van groot belang dat, ondanks de lasten die het Vaticaan aan het jeugdige koninkrijk berokkent, niettemin de zetel der pausen te Rome ge vestigd blijft. Volgens het Journal de Rome worden de namen van drie prelaten als vermoedelijk opvolger van Pius IX ge noemd. Het blad vermeldt die omdat zij op aller lippen zweven, zonder echter voor de juistheid der mededee- ling in te staan. Het zijn de kardinalen Riario-Sforza, aartsbisschop van Napels, cn Gioacchino Pecci, aartsbis schop van Perugia, beiden geboren in 1810, benevens kardinaal Monaco la Valetta, geboren in 1827 die hoog bij den paus staat aangeschreven en door hem bijzonder aan het college van kardinalen moet zijn aanbevolen. Voor het overige zijn heden genoeg telegrafische berichten uit alle oorden van Europa, maar geen enkel behelst eene mededeeling van politiek belang. Slechts verdient het besluit der nationaal-liberale partij in Duitschland vermelding, om aan den rijksdag voor te stellen dat de controle en het technische toezicht over alle spoorweg-administratiën aan het rijk en den bonds raad worde opgedragen. Dit voorste 1 zal ongetwijfeld de goedkeuring van den rijksdag verkrijgen, en wan neer de regeering aan dezen wensch der vertegenwoor diging gehoor geeft, dan zal deze verbetering in de eerste plaats te danken zijn aan den heer Laskerdie daardoor eene groote voldoening hebben zal voor zijn onvermoeiden strijd tegen de zwendelarijen in dezen tak van industrie. Het Fransche politieke leven gaat geheel op in de aanstaande verkiezing te Parijs. Voortdurend verkla ren zich republikeinen van naam in dagbladen of brie ven voor de candidatuur van de Rémusat. Behalve van den beroemden liberalen letterkundige Littré zijn zulke verklaringen o. a. nog verschenen van Jules Bastide, oud-minister van buitenlandsche zaken, Gou- dounèche, Flotard, Hérold, Bamberger en anderen. Volgens la Patrie heelt Thiers den gezant aan het Oostenrijksche hof, markies de Banneville, opgedragen graaf Andrassy dank te zeggen voor de uitnoodiging, om de opening der tentoonstelling te komen bijwonen, en tevens mede te deelen dat, daar bezigheden hem verhinderden die ook later te bezoeken, de minister van openbare werken, de heer Teisserenc de Bort hem bij die plechtigheid vertegenwoordigen zal. Omtrent Spanje zelf valt niets mede te deelen daaren tegen een paar berichten, voor Spanje van zeer groot belang, waaruit namelijk blijkt dat de waakzaamheid der Fransche regeering aan de grenzen toeneemt en haar verbod tot uitvoer vau oorlogsbehoeften met alle strengheid gehandhaafd wordt. De prefect der Hautes-Pyrénées heeft het verblijf in het depar tement aan eiken Spaanschen onderdaan zonder zijn bijzonder verlof ontzegd. Te Espelette heeft de Fran sche politie op den weg naar Ainhoa een voertuig in beslag genomen, waarin op zeer listige wijze 3 kisten, ongeveer 1800 patronen voor geweren inhoudende, ver borgen waren. Eindelijk heeft de minister van marine bevolen, dat negen gepantserde corvetten onmiddellijk in dienst gesteld zullen worden, teneinde op de Spaan- sche kusten te kruisen en den toevoer van wapenen en andere contrabande uit Frankrijk te beletten. Belgische brieven. Brussel 16 April, Ongelukkig hij, schreef in de maand Maart van het jaar 1831 Armand Carreldie zijn paard vermoeit en noodeloos kwelt. Een flink ruiter weet zich op de juiste oogenblikken van sporen en leidsel te bedienen. Dit beeld werd vroeger door een grootEngelschstaats man gebezigd en volkomen juist op de verhouding tusschen regeering en geregeerden toegepast. De heer Thiers, die bij bet berijden van hetrepubli- keinsche paard die fout begaan heeft, ziet zich heden aan de grootste avonturen blootgesteld. Nooit zouden de radicalen te Parijs den heer Barodet tegenover den heer de Récnusat gesteld heb.ben, wanneer de heer Thiers, vertrouwende op de lankmoedigheid der repu blikeinen, niet zijne concessiën aan de reehterzyde tot het uiterste had gedreven. Slechts aan de aanranding der gemeentelijke vrijhe den van Lyon, gepleegd onder medeplichtigheid van den heer de Goulard en met zijne volmaakte toestem ming heeft hij het te wijtendat het republikeinsche paardhetwelk tot dusverre met eene makheid als die van die legendaire Rossinante van Don Quichotte den heer Thiers, zijn toenemend gezag en zijn conservatieve republiek had gedragen, is begonnen zich te verzetten en te steigeren. De heer Gambetta had volmaakt gelijk dat hij de candidatuur van den heer Barodet steunde, die in de rijen der republikeinen, gematigden en rooden, onmiddellijk bijna algemeenen bijval vond. Toen den heer Thiers eindelijk tot het inzicht geko men was, dat hij op het punt stond van door hen te worden verlaten, die niet hadden opgehouden hem te steunen met eene belangeloosheid als nog nooit door eenige politieke partij is aan den dag gelegdtoen den heer Thiers, zeg ik, eindelijk de oogen opengingen, heeft hij op gevaar af van door de geheele rechterzijde te worden overvallen er in toegestemd, dat de kiezers der vier andere departementenwelker vacatures zon der eenige reden onvervuld bleven, werden opgeroepen en de heer de Rémusat een manifest aan de kiezers richtte, dat zich nog meer dan zijne boodschap van 13 November kenmerkt door krachtige en ferme taal en door republikeinsche beloften en denkbeelden. Ongelukkig is deze wending, deze nieuwe evolutie, deze terugkeer tot de ware vrienden, tot de eenige politieke mannen, die hem konden en wilden steunen en zonder eenige andere voorwaarde dan het behoud der republiek, wat erg laat gekomen. De stokebranden der radicale partij, de heethoofden, de tirailleurs en hartstochtelijke dwepers hadden reeds zorgvuldig het terrein geëxploiteerd, dat hun zonder slag of stoot gelaten was. De heer Gambetta, die eerst geaarzeld had, was zoo goed medegesleept of had zich zelf reeds zóóver gebracht, dat hij niet kon terugkeeren. Slechts de gematigde, de oude republikeinen, zij die door de treurige ervaring van 18481851 geleerd heb ben wat het zegt alles of niets te willen, zij eindelijk, die eerst republikeinen zijn sedert de heer Thiers repu blikein is, deze allen geven zich de uiterste moeite om aan de candidatuur van den heer de Rémusat de zege te verschaffen, hem met zijn vrijzinnig programma te steunen. De toestand is hoogst gevaarlijk. De heer Thiers heeft in zekeren zin zijne eigene schepen verbrand, hoewel hij volkomen inziet dat aan den strijd die te Parijs is ontstaan veel, zeer veel verbonden is. Het welzijn en de voorspoed van de conservatieve republiek en, wie weet! misschien het bestaan der ge heele republiek staat daarbij op het spel. Wanneer de heer Barodet den 27en dezer maand overwinnend uit de stembus te voorschijn treedtis het onmogelijk te voorzien in welke reactionaire buitensporigheden de rechterzijde te Versailles nog vervallen kan. Reeds beproeft de heer Gambetta in la Républiqne frangaise den slag te pareeren, de scherpte van den strijd weg te nemen. Met verontwaardiging protesteerde hij tegen de bedoeling, welke hem en den zijnen wordt toegedicht, als beoogden zij eene systematische oppo sitie tegen den heer Thiers. Wij willen aannemen dat hij en zijne geestverwanten in deze oprecht zijn. Maar het zal er niets toe doen. Men zal hen niet gelooven. De verkiezing van den heer Barodet zal een persoonlijk echee zijn voor den heer Thiers en wellicht de treurigste gevolgen hebben. Zullen de Parijzenaara dit bijtijds inzien? Ihat is the fttengcliwrk SCHETSEN UIT SPANJE. II. De omstreken van Figueras waren onveilig door do Carlisten die er zich ophielden en men had gedurende vier uren halt gemaakt om de noodige inlichtingen in te winnen. Tegen middernacht werden zeven muildie ren voor de diligence gespannen en de tocht, die des middags te twaalf uren was aangevangen, werd weder voortgezet. Twee van mijne reisgenootenkooplieden uit Perpignanbleven te Figneras achter uit vrees voor de Carlisten. Eenige dagen te voren was de diligence op hetzelfde uur uit Figueras vertrokken en ternauwer nood had men een uur gereden of daar weerklonk in een akeligen hollen weg een donderend: alloalto! De koetsier dreef zijn muildieren tot een snelleren loop aan, doch een schot viel en de arme kerel tuimelde dood van den bok; van alle zijden schoten mannen toe, die de muildieren vasthielden en de strengen los sneden; een der kerels opende het portier. Senores zeide hij met de bekende beleefdheid der oude bandie ten niemand uwer zal eenig leed geschiedenwee3 slechts zoo goed om uit te stappen en languit voor over op den grond te gaan liggen, terwijl wij uwe bagage en uwe zakken onderzoeken; als een uwer zich verzet worden allen neêrgeschoten!" Wat kon men tegen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 2