MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 81.
Vrijdag
1873.
4 April.
Dit Wad verschijnt aageliiks met uitzondering van den Zondag, den 2» Paasch- en ïinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m.., franco is f 3.50.
Middelburg 3 April.
In de gisteren avond alhier gehouden algemeene ver
gadering van het Zeeuwseh genootschap der wetenschap
pen zijn tot het lil nutjchivojrgedragen en aange
nomen de heeren: dr. M. J. Bouvin te Middelburg;
C. D. Tielenius Kruijthoft", te Middelburg T. H. de Beer
te Goes; F. Galand, te Axel; dr. A. P. Fokker, te
Goes; professor C. M. Francken, te Groningen; profes
sor J. E. Goudsoiit, te Leiden; dT. L. Mulder, te Arn
hem; jonkheer mr. J. P. Six van Hillegom te Amster
dam; D. Veegens, te 's Gravenhage mr. C. Vosmaer,
te 's Gravenhage; J. P. van der Auwera, te Leuven, en
J. van Beers, te Antwerpen.
De gemeenteraad van Hoedekenskerke heeft met 4
van de 6 uitgebrachte stemmen tot secretaris en ont
vanger benoemd den heer J. Welleman te Heinkens-
zand. Op de door burgemeester en wethouders, over
eenkomstig de artt. 95 en 106 der wet van 29 Juni,
Staatsblad u° 85, ingediende aanbevelingen waren ge
plaatst de hecren S. B. Drijber Bz.werkzaam ter
gemeente-secretarie van Mijdrecht, enP. J. A. de Bruine,
werkzaam ter gemeente-secretarie van Molenaarsgraaf.
De voorzitter van den raad betuigde, alvorens to
stemming werd overgegaan zijn leedwezendat de se
cretaris en ontvanger ad interimjonkheer M. J. de
Marees van Swinderen, niet naar de vaceerende betrek
king had gesolliciteerd.
In de Maandag gehouden vergadering van den gemeen
teraad van Weespkwam o. a. in behandeling het verzoek
van een der ingezetenen, om alsnog op den lijst van
kiezers voor den gemeenteraad te worden gebracht. De
adressant had bij zijn verzoekschrift eenige aanslagbil
jetten overgelegdwaaruit blijken moestdat hij het ra
dicaal van kiesgerechtigde voer dat lichaam bezat.
Volgens de mededeeling van den voorzitter had bedoelde
ingezetene echter van 18G6—1868, zonder daartoe van
Z. M. den koning verlof te hebben gevraagdals zou-
aaf in het pauselijke leger gediendwas wel is waar
weder in de gemeente teruggekeerd en had zelfs in
1870 zich tot den koning gewendmet het verzoek om
vergunning om do hem door den paus geschonken
ridderoide Fidei et Virtuti te mogen aannemen en
dragen welke vergunning was geschonken doch
naar het oordeel van het dagelijksch bestuur had hij
het recht om als burger van Nederland te worden be
schouwd verloren. Na een korte discussie besliste de
raad met algemeene stemmendat adressants verzoek
moest worden gewezen van de hand.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
ridderorden. Vergunning verleend aan mr. F. A. II.
von Weckerlin, secretaris van H. M. de koningin, tot
het aannemen en dragen der versierselen van ridder
le klasse der Frederiksorde, hem door Z. M. den koning
van Wurtemberg geschonken.
Benoemd tot ridder der orde van den Nederland
sehen leeuw, dr. A. Réville, predikant bij deWaalsche
hervormde gemeente te Rotterdam.
telegraphie. Benoemd tot tebgrafist 3e klasse,
J. B. van de Haar, n. Moll, W. R.Barnevelden 1I.D.
Reeser, allen thans rijkstelegraaf klerken.
posterijen. Benoemd tot directeur van het post
kantoor te TerborghJ. B. A.0. Vermeer, thans direc
teur van het postkantoor te Hengelo.
hoog militair gerechtshof. Benoemd tot lid van
het hoog militair gerechtshof, de kolonel W. von Wran-
gel auf Lindenbergkommandant van het 4° regiment
infanterie.
leger. Eervol ontslag uit den militairen dienst
verleend, op verzoek, aan den apotheker 3° klasse,
H. J. Helderman, van het personeel van den genees
kundigen dienst der landmacht.
Eervol ontslag uit den militairen dienst verleend,
met toekenning van pensioenaan den met verlof hier
te lande teruggeke'erden len luitenant der infanterie
van het leger in Nederlandsch-Indië J. M. W.Schlundt-
Bodien, wegens ongeschiktheid tot het gaan hervatten
van den werkelijken dienst, tengevolge van lichaams
gebreken enop verzoekaan den met verlof hier te
lande teruggekeerden majoor der infanterie van het leger
in Nederlandsch-Indië F. A. C. Bloem.
KERKNIEUWS.
De predikant en kerkeraad van Moer dijk hebben thans
aan het klassikaal bestuur formeel doen wetendat zij
met de synode en de synodale reglementen niets te doen
willen hebben en dat niemand den kansel aldaar zal
betreden, dan de geschorste predikant Koeken enwien
hij daartoe verlof geeft.
MARINE EN LEGER.
De minister van marine brengt in de Staats-courant
van heden ter kennis van belangstellenden, dat, krach
tens bepaling des konings, in dit jaar twintig jonge
lingen als adelborst 3e klasse voor den zeedienst (na
behoorlijk afgelegd examen) op het koninklijk instituut
voor de marine te Willemsoord kunnen worden aange
nomen. De admissie heeft plaats op den lcn September a.
Ouders ot voogden, die verlangen dat hunne zonen of
pupillen in dit jaar worden geplaatstmoeten vóór den
laatsten Mei a. aan den minister van marine een op
zegel geschreven verzoekschrift indienen.
Ook bevat de Staats-courant de ministerieele ken
nisgeving, dat in dit jaar zes jongelingen na afge
legd examen als scheepsklerk zullen kunnen aangesteld
worden. De jongelingen die tot dit examen, hetwelk
in de maand Augustus zal plaats hebben, wenschen te
worden toegelaten, moeten zijn Nederlanders, en op
den lcn Januari 1873 den ouderdom van 15 jaren heb
ben bereikt, doch mogen hun 18® jaar nog niet zijn
ingetreden; alzoo komen alleen zij in aanmerking die
geboren zijn in de jaren 1856 of 1857.
KOLONIËN.
De uit Nederlandsch-Indië ontvangen berichten loopen
tot 20 Februari jl.
Aan het mail overzicht van de Javabode ontleenen
wij het volgende
Maandag den 17en dezer begon ie Batavia, tegen
12 uren, het water in de kali te rijzen, en 's avonds te half
8 uur stond het 15 centimeters boog op den weg, vóór
het paleis van den gouverneur op Rijswijk; het Konings
plein stond weder gedeeltelijk onder water, terwijl van
vele huizen de erven blank stondenvóór de huizen
van de adjudanten des legerkommandants, op het erf
van wiens woning ook veel water was, stond 40 centi
meters, en waren de bijgebouwen ondergeloopen.
Goenoeng Sahari geleek een rivier. De bandjir was
niet zoo erg als die van verleden jaar, maar 't is nu
geblekendat er maar weinig behoeft te gebeuren, om
dezelfde ellende van 1872 weder voor ons te zien. De
waterstaat schijnt, zoo goed en zoo kwaad mogelijk,
eenige voorzorgen te willen nemen, 't geen wij zeer
verstandig achten, daar gedurende de laatste dagen
in de hooger gelegen streken veel regen is gevallen.
Sinds gisteren ochtend waait hier de blauwe vlag.
Het weder schijnt zeer ongunstig te zijn en de gezag
voerders deelen mede, dat het buiten den hoek van
Krawang terdege spookt.
Van het onderzoek, omtrent den toestand in Demak
ingesteld door den heer Kollman, resident van Peka-
longan, stellen wij ons niets voor. Het heeft alleen
geleerd, 'tgeen de regeering uit eenige dagbladen reeds
weken te voren had kunnen vernemeDdat er nu waar
achtig, o ffi ciee 1 ge con sta te er dgebrek in Demak
geleden wordt.
Maar men schijnt het niet noodig te achten de bevol
king te zien en te hooren. In dag heeft de resident
Kollman zijn opdracht uitgevoerd; zijn arendsblik heeft,
in dien korten tijd, de diepten gepeild van de wonden
der hongerende Demaksche bevolking.
Voor den toestand der voedingsmiddelen, in de ver
schillende gewesten van Javaverwijzen wij naar de
officieele telegrafische rapporten. De toestand komt ons
voor sommige gewesten wat rooskleurig geschilderd voor,
wanneer wij afgaan cp de vele particuliere berichten,
welke daaromtrent bekend zijn.
De knokkelkoorts, die plaag van Java gedurende de
laatste maandenwoedt nog steeds door.
Aan den inspecteur van financiën, den heer J. P.
Sprenger van Eijk, is opgedragen, het doen van voor
stellen tot verbetering van het financieel beheer, in ver
band met een herziening der comptabiliteitswet. Hij
is gemachtigd een onderzoek in te stellen naar de, bij
de departementen en de algemeene rekenkamer, ge
volgde wijze van boekhouding.
Aan het mail-overzicht van het Bataviaasch han
delsblad is het volgende ontleend:
Het onderzoekdoor den heer Kollmann in deafdeeling
Demak gehoudenheeft doen ziendat de resident van
Samarang zich, op zijn zachtst genomen, aan grove
nalatigheid heeft schuldig gemaakt. De rapporten van
den heer Kollmann zijn onmiddellijk door de regeering
medegedeeld, en hoewel de rapporteur blijkbaar al het
mogelijke gedaan heeft om zijn ambtgenoot te sparen?
waren de feiten te sprekend om ze te kucnen verbloemen.
Zoo deelt hij o. a. mede, dat op de markt te Dempet
aardvruchten, zooals kassave en ketella, in overvloed
aanwezig warenwaarvan voor 60 centen tot f 1 twee
manden vol, gelijk aan vijf dagen voeding voor een man,-
verkrijgbaar waren. Oppervlakkig beschouwd klinkt dit
vrij bevredigend. Maar vaa naderbij bezien is het dui
delijk dat de bevolking armoede eu gebrek leedwant
een man kan daar in vrijen arbeid aan de dijken 25
cents per dag verdienen, en den middelprijs der ge
noemde aardvruchten op 80 cents in de vijf dagen
gerekend, zoo hield hij per dag negen centen over om
daarvan vrouw en kinderen te voeden en in zijne overige
behoeften te voorzieu. Het is derhalve duidelijkdat de
dagloouen veel te laag waren gesteld. Nog duidelijker
wordt dit in het rapport te kennen gegeven, waar de
heer Kollmann als reden, waarom velen niet verkozen
aan de dijken te arbeiden, opgeeft de gelegenheid om
voor anderen sawa's te bewerkenwelke arbeid beloond
werd met tweemaal daags voeding, benevens siri en een
daggeld van 25 cents daarboven. De arme Javaan der
halve die bij zijn meer gegoeden landsman ging werken,
bekwam voeding en versnapering boven het armzalige
dagloon, waarmede de resident, als vertegenwoordiger
van het Nederlandsch bestuur, zijn arbeid genoegzaam
betaald rekende.
In een volgend rapport van den heer Kollmann wordt
dan ook gezegd, dat het dagloon verhoogd zou wor
den en komt men er voor uitdat in verschillende des
sa's volksverloop had plaatsgehad. Het laatste gedeelte
van dit rapport luidt: „De algemeene toestand dezer
afdeeling is niet gunstig. De bevolking dient ter voor
koming van verdere rampen tot het invallen van den
oogst op de wijze als thans geschiedt te worden bijge
staan. Onmiddellijke oorzaken van dien toestand zijn het
mislukken van de padi en een gedeelte van het polo-
widjo-gewas in 1872en het verbod om padizadea
tweede aanplant aan te planten, dat ondanks de drin
gende vertoogen van regent en districtshoofden door het
plaatselijk bestuur onbedachtzaam streng werd gehand
haafd."
De ondervinding door den gouverneur-generaal in
zake Demak aangaande de waarheidsliefde en het plicht
besef van sommige hoofden van gewestelijk bestuur
opgedaan, heeft hem aanleiding gegeven om de hoofden
van gewestelijk bestuur op Java en Maduraonder
voorhouding van de ter zake op hen rustende groote
verantwoordelijkheidopnieuw en met den meesten
nadruk uit te noodigen, zich volkomen bekend te
stellen met den toestand, ten aanzien van den voorraad
van voedingsmiddelen in de onder hun beheer staande
gewesten en om in den vervolge nopens dien
toestandtelken vijf dagen langs telegrafischen weg
aan de regeering verslag uit te brengenen wijders
om onbeschroomd gebruik te maken van hunne be
voegdheid om in onvoorziene gevallen over de noodige
gelden te beschikken.