de school aan welker hoofd hij staat een nieuwe be
naming gevondenmen noemt hem lepeinlre de la moderrdté.
Ik kan mij maar niet bij dien naam neêrleggen. Het
woord modern heeft de beteekenis van iets tijdelijks,
iets wat voorbijgaat. Maar de schilderijen van Alfred
Stevens hebben niets hoegenaamd niets van die werken
waarvan men als Maleshsrbes van de roos zou kunnen
zeggen
elle a vécu, l'espacc d'un matm.
De werken van Alfred Steveüs zullen steeds schoon
blijven, niet minder dan die van de beste meesters uit
uwe oud-Nederlandsche school, welke hij niet alleen
zorgvuldig bestudeerd heeft, maar waarmede hij in
zijne wijze van voorstelling, in zijne allures eu zijne
macht om weer te geven wat hij wil en zooals hij het
wilzeer veel gemeen heeft.
Alfred Stevens is een schilderin den waren zin, in
den volsten zin des woords, en wanneer bij dien ïeeds
zoo roemrijken naam, ook als men dien zoo terecht
draagt, nog een andere titel behoort, dan zou ik hem
willen noemen: le peinlre de la vie.
Inderdaad men vindt bij hem geen parit pris ten aanzien
van zijne wijze van behandeling, evenmin als van ds keus
zijner onderwerpen en zelfs van de kleur. Onlangs
zag ik bij de heeren van der Donckt frères, kunst
handelaars, vijf schilderijen vau Stevens naast elkander,
welke thans naar Weeuen gezonden zijn. Welnu al
die schilderijen zijn volmaakt verschillend, slechtséene
verdienste hadden zij met eikander gemeen: name
lijk de inderdaad grootsche en meesterlijke opvatting.
Zij vormen elk een schoon, onovertrefbaar geheel,
waartoe alles, de meest conscientieuse nauwkeurigheid
in de détailsde geacheveerde teekening en de grootste
eenvoudigheid, samenwerkt.
Een eerste verdienste van Stevens is dat hij op de
onwedorsprekeUjkste wijze heelt bewezen, dat ook de
moderne kleeding het gewenschte schilderachtige karak
ter heeftwanneer de schilder slechts in staat is liet
te vatten; deze overwinning is reeds daarom groot,
omdat zij voor altijd het vooroordeel wegneemt van
de artistendie, meeuende dat de modorre kleeding
volmaakt ongeschikt is voor de schilderkunst, steeds
te pas en te onpas het verledene deden herlevenzon
der er zich om te bekommeren of zij de geschiktheid
daartoe bezaten.
De heer Stevens kan wat hij ziet. Zijne onderwer
pen zijn doodeenvoudig. Alles komt bij hem op de
voorstelling, op het lichteffect en op de kleuren aan.
Een zijner stukken, nog op zijn oude manier be
werkt, stelt onder den naam van FAbandonnée eene
jonge vrouw in een wachtkamer van een spoorwegsta
tion voor. Zij zit op een der gebeeldhouwde canapê's
der wachtkamer eerste klasse in gebogen houding, zij
houdt haar bleek en droevig gelaat in de handen en
kijkt strak voor zich. Zij weent niet, raiar wat denkt
zij? Ik zou mij al zeer bedriegen, wanneer zij niet
een plan de campagne vormt om een opvolger aan haar
ongetrouwen minnaar te geven.
De schilder heeft met tact de opmerkingen voorko
men en een scherpzinnig middel gevonden om hen, die
wellicht zouden gelooven dat het hier een eerbare droef
heid gold, van het tegendeel te overtuigen. Naast den
King Charles heeft zij op haren schoot een reistasch,
die niet geheel gesloten is en daardoor aan het licht
brengt dat de arme verlatene vóór korte oogenblikken
haar lievelingsdagblad gekucht heeftle Figaro.
Misschien is dit kleine stukje wat te somber; maar
daarentegen welk een leven, welk een licht in de
andere schilderijen! Hier ziet men de figuren in het volle
licht en op halfnatuurlijke grootte.
Ziehier het atelier van den heer de Kruyfs; de warmte
heeft hem zijn ezel doen verlaten en de deur van zijn
balcon doen openen. Palet en penseel in de hand is de
kunstenaar wat versche lucht gaan genieten; de heer
Stevens stelt hem slechts balf vóór, de deur verbergt
de andere helft van zijn lichaam. Hij is geheel in het
wit gekleed, dit is een groote moeilijkheid overwonnen.
Zijn modeleene Italiaansche, zit in het volle licht der
zon. Het lichteffect in het atelier en de heldere zon
die bijDa de oogen van den toeschouwer pijn doen
zijn volmaakt in overeenstemming met de werkelijkheid.
Men zou onmogelijk meer realistisch kunnen wezen.
Juist naast dit zonnige stuk is een ander doek met
een grauwe, donkere tint. Een jonge vrouw zingt haar
ut de poitrine; de pianist ziet men niet, slechts neemt
men zijn beide beenen onder de piano waar. Hetgeen
het meest in dit stuk de aandacht trekt is de wijze,
waarop de artist zijne femme du monde gekleed heeft.
Welk een sierlijkheid en bevalligheid Wat valt die
grijze japon schoon en frat teekent zij schoon en onge
dwongen de vormen der zangeres. Wie zal na het zien
van dit stuk nog beweren dat de moderne kleeding
ongeschikt is en ondankbaar?
Wilt ge geest en humor? welnu, gij vindt het in
die dienstmaagd uit den Elzas, die op de teenen staande
een antieke wapenrusting afstoft. De rijke toon en de
heerlijke finesse herinneren aan de beste werken van
de oude Nederlandsche meesters en zouden ons dit stuk
bijna boven al de anderen doen verkiezen maar de
eerepalm ko t toch toe aan die femme du?nonde, welke
haar boudoir moet verlaten en met haar rooskleurig teint
zoo bang is voor de zon, dat zij haar parasol reeds
opent vóórdat zij (le deur is uitgegaan.
Neen! het. is onmogelijk om die bevalligheid, dat
effect der kleuren te beschrijven. Het is inderdaad een
parel.
Als schilder kan niemand met Alfred Stevens wed
ijveren, maar mocht hem eenmaal het denkbeeld in
het hoofd komen om aan zooveel schoonheid in de uit
voering tevens de bevallligheid wat het onderwerp be
treft toe te voegen, waarvoor hij thans blijkbaar onver
schillig is enMaar neenlaat dit niet gebeuren
Want ik vrees dat de denker ous den uitstekenden
schilder zou kunneu bederven.
Üitragfltücrh.
DE DAGBLADEN TE PARIJS.
Hoeveel periodieke geschriften zoudt gij wel denken,
dat alleen in 1872 te Parijs zijn verschenen? Op
deze vraag antwoordt de Parijsehe Chroniqueur van
le Temps, dat de liefhebbers van statistiek er niet
minder dan 785 hebben geteld. Hieronder zijn begre
pen zoowel de bladen, die reeds lang hebben bestaan,
als die welke eerst kort geleden zijn verschenen, bladen
van allerlei rang en zeer verschillend gehalte, van de
Revue des Deux-Mondes tot aan den Moniteur de la
Ccrdonnerie. In de naamlijst vindt men de meest zon
derlinge titels, b. v. l'Adansonia, gewijd aan de botanie,
le Libanon een Hebreeuwsch blad, le Polybiblion,
la Couronne de Marie, l'Isthme de Panama en derge
lijke meer.
Notre-dame de Lourdes heeft ook een blad dat aan
bare belangen is gewijd, en dat aan de geloovigen den
kortst mogelijken weg naar den hemel wijst. Ook het
vagevuur heeft zijn oigaan. Lach niet; voor mij ligt
l'Echo du purgatoire, een blad dat maandelijks ver
schijnt en dat bestemd is „om de daden en gevoelens
te doen kennen die geschikt zijn de vroomheid op te
bouwen van de getrouwen, welke de zielen van hen ge
negen zijn, die voorloopig in de plaats der pijniging
worden gevangen gehouden." Zou l'Echo ook erkende
correspondenten hebben? "Zou hij zich tot draaiende
tafels wenden om bovennatuurlijke berichten te krijgen?
Hoe het zijhet prospectus van dit blad is alles behalve
duidelijk.
Voorts heeft men het Journal des Mariages dat de
trouwlustigen van beide geslachten steeds een levendige
belangstelling inboezemt; le Coiffeur Européen een blad
dat men als den moniteur van de valsche haren kan
beschouwen, le Velocipede illustré, 1'Ameublement en
1'Amateur d'antographeswier namen voldoende aan
duiden welke belangen zij voorstaan. Er is geen zoo
onbeduidend en veracht bedrijf, dat niet een aan zijne
belangen gewijd orgaan heeft; de voddenrapers zijn
niet minder goed bedeeld dan de ververs, de brouwers,
de wijugaardeniers en de wolkaarders.
Laat ons van het vermakelijke overgaan tot het
meer ernstige. Hoeveel revues denkt gij, dat in de
toofdstad van Frankrijk verschijnen? In het geheel
76; hiervan genieten slechts 10 of 15 een goede repu
tatie, en hebben een flink debiet, de overigen hebben
veel minder lezers, doch het aantal heeft evenwel mijne
verwachtingen overtroffen. De godsdienst is vooral
schitterend vertegenwoordigdik heb 58 katholieke
bladen geteld, waaronder l'Ange de la familie, les
Annales de l'Archi-confrerie dir coeur de Marie, de
reeds genoemde Echo du purgatoire, en les Analecta
juris pontificii. De protestantsche godsdienst heeft 22
en de Israelietische 4 bladen. Parijs telt niet minder
dan 84 aan den godsdienst gewijde bladen
Politieke dagbladen bestaan er 54, voorts 99 weten
schappelijke van verschillenden aard, 121 uitsluitend
voor rechtsgeleerdheid, openbaar onderwijs, administratie
of staathuishoudkunde; het aantal zuiver letterkundige
bladen is minder groot dan men zou vermoeden; ik
heb er slecbts 82 ontdekt. Het spiritisme is zeer
slecht vertegenwoordigdslechts door 3 kleine revues
dat is inderdaad dun! Waar zijn de dagen van de
draaiende tafels en kloppende geesten gebleven? De
getrouwen zijn wel verstrooid, maar het geloof is daar
om nog niet geheel verdwenen. Onlangs ontmoette ik
een van de laatste aanhangers van dit zeer in verval
zijnde geloof en ik gaf hem op de meest eenvoudige
wijze van de wereld mijn spijt te kennen, dat het mij
nog nooit gelukt was om de meest onbeduidende toer
met een lichten hoed te verrichten.
„Wel, mijnheer, antwoordde hij, ik kan door
een enkele magnetische aanraking een tafel den vloer
wel doen verlaten en in de lucht doeu zwevenonver
schillig hoe zwaar zij is en hoeveel pooten zij heeft.
„Gij gelooft er dus aan?" vroeg ik ia alle oprechtheid.
„Ik geloof wat ik zie," antwoordde hij. „En de
wetten van de zwaartekracht dan?" „Zij wijken
voor den drang der omstandigheden." Nog denzelfden
avond woonde ik eene séance byhet aantal aanwezigen
was vrij talrijk, allen waren zij geloovigen en over
tuigden; mijne ongeloovigheid veroorzaakte stoornis.
Uit de blikken waarmede ik werd vervolgd, begreep ik
dat ik als een miserabele indringer werd beschouwd,
die niet waardig was in dit heiligdom te worden toege
laten en ik trok mij daarom zedig in een hoek terug.
Een flinke sterke tafel van eikenhout werd aan de won
derlijke aanraking onderworpen, doch er gebeurde niets,
volstrekt niets; bedreigingen of smeekingen waren niet
in staat de tafel ook maar een oogenblik haar dolce far
niente te doen opgeven. Het was duidelijk dat de aan
wezigen nooit zoo iets hadden gezien. Een stem gaf van
de galerij de verzekering dat mijn vloeistof den invloed
van den magnetiscben stroom neutraliseerdeen vol spijt
dat ik zulk een laaghartige rol speelde, vroeg ik om
verontschuldiging en vertrok.
Den volgenden morgen ontmoette ik mijn kennis we
der. „Waarom, zeide hij, zijt ge toch heengegaan voor
dat de proef volkomen gelukte?" „De tafel heeft
zich dus opgeheven?" „Neen, dat niet, zij had haar
dag niet, maar zij heeft gedraaid als een priktol en
wij hadden alle moeite om haar weder tot stilstand te
brengen." Alle mirakels vonden bijval, en het geloof
houdt hen in wezen
Maar ik keer tot de dagbladen terug. In de door
mij geraadpleegde opgave heb ik ook een lijst gevon
den van de bladen die tijdens de commune van 19 Maart
tot 27 Mei 1871 zijn uitgekomen. Zij zyn veel minder
belangrijk dan de bladen die in 1848 werden uitgege
ven. Tijdens de drie maanden van den opstand waren
er slechts 89 dagelijks verschijnende bladen, en de mees
ten wisselden daarenboven herhaaldelijk van naam om
aan de censuur die op het stadhuis werd uitgeoefend
te ontsnappen, zoodat het cijfer niet geheel juist is. De
meest karakteristieke namen zijn: le Bonnet, le
Drapeau rouge, Caïn et Abel, le Carmagnole, lePère
Fouettardle Fédéré des Batignollesla Mère Dnchène
marchande de berlingotsla Mère Duchène marchande
de poissons. Voor de verzamelaars is het een heerlijke
tijd geweest, want tegenwoordig kan men bijna geen
enkel exemplaar van die bladen meer vinden.
Cjartbeisbmcijtm.
GRAANMARKTEN ENZ.
AMSTERDAM, 2 April. Raapolie op 6 weken f 42$.
Lijnolie op 6 weken 39$.
PRIJZEN VAN EFFECTS*.
Amsterdam 2 April 18" 3.
Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2{ pet. 5C
♦dito dito dito 3 66J
♦dito dito dito 4 88$
*Aand. Handelmaatschappij 4$ 135 f
♦dito exploitatie Ned. staatssp 116
België. ^Certificaten bij Rothschild 2$ 63
Frankrijk. ♦Inschrijvingen3 52$
♦dito 5
Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 5 98$
♦Certific. adia. Hamburg 5 „75
♦dito Hope %C°. 1855, 6e serie 5 86$
♦Cert. 1000 1864 5 98{
♦dito 1000 18665 „98$
♦Loten 18665
♦O blig. Hope a-cC°. Leening 1860 4^ 89$
♦Certific. dito4 75
*Ii8oript.Stirglitz&C°.2ca4L. 4 75 i
♦Obligatiën 1867—69. 4 76$
♦Certificaten6 48$
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 227$
♦Oblig. «lito
Obl. spoorweg Poti-Titiis 5 94$
dito dito Jelez Orel 5 93|
dito dito CharkowAzow. 5 92$
Polen. ♦Schatkistobligatiën 4 73$
Oostenriik. ♦Oblig.metall.inzilverJan./Jnli. 5 66-iV
*dito dito April/Oct. 5 661
♦dito in papier Mei/Nov. 5 63$
♦dito dito Febr./Aug. 5 63$
Italië. Leening 18615
Spanje. ♦Obligatiën. Buitenl. 186771. 3 21$
dito Binnen landsche 3 „17$
Portugal. ♦Obl. 185669 3 39$
Turkije. dito (binnenl.) .5 „53*
Egypte. Obl. 1868 7 91$
Amerika. ♦Obl. Vereenigde Staten (1874) 5 96
♦dito dito dito (1904) 5 98
♦dito dito dito (1882) 6 98-^
♦dito dito dito (1885) 6 99A
♦Obl. Illinois 7 n
♦dito dito Redemtion. .6
Obl.Atl.Gr. W. Spv. Ohiosec. (7p)
dito dito geconi olideerae .7
dito dito debentures. 8
Obl. S t. Paul Pac. Spw. le sec. 7 55$
dito dito dito 2«sec. 7 551
di+o dito 1869 dito 7 „56
Brazilië. ♦Obl. 186341 87
♦dito 18655 96$
Mexico. dito 18513 b 16$
Grenada. dito afgestempeld 6 20$
Venezuela, ditop 10$
Ecuador, dito1 n