MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 49.
Woensdag
1873.
26 Februari.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50.
Middelburg 25 Februari.
DE HOOFDPUNTEN DEE VOORGESTELDE RECHTERLIJKE
ORGANISATIE.
L
Het aanhangig wetsontwerp op de rechterlijke orga
nisatie, waarmede de tweede kamer zich vermoedelijk
terstond na de hervatting harer werkzaamheden op den
aanstaanden aschdag zal hebben bezig te houdenstaat
te nauw met gewichtige volksbelangen in verband
dan dat wij het met stilzwijgen zouden kunnen voor
bijgaan. De behoefte aan esne eenvoudig ingerichte en
minder tijdverlies vorderende rechtsbedeeling wordt en
is reeds sedert jaren algemeen erkend met het oog
op die behoefte noemde de grondwet de zaak onder
de meest urgente maatregelen tot reorganisatie van den
staat En dat ook door de opvolgende regeeringen
die behoefte niet miskend werd, bewijzen do zes achter
eenvolgens bij de kamers ingediende wetsontwerpen.
Geen van dezen mocht echler tot eenig resultaat leideD,
en het ontwerp dat het nog wel het verste bracht van
allen dat van den minister Godefroi van 1861
dat eene plaatsen het Staatsblad van dat jaar veroverde,
bleef nog verder van eene oplossing verwijderd dan
eenig ander, omdat het alleen die plaats bereiken kon
door de invoeging eener bepaling, waardoor de vaststelling
der residenties van de arrondissementsrechtbanken
die gevaarlijke steen des aanstoots voor den naijver der
meeste kiesdistricten voor eene.latere>et;voorbehouden
werd. Daar het nu rekenkunstig zeker is dat die latere
wet nooit de vuurproef der tweede kamer had kunnen
doorstaan, zoo kan de wet van 1861 niet gezegd wor
den iets tot oplossing van de quaestie der rechterlijke orga
nisatie te hebben bijgedragen. Alleen dan zou die wet
tot uitvoering kunnen gekomen zijnwanneer die latere
wet eenvoudig den bestaanden toestand bestendigd en
alle arrondissementsrechtbanken in wezen gelaten had;
maar dan ook had de nieuwe rechterlijke organisatie
slechts voor een betrekkelijk gedeelte beter geweest dan
de oude, op enkele punten slechter zellsalthans zij had
niet voorzien in de groote behoefte welke bij de natie
ten aanzien eener beter ingerichte rechtsbedeeling be
staat.
Verlies van tijd en geld van veel tijd en veel geld,
van meer tijd en meer geld dan bij eene wel ingerichte
rechtsspraak behoorde het geval te zijn, is de groote
grieve van onze natie tegen de bestaande hurgerlijke rechts
pleging, welke dagteekent uit het tijdvak toen vereenvou
diging als synoniem met revolutie en complicatie als een
zinnebeeld van deftigheid en bestendigheid werd aange
merkt, begrippen waaraan de tweede helft der negentiende
eeuw reeds spoedig ontgroeid is. Thans behoort de
vraag alleen te zijn, hoe men de justiciabelen het spoe
digste en op de minst kostbare wijze recht verschatt,
zonder de waarborgen eener goede rechtsspraak en de
mogelijkheid op herstel van feilen uit het oog te ver
liezen.
Bij de rechterlijke organisatie van 1838 werden vier
trappen van civiele rechtsspraak ingesteld: de kanton
rechters, onbevoegd om van posseasoire rechtsvorderin
gen kennis te nemen en ten aanzien van alle andere
Het 5# additioneele artikel der grondwet van 1848 be
paalt daaromtrent het volgende:
„De voorstellen: 1° der wet regelende het kiesrecht en de
benoeming van afgevaardigden ter eerste en tweede kamer
2° van provinciale- en gemeentewetworden voorgedragen in
de eerste zitting der staten-generaalvolgende op de afkondi
ging der veranderingen in de grondwet.
„De ontwerpen van wet betreffende de verantwoordelijkheid
der ministers, de nieuwe rechterlijke inrichting, het
onderwijs en armbestuur en tot uitoefening van het recht van
verecniging cn vergadering, worden zoo mogelijk in diezelfde
zitting, eu in allen geval niet later dan in de daarop volgende
voorgesteld."
Het is wel treurig dat eene regeling welke door de grondwet
zoo uitdrukkelijk urgent is verklaard, na 25 jaren nog niet tot
stand is gekomen 1
rechtsvorderingen met eene beperkte bevoegdheid,
afhangende van het bedrag der zaak in geschil;
de arrondissementsrechtbanken, oordeelende over alle
possessoire en andere actiën voor zooveel die niet in
eersten aanleg bij een ander rechtscollege moeten
worden aangebrachten tevens in hooger beroep oor
deelende over de door de kantonrechters gewezen von
nissen, voor zoover daarvan het beroep niet uitgesloten
is wegens het miniem bedrag der zaak in geschil; de
provinciale gerechtshoven, in eersten aanleg oordeelende
over alle rechtsvorderingen waarin de provinciale be
sturen betrokken zijn en over conflicten van jurisdictie
tusschen de mindere gerechten, tevens in hooger beroep
oordeelende over de vonnissen der rechtbanken voor
zooverre die niet, wegens het lage bedrag der zaak in
geschilterstond als in het hoogste ressort gewezen
worden aangemerkt; ten slotte de hooge raad, hof van
cassatie in de eerste plaats, bevoegd om alle vonnissen
of arresten van alle gerechten te vernietigen wegens
strijd met de wet, hof van appèl voor de vonnissen door
de provinciale gerechtshoven in eersten aanleg gewezen
en voor de in de koloniën gewezen vonnissen, eindelijk in
eersten aanleg oordeelende over eenige rechtsvorderin
gen, welke door dat college berecht worden hetzij
uithoofde van bet daarbij betrokken speciale recht, als
zeeroof, prijsreebt enz., hetzij uithoofde van de positie
der aangesproken personen of lichamen, waar het de
ledeu van het koninklijk huis of den staat der Neder
landen geldt. Ook tegen feilen bij eene door den
hoogen raad gegeven uitspraak in eersten aanleg gaf
de wet van 1838 een middel, in de revisie, 'de tweede
behandeling bij den hoogen raad, anders samengesteld.
Wie dus onder het tegenwoordige stelsel eene vorde
ring heeft tot een bedrag van f50 of minder, kan
alleen bij den kantonrechter te recht komen, in wiens
uitspraak hij berusten moet, tenzij er schending van
eenig wetsartikel aan het vonnis kan worden aange
wreven. Alleen tegen eene formeele, doch niet tegen
eene essentieele dwaling in de uitspraak heeft hij dus
een middel van herstel. Is de waarde der zaak in
geschil meer dan 50 doch niet meer dan f 200, zoo
heeft hij echter beroep op do rechtbank. Zaken van
meer dan f 200 mogen alleen bij de rechtbanken worden
aangebracht; tegen de vonnissen bestaat in elk geval
recht van cassatie, doch alleen hooger beroep indien de
waarde 400 te boven gaat.
Volgens de heerschende rechterlijke organisatie,
waaraan men gewoon is het bestaan van drie instantiën
toe te schrijven, bestaan er du» eigenlijk maar twee
instantiën; wie in de uitspraak van den bevoegden
rechter bezwaar heeft, kan daartegen, behoudens
in cassatie, slechts eenmaal opkomen om aan de
beslissing van eenen hoogeren rechter het reeds een
maal besliste punt te onderwerpenmet of zonder
nieuwe middelen tot verdediging zijner meening. Wat
ons bezwaar tegen de regeling der burgerlijke uit
spraak derhalve uitmaakt is niet dat er eene instantie
te veel, maar dat er eene instantie te weinig ismet
andere woorden dat in zeer vele gevallen de rechter in
eersten aanleg tevens rechter is in het hoogste ressort en
dat die gevallen op eene zeer onwetenschappelijke wijze
worden bepaald; voorts dat er eene trap of twee trap
pen niet eigenlijke instanties te veel worden aan
getroffen daar immers niets verbiedtwanneer er voor
elke zaak maar twee instantiën behoeven te zijnde
geheeie burgerlijke rechtsspraak toe te vertrouwen aan
twee soorten van rechters, aan tweederlei rechterlijke
collegiën.
Eene zoo radicale ingrijpende wijziging in ons rechts
wezen zou echter onraadzaam zijn. Al mocht het be
zwaar van te veel werk waarmede de rechtbanken
overladen zouden zijn wanneer zij alleeu, met den
hoogen raadwiens bestaan de grondwet voorschrijft,
met de geheeie rechtsspraak werden belast, te verhel
pen zijn door uitbreiding van personeel of door ver mee-
nigvuldiging van het getal der rechtbankenzoo zou
de opheffing der kantongerechten een groot ongerief
zijn voor een aantal kleine zaken, quaestiën betreffende
huur en verhuur en die tallooze persoonlijke actiën van
miniem belang, waarvoor de kosten der procedure voor
de rechtbanken te hoog zouden wordenen die dus fei
telijk door eene zoodanige inrichting geheel buiten de
bescherming der wet zouden gesteld worden. Van den
anderen kant is er aan eene verdeeling der rechtsspraak
tusschen de kantonrechters en den hoogen raad niet te
denken; het belang der justiciabelen eischt dat de col
legiale rechtsspraak regel, niet uitzondering, zij.
Uit dien hoofde komt ons het bij het thans aanhan
gige wetsontwerp gehuldigde beginsel als het ware
voor. Daarbij worden de provinciale gerechtshoven
opgehevende arrondissementsrechtbanken tot het
normale rechtscollege verheven, met beroep van bare
uitspraken op den hoogea raad, en de bevoegdheid
der kantonrechters uitgebreid tot de persoonlijke vor
deringen waarbij geen hooger bedrag dan f 300 betrok
ken is, terwijl daarentegen de kennisneming van alle
possessoire actiën aan den kantonrechter onthouden en
hem alléén dié van de geschillen betrekkelijk het
eigenlijke burenrecht (voor zoover daarbij geen geschil
len over den eigendom betrokken zijn) toegekend wordt.
Alweder de regeling der bevoegdheid naar het bedrag
der vordering! zal men zeggen, en zich misschien ver
wonderen dat wij, die regeling zooeven als onweten
schappelijk veroordeeld hebbende, baar thans goedkeu
ren. Maar in het stelsel van den heer de Vries heeft
zij eene geheel andere beteekenis dan in het vigeerende.
Wat haar bij de bestaande rechterlijke organisatie
onredelijk en verwerpelijk maakt is, dat van het bedrag
der vordering tevens afhangt de bevoegdheid van
partijen om tegen het gewezen vonnis in beroep te komen.
Hoe gewichtig de te beslissen quaestie ook was, hoe ver
keerd de uitspraak ook ziju moge, zoodra het bedrag
der vordering niet meer dan 50 bedraagt moet men
zich, behoudens cassatie, nederleggen bij het vonnis van
den kantonrechter, bedraagt het niet meer dan f 400
bij dat der rechtbank. Deze onredelijkheid neemt het
wetsontwerp weg door van alle uitspraken hooger
beroep toe te laten. AI beloopt het bedrag der vor
dering niet meer dan f 10, van het vonnis van den
kantonrechter is hooger beroep; en ook de uitspraak der
rechtbank kan men aan den hoogeren rechter onder
werpen, al bedraagt de vordering f 400 even goed als
waar zij f 100,000 beloopt. In deze omstandigheden is
de uitbreiding van de rechtsmacht der kantonrechters
tot zaken van hooger bedrag niet alleen rationeel, maar
zeer wenschelijk in het belang der rechtzoekenden. De
eenige aanleiding daartoe is dan te vinden in de min
dere kostbaarheid en den meerderen spoed waarmede
de behandeling voor den kantonrechter plaats heeft, en
men kan dus zeggen dat deze wijziging van het
bestaande volkomen beantwoordt aan de wenschen en
behoeften des lands.
Voordat wij vaa de kantonrechters afscheid nemen
om de verdere regeling van het wetsontwerp na te gaan,
vermelden wij nog met ingenomenheid het, allereerst
door den heer de Vries voorgestelde, beginsel van
de benoeming der kantonrechters voor huu leven. Al
schrijft de grondwet ten hunnen aanzien dit niet voor,
er bestaat geen de minste reden om de kantonrechters
anders te behandelen dan alle andere rechters, en hen door
het Damocles-zwaard eener mogelijke niet-herbenoeming
in zekere mate van het uitvoerend gezag afhankelijk
te houden. Een waarborg tegen plichtverzuim levert
de ontzetting welke de grondwet zelve, mits in wet-
telijken vorm, nevens de levenslange ambtsvervulling
toelaat; een waarborg tegen onbekwaamheid, dien geeft
de herbenoeming niet krachtig genoeg. Wil men tegen
de gevolgen der onbekwaamheid de rechtzoekenden
vrijwaren en dat dit de strenge plicht der regeering
is zal iedereen erkennen zoo handele men preventief
door groote omzichtigheid bij de benoeming, niet
repressief door niet-herbenoeming van den ambtenaar
die, alleen rechtsprekende, vijf jaren lang de rech
ten der burgers ongestraft kan ver waar loozen. Wij
beschouwen het tegenwoordige beginsel van het kan
tonrechterschap als een stage voor aanstaande rech
ters en raadsheeren als een zeer verkeerd beginsel,
omdat maar al te vaak. jongelieden, van wier bijzon
dere bekwaamheid weinig zekerheid bestaat, hun
nen proeftijd, ten schade der justiciabelen, door-