A Dit blad verschijnt dagelijks Middelburg 22 Februari. Zooals wij gisteren reeds medodeelden heeft de minis ter met den Grand central Beige niet éen maar twee overeenkomsten gesloten, de eerste op 3/13 Januari, de tweede op 22 Januari jl. Het eerste, betrekkelijk het gebruik van de lijnen van den Grand central voor de spoortreinen en wagens komende uit ZeelandNoord-Bra bant of Holland langs de staatsspoorwegentelt zeven artikelen van den vol genden inhoud. Art. 1 en 2 bepalen dat de Grand central over de lijn RoosendaalBreda alle gewone of buitengewone treinen vervoert, welke aan een dier beide stations met verdere bestemming door de maat schappij van exploitatie der staatsspoorwegen worden aangebracht, en dat de dienstregeling tusschen de beide stations wordt vastgesteld door den staat. Bij art. 3 wordt bepaald dat de goederen-tarieven voor de lijn BredaRoosendaal zullen geregeld worden naar dezelfde grondslagen welke aangenomen zijn voor de door de regeering vast te stellen tarieven op de lijnen Vlissin- genVenlo en VlissingenRotterdam bij art. 4 worden alle overeenkomsten tusschen den Grand central en de exploitatiemaatschappij in stand gehouden. Het vijfde artikel verklaart de tegenwoordige overeenkomst ook van kracht op de lijn RoosendaalZevenbergen wan neer de verbindingslijn ZevenbergenZwaluwe tot stand mocht komen, welke lijn hij het 6e artikel de Grand central zich verbindt te exploiteeren, zoo de Nederlandsche regeering zulks eiacht, en wel tegen betaling van 3 percent over de kosten van aanleg dier lijnmits zij niet hooger bedragen .dan 1 millicen francs. Art. 7 verklaart deze overeenkomst geldend voor den ganschcn duur der concessie. De akte van verkoop telt 12 artikelen. Bij het eerste wordt de eigenlijke koop omschreven, en alleen het rollende materieel uitgezonderd; bij het tweede en derde wordt de aanvaarding bepaald op 1 September 1873, op welken dag de koopprijs ad 7 millioen guldens op- vorderbaar is, terwijl echter de regeering haar kan af betalen in 4 gelijke termijnen, op 1 September en De cember 1873 en 1 Maart en Juni 1874, mits eene rente van 4 percent bijbetalende van af 1 September 1873. De betaling geschiedt in aanwijzingen op de Nederland sche bank. In hetzelfde artikel wordt ook bepaald dat de door den Grand central aangegane schulden en uitgegeven obligatiën ten zijnen laste blijven[eene bepaling die men waarschijnlijk vergeten had in het eerste artikel te vermelden, waar haar plaats was]. Art. 4 ontheft den staat der Nederlanden uitdrukkelijk van alle verantwoordelijkheid uit de aan den verkoop anterieure exploitatie voortvloeiende. In art. 5 wordt gezegd dat alle werken van de overgenomen lijnen op den dag der overdracht in den besten staat van onder houd behooren te verkeeren; zij worden eene maand te voren door eene gemengde commissie van deskun digen overgenomen, welke in geval er reparation noodig mochten zijn daarvan de kosten schatten, welker be drag op den koopprijs gekort wordt. Art. 6 vernietigt de bepalingen van het contract van 1866 betreffende het gemeenschappelijk gebruik van de stations Roosen daal en Breda door den staat en den Grand central, doch bepaalt dat voor het station Roosendaal de daarbij gemaakte bepalingen opnieuw van kracht worden, met die uitzondering dat het station ouder het uitsluitend beheer van den staat der Nederlanden wordt ge plaatst. Volgens art. 7 zal do Grand central vóór 1 September 1873 alle eigendomsbewijzen en ver dere stukken betreffende de verkochte lijnen overhan digen. In art. 8 verbindt zich de staat voor de door den Grand central te Roosendaal aangevoerde goede ren en reizigers bij het verder vervoeren langs zijne spoorwegl ij nen geen hooger tarief toe te passen dan voor alle andere goederen en reizigers. Verder wordt uitdrukkelijk voorbehouden de goedkeuring der over eenkomst door do staten-generaa!welke eerst zal wor den gevraagd wanneer die verleend is door de alge uitzondering van den Zondag, den 2cn Paascli- en De prijs per 3/m., franco is f 3.50. meene vergadering van aandeelhouders van de naam- looze vennootschap voor de spoorwegen tusschen Ant werpen en Rotterdam en door het gemengd comité van den Grand central. De Nederlandsche regeeringdit ter toelichting, heeft dus genegotieerd met twee lichamen, met de Société anouyine des chemins do fer d'Anvers a Rotterdam, concessionaris van de aangekochte lijnen, en met den Grand central Beige, aan wien de exploitatie dier lijnen is opgedragen. De aandeelhouders der eerstgenoemde maatschappij zijn tegen 8 Maart in eene buitengewone algemeene vergadering opgeroepen, teneinde over de overeenkomsten te beraadslagen. Worden zij beiden goed gekeurd, dan staat nog aan Nederland de keuze tus schen de twee; wij kunnen dan nog kiezen tusschen het contract van 3/13 Januari betreffende het gebruik maken van de lijnen en het koopcontract van 13/22 Ja nuari. De meest afdoende maatregel is naar het ons voorkomt de laatste en wij zouden hem daarom blijven verkiezen, gelijk we reeds voor dat de inhoud der overeenkomsten aan ons bekend was, vermoedden. Maar wij mogen toch de opmerking niet achterhouden dat wij na de lezing van den tekst uer contracten niet meer zulke voorstanders quc.nd mme van den verkoop zijn als in de afgeloopen week. Acht men den koopprijs van zeven millioen te hoog wij kennen de motieven en berekeningen nog niet waar mede de regeering die zal toelichten^men make dan van de vrije keuze gebruik om het contract van 3/13 Ja nuari boven dat van 13/22 te yerkiezen. Bij het eerstgemelde contract is niet toegestaan het parcours lilre tot Rotterdam voor de treinen van "den Grand central, een voorrecht waarop die maatschappij gesteld is doch waaromtrent de heer Geertsema zich terecht onver biddelijk blijkt te hebben getoond; daarenboven neemt daarbij de Grand central de exploitatie op zich van het verbindingslijntje ZevenbergenZwaluwe. Houdt men nu in het oog dat na ruim 1^ jaar de termijn van facultatieve naasting voor den staat daar is, dan kan er dunkt ons geea bezwaar in bestaan om, ter bespa ring van den hoogen koopsom den aankoop uit te stel len tot aan 5 Mei 1875. Men merke hierbij echter op datwanneer de door de directie der AntwerpenRotterdamsche maatschappij gedane opgaven juist zijnde koopprijs van zeven mil lioen niet te hoog is. Volgens den in de concessie nedergelegden grondslag zoubeweren zijde prijs van naasting op dit oogenblik f 8,298,000 bedragen. Is deze berekening juist, en de memorie van toelichting bij het te verwachten wetsontwerp zal ons dit kunnen zeggen dan zou het eene economie de bouts de chandelle zijn in 1873 zeven millioen te weigeren voor een aan koop die ons in 1875 H iqillioen zou kosten. B^ de tweede kamer der staten-generaal is ingekomen een wetsontwerp tot den aanleg van een gemetseld droog dok te Vlissingen aan de zuidzijde van het ver breed kanaal tegenover de tweede binnenhaven. De raming der kosten voor dit werk bedraagt onge veer 1^ millioen gulden, te vinden op de begrooting voor den aanleg van staatsspoorwegen. Door den Nederlandschen consul-generaal te Hamburg is de heer W. P. Wachter aangesteld tot zijnen vice- consul aldaar. In de Staals-courant van heden brengt de minister van binneulandsche zaken, met opgave der voorwaarden, ter kennis van belanghebbenden, dat in de tweede helft van de maand April aanstaande, ter benoeming van rijksopzichters van den waterstaat van de 4f klasse een vergelijkend onderzoek zal plaats hebben. Het vergelijkend onderzoekwaarvoor deadspiran- ten zich vóór 1 April 1873 aan het departement van binnenlandsche zaken moeien aangeven strekt tot vervulling van twee bestaande vacatures. Voorts wordt de commissie van onderzoek uitgenoodigd aan te wijzen wie van de candidateD, na de beide die het meest ge schikt zijn bevonden, in rangorde behooren in aanmer en een der Kerstdagen. king te komen bij de vervulling van de zes eerstvol gende vacatures in het korp3 opzichters van den wa terstaat van de vierde klasse. De Staats-courant van heden bevat eed; koninklijk besluit van den 12®n-Februari jl. waarbij, met wijziging vau het koninklijk besluit van 23 Augustus 1871, de belooning van de opzichters van den waterstaat der 1* klasse nader wordt geregeld. Gisteren werd te Amsterdam eene buitengewone al gemeene vergadering gehouden van aandeelhouders in de Maatschappij tot landaanwinning op de Friescho Wadden, naar aanleiding van de bepaling in de statu ten voorkomende, dat wanneer de eerste helft van het maatschappelijk kapitaal was verwerkt, opnieuw door de aandeelhouders zoudé' worden in overweging geno men of men met de onderneming zoude voortgaan en daaraan ook de tweede helft van het maatschappelijk kapitaal zou wagen. Meer dau 2/3 van het totale kapitaal was vertegenwoordigd, eu met algemeene stemmen werd het besluit tot voortzetting der zaak genomen, op grond, dat de reeds verkregen resultaten van dien aard zijn, dat zij alleszins het voortzetten wettigen en de in het najaar geledene stormschade vol strekt niet van dien aard is om de goede verwachtin gen te schokken, die men van het slagen der zaak meent te mogen koesteren. Te Gorinchem was eene commissie benoemd ui,t college van directeuren der bank. van leening teneinde rapport uit te brengen op de geopperde bezwaren tegen een voorstel tot opheffing der bank. In een uitvoerig verslag heeft deze commissie het college van directeuren geadviseerd den gemeenteraad dringend te verzoeken om tot geleidelijke opheffing der bank, onder nadere goedkeuring des konings over te gaan. De commissie beschouwt de bank van leening als eene vcor da maatschappij schadelijke instelling, aangezien de bank niet zelden de heler wordt van gestolen goed, de beleeners der weekpanden onfeilbaar tot armoede voert, voor den eerlijken koopman, wien het niet aan krediet ontbreekt, onnoodig is en den kleinhandelaar, die tot de bank zijn toevlucht neemt noodwendig naar het bankroet leidt. Teneinde de beambten in de gele genheid te stellen naar een andere betrekking uit te zien en om gelegenheid te geven tot geleidelijke aflos sing der beleende panden, wordt eene opheffing, uitte voeren in drie jaren, voorgesteld. BENOEMINGEN EN BESLUITEN. ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw P. de Monicault, eersten secre taris der Fransche legatie bij het Nederlandsche hof. koloniën. Gesteld ter beschikking van den gouver neur-generaal van Nederlandsch-Indië W. Verwey Az., A. N. J. van Hees, R. A. J. Snethlage, J. W. IJzer man en J. Havelaar om als ingenieurs, en W. L. Dijk man, H. L. C. H. Sarolea, J. P. J. H. Alsdorf, K. de Vidal de St. Germain, J. Bouwen, H. G. Dijkerman en G. J. Brandt jr. om als opzichters te worden toege voegd aan den heer J. L. Cluysenaarbelast met spoor wegopnemingen op Sumatra. ONDERWIJS. De commissie van toezicht op het middelbaar onder wijs te Deventer heeft met groote meerderheid beslo ten om den gemeenteraad de opheffing van het zesde studiejaar aan de hoogere burgerschool aldaar voor te stellen. De voordracht ter benoeming van een leeraar in de wiskunde, werktuigkunde, technologie en rechtlijnig teekenen aan de hoogere burgerschool te Breda, ter vervanging van den naar Indië vertrekkeuden ingenieur Cluysenaer, bestaat uit de heeren: D. J. Korteweg, leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Tilburg, en J. Cardinaal, werktuigkundig ingenieur te Rotterdam. De commissie, die zich gevormd had om het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1