de rechterzijde niet overtuigendie üslslt partt-pris beman telde door de on beteeken en de phrase, dat de keuzen bovenal het trouwe beeld behoorden te wezen van de meeningen der meerderheid in het land. Met 421 tegen 268 stemmen besloot de kamer over te gaan tot de behandeling der artikelenwelke evenals de geheele wet na korte discussiën werden aangenomen. „Te oordeelen naar de indrukken van hen, die het rapport van den hertog de Broglie gehoord hebben, schrijft le Tempsis de inhoud even peremptoir als de vorm hoffelijk en vleiend is." Dit laatste is I zelfs zoo, dat Thiers, blijkens telegram uit Parijs, een brief aan de Broglie heeft geschreven oin |hem voor zijne hoffelijkheden dank te zeggen. Omtrent den vorm heeft de president der republiek zich echter alleen uit gelaten, want aangaande den inhoud wenscht hij met zijne ministers in overleg te treden. Dat wat dezen betreft het antwoord van Thiers niet van dezelfde in genomenheid met het rapport zal getuigenhieromtrent zullen de rapporteur en de meerderheid der commissie zelve zeker niet in twijfel verkeeren. Zij besloten gis teren zooals trouwens de beleefdheid vordertdit ant- I woord af te wachten, al zijn zij ook geenszins van plan zich daaraan te storen. „Men zal in het stuk eenige uitdrukkingen vinden, zegt le Temps, welke niet on opgemerkt zullen blijven. Zoo is het gouvernement de combat van den heer Batbie veranderd in een gouverne ment de resistance. Men wil ons terugbrengen tot de „goede en redelijke beginselen", men wil ons tot reactie aansporen tegen de macht van het aantal, d. w. z. tegen het algemeen stemrecht." In de Pruisische kamer van afgevaardigden had gisteren de keuze plaats der twee afgevaardigden, die als leden zitting zullen hebben in de koninklijke com missie van enquête. Omtrent de keuze van den heer Lasker waren de verschillende partijen het vrij wel eens; niettemin werd hij bij eerste stemming slechts met 196 van de 300 uitgebrachte stemmen verkozen. Voor de keuze van den tweeden te benoemen afgevaardigde deed bijna iedere partij hare aanspraken gelden; de I conservatieven meenden het recht voor zich te moeten viDdiceeren, omdat Lasker, tot wiens keuze zij wensch- ten mede te werken, als nationaal-liberaal tot de linker zijde behoort. De liberale fractiën daarentegen waren van oordeel, dat Lasker den steun van een ander libe raal behoefde, wilde hij met succes wat zeker niet tot de onmogelijkheden behoort alle pogingen tot verduistering der meest compromitteereude feiten verij delen. Zij lieten daarom het oog vallen op professor Virchow. Het centrum stelde Mallinckrodt, de conser vatieve fractiën den vice-president von Kühler en den heer von Wedell-Vehlingsdorff tot candidaat. Bij de tweede stemming werd de heer von Kohier slechts met 175 stemmen verkozen tegen den clericalen candidaat Mallinckrodt, die 108 stemmen verwierf. In stryd met het telegram, Maandag uit Rome ver zonden, dat de commissie der wet betreffende de kloosters in de hoofdstad tot de opheffing der genera laten besloten heeft, schrijft het Giornale di Roma naar de aanleiding van de laatste zitting der commissie, welke Zondag plaats hadhet volgende„De commissie der godsdienstige corporation heeft, na den president van den ministerraad, den minister van buitenlandsche zaken en den minister van eeredienst gehoord te hebben de bepaling van art. 2 van het regeeringsontwerp ge handhaafd en met 4 tegen 3 stemmen tot het behoud der generalaten besloten. De kerkenwelke aan deze generalaten verbonden zijn, zullen gehouden wezen de inkomsten welke haar toegekend worden aan de gene raals barer orde uit te keeren. Zooals men begrijpen kanheeft dit bericht groote verbazing gewekt. De rapporteur zal in de volgende week benoemd worden." Aan deze mededeeling van het geloofwaardige orgaan, dat zelfs art. 2 der regeering bestreden heeftvalt nauwelijks meer te twijfelen, al is deze stemming moeilijk te rijmen met den algemeenen tegenstand dien het bewuste artikel ondervond, tot zelfs in het regee- ringsorgaan l'Opinionedie zoover ging "den val van het kabinet onvermijdelijk te noemen wanneer zij het artikel handhaafde. Beslist de kamer in overeen stemming met dit besluit, wij geiooven dat Italië later geen reden zal hebben zich te beklagen dat het den zelfden weg als Duitschland volgt, weigerde in te slaan. Heden wordt in Spanje een besluit der republikein- sche regeering verwacht, waarbij den Carlisten een tijd van beraad van 14 dagen wordt toegestaanbin nen welken zij geamnestieerd zullen worden wanneer zij vrijwillig de wapenen neerleggen. „Na dien termijn, zegt het bericht, zullen zij met die krachtsontwikke ling bestreden worden, als noodzakelijk is voor den vrede van het land en het heil der republiek." Hoe verklaarbaar deze schoone belofte der republikeinscbe regeering ook zijn moge, zeer is liet de vraag of zij staatkundig gencemd mag worden. Afgescheiden van de praktische bezwaren bij de uitvoering, is de hoop der Carlistenhunne pogingen eindelijk met gunstig gevolg bekroond te zien, tengevolge van de gebeurte nissen der laatste week zoczeer toegenomendat er niet aan te denken valt dat zij het schoone aanbod der republikeinsche regeering zullen aannemen. In dit ge val behoort de regeering op krachtige wijze door te tasten en geen pardon meer te geven. Zal zij daartoe over de noodige krachten kunnen beschikken? Het is moeilijk aan te nemen, zoodat haar grootmoedig aan bod noodzakelijk voor geheel Spanje een zichtbaar ge tuigenis harer onmacht zal worden. Jtlmgrltwrh. AAN DE OEVERS VAN DE WOLGA. Staat en kerk in Zwitserland. i. Terwijl in Pruisen nog slechts de maatregelen voor bereid worden, waarmede men den overmoed der geestelijken zal trachten te fnuiken, vestigt het kleine Zwitserland de aandacht op zich door de onverschrokken wijze waarop eenige kantonaio regeeringen en voor een deel ook het centrale bestuur tegen de aanmatigingen van den katholieken clerus optreedt. Basel en Genève vooral treden in deze quaestie op den voorgrond. Ofschoon de strijd die in het bisdom Basel gevoerd wordt hetzelfde bedoelt als de twisten tusschen Genève en de katholieke geestelijkheidbestaat in den vorm toch een groot verschil. In Basel is het eenvoudig een moderne hervormingeen protest der leeken tegen het onfeilbaarheids-dogma. De wereldlijke autoriteiten althans hebben zich aanvankelijk niet verzet tegen de afkondiging van het nieuwe dogma, en zelfs nadat de tegenstand van een aantal leden der gemeenten in het bisdom Basel was uitgegaan, hebben zij meer indirec- ten dan directen steun verleend. Het gevolg van de beweging tegen het onfeilbaarheids-dogma is, zooals wij reeds vroeger mededeeldengeweest dat de bisschop monseigneur Lachat, vervallen verklaard wérd van zijn bisschoppelijken zetel en dat, na eene bijeenkomst te Constanz zeer eigenaardig door het volk het tweede concilie van Constanz genoemd waarin de oud-ka tholieke professoren Friedrich en Michelis het woord voerden, met ontzaggelijke meerderheid van stemmen door de katholieke gemeente te Constanz de aanneming van het onfeilbaarheids-dogma verworpen werd. Aanleiding tot de geschillen tusschen de regeering van het kanton Genève en de geestelijkheid gaf echter de splitsing van het bisdom Freiburg-Lausanne en de benoeming van monseigneur Mermillod tot apostolisch vicaris van Genève door den paus. Dit geschil zelf is, zooals gisteren door ons werd medegedeeldvoorloo- pig althans geëindigd met de uitvoering van het bevel der centrale regeering, om den weêrspannigen priester over de grenzen te zetten met verbod den Zwitserschen grond weder te betreden. Ter voorko ming van dergelijke conflicten in bet vervolg heeft de kantonale regeering het volgende wetsontwerp inge diend hetwelk reeds in tweede lezing door den raad is aangenomen „Art. 1. De staat erkent en bezoldigt den katho lieken godsdienst op de volgende grondslagen. „Art. 2. Alleen de door den staat erkende bisschop van het diocees heeft, binnen de grenzen der wet, het recht der bisschoppelijke jurisdictie en administratie- Hij kan geen generalen vicaris noch eeuigea gevol machtigde zonder goedkeuring van den staat benoemen. Deze goedkeuring kan elk oogenblik herroepen worden. Art. 3. De katholieke parochiën van het kanton kunnen nooit een deel van een diocees uitmaken, het welk ook niet Zw'itsersch gebied Omvat. In geen geval mag de blsschops-zetel te Genève gevestigd worden. „Art. 4. De pastoors en vicarissen worden door de katholieke burgers gekozen, die op de kiezerslijsten van het kanton zijn ingeèchreven. Zij zijn afzetbaar. „Art. 5. Geen kerkelijk waardigheidsbekleder mag in eenige parochie de functiën van pastoor of vicaris waai nemen. „Art. 6. De wet regelt het aantal en de grenzen der parochiënden vorm der keuze en der afzetting van pastoors en vicarissenden eeddien zij bij het aan vaarden van hun ambt afleggenen de organisatie en het financieel beheer der gemeenten. Zij stelt de vormen vast waaraan een en ander onderworpen is. „Art. 7. Iedere katholieke parochie heeft een raad van administratie voor het kerkelijk vermogen. Bijzon derheden omtrent deze instelling regelt de wet. „Art. 8. De staatsraad oefent het recht van placet uit over bullen breves, aanschrijvingen, besluiten en andere van den heiligen stoel uitgaande acten, eveneens als over de herderlijke brieven en andere openbare ge schriften van den bisschop van het diocee3. „Art. 9. Alle bepalingen in strijd met deze wet zijn opgeheven, met name de artt. 130 en 133 der grond wet van 1847. O vergangsbepaling. „De pastoors en vicarissen die tegenwoordig in func tie zijn en benoemd werden op de wijze, vóór de uit vaardiging dezer wet gebruikelijk, moeten zich ingevolge de bepalingen van de artt. 4, 5 en 6 aan eene verkiezing onderwerpen." Het Russische rijk, eer. reus voor zooveel betreft zijn omvang, die jaarlijks grooter wordt, maar een kind ten opzichte van de beschaving, bezit de grootste enzooals men beweertook de schoonste rivier van Europa: de Wolga. Zij ontspringt op de Alaunische bergen, in het zoogenaamde bosch van Wolchonski, is van Twer bevaarbaar en doorloopt over een lengte van 500 kilometers een aanzienlijk deel van Enropeesch Rusland, terwijl zij zich door meer dan 70 takken in de Kaspische zee stort. De Wolga is de hoofdader voor het verkeer van het geheele rijk en staat daarom door een uitgebreid kanaalstelsel met de overige groote rivieren in verbindingzoodat zij zoowel van de rivier Ural als van de Oostzee te water kan worden bereikt. Van Kaaan af vormt de Wolga de grensscheiding tusschen de Mahomedanen en de belijders van het Christendom en van daar at liggen alle. steden op eene na, op den westelijken oever. Die eene, Samara, is meer een Kirgisische dan Russische stad en heeft in het oosten eenigen naam als £«r-plaats. De kuur bestaat uit het gebruik van paardenmelk. De bewoners van de oevers der Wolga behooren tot zeer verschillende stammen. Het Russische element is, met uitzondering van de Duitsche koloniën in de pro vinciën Samara en Saratow, wel het overheerschende, maar men vindt er toch ook veel vertegenwoordigers van het Mongoolsche ras: Finnen, TartarenenKalm.uk- ken. De toestanden zijn in de oeverlanden op lange na nog niet Europeesch, en of zij het ooit zullen worden is zeer quaestieus. Men kan wel zeggen, dat het Russische karakter zich nergens in al zijne eigenaardigheden sterker en zuiverder vertoont dan aan de oevers van de Wolga- Niet aan de oevers van de Newa maar aan die van de Wolga kan men den echten Rus vinden. De hoofdstad is in zekeren zin een stad buiten'het rijk, waarin vreemde,' zoowel Germaansche als Romaansche invloeden zich hebben doen gelden, en het nationaal karakter meer en meer werd uitgèwischt. Aan do Wolga is het echter geheel anders. Hier vindt men nog oorspronkelijkheid, patriarchale zeden, en wel beschouwd, ook nog veel ruwheid. De echte Rus is door en door egoïstisch en dienst vaardig; slaafsch jegens zijn meerderen én ruw jegens zijn minderen weldadig tot verkwisting toe en ontrouw jegens zijne vrienden; het geloof aan voorbeschikking maakt hem onbevreesd; hij is bijgeloovig, bezit iti groote mate het gevoel van eigenwaarde, houdt veel van navolgiogis zinnelijk en hardvochtigvlug van begripmaar niet vlug in het denkenin éen woord hij is een waar model van tegenstrijdigheden. Hij hul digt drie goden en wel in regelmatige opklimming, n. 1. die van zijn geloof, vervolgens den czaar en einde lijk den drank; de laatste het liefst en het meest. Vandaar dat men in iedere stad eenige kerken en een menigte kroegen en dronken lieden vindt. Waaraan eigenlijk het overtollige gebruik van bran dewijn in Rusland moet worden toegeschreven, is niet duidelijk, doch zeker is dat deze drank in zoo groote hoeveelheden wordt gedronkendat de tegenwoordige keizer het heeft noodig geacht om op wettige wijze eene verdunning van den brandewijn te bevelen. Ten gevolge daarvan hebben de kasteleins den sterken drank met water vermengd en, eveneens op keizerlijk bevel, de prijs van 15 kopeken op 5 kopeken verminderd. De drinkers van beroep zijn met deze verandëriug niet zeer tevreden; wat zij nu krijgen noemen zij „flauw tuig"; zij die meer tevreden van aard ziju beweren dat de keizer het toch zoo kwaad niet met hen meent, daar zij nu door zijn landsvaderlijke zorg drie borrelè krijgen voor denzelfden pxijs dien zij vroeger voor èen moesten betalen. Hoe slap de drank ook is zegt Dixon in zijn Russische schetsen is toch een flinke slok van het vloeibare vergif voldoende om den drinkebroer ouder tafel te doen rollen, want zijn maag is ledig, zijn zenuwen zijn slap en zijn bloed is dun. Indien hij beter voedsel genoot zou hij minder naar het glas grij pen. Gelukkig is de Rus als hij dronken isnietstrijd lustig; hij zingt en lacht en koestert hoogstens den vurigen wensch om later den een of anderen op straat eens flink af te ranselen. Men kan zich geen lachwekkender schouwspel dea- ken dan wanneer twee even dronken Rassen in eene slede rijden en behoefte gevoelen om elkander af te kussen en te omhelzen, of als een Rus die uit do kroeg komt, onderweg een dronken broeder vastélapehd in een goot ziet liggen, eh daardoor zijn medelijden voelt opge wekt. Iéder ander zou terstond hulp gaan zoeken en trachten den slaper een betere slaapplaats te verschaf fen, de Rus echter trekt ziju pels dichter om zijne ledéb. en legt zich n'aast zrju broeder in de moddef, ter*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 2