MIDDELBURGSCHE
Vrijdag
1873.
COURANT.
14 Februari.
r 39.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2« Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
13© prijs per 3/m., franco is f 3.50.
Middelburg 13 Februari.
De tweede kamer der staten-generaal is tot hervat
ting barer werkzaamheden'bijeengeroepen tegen Woens
dag 2(5 dezer.
In de Staats-courant van heden is opgenomen het
verslag over den staat van 'srijks herbarium te Leiden
gedurende het jaar 1872uitgebracht aan den minister
van binnenlandsche zaken.
De kiesvereeniging Burgerplicht te Amsterdam hield
eergisteren avond eene vergadering ter bespreking van
het census-ontwerpwaarover de discussie door
mr. A. S. van Nierop werd ingeleid, die verklaarde
geen onbepaald voorstander van het ontwerp te zijn,
maar een paar vragen te willen stellen naar aanleiding
der oppositie, die het ontwerp als in het geheel niet
ontvankelijk verklaart. Die vragen waren1° Moet
het ontwerp geheel terzijde worden gesteld? 2° Wat
dringt op dit oogenblik tot dadelijk ingrijpende uit
breiding van het kiesrecht?
Bij de beantwoording van de eerste vraag kwam hij
tot de conclusie dat men zonder bezwaar, zonder
angstvallig onderzoek naar individueele bekwaamheid,
het kiesrecht kan uitbreiden. Op de vraag wat thans
tot uitbreiding vau het kiesrecht dringt antwoordde do
heer van Nierop in de eerste plaats: de wegneming
der onevenredigheden, terwijl hij in die uitbreiding ook
het middel zag om tot eene hervorming van de tweede
kamer te geraken.
Na eene discussie, waaraan de heeren J. A. Levy,
A. Polak, Heidebrink, de voorzitter (J. Doinela
Nieuwenhuis) en de heer van Nierop deelnamen, werd met
54 tegen 4 stemmen de volgende motie aangenomen:
„De kiesvereeniging Burgerplicht, volhardendo bij
hare vroegere besluiten, vindt de aanneming van het
aanhangig wetsontwerp over den census wat Amster
dam betreft, hoogst wenschelijk."
De heer Haverschmidt, uit Schiedam, droeg in de
gisteren avond alhier gehouden vergadering met dames
van het Middelburgsche departement der Maatschappij
tot nut van 'talgemeen eenige schetsen voor, hoofdza
kelijk ontleend aan aanteekeningen in een oud notitie
hoekje. De boven die schetsen geplaatste opschriften
waren: „Oudejaarsdag", „Verjaardagen", „Kwaadwor
den" en „Hoe oom Jan aan zijn apotheek, of liever
aan tante, kwam".
De commissie, dezer dagen bp koninklijk besluit
benoemd tot het instellen van een onderzoek naar de
moeilijkheden, voortspruitende uit den aanleg van het
Noordzeekanaalen naar de gegrondheid der bezwaren,
met het oog op scheepvaart- en waterschapsbelangen,
tegen de wijze van uitvoering dier werken ingebracht,
bestaat uit de volgende heeren: jonkheer G. F. van Tets,
lid van gedeputeerde staten van Noord-Holland, presi
dent j J. A. A. WaldorpJ. F. W. Conrad, N. T. Michaelis,
jonkheer J. T. Ortt, J. Dirks, allen hoofdingenieurs,en
G. van Diesen en J. M. F. Wellaningenieurs van den
waterstaat.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
onderscheidingen. Toegekend eene gratificatie van
tien gulden en een loffelijk getuigschrift aan P. van
Roojente Amsterdam, als blijk van 's konings goed
keuring en tevredenheid wegens de redding van een
drenkeling op 19 October 1871 en van een anderen op
25 Juli 1872.
waterstaat. Onbepaald verlof verleendmet be
houd van ancienneteitaan H. L. C'. H. Saroleaopzich
ter van den waterstaat 3e klasse.
sluismeesters. Benoemd tot sluismeesterwaarne
mend havenmeester aan bet kanaal door Voorne te
HellevoetsluisA. D. Brinkerink; en tot adsistent-
sluishavenmeesters aan genoemd kanaal, te Hellevoet-
sluis M. Kramer, en te Nieuwesluis F. Meppelder.
leger. Overgeplaatst in rang en ancienneteit bij het
leger in Nederlandsch-Indië de 2e luitenants T. Weersma,
van het 2°, en W. L". Mann, van het 5e regiment
infanterie.
Eervol ontslag uit den militairen dienst verleend,
op verzoekaan den 2tn luitenant J. W. IJzerman, van
het kerps ingenieursmineurs en sappeurs.
Benoemd bij het wapen der artillerie, bij het leregi
ment vesting-artillerie, tot luitenant-kolonel, de majoor
H. J. W. Westenberg, van het 3° regiment vesting
artillerie; tot kapitein 3e klasse (naar ouderdom van
rang), de lc luitenant J. B. Heymans, van het korps;
bij het 3e regiment vesting-artillerie, tot kommandant
van het korps, de luitenant-kolonel H. J. R. Beijen,
van het lc' regiment vesting-artillerietot majoorde
kapitein J. H. Meursingev-an het korpstot lcu luite
nant (naar ouderdom v^an rang), de 2e luitenant C. A.
Alpherts, mede van het korps.
KERKNIEUW S.
Jl. Zondag is de heer J. J. Richard als predikant
bij de Nederduitsehe hervormde gemeente te Vlissingen
bevestigd door zijn ambtgenoot den heer Klomp, die
tot tekst had gekozen Markus 16 15&. De bevestigde
hield des avonds zijn intreê-rede naar aanleiding van
1 Cor. 123.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitsehe her
vormde gemeente te Ovezande dr. G. de Wilde, pre
dikant te Oudelande.
GEMENGDE BERICHTEN.
Naar wij vernemen wordt sedert oenige dagen eene
jeugdige dienstbodedie in dienst was bij mejuffrouw
van der Staal op den Kinderdijk alhier, vermist. Tot
dusver heeft men nog geen spoor van haar kunnen
ontdekken.
Behalve de diefstallen van waschgoed schijnen in
den laatsten tijd hier en in den omtrek ook onder
scheidene andere diefstallen gepleegd te zijn. Naar wij
vernemen zijn de brigadier-majoor der rijks-veldwaeht
en de brigadier van de hier tijdelijk gestationeerde
maréchauseé op het spoor van eeuigen daarvan en zijn
reeds vele' voorwerpen in hun bezit.
De Goessche courant deelt mededat jl. Zaterdag in
den Ylietepoldergemeente Wissenkerke, aan den
buitendijk een val heeft plaats gehad ter lengte van
ongeveer 100 meter.
De Nederlandsche palmitine-fabriek te Amsterdam
heeft hare betalingen gestaakt.
Uit Zaandam wordt, als een bewijs dat met het
groote spoorwegnet verbonden te zijn nog niet altijd
ten gevolge heeft, dat men door middel van den spoor
weg spoedig kan leizen, gemeld, dat de meeste Zaan-
damsche kooplieden die geregeld drie maal per week de
Amsterdamsche markt bezoeken de reis van Zaandam naar
Amsterdam liever op de oude wijze per rijtuig over het
tolhuisdan per spoor over Uitgeest en naarlera maken,
en dat wel om tijd te winnen.
De heer J. G. Frederiks, leeraar aan de hoogere
burgerschool te Zutfeo, is benoemd tot lid van het te
Utrecht gevestigd Historisch genootschap.
Het Nieuws van den dag bevatte gisteren een
Haagsche correspondentiewaarin wordt beweerd, dat
de verdachte de Jong op eerlijke wijze zou gekomen
zijn iu het bezit der bewuste teekening, die aan de
vermoorde mevrouw van der Kouwen zou hebben toe
behoord. De teekening zou niet van haar afkomstig
wezen en aan de Jong door zekeren heer zijn ten ge
schenke gegeven. Die. mededeeling is echter, volgens
het Dagblad van 's Gravenhage, onjuist; integendeel
heeft zich dezer dagen een nieuwe getuige opgedaan,
die bevestigde, dat de teekening wel degelijk in het
bezit van de verslagene is geweest.
Aan den Courrier de Ia Meuse wordt berichtdat
de Fransche regeering aan de bij Maastricht gekam
peerde zigeuners verlof verleend heeft om Frankrijk
door te trekkenteneinde hun tocht verder voort te
zetten. In verband hiermede, heeft het Belgische gou
vernement hun vergunning geschonken om over Belgisch
grondgebied de reis te doenmits den aangewezen weg
volgende. Zij zouden gisteren morgen opbreken en
over Erkelens op Frankrij k 's grondgebied overgaan.
Omtrent de beide personen die onlangs te Zel-
zaete hebben geduelleerdwordt thans gemelddat
het twee Polenintieme vrienden waren die om eene
dwaasheid met elkander hebben gevochten. Terstond
na afloop van het duel beeft de vriendschap zich weder
krachtig doen gelden en werd zij weder vernieuwd.
De toestand van den gewonde is nog zeer zorgwek
kend, terwijl de ander wanhopig is over zijn daad.
De Antwerpsche letterkundige F. J. van den
Branden heeft den eersten prijs, bestaande in een gou
den medaille en eene premie van 500 francs, behaald in
den door het Gentsche genootschap „De taal is gansch
het volk" geopenden wedstrijd van tooneel-litteratuur.
Het bekroonde werk is een drama in vijf bedrijven,
getiteld: „De val van Antwerpen." Er waren in het
geheel veertien tooneelvoortbrengselen ingezonden.
In 1872 arriveerden in de haven van New-York
268,767 landverhuizers uit Europa. Yan deze kwamen
er 111,415 uit Duitsehland63,995 uit Ierland 34,581
uit Engeland, 22,209 uit de Scandinavische rijken,
14,000 (waaronder 5000 Elzas-Lotharingers) uit Frank
rijk en België, 9100 uit Schotland, 5858 uit Italië,
4137 uit Rusland en 3472 uit Nederland. Het aantal
landverhuizers van buiten Europadat te New-York
in 1872 aankwam, bedroeg 22,450.
De wapenfabriek ie Ferlach in Korinthië telt
311 meesters, 700 gezellen, 280 leerjongens, 102 kin
deren en 153 vrouwen. In 1871 werden20,000geweren,
13,500 pistolen en 2000 andere wapens afgeleverd.
In de wapenfabriek te Luik in België werden in 1870
790,000 en in 1871 650,798 wapens van verschillende
soort gemaakt.
In de financieels wereld te Parijs is druk sprake
over een nieuw opgerichte maatschappij die zich ten
doel stelt de exploitatie van verschillende inrichtingen,
waarvoor door de regeering der republiek Andorra
concessie is verleend; de leening tot deelneming iu die
maatschappij is thans opengesteld.
Aan de Nieuwe Rotterdamsche courant ontleenen
wij de volgende mededeeling van den hoogleeraar Buys
Ballot: „Men weet, dat in Noord-Amerika door het
Signal Office te Washington eiken dag driemalen tele
grafische berichten ontvangen worden van vele plaatsen
tot aan den meridiaan van 20° west van Washington
en verder van enkele plaatsen meer westwaarts gelegen,
zelfs tot San Francisco toe. „Op die kaarten, bijna
geheel Noord-Amerika omvattende, staan dan de baro
meterhoogten aangeteekend, de temperaturen, de richting
en de kracht van den wind, deregen ofsaeeuw. Daarbij
worden ook driemalen daags lijsten uitgegeven, dezelfde
gegevens in auderen vorm bevattende, en kaarten en
lijsten worden in elke hayen driemalen daags verspreid.
Sommige exemplaren van die kaarten en lijsten zijn
aan wetenschappelijke personen en genootschappen toe
gezonden en elke veertien dagen worden zij door het
koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut gere
geld ontvangen, reeds sedert anderhalf jaar. Nu leest
men in den New-York Herald van 18 Jaouari 1873,
dat de directeur brigade-generaal A. Myer bevon
den heeft, dat, zooals ook in Europa de stormen, regen
buien, vorst, warmte zich oostwaarts op verbreiden en
men eenige dageu te voren aan de oostkust van Ame
rika met groote waarschijnlijkheid weten kan, uit de
berichten van de westkust in verband met alle berichten,
welk weder men aan de oostkust te wachten heeft. Er
is dan nog tijd om de plaatsen zelfs in Middel-Amerika
te waarschuwen. En opdat die waarschuwingen nu bij
ieder zooveel mogelijk bekend zouden zijn, worden zij
per post eiken namiddag te 6 uren naar verschillende
middelpunten van districten gezonden. Aldaar plakt do
directeur van het postkantoor ze aan en tevens verzendt
hij die berichten weder naar andere plaatsen iu zijn
district, indien daar eeu landbouwer of iemand anders
de begeerte te kennen heeft gegeven ze te ontvangen.
Indien uit voortgezette vergelijking van de werkelijk
optredende verschijnselen met die, welke verwacht