OURANT.
F 38.
Donderdag
1873.
13 Februari.
V
Dit blad verschijnt dagelijks
Middelburg 12 Februari.
Bij de beraadslagingen van ,de tweede kamer der
staten-generaal over de begrooting van het departement
van binnenlandsche zaken voor 1873, is de regeling
o. a. der gemeentelijke grenzen ter sprake gebracht.
Het gesprokene heeft den minister van binnenlandsche
zaken aanleiding gegeven om gedeputeerde staten dezer
provincie te verzoeken, een onderzoek in te stellen, of
er behoorlijke aansluiting van grenzen bestaat ten aan
zien van de verschillende aan elkander grenzende ge
meenten in dit gewest. Dat onderzoek, waarbij onder
linge raadpleging van de besturen der aangrenzende
gemeenten noodig is, zal, naar des ministers verlangen,
zich ook moeten uitstrekken tot de stroomen, door
welke de grensscheiding mocht loopen en de aansluiting
aldaar aan de aangrenzende gemeenten.
Bij circulaire van 7 dezer, opgenomen in het Provin
ciaal blad n° 22, noodigen gedeputeerde staten de
gemeentebesturen uit tot het verlangde ondei'zoek, onder
opmerking, dat daarbij zal kunnen worden gebruik
gemaakt van de processen-verbaal van grensscheiding
en van de kadastrale stukken, die zich ter secretarie van
de gemeenten beviuden. Blijkt het, dat in het belang
der gemeenten verbetering der grensscheiding wensehe-
lijk zou zijn, dan kan ook daaromtrent onderling over
leg en mededeeling geschieden. Eindigt de grens aan
den oever van een stroom, en heeft er dus in den
stroom geen aansluiting aan de grens der tegenoverlig
gende gemeente plaats, dan verdient dit bijzondere
vermelding.
Het zal gedeputeerde staten aangenaam zijn, zoodra
mogelijk de uitkomst van het voorschreven onderzoek
te vernemen.
Eergisteren werd le Gent eene meeting gehouden om
de verbetering van het kanaal van Gent naar Neuzen
te bespreken en de middelen om Gent in het vervolg
voor overstroomingen te vrijwaren. Een menigte han
delaars, industrieelen en vele werklieden woonden de
vergadering bij. Het bureel bestond uit de heeren
Dierman Seth, voorzitter, Jules Guequier, van der
Heyden, allen leden van den gemeenteraad van Gent,
Willequet, lid van den provincialen raad, en Jules de
Hemptine, oud-lid van den gemeenteraad van Gent en
fabrikant.
In eene herhaaldelijk toegejuichte redevoering ont
wikkelde de voorzitter het noodzakelijke om onverwijld
tót verdiepiog en verbreeding van het kanaal naar
Neuzen over te gaan, indien men wil voorkomen, dat
handel en nijverheid geheel in verval zullen geraken.
De regeering was geneigd om iets te doen, en het
gemeentebestuur van Gent had een plan gemaakt tot
den aanleg van nieuwe bassins, entrepots, loskaaien enz.,
waarvan de ko3ten ongeveer \A. millioen francs zullen
bedragen. Hij spoorde iedereen aan om zich een kleiue
vermeerdering van belasting te laten welgevallen, opdat
het bestuur in staat zou worden gesteid tot uitgifte
van de drie millioendie nog van de leeoing overblij
ven en waarvan de rente door belastingen moet wor
den gedekt. Voor die drio millioen zou het bestuur
de noodige gronden kunnen aankoopen en met de uit
voering der werken kunnen beginnen.
Nadat de heer "Willequet er op had aangedrongen,
dat het volk zijne stem bij de regeering zou doen
'nomen in het belang van de verbetering van het
kanaal naar Neuzen, weid met algemeene stemmen de
volgende conclusie aangenomen, waarvan aan de be
voegde autoriteiten zal worden kennis gegeven. „De
meetingde belangrijkheid en noodzakelijkheid erken
nende van de werken aan het kanaal naar Neuzen uit
te voeren, vraagt, dat het gouvernement neg in deze
zitting de noodige kredieten zal toestaan om onmiddel
lijk het kanaal naar Neuzen zoodanig te verbreeden
en te verdiepen, dat alle vaartuigen in de haven van
Gent kunnen komen, zonder dat zij van hunne lading
moeten lichten."
De heer Groverman, secretaris der kamer van koop
uitzondering van den Zondag, den 2,:n Paasch- en i3
De prijs per 3/m.s franco is 3.50.
handelwijst er op dat reeds in 1870 door de kamers
3 millioen is toegestaan tot verbetering van het kanaal
en dat daarvan nog éen millioen beschikbaar is, terwijl
de werken die toen zijn aanbesteed en binnen 18 maanden
gereed moesten zijn, nu nog niet klaar zijn. In 1827
had koning Willem het graven van het kanaal bevolen
en in 1830 was het reeds gereed, en nu vraagt men
reeds even lang om eenvoudige verbreeding en verdie
ping, zonder die te verkrijgen. Hij spoorde de Gen
tenaars aan, om te blijven aandringen bij de regeering.
De voorzitter verklaarde ten slotte, dat eene com
missie zich naar de ministers van openbare werken
financiën en binnenlandsche zaken zal begeven om hen
den uitgedrukten wensch kenbaar te maken en dat
binnen 14 dagen een nieuwe meeting zal worden gehou
den om het antwoord dat de commissie zal hebben
gekregen te vernemen.
De minister van oorlog heeft zijn verlangen kenbaar
gemaakt om, iu het belang van de verdediging, steeds
zoo nauwkeurig mogelijk bekend te zijn met de in het rijk
aanwezige middelen van vervoer, meer bepaald wat de
stoombooten betreft; en, teneinde aan dat verlangen te
kunnen voldoen, heeft de minister van binnenlandsche
zaken eene uitnoodiging tot gedeputeerde staten van
Zeeland gericht, ten gevolge waarvan zij, bij circulaire
van 7 dezer, opgenomen iu het Provinciaal blad n° 21,
de gemeentebesturen verzoeken gedetailleerd op te geven,
alle stoombootdiensten (zoo voor goederen- en personen
vervoer, als sleepdiensten), waarvan de concessionarissen
in hunne gemeente domicilie hebben, hetzij de vergun
ning tot uitoefening van den dienst bij ministeriëele be
schikking, of by besluit van gedeputeerde staten is
verleend, met nauwkeurige vermelding van: 1° de
namen der concessionarissen2° den aard en de strekking
van den dienst, met opgave der plaatsen tusscken welke
zij wordt uitgeoefend; 3° de beschikkingen of besluiten,
waarbij de vergunningen zijn verleend of gewijzigd
4° de namen der in de diensten gebezigde booten, met
opgave van hare lengte en breedte, den diepgang (ge
laden) en het aantal paardekrachten5° het aantal
personen, dat in eens met elke van de booten kan wor
den vervoerd; 6° het aantal personen en paarden (ca
valerie) dat in eens met elke van de booten kan
worden vervoerd; 7° de plaatsen welke door de booten
worden aangedaanwaar vaste aanlegbruggen of hoof
den zijn, geschikt tot in- of uitlading van paarden.
Om voorts de aldus te verzamelen gegevens, die zij
zoo spoedig mogelijk inwachten, volledig te houden,
noodigen zij de gemeentebesturen tevens uit telken jare
vóór den 20en December aan hen op te geyen alle ver
anderingen, welke ten aanzien van de bestaande stoom
bootdiensten hebben plaats gehad, en in het bijzonder
de hiervoren bedoelde inlichtingen omtrent de diensten
opgericht tengevolge van nieuwe vergunningen.
In een plechtige openbarè terechtzitting der arron-
dissements-rechtbank alhier heeft heden de installatie
plaats gehad van mr. A. J. van Deinse, bij koninklijk
besluit van 1 Januari jJ. benoemd totrechter-plaatsver-
vanger ter vervanging van jonkheer mr. D. G. van Teij-
lingen, thans rechter te Dordrecht.
Nadat was voldaan aan het requisitoir van het
openbaar ministerie tot voorlezing van het besluit dei-
benoeming en de akte van eedsafleggingnam de
voorzitter mr. J. II. de Stoppelaar het woord. Hij
herinnerde aan het bij een vorige gelegenheid als deze
herdachte verlies, door dit college geleden in het over
lijden van den waardigen van Diggelen; thans daaren
tegen was het hem aangenaam te mogen wijzen op
de bevordering van jonkheer van Teijlingen, dio na een
zesjarige praktijk als advocaat alhier en na twee en
een halt jaar de betrekking van plaatsvervanger in dit
college te hebben bekleed, sinds eenigen tijd den
rechterszetel te Dordrecht inneemt. Met die bevorde
ring tot ruimeren werkkringdie niet alleen de wenschen
van den heer van Teijlingen bevredigt, maar tevens
beschouwd mag worden als een bewijs dat zijne ver
diensten ook buiten deze provincie worden gewaar
inksterdag en een der Kerstdagen.
deerd, wenscht deze rechtbank hem van harte geluk,
onder verzekering dat zijn verkeer alhier de aange
naamste herinneringen heeft achtergelaten.
Het thans geleden verlies wordt echter, naar de
voorzitter zeide zonder vleierij te verklaren, op aange
name wijze vergoed door de benoeming van mr. A. J.
van Deinse, wiens uitgebreide en grondige rechtsken
nis, de vrucht van ijverige studie, gebleken is niet al
leen in zijn werkkring als pleitbezorger, maar ook in
menig geschrift van zijne hand; wiens groote werk
zaamheid en zijne sedert 1862 alhier uitgeoefende prak
tijk hem gunstig in dit arrondissement bekend hebben
doen worden; wiens eerlijkheid en bescheidenheid hem
aller hoogachting hebben doen verwerven. Met ver
zekering van de meest welwillende gevoelens begroette
spreker, namens de rechtbank den geïnstalleerde als
ambtgenoot.
De heer van Deinse bedankte voor de tot hem
gerichte zoo heusche woordendie hij verklaarde op
prijs te stellen, vooral daar zijne benoeming het gevolg
is van de vereereude voordracht dezer rechtbank. Het
zal dan ook zijn streven zijnzooveel mogelijk aan de
van hem gekoesterde verwachting te beantwoorden en
door ijver en nauwgezetheid zich zijne plaats in dit
college waardig te maken. Daartoe roept hij den steun
en de voorlichting in van den voorzitter, de leden en
plaatsvervangende leden dezer rechtbank, den officier
en den substituut-offiier van justitie, den griffier en den
substituut-griffier, onder verzekering dat niets hem
aangenamer zal zijn dan steeds door wederkeerige wel
willendheid een goede rechtspleging te bevorderen.
Voorts dankte hij de aanwezige advocaten en procureurs
voor hun bewijs van vereerende belangstelling. Deze
nieuwe betrekking zal, naar bij hoopt," geen verandering
brengen in de bestaande onderlinge verhouding; naar
het voorbeeld der ouderen onder hen, zal het zijn stre
ven zijn wederzijdsche welwillendheid te bevorderen,
terwijl hij zich in hunne vriendschap aanbeveelt.
De deken der orde van advocaten, mr. W. C. Borsius,
wensehte namens de advocaten en procureurs den heer
van Deinse hartelijk geluk met zijne benoeming, en
verzocht dat niet te beschouwen als een bloote forma
liteit; integendeel de advocaten en procureurs verheu
gen zich hartelijk in de eervolle onderscheiding, dooi
den heer van Deinse genoten omdat zij daarin zien
eene erkenning van zijne vele uitstekende eigenschappen,
van zijne uitgebreide kennis en onvermoeide werk
zaamheid. Zij twijfelen er niet aan of de rechtbank
zal weldra gelegenheid hebben den omgang van den
nieuwen rechter-plaatsvervanger te leer en waardeeren.
Bij de installatie van den ambtsvoorganger van den
heer van Deinse wensehte spreker hem toe, dat deze
eerste schrede op de baan der magistratuur weldra
door meerdere mocht gevolgd worden. De advocaten
en procureurs verheugen zich, dat dit het geval is
geweest, al zagen zij hem ook met leedwezen vertrek
ken. Dien wensch brengen zij echter den heer van
Deinse niet, deels omdat zijn verlangennaar zij ge-
looven, niet daarheen strekt, en deels omdat zij hem
gaarne nog lang in hun midden wenschen te behouden.
Zij hopen, dat het hem moge gegeven zijn nog gedu
rende eene reeks van jaren werkzaam te zijn ten nutte
der maatschappij en ten genoege van zich-zelven.
De voorz'tter sloot vervolgens de zitting.
De kamer van koophandel en fabrieken te Vliasin-
gen heeft besloten den minister te adviseerenom de
exceptioneele bepaling, dat consuls van vreemde mogend
heden niet verkiesbaar zijn tot lid eener kamer van
koophandel, in te trekken, onder beding dat de consul
zij Nederlandsch onderdaan en overigens de vereischten
bezitte, die in het koninklijk besluit zijn opgenomen.
Tevens heeft de kamer haar advies vastgesteld ten
aanzien van het tarief vau haven- en schutgcld voor het
kanaal van "Walcheren, en ook heeft zij besloten po
gingen aan te wenden tot het verkrijgen eener hulpbus
voor brieven aan het lokaalstation te Vlissingen.
Nederlandss gezant te Berlijn heeft bij de Duitscbe rijks
kanselarij geklaagd over de gewoonte van de Pruisische