KERKNIEUWS. Het kiescollege der Nederduitsche hervormde ge meente te Arnemuiden heeft in zijne vergadering van eergisteren met eenparige stemmen tot predikant aldaar beroepen den heer J. J. Gobius du Sart, te Nijkerk op de Veluwe. GEMENGDE BERICHTEN. De van diefstal verdachte persoon, die eergisteren uit het politiebureau alhier wist te ontsnappen, is heden middag door de maréchaussée op een wegeling tusschen den Seisweg en den Noordweg ontdekt en gevangen hier binnengebracht. Z. M. de koning heeft de cellulaire gevangenisstraf van drie maandenwaartoe G. ten Bouwhuismetse laarsknecht te Kampenter zake van bedriegelijke bankbreuk veroordeeld was, op diens ingediend verzoek verminderd tot op zes weken. Naar hetgeen uit Hannover wordt gemeldzou de aanleg van een kanaal in het district Meppen niet slechts zoo goed als zeker zijn, maar zou zelfs nog in den loop van dit jaar met de werkzaamheden een aanvang kunnen worden gemaakt. Volgens het bericht zal het kanaal noordwaarts langs Fühlen worden gelegd en nabij de Nederlandsche grenzen worden aangesloten bij het zoogenaamde Zuid-Noordkanaal. De aansluiting bij de vaart op Hoogeveen zou dan nog slechts eene quaestie van tijd zijn. De Pruisische regeering laat die kanalen voor rekening des lands aanleggen en verlangt van de daarbij belanghebbende gemeenten slechts jsoste- loozen afstand van den noodigen grond. Na de voltooiing worden zij aan die gemeenten in eigendom afgestaan zoo dat deze enkel met de kosten van onderhoud wor den heiast, waarin zij echter door de opbrengst der kanaalgel den worden te gemoet gekomen. In de gehuchten Bunne en Winde, gemeente Vries, gaat de onderwijzer daartoe-door de ingezetenen uit- genoodigd, ten einde hem in zijne karige „bezoldiging eenigermate tegemoet te komen, evenals vanouds, gelijk de schaapherders veelal nog doenbij de ouders der schoolgaande kinderen eten. Daarbij hebben ze hem eene vaste slaapplaats bezorgd. Uit Namen wordt gemeld, dat in de engte van de Maas bij Anderwielle binnen drie weken niet min der dan drie geladen schepen gezonken zijn, tengevolge van den sterken stroomwaardoor zij werden medege- sleept. Een van de schepen had eene lading zink in ter waarde van 100,000 Jrancsterwijl het laatste met 170,000 kilogrammen steenkolen geladen was. Er worden pogingen aangewend om de schepen en de ladingen uit het water te halen. Volgens Engelsche opgave kost een spoorwegrijtuig eerste klasse ongeveer f 4800, tweede klasse f 3600 en een derde klasse rijtuig slechts ongeveer f 3000. De eerste klasse rijtuigen kunnen 24, de andere 50 pas sagiers bevatten. De ontvangsten van een eerste klasse rijtuig zijn, als het vol is, f 2.55, van een tweede klasse f 4.15 en van een derde klasse f 2.50 per mijl. Van 1869 tot 1870 is het getal derde klasse passagiers gestegen van 18 tot 27 millioen, en het getal tweede klasse passagiers van 45 tot 66 millioen, zoodat de aanzienlijke vermeerdering van de derde klasse passa giers geen vermindering van de tweede klasse passa giers heeft tengevolge gehad. Van de derde klasse pas sagiers werd in 1870 ontvangen 38,400,000 en van de tweede klasse f 51,600,000. In Egypte hebben opmetingen plaats voor een spoor weg, die oat land van het noorden naar «.het zuiden moet doorsnijden. Het begin is bij Assuan, bij den eer sten Nijlvalen de weg voert naar Kartoemhet veree- nigingspunt van den witten en blauwen Nijl, en door snijdt Edab onder de 18 N. B., waar een groote woestijn begint. Eet hoofddoel is die woestijn door te trekken, om die te bevolken en de vruchtbare streken die de stroom bevochtigt in kuituur te brengen. In Kartoem scheidt zich de weg in twee deelen. De noordelijke lijn gaat naar Sennaar en het rijke dal van den blauwen Nijl; zij zal 150 mijl lang zijn. De zuidelijke lijn blijft evenwijdig op twee mijlen afstand van de rivier. Te Brussel zullen twee nieuwe passages worden gebouwd, gelijk aan die van Saint-Hubert. De eene zal loopen van de Marché-aux-Herbes naar de Marché aux Fromages, de andere van de Grand'plaee naar de Rue de la Madeleine. 61 oude huizen thans voor het meerendeel staande in stegen zonder licht of lucht, zul len worden onteigend. Daarentegen zullen er o. a. 120 prachtige magazijnen verrijzenen zal een zaal voor amusementen gebouwd worden van 450 vierkante meters en eene andere van 850 meters oppervlakte. Engeland is in de laatste dagen door stormen bezocht zooals slechts zelden voorkomen. Zondag mor gen begon het in Londen te sneeuwen en reeds te 2 uren 's namiddags moesten de omnibussen en tram ways den dienst staken en des avonds was het zeer bezwaarlijk een cab te bekomen. Vóórdat de sneeuw storm losbarstte, woei een hevige wind uit het oosten, die zich op de kusten tot een orkaan verhief. Het vroor daarbij zoo hard dat b. v. in Liverpool niemand zich buiten waagde. Onderscheidene personen zijn dood gevroren, o. a. twee matrozen die naar hun schip roei den; de boot spoelde een paar uur later aan de kust en bevatte de twee lijken; waarschijnlijk door de koude bevangen, konden zij het echip niet bereiken, ofschoon de afstand geen vijf minuten bedroeg. De storm die in Liverpool en omstreken het hevigst was, woei daar eerst uit het zuid-oosten later uit het noord-oosten. Ieder die Londen bezocht kent Northumberland House, op 't Trafalgar-square. Dat historische gebouw is thans voor een 500,000 pond sterling gekocht, om afge broken te worden, en plaats te maken voor een breede straat, die van Charing Cross en 't strand naar de nieuwe Thames-kade zal loopen. Northumberland House ligt ongeveer in 't middelpunt van 't hedendaagsche Londen. Curieus is 't daarom in een beschrijving der stad uit 'tjaar 1761 te lezen van ,,'t fraaio landschap, waarop de vensters van 'tpaleis uitzicht boden." THERMOMETERSTAND. 8 Feb. 's av. 11 u. 32 gr. 9 'smorg.7u.32gr.'smidd.lu.33gr.'sav. llu. 32 gr. 10 'smorg7u.32gr.'smidd. lu.37 gr.'sav.Gu. 35 gr. ©uitetlattd. ALGEMEEN OVERZICHT. Zaterdag is eindelijk in de commissie der dertigen de groote beslissing gevallen. Ondauks de gunstige verwachtingen welke men des morgens nog van den verzoenenden geest der meerderheid koesterde, ondanks het gerucht dat de leden van het rechtercentrum ten aanzien van de verschillende voorwaarden, waaronder door Thiers aan alle discussiën in de kamer zou kunnen worden deelgenomen, zich van de leden der andere monarchale fractiën zouden afscheiden en geheel voor de amendementen van den minister Dufaure zouden stemmen, ondanks do gematigdheid welke Thiers aan den dag gelegd heeft tegenover zijne tegenstanders, die op onbeschaamde en weinig bedekte wijze hem van zijn invloed willen berooven, ondanks den algemeenen wensch der natie, ondanks dit alles heeft de monar chale meerderheid in hare stijfhoofdigheid volhard en alle amendementen van den minister Dufaure, ook wat het tweekamer-stelsel en de beginselen eener nieuwe kieswet betreft, verworpen. De commissie heeft na lange en zeer geanimeerde discussiën een amendement van den heer d'Haussonville aangenomenvolgens het welk de ministerraad zal belissen of de president moet worden gehoord, maar de kamer de redenen moet vernemen waarop de ministerraad zijne beslissing grondt. Een middenweg, zooals reeds bij een oppervlakkige 'beschouwing in het oog springt, die niets meer dan eene schijn-concessie is en eerder aanleiding geeft tot vermeerdering dan tot wegneming der conflicten tus schen kamer en uitvoerend bewind. Na deze beslissing is de benoeming van den rappor teur van weinig belang meer, al zette de commissie de kroon op haar werk door den hertog de Broglie, den lastigsten en meest verklaarden tegenstander van Thiers, met 19 stemmen tot die betrekking te roepen. Drie stemmen werden op den heer Grivart, éene op den onverzoenlijken Batbie uitgebracht terwijl zeven leden der linkerzijde zich geheel van stemming onthielden. De commissie heeft het dus gewild dat het pleit tus schen T hiers en de monarchalen in de openbare zitting der nationale vergadering beslist zal worden, Thiers heeft zich alle moeite en toegevendheid getroost om dit einde te voorkomen, maar nu hem dit niets gebaat heeft zal hij de hem toegeworpen handschoen opnemen en, er valt niet aan te twijfelen, voor de oogen der kamer en der natie een schitterende overwinning behalen op zijn kleingeestige tegenstanders. Dezen hebben dien strijd gewenscht, welnu het einde zal en moet wezen een getuigenis van hun onmacht. In de zitting der nationale vergadering deed zich Zaterdag ook een eigenaardig incident voor. De Bona- partist Gavini verzocht de bepaling van een dag tot behandeling der petitiën betreffende de uitzetting van Prins Napoleon uit Frankrijk. De heer Depeyre, rap porteur over deze petitiën, stelde den Zaterdag voor welke volgde op de eindstemming der kamer over het rapport van de commissie der dertigen. De heer Bethmont, blijkbaar met dit uitstel nog niet tevreden, wenschte deze petitiën behandeld te zien tenzelfden dage als alle andere petitiën door de kamer in behan deling zouden genomen worden. De heer Baragnon stelde den tweeden Zaterdag voor na de stemming over het rapport van de constitutioneele commissie, met welk voorstel de kamer zich vereenigde. Wellicht vreesde de heer Baragnon, welke vrees de kamer misschien deelde, dat de storm, dien deze zaak zal doen opsteken, te kort volgen zou na den onvermijdelijken storm bij de behande ling van het rapport der groote commissie. L'Iudépen- dance beige ziet in deze volgorde van behandeling der beide quaestiën zekere connexiteit. De monarchalen zouden daarmede aan Thiers te kennen willen geven, dat wan neer hij hen sloeg met de constitutioneele quaestie, zij wraak zcuden nemen met de petitie van prins Napoleon" Afgescheiden van het gebrek aan doorzicht, waarvan deze manoeuvre der rechterzijde zou getuigen, omdat de overwinning bij de tweede quaestie Thiers veel gemak kelijker zal vallen, vooral wanneer de eerste quaestie reeds ten zijnen gunste is beslist, zou het voorstel van den rapporteur Depeyre eerder tot deze gevolgtrekking aanleiding geven. Waarschijnlijker achten wij het dat aangenomen dat de rechterzijde zelve aan hare over winning twijfelt, iets wat nog volstrekt niet zoo zeker is de monarchalen door de aanneming van het voorstel-Baragnon hebben willen voorkomen, dat hunne nederlagen te snel op elkander volgden. Hoe het zij, aan die nederlagen valt redelijkerwijze niet te twijfelen* Geen middel wordt door de zoogenaamde nationale ligue in Spanje onbeproefd gelaten om het kabinet-Zo- rilla ten val te brengen. Althans aan deze vereeniging wordt de interpellatie toegeschreven, welke Vrijdag in het congres tot de regeering is gericht omtrent "de be vordering van den brigade-generaal Hidalgo. Vóór eenigen tijd werd deze hoofdofficier met een komman dement heiast, welke benoeming toen groote ontevre denheid uitlokte bij de onder hem geplaatste artillerie officieren. Dit liep zoo hoog dat men voor een ministerieele crisis vreesde, daar de regeering niet aan den drang der officieren wilde toegeven. Da generaal Hidalgo maakte er een einde aan door voor de benoeming te bedanken. Behalve zuiver persoonlijke redenen, welke hierbij in het spel zijnschijnen geruchten omtrent de houding van dezen hoofdofficier tijdens de revolutie van 1868 aanleiding te geven tot de oppositie der artillerie-officieren. De regeering beweert dat die ge ruchten ongegrond zijn, en vau den anderen kant hou den de officieren de juistheid der beschuldigingen tegen dien hoofdofficier vol. Hoe hetzij de regeering heeft ge meend, al ware het slechts om het beginsel om niet aan dwang van wien ook te mogen toegeven, hare opinie te moeten handhaven en den generaal Hidalgo door eene andere benoeming schadeloos gesteld. Hierover de interpellatie in de zitting van Vrijdag welke Zorilla zelf beantwoordde. In eene redevoering vol gloed en vuur, die vaak door luidruchtige toejui chingen werd afgebroken, zette de minister de zaak uiteen en toonde hij aan dat daarihede niets anders beoogd werd dan eene verstoring der openbare orde en een openlijk protest tegen de revolutie van 1868. Nadat de minister van oorlog verklaard had alle aan vragen om ontslag te zullen aannemen en maatregelen te zullen nemen tot reorganisatie der artillerie, werd door het congres met 190 tegen 2 stemmen eene motie van vertrouwen in de regeering aangenomen. De telegrammen, welke deze berichten overbrengen, zijn in het oog loopend partijdig gekleurd. Met deze opmerking bedoelen wij geenszins dat wij de schitte rende overwinning der regeering in twijfel trekken, doch wijzen er alleen op om voor al te groote illusiën te waarschuwen. Zoo luidt de verhouding der stemming zoo bijzonder gunstig, doch men vergete daarbij niet dat het congres ongeveer 300 leden teltzopdat ruim 100 leden zoo al niet tegenstemden, dan toch ook niet voorstemden. Hoewel zonder eenigen twijfel de streng - constitutioneele regeering van het kabinet-Zorilla eene weldaad voor het land en voor de dynastie is, wachte men zich toch voor te schoone vooistellingen en ver- lieze men niet uit het oogdat de goede voornemens van Zorilla in praktijk moeten gebracht worden in Spanje, dat meer dan alle andere landen door zijne vroegere regeerders verwaarloosd en bedorven is. Varia uit het buitenland. Duitschland. Uit het kort verslag der zitting van de Pruisische kamer van Vrijdag blijkt dat de interpellatie over het onderwijs in de Poolsche taal in de provincie Posen geenszins het hoofdmoment der zit ting uitmaakte. Na afloop dezer interpellatie, die zonder stemming eindigde, was de spoorwegbegrooting aan de orde. In eene lange en heftige redevoering stelde de afgevaardigde Lasker de misbruiken aan de kaak, welke ten aanzien der spoorwèg-concessiën in Pruisen beston den en door den minister van koophandel werden in de hand gewerkt. De zwaarste beschuldigingen bracht hij in tegen den heer Wagener, vroeger hoofdredacteur der ultra-conservatieve Kreuz-Zeitung en thans, niettegen staande zijne bekende reactionaire beginselen, opgeklom men tot den rang van Geheime», Regierungsrath, ongeveer gelijkstaande met de betrekking van secretaris van staat in Engeland. Die beschuldigingen verklaarde hij door bescheiden en beëedigde getuigen te kunnen staven. Verder wees hij op de zwendelarijen van den bekenden dr. Strousberg. „die helaas! vaak door den minister begunstigd was." Hij was van meening dat het niet navolgenswaardig systeem-Strousberg „tegenover het buitenland donkere schaduwen werpt op de Pruisische moraliteit en soliditeit." Hij eischte de instelling eener enguete. De minister-president von Roon en de handels-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 2