MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 28.
Zaterdag
1873.
1 Februari.
Dit "blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2" Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50.
Middelburg 31 Januari.
De Staats-courant van heden bevat de wet van den
19eB dezer, houdende vaststelling van hoofdstuk VIII
der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1873.
Het Provinciaal blad van Zeeland n° 15 bevat eene
circulaire van gedeputeerde staten dezer provincie aan
de burgemeesters der verschillende gemeentenhoudende
inlichting omtrent de verleende ontheffing voor enkele
bepalingen van het reglement betreffende den veeartse-
nijkundigen dienst en de politie in Zeeland.
Er schijnt twijfel te zijn ontstaan omtrent de juiste
bedoeling van het besluit van gedeputeerde staten van
den December jl. (Provinciaal blad n° 127).
Dit noopt gedeputeerde staten tot de mededeeling, dat
genoemd besluit alleen strekt om, krachtens litt. a, van
art. 22 van het reglement betreffende den veeartsenij-
kundigen dienst en politie in Zeeland, ontheffing te ver-
leenen van do verplichting tot het doen onderzoeken
van het vee, door een veearts, alvorens de vergunning
tot vervoer wordt verleendgeenszins om het verbod
tot het vervoer zonder schriftelijke vergunning op te
heffen, in de gevallen, waarin het vervoer van die ver
gunning is afhankelijk gesteld.
Derhalve is voortaan de schriftelijke vergunning
tjoodig, in elk der gevallen, bedoeld in artt. 17 en 19
van het reglement.
De formulieren voor die vergunning worden voor re
kening der provincie gedrukt en zullen eerstdaags
worden toegezonden.
Pen slotte vestigen zij er de aandacht op, dat de ver
leende ontheffing van het onderzoek door een veearts
alleen betreft het te vervoeren rundvee dat in de pro
vincie tehuis behoort, zoodat zij niet geldt voor vee,
dat van elders in de provincie wordt ingevoerd, hetwelk
in elk geval door een veearts behoort te worden onder
zocht.
Door den Nederlandschen consul-generaal in Canada
is de heer Th. E. G. Tisdale aangesteld tot zijn vice-
consul te St. John, New-Brunswick. {Staats-cour.)
Eenigen tijd geleden deelde de Staats-courant mede
dat tusschen België en Nederland een tractaat was
gesloten betreffende den spoorweg Antwerpen—Glad-
hach. Dit feit werd per telegraaf gemeld o. a.
aan the Times en het Journal officiel. L1 Echo du
Parlement, fel gebeten op dat tractaat, maakte hieruit
de gevolgtrekkingdat de conventie door de Neder-
landsche kamers was goedgekeurd. Het blad is thans
tot het inzicht gekomen dat het eene dwaling beging
en het haast zich de fout te herstellen „omdat sommi
gen zich zouden kunnen verheelden, dat de Belgische
kamers zich gegeneerd zouden gevoelen door het goed
keurend votum, door de Nederlandsche kamers geveld".
L'Echo maakt van deze gelegenheid tevens gebruik
om mede te deelen dat de treurige indruk, door het
tractaat van 13 Januari gegeven, steeds toeneemt in
het land. Men had aanvankelijk de „enormiteit"' der
concessiën niet zoo ingezien; de Nederlandsche bladen
echter hebben het Belgische publiek op de hoogte ge
bracht „en de natuurlijke verbolgenheid opgewekt van
hen, die eenigen prijs stellen op de nationale waardig
heid." Gebelgd in hooge mate is l'Echo, omdat het
geld, hetwelk België aan Nederland zal betalen om
België te ontwapenen, dienen zal om een aanzienlijk
bedrag aan de aandeelhouders van den Grand central
te betalen. Als men dan ook geloof mag slaan aan de
loopende geruchten zegt het blad dan zal de op
positie, die aanvankelijk besloten had slechts haar leed
wezen te betuigendat de rechten des lands onnoodig
waren verkort, thans met hand en tand bestrijden eene
conventie, waarbij particuliere belangen [die desheeren
Malou] eene rol hebben gespeeld.
Men wil dat de heer Malou, minister van financiën,
zal voorstellen eene leening te sluiten om geld te krij
gen voor den aankoop van den Luxemburgschen spoor
weg en de kapitaliseering van de jaarlijksche aan Ne
derland te betalen rente van f 400,000. Men zegt tevens
dat de minister bij die gelegenheid de conversie van
de 4J pets. nationale schuld zal voorstellen.
{Nieuwe Roti. cour.)
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
RIDDERORDEN. Benoemd tot ridder der orde van
den Nederlandschen leeuw mr. P. F. Hubrecht, secre
taris-generaal bij het departement van binnenlandsche
zaken.
beeldende kunsten. Benoemd tot lid der com
missie van toezicht op de rijks-academie van beeldende
kunsten mr. C. A. Crommelin, te Arasterdam, ter ver
vanging van dr. J. C- Hacke van Mynden.
hooger onderwijs. Benoemd tot rector-magnificus
aan de boogeschool te Leiden, de hoogleeraar M. de Vrie3.
PROCUREURS. Benoemd tot procureur bij de arron-
dissements-rechtbank te Haarlem mr. N. G. Cnoop
Koopmans, advocaat aldaar.
marine. Eervol uit den zeedienst ontslagen, op ver
zoek, de luitenant ter zee 2C klasse D. C. Visser, die
nende bij de zeemacht in Oost-Indië.
leger. Benoemd bij het wapen der infanteriebij
het 2e regiment, tot kapitein 3e klasse (naar ouderdom
van rang), de lc luitenant F. J. E. Cokart, van
het le regiment; tot len luitenant (naar ouderdom
van rang), de 2C luitenant A. E. C. V. Boudewijns,
van het korps.
Overgeplaatst in rang bij het leger in Nederlandsch-
Indië do lc luitenant T. W. H. J. M. Hustinx, van het
4C regiment infanterie.
ONDERWIJS.
Benoemd tot tijdelijken leeraar aan de Latijnsche
school te Kampen dr. C. F. A. van Dam.
RECHTZAKEN.
Bij bevelschrift der arrondissements-fechthank te
Middelburg zijn naar den procureur-generaal bij het
provinciaal gerechtshof in Zeeland verwezen: Hubert
Veenemans, oud 34 jaren, koopman; Dirk Gerardus
Reijnbardt, oud 34 jaren, schippersknecht; en Wilhelm
Karl Gouterman, oud 30 jaren, muzikant, volgens hunne
opgaven laatst wonende te Antwerpenthans gedeti
neerd in het hnis van verzekering alhier.
Hun wordt ten laste gelegd: dat deeer3tebeklaagde
te Middelburg cp 24 October 1871 heeft geschreven
twee zoogenaamde bedelbrieven waarvan hij den eenen
bedriegelijk heeft onderteekend met den naam van
„D. G. Vermeulen", hebbende hij daarbij vervaardigd
een bedriegelijk met den naam van „dr. 8. van Os"
onderteekend certificaat, houdende: dat de voorgewende
schrijver van den eerst bedoelden brief aan verduiste
ring van het hoornvlies van zijn rechteroog en aan
groote zwakte van gezichtsvermogen van zijn linkeroog
leeddat hij den tweeden bedelbrief bedriegelijk met
den naam van „J. P. van Straten" heeft on der teekend,
en daarbij vervaardigd een bedriegelijk met den naam
van „van Benthem en Juttingh" onderteekende valsche
verklaring, houdende: dat de voorgewende van Straten,
vroeger als snelpersdrukker in hun dienst, door eene
borstziekte niet meer bij hen werkzaam kon zijn, als
mede op dien grond eene aanbeveling van dien per
soon; dat op 25 en 26 October de tweede beklaagde
met do beide eerstgemelde, en de derde beklaagde met
de beide laatstgenoemde stukken, die zij wisten dat
valsch warenzich to MiddelburgOost- en West-
Souburg en Vlissingeu aan de huizen der ingezetenen
hebben vervoegdteneinde daarop gelden te bekomen,
hetgeen hun dan ook werkelijk bij verschillende inge
zetenen is gelukt. De beklaagden hebben alles in
gemeen overleg verricht, met voornemen de ontvangen
gelden te deelen.
KOLONIËN.
Voor den dienst van den waterstaat en de burger
lijke openbare werken in Nederlandsch-Indië worden
gevraagd vijftien praetisch ervaren opzichters 3e klassse.
Deskundigendie genegen zijn zich op den voet,
onder genot der voordcelen, en onder de verplichtingen
omschreven in de koninklijke besluiten van 26 Decem
ber 1864, n» 70, en 28 September 1865, n° 37, te ver
binden, kunnen zich tot en met ultimo Februari 1873
tot het deelnemen aan een vergelijkend examen tot bet
departement van koloniën wenden.
Er zijn drie nota's van bekwaamheid. Met de 3l' nota
kan men in Indië benoemd worden tot opzichter
3e klasse en eventueel bevorderd worden tot opzichter
2e klassehet bezit van de 2e nota is een vereisebte
voor bevordering tot opzichter le klasse, en het bezit
van de le nota een vereischte voor bevordering tot ar
chitect.
Bij hun request behooren de belanghebbenden mits
dien op te geven, voor welke nota van bekwaamheid
zij het bedoeld examen hier te lande verlangen af te
leggen, en of zij, ingevolge het koninklijk besluit van
28 September 1865, n° 37, het examen in de daarbij
vermelde vakken nader in Indië wenschen af te leggen;
wordende hun voor dat geval herinnerd, dat bedoeld
gedeelte van bet examen in Indië zal moeten zijn
afgelegd, alvorens zij voor bevordering tot hoogeren
rang in 'aanmerking kunnen komen.
Zij die als opzichter 3e klasse bij den waterstaat en
de burgerlijke openbare werken in Nederlandsch-lndië
worden uitgezondenzullen genieten een traktement
van f 150 's maands. Bij bevordering tot opzichter
2« klasse en der le klasse wordt toegekend een trakte
ment respectievelijk van f200 en ƒ250 's maands.
GEMENGDE BERICHTEN.
In de zaak van den te 's Gravenhage gepleegden
moord is nog een officier van gezondheid als getuige
gehoord, die, volgens Het Vaderland, een belangrijke
verklaring heeft afgelegd. Den avond van den moord
te half elf uur ongeveer de Bocht passeerende, liep bij
eenige oogenblikken achter twee mannen die hem niet
schenen te bemerkenen hoorde hij den een tot den
ander zeggen: „Als liij er uit is, dan moeten we er
op los", waarschijnlijk met dien hij b3doelende den
vrijer van de vermoorde dienstbode, die gewoon was
omstreeks dat uur afscheid te nemen. Die bedoeling
kon de officier toen natuurlijk daarin niet zoeken, en
zonder er bijzondere aandacht aan te wijden, dacht
hij dat die woorden sloegen op een of andere vecht
partij. Een eindweegs verder kwamen twee andere
personen, namelijk een man en een vrouw, de twee
mannen tegemoet en spraken deze aan, doch de officier
die intusschen was opgemerkt, liep door zonder zich
verder met de zaak in te latenweinig vermoedende
dat de personen bezig waren uitvoering te geven aan
hun misdadig voornemen. Uit deze getuigenis zou dus
blijken, dat ook een vrouw wetens of onwetens in de
zaak betrokken is geweest, hetgeen door andere getuige
nissen nog bevestigd wordt. Verder wordt ook door
een getuige verklaard, dat de teekeniug, waarvan wij
reeds vroeger melding maakteneenige dagen vóór den
moord nog op de schrijftafel van mevrouw van der
Kouwen heeft gelegen.
Omtrent de ongeregeldheden die Maandag te
Sneek hebben plaats gehad bij den openbaren verkoop
van vleesch van afgemaakte koeien, wordt nader mede
gedeeld dat toen de militaire macht uit Leeuwarden,
bestaande uit 50 man infanterie was aangekomenzij
eerst oprukte naar het stadhuis en daar halt maakte.
Vervolgens werd opgemarcheerd tot de plaats, even
buiten de kom der gemeente, waar nog een massa men-
schen voor den stal, die het overgebleven en onverkochte
vleesch bevatte, was samengeschoold. Reeds in den
vooravond waren daar de glazen ingeslagen. De mili
taire macht maakte de noodige ruimte. Eenige malen
werd de menigte gesommeerd uiteen tc gaan en toen
daaraan niet voldaan werd, volgde het bevel tot de
eerste charge. Groot was de indruk daardoor teweeg-