belangrijke debatten in derde lezing werd aangenomen.
Hoewel van meer onschuldigen aard, kan men deze wet
volkomen gelijk stellen met die tegen de Internationale.
Beide wetten straften niet slechts waarneembare feiten
en handelingen, maar ook een denkbeeldig misdrijf dat
vaak niet geconstateerd kan worden. Frankrijk zal
met deze wetten de proef kunnen nemen of repressieve
maatregelen, die in de meeste gevallen niet toegepast kun
nen worden of tot vrijspraak moeten leiden, iets baten
en den eerbied vcor de wet wel verhoogen. De straf
bare graad van dronkenschap is billijkerwijze evenmin
te constateeren als sympathie voor de Internationale,
zoolang nog geene handeling gepleegd is waaruit het
voorhanden zijn van dien passieven toestand blijkt.
En zelfs dan nog kan in zeer vele gevallen het opleg
gen eener straf hoogst onbillijk wezen.
De tweede lezing van het wetsontwerp op den arbeid
van kinderen in fabrieken was daarna aan de orde.
Art. 1 werd na korte discussie naar de commissie ge-
renvooieerd en de verdere behandeling tot heden ver
daagd. Een voorstel van den heer Destremx tot
regeling der plaatsen op de tribunes in de nationale ver
gadering, hetwelk met 353 met 231 stemmen werd
aangenomen, bereidde een échec aan den heer Baze,
een der questeurs der kamer, die gewoonlijk metgroote
partijdigheid over die plaatsen beschikten. Met volhar
ding streed hij voor het behoud van zijn oud recht,
waarin hij door zijne vrienden der rechterzij de gesteund
werd, doch hun verzet baatte niet en de kamer maakte
een einde aan zijn willekeur.
Het Pruisische lagerhuis hield zich Woensdag uitsluitend
bezig met de afdoening van petitiën. Slechts van eenig
belang is het adres van een aantal Polen, die gelijk
stelling der Poolsche met de Duitsche taal verzoeken.
Afgescheiden van de politieke beteekenis van dit ver
zoek, zal geen onpartijdige daarin iets onbillijks zien.
Doch ook al ligt er eenig politiek gevaar in, dan is
het nog zeer de vraag, of dat zoo groot i3 dat de bil
lijke eisch eener nationaliteit daaraan moet opgeofferd
worden'? De Pruisische kamer aarzelt niet deze vraag
ontkennend te beantwoorden; ook Woensdag weder
ging zij na eene discussie van 1^ uur ten aanzien van
dit verzoek over tot de orde van den dag. Een voor
name reden moet hierin gezocht worden, dat de meeste
Duitschers er niet minder van overtuigd zijn dat hunne
taal de Cultursprache bij uitnemendheid is, dan de Fran-
schen geloofden en velen misschien nog gelooven dat
zij ld grande nation zijn. Niemand zal in ernst beweren
dat de Poolsche ontwikkeling op éene lijn te stellen
is met de Duitsche, maar is de weg dien Pruisen inslaat
dan de juiste om die ontwikkeling te doen toenemen?
Het is opmerkelijk en niet minder treurig, dat die
groote Cultur de meeste Duitschers zoo exclusief enbe-
krompeu maakt.
Nu de Engelsche bladen de duistere quaestie van Cen
traal-Azië en de missie van den Eussischen graaf Schouva-
lof naar Londen hebben uitgeput, warmen de Berlijnsche
en Weensche bladen deze zaak nog eens op. Te Berlijn,
waar in de regeeringskringen de sympathie voor Rus
land zeer groot is eene waarheid die men bij de
beoordeeling der beschouwingen niet buiten rekening
moet laten noemt men de alarmkreten der Engel
sche dagbladen over de missie van Schouvaloff en het
conflict tusschen Rusland en Engeland zeer overdreven.
Overal, heet het, heeft graaf Schouvaloff zich zeer
bevredigd uitgelaten over het succes zijner zending.
In Weenen daarentegen, waar men zich minder tot
Rusland aangetrokken gevoelt, luidt de algemeene
opinie geheel anders. Ook de regeering schijnt ODder
dien indruk te verkeeren, daar zij een buitengewoon
zaakgelastigde naar Teheran gezonden heeft. Dit be
sluit wordt toegeschreven aan de vaste overtuiging dat
Engeland in Midden-Azië spoedig genoodzaakt zal
wezen naar de wapenen te grijpen. Niet weinig brengt
tot deze meening het gerucht bijhetwelk gretig door
de Engelsche bladen verspreid werd, dat reeds vóór
twee jaren een geheim tractaat tusschen Rusland en
Perzië was gesloten, waarbij het laatste land een ge
deelte van zijn grondgebied afstond. De Perzische
gezant te Londen, H. Ch. Mohsiu Ivb.au, verklaart
echter in een brief van 22 Januari aan alle Londen-
sche dagbladen, dat hij „gemachtigd is plechtig te ver
klaren dat over deze zaak geen geheim tractaat tus-
scnen Perzië en Rusland bestaat."
Ten aanzien der Laurium-quaestie deelt de Neue freie
Presse weder het een en ander mede, dat echter in
lijnrechten strijd is met hetgeen dit blad vóór drie dagen
vermelde. Thans zouden Frankrijk en Italië geweigerd
hebben de zaak aan de uitspraak der mogendheden te
onderwerpen, en zou het kabinet van Athene er in heb
ben toegestemd tot beslechting van het geschil scheids
rechters door Duitschland, Oostenrijk, Engeland en
Rusland te doen benoemen. Vroeger wenschten juist
Frankrijk en Italië dit en verzette Griekenland er
zich tegen. Wat deze mede deelingen beduiden, wan
neer het bericht van hetzelfde blad waar was, dat
door een onderhandsche schikking reeds een einde aan
de zaak was gemaakt, is niet recht duidelijk. Hoe het
zij, de Laurium-quaestie schijnt niet minder dan de
quaestie van Midden-Azië gepredestineerd om gedu
rende ettelijke jaren als vogelverschrikker dienst te
doen. En opdat men ze beiden in tijden van politieke
windstilte des te beter zou kunnen exploiteerenwor
den zij zooveel mogelijk ii? geheimzinnigheden gehuld.
Belgische brieven.
Brussel 23 Januari.
Het wetsontwerp tot goedkeuring van het tractaat,
den 13en dezer maand tusschen de regeeringen van Ne-
deiland en België gesloten, betreffende den aanleg en de
exploitatie van den spoorweg AntwerpenGladbach voor
zooveel die over Nederlandsch gebied zal loopen zal
in de kamer op hevigen tegenstand stooten.
De oppositie zal het gouvernement verwijten, dat het
de toestemming tot het leggen der lijn door het hertogdom
Limburg op de meest bezwarende voorwaarden ver
kregen beeft. De regeering zal de memorie van toe
lichting bewijst het door die oppositie niet onver
wacht getroffen zijn. Zij ontveinst zich niet dat zij het
recht van overgang dezer lijn over Nederlandsch
gebied zeer duur betaald heeft. Want het tractaat van
13 Januari verzekert aan Nederland 1° de beschikking
over een kapitaal van bijna 9 millioen, dat tot dusverre
onvervreemdbaar was krachtens eene bepalingwelke
het nationale gevoel scheen te kwetsen, en 2° de op
heffing van de surtaxe op den invoer van Nederlandsch
gedistilleerd.
De regeering verklaart de eerste voorwaarde door
Nederland gesteld vooral uit den wensck, om de banden
welke beide natiën verbinden nog nauwer aau te halen
en zij erkent dat het, zelfs afgescheiden van politieke
beschouwingenvoor Nederland een groot financieel voor
deel is om in plaats van eene onvervreemdbare rente een
disponibel kapitaal te ontvangen.
Wat de bepaling ten aanzien van het gedistilleerd
betreft, waaraan de Nederlandsche regeering steeds groote
waarde heeft gehechterkent het gouvernement dat de
afschaffing der surtaxe ontegenzeggelijk de concurrentie
ten gunste van de Nederlandsche stokers wijzigten
verklaart het dat het niet dan aan het einde der
onderhandelingen in de opneming dezer voorwaarde
heeft toegestemd- „Maar zegt de regeering in hare
toelichting men moet zich van de waarschijnlijke
gevolgen dezer zaak eene niet al te overdreven voor
stelling maken.11
Uit goede bron verneem ik dat de heer Frère-Orban
het tractaat aan een scherpe critiek zal onderwerpen
en dat de geheele linkerzijde in koor zal volgen. Maar
ik zou het reeds bij voorbaat durven zeggen, dat aan
eene meerderheid "oor de aanneming van dit tractaat
niet valt te twijfelen. Ik geloof dan ook niet dat er
eenige kans bestaat dat een tractaat verworpen wordt,
hetwelk en vooral het Nederlandsche gouvernement
legt daar terecht nadruk op ontegenzeggelijk een
onloochenbaar en schitterend blijk is van wederzijdsch
vertrouwen. Vooral voor uwe regeering is het een triomf,
want men moet erkennen dat zij zich op bewonderens
waardige wijze uit de moeilijkheden heeft gered welke
uit den aard der zaak aan het sluiten dezer overeen
komst verbonden waren.
Varia uit het Buitenland.
Duitschland. Volgens de Deutsche Reichscorres-
pondenz zal de rijksdag tegen den 8:n of 10en Maart
bijeengeroepen worden en gelijktijdig met den Pruisi-
schen landdag bijeen zijn. Aan dit onvermijdelijk
bezwaar zal men tegemoet komen door terstond twee
omvangrijke wetsontwerpen van strafvordering en bur
gerlijke .rechtsvordering in te dienen, welke door de
commissie onderzocht kunnen worden gedurende den tijd,
dien de landdag nog noodig heeft om zijne werkzaam
heden ten einde te brengeu. Ook spreekt men van de
indiening eener algemeene rechterlijke organisatie voor
het Duitsche rijk. Tot rapporteur der commissie,
belast met het onderzoek der religieus-politieke wets
ontwerpen van den heer Falk is benoemd dr. Gneist,
die in den rijksdag ook rapporteur was over de jezuïeten-
wet. De tegenstanders dier wetten kunnen thans zonder
eenigen twijfel alle hoop op een goed gevolg van hun
nen tegenstand laten varen. De Provincial Corres-
pondenz zegt in haar ncmmer van eergisteren dat „juist
in dezen tijd van diep ingrijpende hervormingen heter
op aan komt, het vertrouwen der natie in de eensge
zindheid der regeering niet aan het wankelen te bren
gen. Uit alle officieele verklaringen der laatste weken
blijkt dat, ondanks de vroegere geschillen over de
Kreisordnung en de persoonsverandering op den presi-
dialen ministerzetel, toch een volkomen eenstemmigheid
over den verder te volgen weg bij de regeering bestaat
en geen enkel kenteeken aanwezig is voor het vermoe
den van oneenigheid tusschen de ministers." Zou het
blad vau den minister von Eulenburg zelf wel aan dit
ongevraagd advies gelooven? en zoo ja, meent het dan
inderdaad dat het nog onpartijdige- liberalen daardoor
zand in de oogen kan strooien?
Frankrijk. In de gisteren door ons genoemde
kerken te Parijs is Woensdag de mis voor Napoleon III
gehouden, echter zonder eenigen zang of rouwplech-
tigheden. In bet algemeen was de opkomst zeergroot.
De meest bezette kerken waren Saint-Germain-l'Auxer-
rois en Sainte-Clotilde. Maarschalk Mac-Mahon woonde
de mis in de laatstgenoemde kerk bij, eveneens de lieeren
Magne, de Talhouët, Béhic, de Roy er, Plichon, Buffet,
Jurien de la Gravière enz. De ex-koningin van Spanje,
Isabellawas in de kerk Saint-Augustin. In la Trinité
waren talrijke bezoekers met ruikers van viooltjes, het sym
bool der Bonapartes als de leliën dat der Bourbons zijn.
Ingevolge den wensch van Thiers heeft gisteren eene
conferentie met de commissie voor de verzoekschriften
plaats gehad naar aanleiding van het verzoekschrift van
prins Napoleon over zijne uitzetting uit Frankrijk.
Naar men verneemt, zijn in 'tgeheel slechts zeventien
personen gearresteerd als beschuldigd van deelneming
aan de Internationale. De zaak had dus minder te
beteekenen dan sommige dagbladen meldden. Le
Soir meldt het volgende: Toen de rechterzijde in
de zitting der kamer van 19 dezer zich in massa ont
hield van stemming over de motie-Christophle (tenge
volge waarvan de stemming nietgeldig werd verklaard)
zeide de minister van justitie„Zittingen als die van
heden verhaasten de ontbinding." En toen het incident
in de zitting van den 20en geëindigd was (het gekibbel
der rechterzijde over de quaestie van prioriteit, die'
reeds den vorigen dag was beslist), richtte de heer
Dufaure zich tot een afgevaardigde der linkerzijde met
deze woorden: „Het debat van heden is de ondergang
der nationale vergadering." L'Ordre zegtdat de
reden, waarom de regeering geen machtiging gevraagd
heeft om den heer Ordinaire, lid der nationale vergade
ring, te vervolgen, wegens zijn duel met Léon Cavalier,
hierin gelegen is: de heer Dufaure brengt een wets
ontwerp in gereedheid, waarbij strengere straffen tegen
tweegevechten dau de bestaande worden voorgesteld. Tot
tijd en wijle de kamer de voordracht goedgekeurd heeft,
zou men van verdere maaregelen ten aanzien van personen,
die geduelleerd hebben, afzien. Dit zou ook de oor
zaak zijn, dat de straf, waartoe de heer Clêmeuceau
terzelfder zake veroordeeld was, aan hem tot dusver
niet voltrokken is.
België. In de zitting der kamer van volksver
tegenwoordigers heeft do heer de Baets gisteren aange
drongen op het nemen van maatregelen om de overstroo
mingen, waardoor Gent geteisterd wordt, te voorkomen.
De minister van openbare werken antwoordde, dat de
regeering niet gehouden is het onmogelijke te doen, en
het mogelijke is gedaan. De verlangde werken zouden
reeds tot stand zijn gebracht, indien de regens niet
opnieuw waren ingevallen. Le Moniteur bevat de
wet, waarbij wordt goedgekeurd de op 24 Mei jl. ge
sloten conventie tusschen België en Nederland, betref
fende de indijking van het Zwin.
Mengelwerk.
DE HEDENDAAGSCHE ZIGEUNERS.
In den laatsten tijd is veler aandacht weder geves
tigd op een volk, dat een zeer eigenaardige plaats ten
opzichte van de beschaving van onzen tijd inneemt.
Het is een volk waarop die beschaving geen vat heeft,
dat vreemd blijft aan iederen staatkundigen band, en
men moet bijna zeggen onvatbaar is voor de alge
meene begrippen van recht en zedelijkheid. Reeds zijn
naam, waaraan men zoo vele beteekenissen heeft willen
hechten, heef tzijn oorsprong waarschijnlijk aan de levens
wijze en het bedrijf van het volk zelve te danken en zal
oorspronkelijk „Ziek, Gamer''' zijn geweest. Voor deze op
vatting pleit ook, dat men hen in,bijna ieder land een ande
ren naam heeft gegeven, terwijl zij zeiven zich steeds
„Cales" dat wil zeggen „zwarte menschen" noemen.
Hoe het zij, dit is althans aan geen twijfel onderhe
vig, dat de Zigeuners een uit Azië afkomstig, vau
oudsher Nomadisch volk zijn, maar vreemd is het ver
schijnsel, dat zij als zoodanig zich langer dan vier
eeuwen midden in Europa konden ophouden, daar men
hunne komst in Duitschland en Frankrijk in het jaar
1417 stelt. Het bijzondere kenmerk van dit volk is
zijn vasthouden aan de eigenaardigheden en voorvader
lijke gewoonten van zijn stam, want nog heden leiden
de Zigeuners in zekere mate een patriarchaal leven en
erkennen geen andere zedelijke verplichtingen dan die
tegenover hun eigene familie en het opperhoofd vau
hun stam. De familie bekleedt bij hen de plaats van
Moloch aan wien alle bijzondere belangen moeten wor
den opgeofferd. Slechts in den kring van de familie
en van den stam kennen zij recht en wet; de geheele
wereld daarbuiten is voor hen vogelvrij.
De Zigeuner zal geen lid van zijn grooten stam bedrie
gen noch bestelen, hij mag heui geen geld schuldig blijven
als hij daarentegen anderen kan bedriegen of bestelen