MIDDELBIJRGSCHE C O I It A N T. F 20. Donderdag 1873. 23 Januari. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2lü Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per S/m.s franco is f 3.50, Middelburg 22 Januari. HET TRACTAAT MET BELG IE. II. De oppositie tegen de met Nederland gesloten trac- taten in België laat zich gevoegelijk samenvatten in het bekende rijmpje van den minister Canning; "Iu matters of commerce, the fault of the Dutch «Is: giving too little and asking too much.7' Zoo ooit, is echter dit rijmpje volstrekt niet toepasse lijk cp het laatste tractaat. Eene beschouwing, die zich niet tot de oppervlakte bepaalt, brengt dit aan het licht. Drie onderwerpen worden bij het tractaat [wij laten het tractaat betreffende de waterstaats-aangelegenheden in Noord-Brabaut en Limburg er buiten] geregeld: de concessie voor den spoorweg AntwerpenGladbach, do opheffing der suriaxe op het Nederlandsche gedis-teleerd, de kapitalisatie der rente van vier ton. Volgens de berekening der Belgische opposanten strekt het eerste, de concessie, inderdaad ten behoeve van Belgische be langen, doch geeft dit voordeel hun nog geene reden tot tevredenheid maar alleen tot het beklag, dat de Nederlandsche regeering haren onredelijken tegen stand tegen dien spoorweg zoo lang heeft volgehouden. Maar de oplossing der quaestie van het Nederlandsch gedisteleerd en de kapitalisatie der reiite strekken uit sluitend in het belang van Nederland, waarvan de in dustrie een nieuw débouché verkrijgt en waartegen de Bel'gische regeeriug weerloos zal staan, wanneer wij de verplichtingen welke het tractaat van 1839 ons oplegt gelieven te verzuimen. Oppervlakkig zeer juist; maar in werkelijkheid het tegendeel. Men kan het belang dat België bij het tot stand komen van de spoorweglijn AntwerpenGladbach heeft niet hoog genoeg stellen. Het geldt daarbij de kortste verbinding van Antwerpen met Noord-Duitschland, een onberekenbaar voordeel voor de handelsstad aan de Schelde. Maar die spoorweg is voor Nederland in het geheel geen onverschillige zaak. Hij zal eene con- curreerende lijn vormen met de voor zooveel kosten aangelegde zuiderlijn der staatsspoorwegen, welke Vlissiügen met Noord-Duitschland verbindt, en die concurrentie van eene gevestigde en van alle inrichtin gen en relaties voorziene handelshaven tegen eene haven als Ylissingenwaar alles nog geschapen moet worden zal voor onzen Nederlandschen handel en voor de ont wikkeling van Zeeland een groot nadeel en eene ern stige bedreiging zijn. De oplossing dier spoorwegquaestie is derhalve een onwaardeerbaar voordeel voor België, maar tevens een groot nadeel voor Nederland; en hoe hoog men ook opgeve van cosmopolitisme, het hemd blijft altoos nader dan de rok, en wij zien niet zonder leedwezen een beding gemaakt waardoor de ontwikke ling van den Nederlandschen handel belemmerd en vertraagd wordt ten bate onzer naburen. Nog vermel den wij docb, vermits wij weinig daaraan hechten, alleen om niets te vergeten dat er ten aanzien van dezen spoorweg nog een ander voordeel voor België is gestipuleerd, de vergunning dat een Belgische maat schappij den spoorweg AntwerpenGladbach zal mogen exploifeeren. In België moet men aan dit beding waarde hechten blijkens de op dit stuk gemaakte wet van 18G9; Nederland geeft bij dit tractaat een gedeelte van zijn recht prijs daar het, zich jegens België ver bonden hebbendede exploitatie van den weg aan de Belgische maatschappij in geen geval ontnemen kan. Wij geven toe dat de Nederlandsche regeering, door zich met hand en tand tegen de lijn AntwerpenGlad bach te verzetten, aanleiding zou geven tot het verwijt van bekrompen handelsnaijver, dat in de Belgische dag bladen reeds uitgesproken is. Maar dit verhindert niet bij de opmaking der balans van de uitkomsten van het tractaat er wel degelijk op te wijzen dat wanneer Bel gië door de oplossing dezer quaestie voordeel heeft behaald, daartegenover voor Nederland, en vooral voor de zuidelijke provinciën, een onloochenbaar nadeel wordt veroorzaakt. Eu heeft dan Nederland, om dit nadeel te vergoeden, inderdaad zulke kolossale voordeelen bij het tractaat verkregen? 't Is luttel wat wij daarbij winnen. Wat beteekent die opheffing van de suriaxe op het gediste leerd, hoeveel ophef ruen er in de kamers en in de pers over gemaakt kebbe en hoe goed die ook op het papier klinkt? Zal België, met de bekende gewoonte zijner bevolking, ooit een belangrijk débouché voor de Nederlandsche jeneverstokerijen worden? Zonder twijfel niet. En dit zoo hoog getaxeerd voordeel komt dus in werkelijkheid neder op het kleinste minimum, dat er ooit bij eenig tractaat verkregen is. Maar de kapitalisatie dan? Het denkbeeld van het uit do rente voortvloeiende beweerde recht van retentie ver van ons werpende, erkennen wij dat in die schikking een indirect voordeel voor Nederland maar in ge lijke mate voor België gelegen is, omdat de finan- cieele betrekkingen tusschen de beide mogendheden daarmede zullen ophouden. Maar ziedaar ook alles. Direct, financieel voordeel heeft Nederland bij de ge schiedde afrekening niet; integendeel is ons land ook hierin benadeeld. Men oordeelc: Nederland bezat een op het Belgische grootboek ingeschreven schuld ten laste van België, in rente groet f 400,000. Wanneer zoodanige renteschuld wordt gekapitaliseerd is de natuurlijke en billijke weg dat men als grondslag van berekening aanneemt den beursprijs van het fonds, waartoe de rente behoort. De prijs der Belgische pereents nationale schuld werd op den 14cn Januari te Brussel op de prijscourant der effecten genoteerd op 68 en in de aan dien datum het naastbij komen de offi- cieele prijscourant in Nederland op G14 percent. Nu eischt do billijkheid dat men in dit bijzondere geval den beursprijs in Nederland en niet den hoogeren te Brussel aanneemt als den grondslag van betekening en naar den koers van 61£ vertegenwoordigt eene op het Belgische grootboek ingeschreven renteschuld van f 400,000 een kapitaal van f 9,840,000. Daar nu de rente volgens het tractaat van 14 Januari wordt geka pitaliseerd op f 8,900,000, zoo lijdt Nederland daarbij een zuiver nadeel van f 940,000. Dit verlies is bij den tegenwoordigen stand van onze geldmiddelen wel wat kras; wij kunnen niet gissen op welke gronden men de kapitalisatie heeft bewerkstelligd naar den koers vau55a/3) en zija zeer benieuwd daarvan bij de indie ning Vein het tractaat aan de Sta ten-generaal de recht vaardiging te vernemen. Men ziet dus dat zoo men de Nederlandsche regeering over het tractaat van 14 Januari eeu verwijt wil maken, men dat van Canning zal moeten omkeeren en over de fout klagen van het: „asking too little and giving too milch." Eene nadere beschouwing yan den inhoud van het tractaat doet ons onderstellen dat de Belgische oppositie een opgemaakt iets is, en dat men het wil doen voor komen alsof Nederland bij het tractaat het leeuwendeel verkregen heeft om den tegenstand te bezweren welke men van eene nauwkeurige beoordeeling in Nederland verwacht. Kwam die oppositie van eene met de Bel gische regeering bevriende zijde, wij zouden ons over tuigd achtendoch de omstandigheid dat de liberale oppositie zich in België tegen het tractaat verzet geeft aan de gebezigde argumenten den schijn van ernst. Is dit het geval, meent men werkelijk in België dat het Belgische belang bij het tractaat niet genoeg in het oog is gehouden, dan zal het tractaat stellig goed en billijk voorkomen aan hen die beweren dat eene schikking, wil ze billijk zijn, beide partijen ontevreden maken moet Want terwijl de Belgen pruttelen, betui gen wij onze ontevredenheid dat tegenover het belangrijk voordeel van den lijn Antwerpen—Grladbach voor Ne derland niets dan cominercieele en financieele nadeelen j overstaan, waartegen het schijnbaar voordeel betreffende I de gcdisteleerd-belasting en de losmaking der financieele banden tusschen Nederland en België geenszins opwegen. Van ons Nederlandsch standpunt kooit het ons voor dat de oppositie die het tractaat in België uitlokt veel bewijst hetzij voor de kunstvaardigheidhetzij tegen de scherpzinnigheid der opposanten. De heer Th. J. Coenraads Pieterseambtenaar bij de staatsspoorwegen alhieris benoemd tot stationchef te Best. De kamer van koophandel en fabrieken te Vlissingen, heeft besloten bare vergaderingen voortaan in het open baar te houden. In de gisteren gehouden vergadering van den ge meenteraad van 's Gravenkage werd tot geneesheer directeur van het gemeente-gasthuis aldaar benoemd dr. G. P. van Tienhoven. Het voorstel van burgemeester en wethoudersom gedurende het tooneeljaar 1873/74 geen subsidie te ver- leenen tot exploitatie van den Franschen schouwburg werd met 32 tegen 3 stemmen aangenomen. De Staats-courant van heden bevat het koninklijk besluit van den 12cn Januari 1873, tot vaststelling van een reglement voor het gebruik van de spoorweglijnen te Dordrecht en van de beweegbare brug in den groo- ten weg le klasse van Rotterdam naar Breda over den mond van die haven. BENOEMXNGEN EN BESLUITEN. militieraden". Benoemd tot voorzitter van den militieraad voor de lichting der nationale militie van 1873, in de provincie Zeeland E. H. F. W. MathoD, lid der provinciale staten; tot zijn plaatsvervanger H. P. Winkelman, lid der provinciale staten; tot lid jonkheer W. II. de Jonge, lid van den gemeenteraad van Middelburgtot zijn plaatsvervanger mr. N. C. Lam- brcchtsen van Ritthem, lid van den gemeenteraad van Middelburg. ONDERWIJS. In de S taats-courant van heden is opgenomen het verslag der commissie, belast met het afnemen van het eindexamen der hoogere burgerscholen in Limburg in het jaar 1872. g De minister van koloniën maakt in de Staats courant van hedenmet vermelding der voorwaarden; bekend dat voor den dienst in Nederlandsck-Indië ;zij'a benoodigd vijf en twintig onderwijzers, bij voorkeub ongehuwd, die in het bezit zijn eeu er akte van bekwaam heid als hoofd- of als hulponderwijzer, en van eene aanteekening voor eene vreemde taal, bij voorkeur de Fransche. y r; Jxia Benoemd tot rector aan de Latijnscho sehooLle Zalt-Bommel M. C. Tiedeman, doctorandus in de letteren aan de hoogeschool te Utrecht. gX De hoofd-commissie te Hernhut voor het jon'gei- heeren-instituut der Moravische gemeente te Zeist heeft haar toestemming gegeven om het onderwijzend per1- soneel uit te breiden en de school op de'1 leest ionzer hoogere burgerscholen in te richten. KERKNIEUWS. Door het kiescollege der Nederduitsch hervormdë gemeente te Amsterdam is'êetgjsferén avond; ter vervul ling van de vacatur^, ''ontstaan door het emeritaat, verleend aan den heér'I. Êrïhs,' het volgende.'drietal van predikanten opgemaakt: D. P. M. Huèt, te D'irkk- land; H. C. van Lindonk, teOosterbeejc,, en D. Rijn- ders, te Alkmaar. f .1 li m loi 3pnl3f9-!tod joM JVTATn-XK EX.'tJEGEll. '""'I Door den minister van, koloniën zijn A. van deyè^, komman deur op ,'s rijk? marinewerf te Amsterdam, en II. A. van Mangn^ weykzaaiq aan hqt etablissement ié Feijenoord, gesteld^r beschikking vka deagpuvern^ur-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1