tie mededeelingen te vernemen van bare leden die
zitting hebben in de commissie der dertigen. Algemeen
achtte men het voorstel der commissie onvoldoende en
vreesde men dat Thiers te veel concessiën aan de rechter
zijde deed. Niettemin zouden de gematigde republikei
nen den president blijven steunen, zoolang het bestaan
der republiek niet in gevaar gebracht werd. Wellicht
zal de dag van heden reeds opheldering omtrent dit
punt kunnen geven. Stemt Thiers er in toe om van de
deelneming aan de discussie over binnenlandsche poli
tiek uitgesloten te worden, dan is het met den invloed
der republikeinen gedaan en de republiek rust op onein
dig zwakkere grondslagen. Wij kunnen echter nog
maar niet gelooven dat Thiers de politiek verraden
zou, welke hij zoo rondborstig en ongevraagd in zijne
boodschap ontwikkelde.
Door het begraven van de interpellatie-de Belcastel
over het incident, hetwelk het ontslag van den heer de
Bourgoing als ambassadeur bij den paus ten gevolge had,
en de bcuoeming van den heer de Corcelles zijn de
moeilijkheden niet uit den weg geruimd welke uit een
dubbel gezantschap te Rome voorspruiten, vooral wan
neer een groot deel der natie die aldus vertegenwoor
digd wordt geheel onder den invloed staat der ultra-
montanen. Als zoodanig komt nauwelijks de kinderach
tige eisch van den nieuwen ambassadeur in aanmerking,
dat de état-niajor van de Orénoqueheui naar hetVaticaan
vergezellen zal, wanneer hij zijne geloofsbrieven aan den
paus aanbiedt. Met nieuwjaar mislukte de toeleg om
deze officieren slechts aan de receptie bij den paus te
te doen deelnemen tengevolge van het bevel der Fransche
regeering, dat zij ookbij den koning van Italië hunne op
wachting moesten maken. Thans natuurlijk is de strekking
van dezen eisch van den heer de Corcelles, om zijdelings te
doen erkennen dat het Fransche schip uitsluitend ter
beschikking van den paus en van den Franschen ambas
sadeur aan het Vaticaan op de ree de van Civita Vec-
chia ligt en onafhankelijk is van den Franschen gezant
bij Victor Emmanuel. Het heeft allen schijn alsof de
Fransche regeering uit vrees voor de ultramontanen het
niet waagt de Orénoque naar Frankrijk terug te ont
bieden dan was tenminste deze twistappel weggenomen-
Doch, zooals gezegd is, deze zaak zal niet opnieuw
moeilijkheden in het leven roepen; de Italiaansche
regeering en de Fransche gezant Fournier zullen zich
aan die kleingeestigheid niet ergeren en daarover geen
misbaar maken, want ook zij stellen prijs op een goede
verstandhouding tusschen Frankrijk, Italië en den paus.
Maar wat van meer belang geacht moet worden, is de
mededeeling van eenige Italiaansche bladen dat de re
geering naar aanleiding van de belofte door den minis,
ter Dufaurè in de Fransche kamer afgelegd, dat de
geestelijke corporatiën tot de competentie van den am
bassadeur bij het Vaticaan zouden blijven behooren,
zich daaraan niet kan storen en slechts onderhande
len kan met de gezanten, welke bij het Italiaansche hol
geaccrediteerd zijn. In verband met de aanhangige
wet betreffende de geestelijke corporatiën en stichtingen
te Rome kan deze zaak nog tot gevaarlijke conflicten
aanleiding geven.
Eene mededeeling van the Morning Post, dat prins
Napoleon naar Zwitserland terugkeert en geenszins
voornemens is om zich als pretendent of regent over
den minderjarigen keizerlijken prins op te werpen, wordt
door een particuliere depêche der Köluische Zeitung
bevestigd. De prins zal zich onvoorwaardelijk aan de
regeering onderwerpen, welke Frankrijk zelf verkiezen
zal, maar wenscht alleen dat de nationale vergadering
hem in zijne eer en zijue rechten als Fransch burger
herstellen zal. Zulk eene belangeloosheid is men in een
Bonaparte niet gewoon. Moge zij echter niet slechts
geveinsd zijn, om de meerderheid der kamer voor zich
te winnen met betrekking tot de grieven tegen de regee
ring van Thiers. Zooals men zich herinnert is het
rapport der commissie voor de verzoekschriften hem
gunstig; het geldt thans nog slechts hare conclusiën
door de kamer bevestigd te zien.
Vrijdag zijn de algemeene beschouwingen over of,
zooals het parlementaire spraakgebruik in Pruisen mede
brengt, is de eerste lezing van het wetsontwerp van
den minister van eeredienst over de opleiding en be
noeming der geestelijken ten einde gebracht. De mi
nister Falk heeft in een uitvoerige rede de bestrijders
der wet beantwoord en vooral de noodzakelijkheid der
voorgestelde maatregelen in het licht gesteld. In het
algemeen mist men echter in de redevoeringen der ver
dedigers twee punten, die o. i. daarin allerminst gemist
mochten worden. In de eerste plaats het bewijs van
het recht hetwelk de staat heeft tot eene absolute
inmenging in de inwendige organisatie der kerk,
vooral terwijl de Pruisische constitutie in art. 18 uit
drukkelijk de benoeming enz. van geestelijken door
den staat verbiedt. In de tweede plaats eene bestrij
ding van het argument van den heer Duncker, dat het
staatsabsolutisme over de kerk slechts tot meer con
flicten aanleiding kan gevende scheiding van staat en
kerk daarentegenzooals de grondwet die uitdrukkelijk
voorschrijft, alleen de nadeelige gevolgen van ultra -
montaanschen overmoed voor den staat kan wegnemen.
Metandere woordende beantwoording der vraag, waarom
kiest de regeering een ongrondwettig middelterwijl
de grondwet zelve een afdoend en daarbij doeltreffender
middel tot bereiking van hetzelfde doel aangeeft Naar
ODze meening is deze vraag de cardo quaestionisal stap
pen de regeering en de Duitsche liberalen zeer luchtig
over het grondwettig bezwaar heen. Ondanks de enkele
goede bepalingen, welke deZe wetten bevatten, zijn zij
in haar geheel een juiste uitdrukking aan den echt
Pruisischen geest, die geene hinderpalen kent waar het
geldt de staatsalmacht op elk gebied te verzekeren.
Tot dusverre was door het wanbestuur der Pruisische
ministers van eeredienst de kerk den staat boven het
hoofd gewassen, nu de staat zich sterker gevoelt keert
de regeering het blad eenvoudig om. Zou daarmede
een einde gemaakt zijn aan de conflicten tusschen beide
machten? Er bestaat alle reden daaraan te twijfelen.
Heden zijn de beide andere voorstellen aan de orde?
welke waarschijnlijk in handen van dezelfde commissie
gesteld zullen worden welke met den minister over
aan. te brengen wijzigingen zal beraadslagen. Er zal zon
der twijfel ruimschoots gelegenheid zijn om later op
deze gewichtige wetsvoorstellen terug te komen.
Uit de noordelijke provinciën van Spanje komen ver
scheidene berichten omtrent verregaande wreedheden
van de Carlisten. Moord en plundering nemen met den
dag toe. Hoe treurig deze feiten op zich zeiven
ook zijn, vooral omdat zij waarschijnlijk tot niet minder
gruwelijke repressailles van de troepen aanleiding zul
len geven, mag men hierin toch het verblijdend bewijs
zien dat de opstandelingen inderdaad terrein verliezen.
De regeeringstelegrammen melden trouwens verschei
dene overwinningen op de Carlisten.
Volgens berichten uit Athene zou de Laurium-quaes-
tie zonder diplomatische tusschenkomst geschikt zijn.
De bestaande Fransch-ltaliaansche maatschappij zou
namelijk opgelost worden in eene nieuwe combinatie
onder een Griekseh bestuur. Deze laatste bijzonderheid
echter maakt eene nadere bevestiging van dit bericht
noodzakelijk.
De commissie der dertigen.
Heden zal waarschijnlijk dc laatste conferentie tus
schen Thiers en de commissie plaats hebben, teneinde
zoo mogelijk tot overeenstemming te komen ten aanzien
der punten in het voorstel der eerste commissie (in ons
nommef van 16 Januari opgenomen), waaromtrent Thiers
met de commissie van gevoelen verschilt. Vooral met
het verbod aan den president der republiekom inter
pellation te beantwoorden of zelfs daarbij tegenwoordig
te.zijn, kan Thiers zich niet vereenigen. De officieuse
bladen blijven steeds de schoonste verwachtingen op
eene overeenstemming uitspreken, hoewel het nauwelijks
denkbaar is dat zij zeiven daaraan gelooven. Uit de
zitting der commissie van Vrijdag kan blijken, zoo men
daarvoor neg een bewijs behoefde, dat het streven
der rechterzijde nog niets minder dan bij de benoe
ming der commissie vijandig is aan de politiek in de
presidentieele boodschap ontwikkeld.
Zooals wij reeds vermeldden is de consideranswelke
het ontwerp voorafgaat, door de commissie gewijzigd,
echter zoo onbeteekenend dat zij hoegenaamd niets
bewijst voor eene tegemoetkoming der meerderheid. "Wat
men daarvan te denken heeft kan overigens uit de discus-
Biën van Vrijdag blijken. De bewuste considerans luidde:
„De nationale vergaderingzich het constitueerend
gezag hetwelk haar toekomt in zijn ganschen om
vang reserveerende, maar de attributen der open
bare machten juister willende bepalen enz." Hier
uit schijnt derhalve te moeten worden opgemaakt, dat
de hervormingen door de commissie voorgesteld niet
beschouwd worden van constitutioneelen aard te zijn.
Deze modus vivendi zou dus niets praejudicieeren ten
aanzien van de beslissing omtrent den definitieven
regeeringsvormeen begrip hetwelk zeker in strijd is
met de boodschap van Thiers. De kleine minderheid
der commissie maakte hierop terecht aanmerking, waarop
de leden der meerderheid ronduit verklaard hebben,
dat zij er niet aan dachten de republiek te organiseeren
en dat de kamer na de aanneming van dit voorstel even
vrij bleef als daarvóór om een koning te kiezen. De
heer d'Audiffret Pasquier, van wiens verzoeningsgezind
heid men zoo hoog heeft opgegevenheeft omtrent dit
punt geen twijfel laten bestaan.
„Ik ontken niet zeide bij o. a. dat men tegen
de boodschap heeft willen protesteeren wij zullen
ons niet door verrassing laten inpakken; gij zult onze
waakzaamheid niet als eene fout aanmerkenonze vader
landsliefde legt ons den plicht op, en wij zullen dien
vervullenom den tegenwoordigen regeeringsvorm te
eerbiedigen, voor zooveel zij den wapenstilstand der par
tijen doet voortduren; wij stemmen er in toe om alle
politieke quaestiën welke ons zouden kunnen verdeelen
te reserveeren. Maar er is geene wijziging van redactie
mogelijk, die ons laat zeggen wat wij niet willen zeggen."
De considerans op deze wijze toegelicht stelt de bedoe
lingen der monarchale meerderheid in het helderste
licht. Zij wil de republiek niet helpen vestigen, zij
wil geen eonstitueerende handeling verrichten, zij zal
slechts het bestaande handhaven, zoolang dit de groote
partijen vereenigd houdt, totdat zij het wagen kan die
verstandhouding te verbreken. Wat men ook in de
laatste vijf a zes weken gesproken heeft over een op
rechten geest van verzoening, welken deze commissie
kenmerkte, ten spijt van al die verzekeringen blijkt
thans zonneklaar, dat het antagonisme tusschen de
politiek van Thiers en die der meerderheid in de com
missi e niet minder scherp afgeteekend is dan in den
aanvang van September.
Doch dit is nog niet alles. Behalve hare uitdrukke
lijke weigering, om tot de bevestiging der republiek
mede te werken, tracht de meerderheid hare positie
tegenover Thiers te versterken en richt zij het voorstel
zoodanig in, dat zij ter gelegener tijd het consti
tueerend gezag der kamer kan doen geldenzooale
zij dit opvat en geheel in strijd met haar mandaat. De
ontzegging van het recht aan Thiers, om ten allen tijde
de tribune te beklimmen, is niets anders dan de ver
momde ministerieele verantwoordelijkheid der commis-
sie-de Kerdrel. Thiers geeft ten aanzien van de dis
cussie over wetsontwerpen, conclusiën enz. toe, maar
wenscht aan de beantwoording van interpeUatiën over
het regeeringsbeleid deel te nemen. Dit past echter den
monarchalen niet. De groote quaestie voor hen is
deze, wie bij de verkiezingen het staatsroer in handen
heeft. Om dit doel te bereiken moeten de ministers,
die niet tot de rechterzijde behooren, vallen, hunne
plaatsen door monarchalen ingenomen en Thiers aan
hunne politiek onderworpen worden. Door Thiers niet
aan de discussiën over het regeeringsbeleid te laten
deelnemen kunnen zij het geheele ministerie omverwer
pen zonder gevaar voor een gouvernementeele crisis,
zooals die reeds eenige malen uitbarstte. Bovendien
bereiken zij met nterpellatiën .over algemeene politiek
nog beter nun doel dan met de verwerping van een
wetsvoorstel. In bet laatste geval treedt éen minister
af, in het eerste kan het geheele ministerie genoodzaakt
worden af te treden.
Het zal" thans slechts de vraag zijn, wat de kamer
van het ontwerp der commissie denkt, waaruit duide
lijker dan ooit het verschil van meening tusschen Thiers
en de monarchale meerderheid blijkt. Thiers heeft iets
op zijne tegenstanders voor, namelijk dat hij van zijn
kant concessiën deed, terwijl de meerderheid der com
missie slechts onder vele woorden de handhaving van
haar anti-republiekeinsch standpunt trachtte te verbergen.
Bedenkt men echter dat de meerderheid, welke Thiers
op den gedenk waar digen 29en November verkreeg, slechts
86 stemmen bedroeg, dan bestaat er wel eenige reden
om de beslissing der kamer met eenige spanning tege
moet te zien.
Srrttjötngm.
Het barkschip Susanna Elisabeth, gezagvoerder
Gr. v. d. Borden, van Batavia naar Rotterdam bestemd,
is heden als bijlegger te Vlissingen binnengevallen, is
naar Neuzen opgezeild.
Eergisteren is te Veere binnengekomen de Engel-
sche bark Reward, gezagvoerder Thomas Meldram,van
Sunderland met kolen voor Veere bestemd.
fjanöclsbmci)t£n.
GRAANMARKTEN ENZ.
Rotterdam, 20 Januari. Tarwe met middelmatigen
aanvoer 25 cent lagerrogge met geringen aanvoer
onveranderdzomergerst 10 cent hooger, winter- onver
anderd; erwten, witte en bruineboonen onveranderd;
paardenboonen 10 cent lager.
Amsterdam, 20 Januari. Raapolie op 6 weken /44$.
Lijnolie op 6 weken 39$.
PRIJZEN VAN EFFECTEN.
Amsterdam 20 Januari 1878.
Nederland. ♦Certific. Werkelijke schuld2$ pet. 56-^
♦dito dito dito 3 66$
♦dito dito dito 4 SS$
♦Aand. Handelmaatschappij 4$ 136$
dito exploitatie Ned. staatssp118
België. *Certifieaten bij Rothschild 2$ 6 li-
Frankrijk. ♦Inschrijvingen3
♦dito5
Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 5 99$
♦Certific. adia. Hamburg 5
♦dito Hope C#. 1855, 6® serie 5 86
♦Cert, f 1000 1864 5 97$
♦dito f 1000 18665 „97$
♦Loten 18665 249$
♦Oblig. Hope ^C°. Leening 1860 44 89$
♦Certific. dito4
♦Inscript.Stk'.glitz&C°.2fca4L. 4
♦Obligatiën 1867—69. 4 73$
♦Certificaten6
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 225$
♦Oblig. dito 4 182