MIDDELBURGSCHE
F 16.
Zaterdag
1873.
COURANT.
18 Januari.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2cn Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50.
Middelburg 17 Januari.
Naar aanleiding van het in de laatste najaarsverga
dering der provinciale staten van Zeeland vastgestelde
Algemeen reglement voor de polders of waterschappen
in deze provincie, werden door den minister van binnen-
landsche zaken aan gedeputeerde staten eenige inlich
tingen gevraagd aangaande enkele artikelen van dat
reglement en tevens consideration verlangd omtrent art.
61 alinea 1, naar aanleiding van een brief van den Bel
gischen gezantdie met beroep op tractaten namens
Belgische grondeigenaren in Zeeland tegen dat artikel
protesteert.
Het antwoord hierop door gedeputeerde staten aan
den ifl^pister gegeven, heeft dezen echter niet bevredigd,
maar twee bezwaren laten bestaan, die hem hebben ver
hinderd het reglement ter goedkeuring aan den koning
voor te dragen. De bezwaren zijn 1° de weglating van
art. 92 van het oorspronkelijke ontwerp, waarbij aan de
vergadering van ingelanden de bevoegdheid tot het
vaststellen van keuren of politie-verordeningen op de
werken was toegekend, en 2° de eisch bij art. 64 ge
steld, dat de gemachtigde van een ingeland ter alge-
meene vergadering Nederlander zijn moet.
Onder overlegging van afschriften der gewisselde
stukken geven gedeputeerde staten o. a. te kennen wat
het weglaten van artikel 92 betreft, dat overeenkomstig
de bedoeling der wet van 12 Juli 1855 (Staatsblad n°
102) het de taak der staten is bij de vaststelling van
ieder nieuw reglement van bestuur van eenig water
schap, hetwelk bedoelde bevoegdheid mist, te overwe
gen in hoever de noodzakelijkheid tot het toekennen
van deze bevoegdheid al dan niet bestaat, en dienover
eenkomstig te handelen. Met de weglating van artikel
92 hebben gedeputeerde staten, en zij gelooven dat dit
ook de meening van de provinciale staten is, niet be
doeld dat politiebepalingen overbodig zouden zijn, maar
dat daarin genoegzaam wordt voorzien door het llegle-
ment van politie voor de polders in Zeeland en er geen
noodzakelijkheid beslaat tot toekenning der bevoegd
heid om keuren of politie-verordeningen te maken aan
de polderbesturen in het a 1 g e me e n maar dat het ver-
kieslijker is, dat alleen te doen aan die waterschappen,
voor welke bijzondere reglementen worden verlangd en
vastgesteld, voor zoover de staten, in ieder bijzonder
geval, de al of niet noodzakelijkheid daarvan zullen
erkennen.
Dat de weglating van art. 92 een leemte in het
reglement zou laten kunnen gedeputeerde staten den
minister niet toegeven. Mochten later bijzondere regle
menten worden verlangd, bij voorbeeld voor water
schappen waarin een meer of min aanzienlijk aantal
vreemdelingen ingelanden zijn, de staten zullen alsdan
te beslissen hebben in hoe ver ook aan die waterschapr
pen het recht van keuren te maken en dus van straf-
wetgevende macht uit te oefenen, al dan niet zal kun
nen en behooren te worden toegekend.
Ten opzichte van den eisch in art. 64 gesteld, dat
de gemachtigde van een ingeland ter algemeene verga
dering Nederlander moet zijn, hebben gedeputeerde
staten den minister o. a. verzekerd, dat hun geen trac
taten bekend zijnmet welke het bedoelde artikel van
het reglement in strijd zou zijn. Zij merken voorts op
dat vreemde grondeigenaren worden toegelaten, niet
ofschoon zij vreemdelingen zijn, maar omdat zij
grondeigenaren zijn. Zonder deze hoedanigheid
toch ware geen enkel motief voor hunne toelating aan
wezig, en dus evenmin voor de toelating van hen die
geen grondeigenaren en bovendien vreemdelingen
zijn. Het moet, naar hunne meening, den vreemden
grondeigenaar, evenmin als den Nederlandschenvrij
staan zich door een vreemdeling te doen vertegenwoor
digen, in eene vergadering waarin uitsluitend Neder-
landsche, ook openbare belangen besproken en behar
tigd worden, en waarin, bij uitzondering op den,
voorzeker ook met het oog op het Nederlandsch staats
recht zeer te billijken regel, dat dergelijke belangen
niet anders dan door Nederlanders behooren verzorgd
te wordenvreemde ingelanden zullen worden toe
gelaten, alléén omdat zij grondeigenaren zijn.
Op grond van een en ander stellen gedeputeerde staten
aan de provinciale staten voor te besluiten te verklaren,
dat de staten van Zeeland de bezwaren, door den mi
nister van binnenlandsche zaken tegen het door li en
in November laatstleden vastgesteld algemeen reglement
voor de polders of waterschappeningebracht, niet
deelen en diensvolgens de beslissing des konings daarop
wenschen af te wachten.
Met ingang van den lcn Februari a. is tot visiteur
der quarantaine te Vcere benoemd de heer A. A. J. Hainan.
Gisteren middag te 2 uren keerde de heer P. J.
van der Mandere, naeijne eedsaflegging als burgemeester,
te Kapelle terug. Aan het station door eene talrijke
menigte opgewacht, die hem juichend ontving, werd hem
een hartelijk welkom toegeroepen door den heer A. Nijs-
sen, wat op even hartelijke wijze door den burge
meester werd beantwoord. Daarna nam bij plaats in een
rijtuig waarin ook twee leden der commissie tot regeliDg
van den feestelijken intocht gezeten waren, terwijl
een ander rijtuig volgde, waarin weder een gedeelte
dier commissie had plaats genomen.
Aan het einde van den toegangsweg werd de nieuwe
burgemeester door een talrijke eerewacht, deels te voet,
deels te paard (130 paarden) opgewacht, om hem de
gemeente binnen te leiden. Voorop ging de Jongeliugs-
vereeniging van Kapelle, te voet met de oatrolde
banier, daarna volgde eep gedeelte der eerewacht te
paard, ongeveer 60 leden sterk, voorts het rijtuig
waarin de burgemeester gezeten was en waarnaast
twee feest-commis3arissen reden, en het andere rijtuig,
terwijl de stoet gesloten werd door het overige gedeelte
der eerewacht te paard, evenzeer ongeveer 60 leden
sterken de Jongelingsvereeniging van Biezelinge, ook
met ontrolde vlag.
De feestelijke optocht begat zich eerst naar het raad
huis, waar de burgemeester door de overige raadsleden
werd opgewacht en door den oudsten wethouder toege
sproken; daarna werd in dezelfde volgorde, waarbij
zich echter een derde rijtuig gevoegd had met de overige
raadsledeneen tocht gemaakt naar de school te Ka
pelle en daarna naar de school te Biezelinge; in beide
scholen werd hem door de leerlingen een welkomstlied
toegezongen. Vervolgens begaf men zich naar de woning
van den nieuwen burgemeesterwaarna de eerewacht
ontbonden werd en huiswaarts keerde.
Zoowel te Kapelle als te Biezelinge waren vele
vlaggen uitgestoken en eerepoorten opgericht. Het ge
meentehuis te Kapelle werd des avonds geïllumineerd
en te Biezelinge werd een fraai vuurwerk afgestoken.
Uit Aardenburg meldt men onsdat deze week de
premiëu werden uitgereikt die vanwege het kerkbestuur
en vanwege de Utrechtsche brandwaarborgmaalschappij
waren beschikbaar gesteld voor de brandweer en hen
die zich bijzonder verdienstelijk hadden gemaakt bij
het blusschen van den brand, ten vorigenjare ontstaan
toen de groote toren van Aardenburg door den bliksem
getroffen was. Het kerkbestuur heeft f 60, de brand
waarborgmaatschappij f 100 aan premiën gegeven.
Kerkvoogden roemen zeer de solide handeling der
brandwairborgroaatschappij en van haren correspondent,
den heer M. E. van den Broecke, te Aardenburg.
De voornaamste bepalingen van het den 13CB Januari jl.
tusschen België en Nederland gesloten tractaat zijn
de volgende.
Art. 1. De globale en onvervreemdbare rente van
400,000 gulden ten bate van het Nederlandsche gouver
nement, ingeschreven krachtens 1 van artikel 63 van
het tractaat van 5 November 1842, zal worden gedelgd
door betaling van eene som van 8,900,000 Nederlandsche
guldens, welke België zich verplicht te Amsterdam aan
het Nederlandsche gouvernement ter hand te stellen.
Deze betaling zal geschieden in vier gelijke termijnen,
van drie maanden tot drie maanden, waarvan de eerste
zal vervallen veertien dagen na de ratificatie van deze
conventie. De korting op de nog verschuldigde rente
zal bij elke betaling worden geregeld.
Art. 2. 1 van artikel 63 van het tractaat van 5
November 1842 vervalt.
Nogtans blijft België in het genot van devoordeelen
voor den handel en de scheepvaart bepaald bij tractaat
van 19 April 1839.
Art. 3. Art. 3 van de conventie van 12 Mei 1863
wordt gewijzigd in dezen zin, dat de surtaxegeheven
op Nederlandsch gedistilleerdwordt afgeschaft.
Art. 4 luidt gedeeltelijk aldus: De spoorwegmaat
schappij du Nord de la Belgique, aan welke concessie
is verleend voor het Belgisch gedeelte van den spoor
weg van Antwerpen naar Gladbachwordt door het
gouvernement der Nederlanden erkend, hetwelk aan haar
concessie verleent voor de sectie dierzelfde lijn, welke
'gelegen is op het grondgebied van het hertogdom
Limburg.
Deze sectie zal aangelegd en geëxploiteerd worden
door de spoorwegmaatschappij du Nord de la Belgique
of door den Grand central beige, huiten éenig bezwaar
voor het Nederlandsch gouvernementen zonder prejudice
zijner souvereiniteits-rechten op het grondgebied dat
doorsneden wordt. De exploitatie der lijn kan niet
worden overgedragen zonder goedkeuring van het Ne
derlandsche gouvernement.
De maatschappij dn Nord de la Belgique zal het recht
hebben om, met inachtneming der bestaande onteige
ningswetten, te onteigenen de onroerende goederen en
de terreinenvoor den aanleg van den spoorweg, de
stations enz. benoodigd.
Art. 6 De passagiers- en goederentreinen, welke ook
hunne bestemming zij, zullen over en weer toegelaten
en behandeld worden op den gunstigen voet volgens
de wetten, besluiten en bepalingen, betreffende de in- en
uitgaande rechten van eiken staat, aan eiken anderen
spoorweg in hetzelfde geval verkeerende toegekend.
De gemeenteraad van Arasterdam heeft in zijne ver
gadering van eergisteren met bijna algemeene stemmen
de concept-voorwaarden voor de verpachting van den
stads-schouwburg aangenomen. Door de aanneming van
amendementen van de keeren Kuiper en van Nierop is
thans bepaald, dat de pachter verplicht zal zijn mins
tens drie malen 's weeks Hollandsche voorstellingen
te geven met een eigen zoo voltallig en uitstekend
mogelijk personeel, dat in Amsterdam gevestigd moet
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
ridderorden. Vergunning verleend aan dr.J. Bos
scha, oud-minister van eerediensten oud-voorzitter van
de Nederlandsche vereeniging van Het roode kruis,
wonende te 's Gravenhagetot het aannemen en dragen
der versierselen van de koninklijke Pruisische kroonorde
3° klasse met het herinneringsteeken van een rood kruis
op witveldhem door Z. M. den Duitschen keizer, ko
ning van Pruisengeschonken.
rechterlijke macht. Benoemd tot rechter in de
arrondissements-rechtbank te 's Hertogenbosch jonkheer
m*. L. C. J. A. van Meeuwenthans rechter-plaatsver-
vanger in die rechtbank en advocaat aldaar.
Eervol ontslag verleendop verzoekaan mr. J. Nan-
ninga Uiterdijk, als procureur bij de arrondissements
rechtbank te Appingedam.
ONDERWIJS.
De gemeenteraad van Leiden heeft tot onderwijzeres
sen aan dc openbare school voor meer uitgebreid lager
onderwijs der 2° klasse voor meisjes benoemd mejuffrouw
J. E. Drechslerte Leidenen mejuffrouw A. B. L. Ti-
mans, te Goes.
MARINE ENT LEGER.
Van de 28 jongelingen, die tot dienstneming bij het
instructie-bataljon te Kampen waren opgeroepenzijn