MÏDBELBURGSCHE
COUR A N T.
F 15.
Yrijdag
1873.
17 Januari.
Rit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2;n Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
33e prijs per 3/m.franco is f 3 50.
Middelburg 16 Januari.
HET ROODE KRUIS.
Zooals dezer dagen vermeld werd, is de secretaris der
Nederlandsche vereeniging „Het roode kruis" door den
koning van Pruisen benoemd tot ridder van een zijner
orden „ter belooning der diensten, door hem tijdens den
Fransch-Duitschen oorlog bewezen". Deze benoeming
van den, zonder twijfel hoogst verdienstelijken secreta
ris doch wiens werkzaamheden tijdens den Fransch-
Duitschen oorlog van den meest huiszittenden aard zijn
geweest, is hoogst waarschijnlijk het finale kanonschot
(om in de taal der vuurwerkmakers te spreken) waar
mede het bouquet van veelkleurige linten en sterren van
velerlei grootte besloten wordt, dat sedert een paar jaren
op Nederland is nedergeregend. Het kan thans nuttig
zijn een woordje te zeggen over en naar aanleiding van
Het roode kruis, in of buiten verband met dien stort
vloed van decoraties.
Eene opmerking vooraf: wij meenden voor eenige
jaren, bij de oprichting van 'tRoode kruis ergens te
hebben gelezen dat de leden dier vereeniging en de
voor haar op het slagveld en in lazaretten werkzame
personen, omdat zij uit zuivere menschenliefde en zon
der bejag van voordeel deden wat de plicht hun voor
schreef, zich verbonden hadden niet slechts zonder eenige
betaling werkzaam te zijnmaar ook zelfs erkenning
hunner diensten in den vorm van ridderorden af te
wijzen. Dit beritfht kwam ons indertijd irop beau pour
étre vrai voor; cn de uitkomst bewijst dat wij ons niet
bedrogen hebbenof wel dat wij door het gerucht
bedrogen zijn geworden. Wij keuren het echter in het
geheel niet "af dat men ridderorden heelt gegeven aan
de geneeskundigen die zich niet ontzien hebben zich
bloot te stellen aan de ontberingen van een veldtocht en
aan de gevaren der hospitaal-epidemiën, waarvan som
migen hunner de slachtoffers werden, en dat zij die
giften hebben aangenomen. De ridderorden bestaan nu
eenmaal en de man die uit menschenliefde zijn land en
betrekkingen verjaat om zijn leven te wagen, kan, dunkt
ons, meer aanspraken doen gelden op zoodanige onder
scheiding dan bijdie een gekroond hoofd in een mu
seum of andere inrichting van nut of genoegen heeft
rondgeleid, of de man die bij de onthulling van een
standbeeld eene redevoering heeft voorgelezen; zelfs de
aanspraken op zoodanige onderscheiding van de hoog-»
geplaatste personen die zich verwaardigden in den
barren wintertijd bezendingen materieel uit den Haag
naar de Nederlandsche ambulances in den vreemde te
geleiden, kunnen bijna even hoog worden gesteld als
die der kamerheeren en adjudanten die brieven van
felicitatie of condoleantie aan vreemde vorsten gaan
overbrengen. De decoratie-sterrenregen is voor ons, men
versta dit wel, alleen de aanleiding om in alie beschei
denheid een woordje te zeggen over hare eerste aanlei
ding, Het roode krnis, of om 't juister uitte drukken:
over de „Nederlandsche vereeniging tot het verleenen
van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd
van oorlog."
Dat aan die vereeniging een goed en prijzenswaardig
denkbeeld ten grondslag ligt, valt niet te ontkennen;
de uit den aard der zaak gebrekkige verzorging van
gewonde en zieke krijgslieden, de ongelukkige slacht
offers van oorlogen aan wier ontstaan zij part nog deel
hebben, wekt de deernis van alle meuschenvrieuden op
en doet hen wenschen omzoo er dan al geen middelen
gevonden kunnen worden om den oorlog zelf onmoge
lijk te makenalthans het hunne te doen om het lot
dier ongelukkigen te verzachten en door tijdige hulp
velen te behouden die onder de gewone omstandigheden
van den krijg den dood niet zouden ontgaan. De
grondgedachte van Het roode kruis is dus eene goede
gedachte geweest, die eer doet aan de stichters der
vereeniging enweerklank vindende in ieders gemoed,
aan de jonge vereeniging eene algemeene ondersteuning
en medewerking verschafte die verdubbelde zoodra in
1870 de treurige bewijzen geleverd waren dat de oor
logen, door velen (althans wat Europa betreft) als tot
de geschiedenis behoorende aangemerktook in onze
naaste omgeving plotseling kunnen uitbarsten eneen
maal uitgebarsten zijnde, wreed er en vernielen der zijn
dan ooit te voren, en dat het lot der gewonden en
zieken, niettegenstaande den bereikten trap van vol
making van alle met den krijg in verband staande
takken van dienst, even treurig was als voorheen.
Wat wij echter betwijfelen is ditof de oprichters van
Het roode kruis wel genoegzaam gei-ekend hebben met
de praktijk. En wanneer wij de in den jongsten oorlog
op de slagvelden en elders opgedane endervinding
raadplegen, meenen wij daarin geen grond te vinden
om dezen twijfel te laten varen. Al moge liet roode
kruis ontzaglijke diensten hebben bewezen aan de
menschelijkbeid en aan de maatschappij, door, dankzij
de toewijding van zijn geneeskundigen, verplegers en
verpleegsters, duizenden van zieken en gevonden te
hebben behouden die, zonder hunne zorgen, op het
slagveld zouden gebleven zijn, van een ruimer
standpunt beschouwd kan het niet geacht worden
groote diensten te hebben bewezen aan de goede zaak
der hoogere menschelykheid. Voortgevloeid uit het
streven om de rampen van den oorlog te vermindereu
en hare populariteit ontleenende aan den algemeenen
tegenzin tegen den oorlog bij het groote publiekheeft
de- vereeniging in de praktijk niets anders gedaan dan
den oorlog vergemakkelijkt. Laat ons het zeggen
zooals het is: in den Fransch-Duitschen oorlog is Het
roode kruis niets andeïs geweest dan een op kosten dei-
neutrale bevolkingen georganiseerde voortreffelijk
georganiseerde en zeer loffelijk bediende geneeskun
dige dienst van de Franscke en Duitsche legers.
De geschiedenis bewijst dit. Men weet dat de beide
strijdende mogendheden in het eerst de zendelingen
van Het roode kruis niet zeer welwillend bejegenden.
Bij de Duitsche legerstaven beweerde men dat in den
geneeskundigen dienst zeer goed voorzien was; men had
daartoe geene diensten van vreemden noodig en het
eenige wat men zich verwaardigde te ontvangen waren
bijdragen en bezendingen uit Duitschlancl teu behoeve
der Duitsche soldatenuitvloeisels dus van vaderlands
liefde en persoonlijke affectie, niet van die menschen
liefde, welke zich aan geene natuurlijke of politieke
grenzen stoort. Men wees den vreemden roode-kruisvaar-
ders gebouwen ver achter de legers aan om er hunne
lazaretten in te vestigenende zieken en gekwetsten
bleven uit. Maar zoodra was de ongenoegzaamheid
van den militairen geneeskundigen dien3t tegenover de
ontzaglijke eischen welke de bloedige tafereelen van
Augustus 1870 stelden niet gebleken, of de houding
der Duitsche autoriteiten jegens de vreemde vrijwilligers
veranderde geheel en al. Men zag toen terstond in dat
er zich hier eene uitstekende gelegenheid tot bezuini
ging en tot het onderhouden van de strijdkrachten
aanbood. Met de ambulancen van Het roede kruis achter
zich hadden de eigenlijke militaire geneeskundigen niets
anders te doen dan zich met de allereerste verpleging
van zieken en gekwetsten in te laten; bad die plaats
gehad, dan werden de slachtoffers aan Het roode kruis
geëndosseerd; zij genoten daarbij eene veel betere ver
pleging dan ze in de eigenlijke legerambulances konden
vinden, genazen spoediger en zekerder en waren dus
weer spoediger iu staat onder de strijders opnieuw op
te treden. Wij twijfelen er niet aan of, wanueer men
eene statistiek van de geneeskundige behandeling der
krijgslieden in den laatsten oorlog opmaakt, daaruit
blijken zal dat er relatief veel nieer gekwetsten of
zieken genezen zijn en veel meer gedurende deu veld
tocht bij hunne korpsen zijn teruggekeerd, dan in
eenigen vroegeren oorlog het geval was. Dit voor de
menschelijkheid gelukkig gevolg is aan de optreding
van Het roode kruis te danken, waardoor de taak dei-
militaire geneeskundigen verlicht en eene betere behan
deling der zieken en gewonden verkregen werd, zoo
dat de eerste verpleging, waarvan de tijdigheid voor
de meeste gekwetsten eene quaestie van leven of dood
is, tijdiger kon verstrekt worden. Geen wonder dat
de Pruisische aanvoerders, zoodra zij dit inzagen, aan
de geneesheeren van Het roode kruis, door eene zeer
naieve logica geleid, rang en bezoldiging onder de
militaire geneeskundigen aanboden. Maar niet alleen
de belangen der menschelijkheid werden aldus ge
diend, maar ook wat erger is die van de
oorlogvoerende mogendheden. Door de roode-kruisrid-
ders van de zorgen voor zieken en gewonden ont
heven, misten de legers een der grootste belemme
ringen welke door alle eeuwen heen in den oorlog
werden gevoeld; door de neutrale vlag gedekt genazen
de geneesheeren en verplegers de gekwetsten in de
beste rust en voerden die weder naar de legers toe.
De strijdende mogendheden waren dus, dank zij Het
roode kruisvrij in hare leger-operaties en zagen hunne
legers bestendig aangevuld. Terwijl de Nederlandsche
ambulances in Frankrijk bijvoorbeeld de Fransche zie
ken oppastftBren genezen naar de Fransche legers terug
zonden deden de Nederlandsche ambulances achter de
Duitsche liniën volkomen hetzelfde, zoodat inderdaad
de pogingen van Het roode kruis, tot welks succes de
afkeer van den oorlog niet weinig bijbracht, strekten
om den oorlog te voeden en te verlengen In die
omstandigheden doet de koning van Pruisen niet meer
dan de waarheid huldigen wanneer hij den secretaris
der Nederlandsche vereeniging decoreert, „ter beloouing
der diensten, door hem tijdens den Fransch-Duitschen
oorlog bewezen". Want eene vereeniging welke de
numerieke overmacht van de Duitsche operatielegers
voortdurend onderhield, bewees werkelijk aan Duitseh-
land groote diensten. Maar juist met het oog daarop
mag men vragen of de werking van Het roode kruis
niet zeer bedenkelijk is, en of het niet, welke schoone
gedachte er de eerste aanleiding toe moge gegeven heb
ben in de praktijk juist dien gruwel in de hand werkt
en gemakkelijk maakt waartegen het voor een gedeelte
is opgezet.
Wij overdrijven niet wanneer wij al hetgeen in Ne
derland tijdens den Fransch-Duitschen oorlog on dei-
allerlei vormen aan Het roode kruis is bijgedragen
taxeeren op een millioen. Maar dat millioen ofhoeveel
het zijn mag is dan toch eigenlijk zuiver uitgezuinigd
door Frankrijk en door Duitschlanddie ontlast zijn
van een zeer groot deel der zorgen welke op die re
geeringen rustten; en die verpleging verrekenden zij
met eenige ellen lint en een paar duizend gulden aan
kruisen!
Het genoemde cijfer doet nog eene andere vraag bij
ons opkomen. Wij weten dat er in ons land zeer ruim
door de welgesteiden gegeven wordt om in den nood
der armen te voorzienalleen hetgeen daarvan naar
buiten werkt bedraagt reeds een cijfer dat iu weinige
andere landen in evenredigheid geëvenaard wordt.
Maar wordt er nu hier te lande wel in alle bestaande
behoefte zóo volkomen en zóo afdoende voorzien, dat
er geen bedenking zou mogen gemaakt worden tegen
het wegzenden van zoo ontzaglijke sommen als Neder
land aan Het roode kruis schonk? En om nog niet
eens van geld te spreken, wat zou er niet gedaan
kunnen worden met de aan Het roode kruis door de
Nederlanders geofferde energietijd, persoonlijke opoffe
ring zorgen en talentenwanneer men zich eens ver-
eenigde tot eene even krachtige maatschappij tot leni
ging van deu binnenlandschen nood, tof verpleging van
zieken en gewonden in den strijd des levens? Men
heeft een rood, een wit, een blauw kruis, misschien
nog wel anderemaar er zal nog wel eene ongebruikte
tint te viuden zijn voor een kruis waaronder zich zoo
danige vereeniging zou kuiiuen constitueerenook werk
zou ze in overvloed vinden. En wanneer de Nederlan
ders die vereeniging dan eens met hunnen „bekende
liefdadigheidszin" even ruim ondersteunden als zij Het
roode kruis hebben gedaandau zou zijgelukkiger
dan dat, mits cp een breeden grondslag werkende,
liet ligt voor de hand dat dit bezwaar van Het roode
kruis zou kunnen weggenomen worden. Gelijk de neutraliteit
en onschendbaarheid zijner ambulances reeds bij tractaat gere
geld zijn, zoo zon op dezelfde wijze kunnen bepaald worden
dat de uit die ambulances als genezen ontslagenen gedurende
den duur van den'oorlog de wapenen niet meer zouden mogen
voeren.