1860, niet te denken. Vooral ook uit een financieel 1 oogpunt was dit een wijs beginsel en week men daar van nu af dan zou men ook de particuliere industrie in hare werkzaamheid op dat gebied storen en belem meren. Eerst als de wet van 1860 volledig zou zijn uitgevoerd en daaraan ontbreekt nog veel zou men aan andere ondernemingen van dien aard kunnen denken. Eerstgenoemde spreker betoogde voorts, dat naar de grondwettelijke bepalingen, de rekening voor de spoor wegen afgescheiden van de staatsrekening moet wor den ingediend, weshalve men dan ook ten onrechte sedert 1866in afwachting van het gereed komen dei- staatsrekeningde spoorwegrekening aan de staten- generaal had omhouden. De heeren de Dieu Fontein Verschuer, van Aylva van Pallandt, Hengst en Messchert van Vollenhoven bespra ken den bekenden ongelukkigen toestand der toegangs wegen naar de stations te Alkmaar en te Geldermal- sern, vooral wat de laatstgenoemde gemeente beUeft. Terwijl men niet eenstemmig dacht omtrent de wijze waarop in clien toestand moest worden voorzien, waren allen het eens dat bestendiging daarvan onmogelijk langer kon geduld worden. De heer de Raadt ontwikkelde de bekende klachten over het gebrekkig verkeer te Feijenoord en die over de groote moeilijkheden, welke voor de scheepvaart voortvloeien uit het reglement voor de doorvaart dei- spoorwegbrug te Dordrecht. De heeren van Sasse van IJsselt en Hengst vroegen overlegging van het rapport omtrent het onderzoek naar den toestand van de spoorwegbrug bij Gennep, omtrent welken toestand laatstgenoemde spreker in eenige bijzonderheden trad om aan te toonen, dat de schuld niet ligt aan de Noord-BrabantschDuitsche spoorweg- maatschappymaar aan de omstandigheid, dat de waterstaat niet genoegzaam had gelet op het verschil in den waterstand tusschen Hedel en Gennep. De heer Michiels van Ivessenich vroeg inlichting om trent den stand der aanhangige concessie voor de lijnen RoerincndMaaseijk en RoermondGulick. De minister van binnenlandsche zaken gaf omtrent de verschilleude behandelde punten hoofdzakelijk de volgende antwoorden: De zaak der verzanding van het kanaal bij Yeerc beschouwt de regeerïng als eene rijkszaak. De vroeger voor het kanaal bepaalde richting was niet gelukkig, maar daarop kon niet meer worden teruggekomen. Thans echter was men bedacht op de middelen om de bezwaren op de beste en minst kostbare wijze weg tè nemen. Tot dat einde hebben opnemingen plaats. De regeering doet dus bet mogelijke om voor behoorlijke verbetering te zorgen. In afwachting der aanhangige herziening va- het reglement en het tarief voor de kanaal- en sluisrechten op het kanaal door "Walcheren eene herziening waarbij de belangen van de scheepvaart zooveel moge lijk met de belangen van Middelburg in overeenstem ming zullen worden gebracht is last gegeven om het reglement met mildheid toe te passen op het puntdat het grootste bezwaar oplevert, nl. het niet-schutteu der schepen des nachts. De onderhandelingen, strekkende om den staat weder in het bezit te stellen van de spoorwegsectie Roosen daalBreda zijn afgeloopen en eene overeenkomst is gesloten, tengevolge waarvan, naar de minister zich vleide, alle moeilijkheden zouden vervallen. Deze mede- deeling was gegrond op eene korte telegraphische depêche nadere bijzonderheden zouden de laden hoogst waar schijnlijk in de Staats-courant van Dinsdag avond vinden. Het bezwaar van den heer Jordens omtrent de spoor wegrekening achtte de minister gegrond, voort'tgeval nl. hetgeen de minister nader behoorde na te gaan het grondwettig voorschrift, waarop die spieker gedoeld had nog van kracht was. Ondanks herhaalde aansporingen waren de gevraagde rapporten omtrent de brug te Gennep nog niet ontvan gen. Wat de zaak zelve betreft, de minister erkende, dat de schuld hier op den waterstaat rustte, zoodat, wanneer tot verhooging der brug moe3t worden over gegaan, de staat de kosten zal moetc-n dragen. Aangaande den toestand der toegangswegen verde digde de minister het vroeger daaromtrent door hem gevoerde betoog, daarbij mededeelende dat, zoo de gemeente Geldermalsem slechts eenmaal erkende de ver plichting tot onderstand, de regeering tot eene schik king rn.t die gemeente bereid was. De onderhandelingen over de concessiën Roermond Maeseyk cn RoermondGulick hangen samen met andere plannen, inzonderheid met die voor de lijn Antwerpen Gladbach. Deze laatste is tot eene solutie gekomen, zoodat nu ook het lot van de beide andere lijnen wel spoedig zal beslist worden. Ten aanzien van de communicatie te Fijenoord be staat er alle hoop, dat in den stoombootdienst van Fijenoord op Rotterdam binnen betrekkelijk zeer korten tijd op alleszins voldoende wijze zal zijn voorzien, ter wijl de geheele tydelijke toestand op dit punt in den loop van dit jaar wel zal kunnen eindigen. Binnen zeer korten tijd zal het nieuwe reglement voor de brug bij Dordrecht worden vastgesteld, waardoor alsdan in de bestaande moeilijkheden zal zijn voorzien. Het tot dusver gehuldigde beginsel om aan den aan leg of de subsidieering van nieuwe spoorwegen niet te denken vóórdat de wet van 1860 volledig zal zijn uit gevoerd, achtte de minister niet in het welbegrepen belang van den staat. De uitvoering der spoorwegwet van lt60 is genoegzaam thans verzekerd en in zoo ver zijn de omstandigheden veel veranderd om nu reeds te vragen wat, na geheele voltooiing van het spoorwegnet, het staatsbelang verder zal eischen. Met 't oog op hetgeen rondom ons geschiedt, moet de uit breiding van het spoorwegnet in 't algemeen op allerlei :izen worden bevorderd en dan kuunen er zijn zooda- verbindingenwelke door particuliereu zonder subsidie niet kannen worden tot stand gebracht, uit hoofde van kostbare kuustwerkeu en overbruggingen. Voor zulko verbindingen acht de minister aanleg van staatswege noodig. Omtrent sommige dier lijnen is de opinie der regeeriDg reeds gevestigd. Intusschen zal zijbij den aanleg daarvan voor rekening van den staat, alles vermijden wat de particuliere industrie zou kunnen dooden. 'De regeering erkende de moeilijkheid om tot een |vast stelsel te geraken, maar die conside ratie mag de regeering niet weêrhouden om de handen aan het werk te slaan, opdat Nederland door zijne naburen niet worde overvleugeld. Intusschen is eene eindbeslissing nog ver verwijderd. Dat punt gaf nog tot eene breedvoerige gedachten- wisseling aanleiding tusschen de heeren van Goltstein, nartsen Cremers, Messchert van Vollenhoven en den minister. Genoemde sprekers plaatsten zich allen op het standpunt dat de heer Jordens had ingenomen. Zij erkennen, dat wij niet mogen stilstaan; dat wij moeten overwegen wat er te doen zal zijn r.a voltooiing van het spoorwegnet. Maar ziet nu reeds was de tijd gekomen om over die plannen te spreken en daarop de aandacht te vestigen. Daardoor wordt het particulier iuitiaiief belemmerdmen lokt de jacht uit op eene of andere verbindingslijn; men wekt begeerten op en zoo doende kan men er onwillekeurig toe komen om oubil- lijken en ouzedelijken invloed uit te oefenen. In elk geval behoorde ei- zekerheid te bestaan omtrent de plannen der regeering en omtrent hare voornemens ten opzichte der middelen om de uitgaven te dekken, aan de uitvoering dier plannen verbonden. De minister van binnenlandsche zaken gaf nader te kennen dat de regeering, met 't oog op de verschillende, dagelijks dringender wordende behoeften, thans reeds een vast besluit wil nemen. De verbinding Arnhem Nijmegen komt daarbij in de eerste plaats in aanmer king. De regeering hoopt binnen zeer korten tijd een voorstel bij de vertegenwoordiging aanhangig te maken. Daaruit zal van hare voornemens duidelijk kunnen blijken en dan eerst zal de tijd gekomen zijn waarop de kamers het stelsel zullen kunnen beoozdeelen, dat de regeering wenscht toe te passen eu de financioclo gevolgen daarvan zullen kunnen nagaan. Eerst dan ook zal op de regeering de plicht rasten om aan te toonen op welke wijze eu door welke middelen in de daaraan verbonden uitgaven zal moeten worden voor zien. De beraadslagingen worden hierop gesloten; de spoorwegbegrootlng werd aangenomen met algemeene stemmen. Zitting van "Woensdag 15 Januari. {Per telegraaf.) De behandeling van hooldstuk V (binnenlandsche zaken) der staatsbegrooting van 1873 is gevorderd tot afdeeling VIII (kunsten en wetenschappen); de vorige afdeelingen werden allen aangenomennadat eenige punten waren besproken. Bij afdeeling "VI (waterstaat en publieke werken) deelde de heer Joost van Vollenhoven mede, dat gis- tcreu het stoomschip Edith met een diepgang van 3.30 meter éen uur na hoogwater den nieuwen Rotter- damsehen waterweg was gepasseerd. GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG. Zitting van lieden 15 Januari. Voorzitter de heer Schorer. De heer Rekker komt later. Het nieuw gekozen lid van den raad, de heer C. J. Dn mme, ter vergadering binnengeleid zijnde, legt de vereischte eeden af, ontvangt den gelukwensch des voor zitters met zijne benoeming, onder aanbeveling van de belangen der gemeente, en neemt zitting. Vervolgens wenscht de voorzitter de leden geluk in deze eerste bijeenkomst van 1873. Waren in het af geloopen jaar vele gewichtige werkzaamheden aan de orde, ook dit jaar zal dit vermoedelijk niet minder het geval zija. H j hoopt dat de te houden beraadslagingen en de te nemen besluiten ten voordeele van Middelburg zullen mogen strekkeu, en tevens de donkere wolken zullen afdrijven die de welvaart dezer gemeente zoozeer bedreigden en de vreugde over onze verbeterde com municatie zeer hebben vergald. Ten slotte beveelt bij zichzeiven en het dagelijksch bestuur bij vernieuwing in de welwillendheid der leden aan. De notulen van het verhandelde in de zitting van 18 December jl. worden gelezen en goedgekeurd. Eene missive van gedeputeerde staten van Zeeland, houdende bericht van goedkeuring van het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring eener watervlakte aan I. de Broekert, wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan de heeren A. Hendrikse en C. Bosselaar wordt op hun verzoek, eervol ontslag verleend als hulponder wijzers op school F, in overeenstemming met hel advies der plaatselijke schoolcommissie ingaande met 1 Fe bruari a. Aan commissarissen over de wisselbank wordt op buu verzoek machtiging verleend tot overschrijving eener som van f 57.43 wegens overschrijding hunner begrooting voor het loopende jaar, uithoolde van herstel lingen aan het gebouw der bank. De begrooting der commissie van bestuur over den MiddelburgVüssingschen rijweg, bedragende in ont vang en uitgaaf' f 3,945 met een vermoedelijk goed slot van 195, wordt goedgekeurd. Vervolgens is aan de orde de behandeling van het in de vorige zitting aangehouden voorstel van burge meester en wethouders tot onderhandschen verkoop van twee thans verhuurde stukjes grond aan het einde van den dijk der oude haven nabij de zaagmolens. De voorzitter geeft te kennen dat hij een amende ment van den heer Snijders heeft ontvangenstrekkende om den bedoelden grond voor geen minderen koopprijs af te staan dan 65 cent per vierk. meter, en bijaldien daarin door den belanghebbende geen genoegen wordt genomen, over te gaan tot eene openbare verhuring of verkooping. Dit amendement wordt ondersteund en door den lieer Snijders toegelicht. Uit die toelichting blijkt dat hij, vergezeld van den Leer Jeras, te Nieuwlaud een onder zoek ingesteld en daarbij bevonden heeft dat ter bedoelde plaats aanwezig zijn twee huizen en eene schuur, benevens een terrein vermoedelijk groot genoeg om daarop nog twee huizen te bouwen. De te Niéuw- land bestaande Handels-vereeniging heeft voor grond aldaar 7,500 per oud gemet gevraagd, zijnde eene exhorbitant hooge som, die spreker niet zou willen bedingen; maar het is hem toch bekend dat grond aldaar verkocht is voor 2,500 per oud gemet, zijnde ongeveer gelijk aan 64 cent per vierk. meter. Oiu dus een ronde som te nemen, stelt hij voor geen minderen koopprijs dan 65 cent. te bedingen. Buiten hooge nood zakelijkheid is hij tegen vervreemding van gemeente grond zoodat bijaldien de genoemde som niet te verkrijgen is, hij aan een openbare verhuring de voor keur 'zou gevenen als ook die tot geen resultaten leidt alsdan aan een openbaren verkoop. De voorzitter bedankt den heer Snijders voor de genomen moeite en zijn voorgesteld amendement, naar aanleiding waarvan burgemeester cn wethouders thans de beraadslaging over hun voorstel alsuog wenschen aan te houdenteneinde nog een nader onderzoek hunnerzijds ii te stellen. Aldus wordt besloten. Een verzoek van de heeren van Uije c'|C tot nadere regeling der erfpacht van het hun in 1858 afgestane terrein op het bolwerk bij de Koepoort, grenzende aan bunnen stoom-oliemolen, is ingewilligd. De grootte van het terrein waarvoor deze erfpachts-regeling is gevraagd bedraagt 170 centiaren. De erfpacht loopt 36 jaren tegen 1 cent per centiare. Van II. Vader cn 47 andere bewoners van den Noord- weg of belanghebbenden bij de Noorabuitenbrug is een verzoek ingekomen, strekkende om bij de aanstaan de herstelling dier. brug inplaats van eene hulpbrug uitsluitend voor voetgangers eene hulpbrug ook voor rijtuigeu en vrachtwagens te verkrijgen, opdat de passage aldaar niet gestremd worde. Het advies van burgemeester en wethouders hierom trent is niet gunstig. Het voornemen bestaat tot het leggen van een hulpbrug voor voetgangers, waarvan de kosten zijn geraamd op f 180. Een hulpbrug voor wagens en rijtuigen zou 460 kosten. Niet alleen dit verschil in de kosten, maar meer nog de onbillijkheid jegens andere ingezetenen wien bij vernieuwing van andere bruggen slechts een hulpbrug voor voetgangers is gegevenleiden burgemeester en wethouders tot het voorstel, om het verzoek der adressanten niet in te willigen en zich tot het leggen eener hulpbrug voor voetgangers te bepalen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Aan de orde is de behandeling eener door burge meester en wethouders voorgedragen verordening op de heffing en invordering eener in principe door den raad aangenomen belasting op de honden in deze ge meente. Op voorstel van den heer van Hoek wordt evenwel besloten, de beraadslaging alsnog aan te hou den en de concept-verordening met daartoe behoorende stukken vooraf om advies te stellen in handen van den inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht in Zeeland. Een voorstel van burgemeoster eu wethouders, naar aanleiding van een brief van het testuur over de brand weer, tot wijziging der artt. 18 en 22 der verordening op de brandweer, wordt goedgekeurd. Dientengevolge is bepaald, dat de nieuwe spuit E, evenals spuit C, zal bediend worden door 100 man zijnde eene ver meerdering van het personeel met 90 man, daar de 10 man aan de draagbare spuit onnoodig worden geacht. Naar aanleiding van een ingekomen adies van be stuurders der alhier gevestigde Nijverheids-vereeniging, houdende verzoek om beschikking over een op het Noord- bolwerk gelegen perceel gemeentegrond voor het maken eener buiten-sociëteit, hebben burgemeester en wethou ders een voorstel ingediend van de volgende strekking. Met groote ingenomenheid hebben zij kennis genomen van het plan der Nijverheids-vereenigmg, omdat daar door eene behoefte vervuld wordt, die door de meeste ingezetenen sedert jaren zeer gevoeld wordt, en naar hunne meening moet van de zijde van het gemeente bestuur zooveel mogelijk medegewerkt worden om die vereeniging in staat te stellen haar plan te verwezen lijken. Het komt hen daarom wenschelijk voor, de gevraagde gronden af te staan ouder voor de adressan ten voordeeliger voorwaarden dan voor particulieren gesteld worden, die alleen voor zich en niet ten nutte van het algemeen gemeentegrond verlangen te bezitten; maar tevens moeten behoorlijke waarborgen genomen worden dat het afgestane terrein alleen die voordeelige voorwaarden geniete zoolang dit ten algemeenen nutte of genoegen wordt gebruikt en onmiddellijk onder de gewone voorwaarden terugkeere zoodra deze om standigheid mocht ophouden te bestaan. Zij stellen mitsdien, onder nadere goedkeuring van gedeputeerde staten van Zeeland, voor het verzoek in te willigen op de volgende voorwaardenaan adressanten in erfpacht te geven een gedeelte van het ten noorden van den kruidtuin liggend terrein, ter oppervlakte van ongeveer 380 centiaren, voer den tijd van 99 jaren, tegen een jaarlijksch recht van 5 cent per centiare, welk recht echter 's jaars 15 cent per centiare zal bedragen, zoodra bet gebouw, ter bcoordeeliug van burgemeester en wet houders, zal ophouden voor sociëteit gebruikt te worden. Het overige gedeelie van bovenbedoeld gazon, ter grootte van 34 aren, te verhuren tegen 1 cent per cen tiare, onder beding echter dat die huur voor het jaar 1873 f 51 zal bedragen. Deze huur te sluiten voor 25 jaren, onder voorwaarde 'dat de tegenwoordige huurder na afloop van den huurtijd den voorrang zal hebben tot wederinhuur en tegen dan te bepalen prijs. Bij veranderde bestemming zal de huur onmiddellijk

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 2