öuitenicmö. pen hadden zij langer vertoefd. Dat zij in laatstge noemde plaats het een en ander hebben te gelde gemaakt is zeer waarschijnlijk; de logementhouder moet dan ook bepaald verklaard hebben dat zij naar de diamant- fabriek zijn geweest. Hoe het zij toen de Haagsche politie kwam, waren zij te Antwerpen niet meer, en niemand wist te zeggen waarheen zij gegaan waren. "Waarschijnlijk zouden zij nog op vrije voeten zijn, indien zij geen briefwisseling hadden gehouden met hun betrekkingen te 's Gravenhage. Op een of andere wijze kwam men te weten dat Verlind te Rijssel vertoefde en daar als koloniaal voor de Fransche koloniën dienst wilde nemen. Hij werd, zooals men weet, daar gearresteerd, evenals Behagel bij zijn terugkeer te Antwerpen gearres teerd werd. De vermoedens, dat men thans de werkelijke daders in handen heeft, beginnen dagelijks meer gegrond te worden. De Jong beweert stokstijf dat hij rustig op zijn bed heeft gelegen op den tijd dat velen hem aan de Bocht van Guinea hebben gezien. (Ook de eigen zwager van de Jong verklaart hem daar met den kraag in de hoogte gezien te hebben.) Verder moet hij ook bepaald ontkennen in het bezit te zijn van een dergelijken dolk, als waarmede de steken moeten zijn toegebracht, maar verschillende getuigen kunnen het tegendeel bewijzen. Behagel moet van zijn kant verklaard hebben de Jong vol strekt niet te kennen, ofschoon tal van Hagenaars weten dat hij zijn knecht geweest is. De belangrijkste getuige is zeker wel zekere P., die circa 1 uur in de nabijheid van het huis van mevrouw van der Kouwen tusschen twee per sonen is doorgegaan, van wie de een tot den ander moetge- zegd hebben„heb jij de deur goed dicht gedaan?" waarop de anderp moet hebben geantwoord „ja, mijn jas zat er nog tusschen". Deze P., voor de Jong gebracht, moet hem duidelijk herkend hebben. Ook moet hij gehoord hebben dat de een zeide„heb jij je pooten gewasen waaiop de ander moet gezegd hebben„ik heb de zeep weggeworpen." Het aantal getuigen, die eenige inlichtingen kunnen geven is reeds zeer groot, naar Het -Vaderland verneemt tusschen de veertig en vijftig. Donderdag kwam te Enschedé een troep Zigeuners van 45 man uit Pruisen aan en legerde zich even buiten de stad. Hun verzoek om hunne tenten te mogen op slaan en hun beroep uit te oefenen werd niet ingewilligd en de burgemeester liet hen weder over de grenzen brengen. De entrée-gelden, ontvangen voor het bezichtigen van een inboedel, die dezer dagen te Haarlem in het openbaar wordt verkocht, hebben, na aftrek van eenige onvermijdelijke kosteD, f 206.80 opgebracht, welke som voor de algemeene armen van die gemeente aan den burgemeester is toegezonden. Volgens de Stoompost werd in de maand Decem ber jl. van den nieuwen Rotterdamschen waterweg ge bruik gemaakt uit zee: door 1 stoomboot en 2 zeil schepen, en naar zee door 25 stoom booten en 56 zeil schepen; te zamen door 84 vaartuigen. Naar het Handelsblad verneemt, heeft het dage- lijksch bestuur van Leiden, met eerbiediging een waar deering der goede bedoelingen van de kerkeraden van onderscheidene godsdienstige gezindten, nogtans gemeend niet te moeten treden in het verzoek dier kerkeraden, dezer dagen gedaan, om de verleende toestemming tot het geven van volkstooneelvoorstellingen op Zondag avond in te trekken. Het gemeentebestuur is nl. van oordeel, dat velen daardoor van het bezoeken van andere minder voegzame plaatsen worden teruggehou den en dat door die voorstellingen mitsdien op de zedelijkheid des volks een gunstige invloed moet wor den uitgeoefend. BURGERLIJKE STAND. Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den 12ca dezer: A. Krijger, jm. 24 j. met C. Joziasse, jd. 37 j. P. van der Plank, jm. 19 j. met L. Haaijjd. 25 j. C. de Poorte, wedr. van J. Meijers, 55 j. met A. Jobse, jd. 41 j. (Van 411 Januari.) vlissingen. Bevallen: C. Bostelaar, geb. van Soe- len, z. A. Halffman, geb. Hoelandt, d. P. de Iiuijter, geb. Kuijpers, z. J. C. Kelling, geb. de Steur, z. C. Kelling, geb. Kastelijn, z. E. F. Naerebout, geb. Akkers, z. C. P. Donsen, geb. Fens, z. M. Albregts, geb. Kloosterman, d. Overleden: S. van Nispen, wede. van L. Knuijvers, 77 j. H. van der Mussele, man van P. D. van Yoer- straaten75 j. Goes. Bevallen: E. Hoogstrate, geb. op 't HofF, z. C. Loobeekgeb. Kegel, z. K. de Muuck, geb. Uarinck, z. Overleden: W. Linse, z. 4 w. J. F. de Ridder, z. 48 j. Ziërikzee. Bevallen: M. Slager, geb. Elscot, z. J. Berrevoetsgeb. Bakkerd. P. van Tetterode, geb. Timmerman, d. T. A. E. Boudies, geb. Oosterwaal, z. J. J. van den Bout, geb. Dceleman, d. A. M. Capelle, geb. Koster, d. Overleden: K. Ivamminga jd. 25 j. H. van der Hucht, z. 3 m. P. Schillemans, z. 7 j. A. W. Snoep, jm. 19j. A. P. van der Valk, d. 5 m. STATEN-G ENERAAL. eerste kamer. Zitting van Maandag 13 Januari. Per telegraaf Met algemeene stemmen werden achtereenvolgens zes naturalisatie-wetten en de hoofdstukken II (hooge col- legiën van staat), III (buitenlandsche zaken) en IV (jnstitie) der staatsbegrooting voor 1873, aangenomen. De minister van justitie heeft de spoedige indiening van verschillende wetsontwerpen tot partiëele wijziging der rechtspleging toegezegd. De minister van buitenlandsche zaken verklaarde, dat het vooruitzicht tot aansluiting van den Nederland- schen Noorderspoorweg aan de Hannoversche Westbaan nooit gunstiger was geweest dan thans. De regeering heeft eene door den heer Goricke, als tijdelijk voorzitter van den ministerraadonderteekende memorie van antwoord ingezonden op het verslag der eerste kamer over de algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting. De regeeriug verklaart niet te zijn opgetreden met de bedoeling om de dienares der meerderheid te wezen noch met den wil om zich door deze, in plaats van door eigen beginselen te laten leiden. Zij heeft zich nooit anders voorgesteld dan naar eigen, zelfstandige over tuiging het bewind te voeren, maar zij zou deze taak niet hebben aanvaard, indien zij geen grond had ge vonden voor het vertrouwen, dat hare beginselen met die van de meerderheid der vertegenwoordiging overeen stemden. De gebeurtenissen van den laatsten tijd hebben der regeeriug geene aanleiding gegeven om het vraagstuk der verdediging den voonang boven alle andere onder werpen toe te kennen. Onze betrekkingen met de overige mogendheden zijn van vriendschappelijken aard, en de regeering streeft 'er naar om die welwillende ge zindheid van anderen jegens ons vaderland aan te kweeken en te bestendigen. Zij hoopt evenwel te toonen, dat het baar met de behartiging der verdediging ernst is. Gelijktijdige aanbieding echter van een volledig samenstel van wetten acht zij voor een spoedige en behoorlijke afdoening niet noodzakelijk. Het ontwerp der vestingwet is thans in den ministerraad in over weging. Wat de census-quaestie aangaat achtte de regeering, met het oog op hetgeen daarover sinds 1869 is gebeurd, het haar plicht om daaromtrent eene beslissing uit te lokken. Daarom heeft zij ten spoedigste een wetsont werp aan de kamer aangeboden. Omtrent hare voornemens ten aanzien der belastingen verwijst de regeering naar de bekende verklaringen van den minister van financiën. De minister van koloniën verklaart, in zijn antwoord op het veTslag der eerste kamer over hoofdstuk IXdat de toestand en de toekomst onzer koloniale geldraid delen, naar het hem voorkomt, bij de noodige behar tiging der financieele aangelegenheden meer reden geven tot gerustheid dan tot bezorgdheid. De tegenwoordige minister acht zich gebonden aan de agrarische wet en verantwoordelijk voor haar eerlijke uitvoering overeenkomstig bare bedoelingen en in het beste belang van het land. Mocht men vroeger of later eenigen strijd ontwaren tusschen de uitvoering en de door een vroeg eren minister gedane toezeggingen men zou met meer recht spreken van medegedeelde plannen ook daarvoor kan de uitvoerende minister door de staten-generaal ter verantwoording worden ge roepen. Men verlange echter van den minister niet een onvoorwaardelijke belofte om gevolg te gevon aan alle toezeggingen en plannen van een zijner voorgangers. De minister zal nimmer wijziging provoceeren in de vast gestelde verordeningen, maar waar die naar zijn beste overtuiging dringend noodig is, zal hij zich daarvan niet laten terughouden door motieven, die gelegen zijn buiten de wet voor wier uitvoering hij verantwoorde lijk is. De regeering heeft geen ander voornemen dan om ten aanzien der gouvernements-koffiecultuur bet voor schrift van het regeerings-reglementinstandhouding, zooveel doenlijk te blijven naleven. Zonder medewer king der wetgevende macht kan zij trouwens geen anderen weg op. Instandhouding sluit aan de eene zijde uitbreiding, aan de andere zijde wegneming der bezwa ren niet uit. Naar aanleiding van het verslag der eerste kamer over de begrooting van Suriname, verklaart de minister zich te vereenigen met de meening, dat de gelden voor immigratie bestemd uitsluitend daartoe behooren te worden gebezigd en geenszins als een kolonisatie van Europee3che volkplanters. Overigens zal de minister onderzoeken op welke wijze kolonisatie in Suriname zal kunnen bevorderd worden op den voet van de pu blicatie \an 1 Augustus 1863, waarin hij een krachtig middel blijft zien om met de immigratie mede te werken tot uitbreiding der bevolking. Zoodra de bezwaren, die de goede werking dier verordening schijnen in den weg te staanten volle zullen bekend zijn, zal de minister zich beijveren die uit den weg te ruiime. GEMEENTERAAD VAN GOES. THEBMOMETERSTAND. 11 Jan. 's av. ll u. 49 gr. 12 'smorg. 7 u. 48 gr. 'smidd>lu.49gr.'sav.llu.46gr. 13 'smorg. 7 u. 47 gr.'smidd. lu. 49 gr. 'sav. 6 u. 50 gr. Zitting van Zaterdag 11 Januari. Voorzitter de heer Blaaubeen. Afwezig de heeren Callenfels en van Renterghem. Na voorlezing en goedkeuring der notulen van de vorige vergadering wordt de voordracht overgelegd voor de benoeming van een hoofdonderwijzer aan de school der le klasse, opgemaakt door burgemeester en wethoudersin overleg met den schoolopzieneren waarop geplaatst zijn: de hulponderwijzers A. R. Breetvelt, te Delft; C. van Rossen, te Schiedam, en W. in't Veld, te Dordrecht. Deze voordracht zal met het schriftelijk werk der sollicitanten voor de leden ter inzage gelegd worden. Aangezien de vergadering alleen tot dit doel bijeen geroepen was, wordt zij vervolgens door den voorzitter gesloten ALGEMEEN OVERZICHT. Ondanks de onverschillige houding welke Frankrijk, natuurlijk behalve de Bonapartistenzich beijvert te genover den dood van zijn ex-keizer in acht te nemen, doet deze gebeurtenis zich ook aldaar nog meer gevoelen dan der regeering waarschijnlijk wel aangenaam is. Dit is zelfs zóo sterk dat de groote quaesticn van binnen- landsche politiek, welke aan de orde zijn, daardoor min of meer naar den achtergrond gedreven worden. De onderhandelingen tusschen Thiers en de constitutio- neele commissie zijn juist een nieuwe phase ingetreden, en hoezeer de meerderheid der Fransche natie en hare vertegenwoordiging ook verlangend naar het resultaat dezer belangrijke onderhandelingen uitziet, men is ge noodzaakt om de oogen te richten op den dood van Napoleon III en op de onmiddellijke gevolgen daarvan. De overeenstemming tusschen Thiers en de beide sub- commissiën omtrent de groote vragen betreffende den modus vivendi tusschen legeering en kamerdie na de span ning der laatste weken vooral de onverdeelde aandacht van het politieke Frankrijk zou getrokken hebben de definitieve benoeming van den heer de Corcelles als ambassadeur bij den paus en de daarmede in verband staande interpellatie, de scheuring in het linkercen trum, dit alles verliest voor het oogeublik zijne groote beteekenis tegenover het meer dadelijk gewicht van Napoleon's onverwachten dood. Frankrijk moet tegen wil en dank deelen in de overspanning, welke in ge heel Europa het afsterven van den eenmaal machtig- sten souverein heeft teweeggebracht. Die overspanning is verklaarbaar, maar vooral in Engeland te groot dan dat zij niet even snel verdwijnen zou als zij gekomen is. Van groot gewicht voor Frankrijk's binnenlandsche rust, en daarom een moeilijke quaestie voor de republikein- sche regeeriDg, zijn in de eerste plaats de talrijke aan vragen van ex-keizerlijke ambtenaren, die in den dienst der nieuwe regeering gebleven zijn, om de begrafenis van hunnen vorst bij te wonen. De mededeelingen der bladen omtrent de verleende aiUorisatiën loopen zoozeer uiteen, dat het moeilijk te' bepalen is welken regel Thiers hierin volgt. L'Ordre b. v. verneemt dat de president der republiek slechts verlof verleenen zou aan de maarschalken van Frankrijk en aan de aides de camp en ordonnans-officieren van den ex-keizer. Le Gaulois verzekert dat dit verlof tot alle generaals, hetzij in dienst of nonactief, zou worden uitgestrekt, behalve generaal Bourbaki, wiens tegenwoordigheid te Lyon niet gemist kan worde.). Paris Journal daarentegen zegt, dat Thiers zich bereid verklaard heeft alle ambte naren en officieren die zulks verlangen zijne toestem ming te geven om met eenige dagen verlof naar Chisle harst te vertrekken, teneinde de laatste eer aan den keizer te bewijzen. L'Evenement beweert dat slechts Mac Mahon op zijn verzoek verlof verkregen heeft, en deze maarschalk dan ook Zaterdag vertrokken is, maar dat geen enkel ander ambtenaar zonder onderscheid de vergunning der regeering zou ontvangen. Meer zekerheid bestaat er omtrent eenige andere maatregelen der regeering, die bewijzen dat zijalthans tegenover niet-ambtenarenden vrijzinnigen weg inslaat en de gevoelens van anderen eerbiedigt. Aan prinses Mathilde liet Thiers antwoordendat haar fami lieplicht haar naar Cambden-house riep, maar dat Frankrijk's grenzen voor haar open bleven; aan prins Napoleon liet hij mededeelen, dat de regeering zich er niet tegen verzetten zouwanneer hij over Frank rijk naar Engeland reizen wilde. De prins had echter reeds de route over Duitschland en België genomen. In eene conferentie met den minister van binnenlandsche zaken en den prefect van politie te Parijs, welke Zater dag in het Elysée plaats had, hééft Thiers als zijn wensch te kennen gegeven dat de regeering zich niet verzetten zou tegen den lijkdienst, welke op den dag der begrafenis te Parijs gehouden zal worden en waaraan door den heer Rouher als vertegenwoordiger der kei zerlijke familie zal worden deelgenomen. Slechts wan neer die in eene politieke demonstratie ontaardde zou de regeering den dienst terstond doen schorsen. Bijna geheel Europa heeft officieele blijken van be langstelling gegeven in den dood van Napoleon III. Elke natie en elke regeering op eigenaardige wijze. Londen is in offieieelen rouw, uit openbare gebouwen wapperen rouwvlaggen, de koninklijke familie betuigde schriftelijk hare deelneming, de prins van Wales legde een bezoek te Chislehurst af en het hof neemt voor

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 2