en gisteren in de kanier van afgevaardigden de onzin bevestigd, welken de officieuse Provincial-Correspondenz omtrent de Pruisische ministercrisis uitkraamde. Slechts heeft dit officieuse blad, zooals in den Reichs-Anzeiger gezegd wordt, de porlée van het keizerlijk rescript aan von Bismarck niet gevat en blijkbaar de opdracht van het presidentschap aan den oudsten minister als defi nitief in stede van provisioneel opgevat. Voor het overige herhalen de Reichs-Anzeiger en de minister von Eulenburg in de kamer alleswat de Provincial- Correspondenz de natie heeft trachten wijs te maken. Zij had echter weinig «ucces op hare poging en daarom waarschijnlijk heeft de regeering oiïicieele hulptroepen laten aanrukken. Zonder eenigen twijfel is menige „goedgezinde nationaal-liberaal", wiens vertrouwen op de regeering reeds aan het wankelen geraakt was, de $pe dezer manoeuvre geworden en zal hij derhalve even gehoorzaam het mi nis ter ie-von Roon als het mi- nisterie-von Bismarck volgen omdat het een „in zin en gee3t" toch de voortzetting is van het ander. Het is echter niet te denken dat de ware liberalen zich door deze ofiicieele praatjes zand in de oogen zullen laten strooien. Driekoningenhet bij uitstek Madridsche feest, werd Maandag aan het hof van tien jongen koning op schit terende wijze gevierd. Aan tal van personen, zonder onderscheid van politieke richting, waren uituoodi- gingen gezonden, onder anderen ook aan de leden der beide laatste minisieriën, de kabinetten-S agasta en Serrano. Evenals den lc" Januari weigerden deze con servatieven echter aan de uitnoodiging gehoor te geven. Dat de houding dezer invloedrijke personen, die toen zij het bewind in handen hadden zich zelve het praedi- caat van nationale en dynastieke partij gaven, wel eenigszins ieden tot bezorgdheid geeft, blijkt uit het voornemen des konings om, naar gemeld wordt cp aan raden van Zorilla, aan Serrano den titel van prins van Alcolea aan te bieden en dén regent der provisioneele regeering zoodoende te tiachten te vriend te houden. Een nieuw bewijs dat ook de opstand der Carlisten niet zoo onbeduidend is als de regeering steeds doet voorkomen, ligt wel hierin dat don Carlos zelf met zijn broeder in Catalonië is aangekomen en zich op het oogenblik bevindt bij het leger of liever bij de bende van generaal Sabals, die niet minder dan 7000 man telt. Zooals men weet, is niemand meer dan don Car los doordrongen van de onverantwoordelijkheid tegenover de natie, wanneer een vorst zich aan gevaren bloot stelt, en laat hij daarom het arme, gefanatiseerde volk de kastanjes voor hem uit bet vuur halen. Catalonië moet hem op dit oogenblik das wel voldoende veilig heid bieden. Generaal Moriones verlaat heden Madrid met onbeperkte volmacht om den opstand geheel ten onder te brengen. Varia uit het buitenland. Frankrijk. De eerste constitutioneele sub-com missie is Zondag weder bijeen geweest. Zes leden namen aan de vergadering deel en elk hunner bracht een eigen plan mede, hetwelk hij voor zijne ambtgenooten verdedigde. De sub-commissie ging echter weder zonder eenig besluit te nemen uiteen. Zij wil blijkbaar niet3 doen voordat zij de plannen van Thiers vernomen heelt? en Thiers wil niets zeggen zoolang de commissie niet gesproken heelt. De sub-commissie beweert zich niet te kunnen binden, en Thiers van zijn kant heeft dezelfde redenen om te zwijgen. Door dat wederzijdsche zwijgen zal men moeilijk tot een resultaat kunnen komen; wil men tot eene schikking gerakendan is het niet vol doende te weten, maar moet men ook zeggen wat men wil. Heden komt de geheele commissie der dertigen weder bijeen en men hoopt dat zij op voorstel van Thiers zich niet weder in sub-commissiën verdeelen zal vooraleer zij in hoofdzaak hare voornemens heeft vast gesteld. Het voorstel, hetwelk door den heer Dréo op het laatste oogenblik vóór het reces werd ingediend, tot het verleeneu van schadevergoeding aan de slacht offers vau den staatsgreep van 2 December 1851, is Maandag aan de leden der kamer rondgedeeld. Er is sprake van een wetsvoorstel van eenigc leden der rechteizijde, om een bepaald aantal stemmen Vast te stellen, welke men bij de algemeene verkiezingen ver kregen moet hebben om gekozen te zijn. Volgens de beslaande wet wordt de volstrekte meerderheid dei- uitgebrachte stemmen vereischt. Duitschland. De vreemdsoortige nieuwe regeling van het Pruisische ministerie van oorlog is een steen des aanstoots voor de nationaal-liberale bladen. De National Zeitung b. v, verklaart do uitdrukking „tweede chef" niet te vatten. Zij kent in alle zaken slechts óen chef d. i. slechfs éen eerste, en niet een tweede eerste. Dezelfde onzekerheid doet zich voor omtrent de finan- cieele regeling. In een constitutioneelen staat kan maar niet naar willekeur een minister boven het aantal depar tementen worden aangesteld. (Een correspondent der Kölnische Zeitung verzekcit dat het traktement van minister ad 12,000 ihaler aan generaal von Ivamecke zal worden uitbetaald.) Verder rijst moeilijkheid om. trent de vraag, wie is het hoofd der legeradministratie en, wat niet van minder belang is, wie is de verant woordelijke minister tegenover de kamers? Met ze kerheid wordt gemeld dat van de indiening der wet op het burgerlijk huwelijk is afgezien, omdat, zooals de Kreuz-Zeitung zegt, „zich meer en meer de over tuiging gevestigd heeft dat met de invoering van het burgerlijk huwelijk veel minder een wapen tegen de katholieke kerk gewonnen zou worden, dan wel een nadeel voor en eene verkorting der rechten van de pvotestantsche kerk ontstaan zou." Deze woorden ge ven voldoende het standpunt aan, waarop deorthodox- protestantsche regeering van Pruisen staat. Hét miuisterie-von Roon hc-elt zich met beide wetsontwerpen van den heer Faik, betreffende de opleiding derfgeeste- lijken en de disciplinaire vervolgingen der geestelijkheid, vereenigd. In den loop der week zullen deze wetsont werpen bij den landdag worden ingediend. Als op volger van den heer von Selchow, die bij zijn ontslag als minister van landbouw volhardt, noemt de Posener Zeitung den opperpresident van Posengraaf Ivönings- marek. Met de confiscatie der dagbladen wordt ijverig voortgegaan. Zondag was de clericale Deutsche Reichs-Zeitung te Bonn aan de beurt, Maandag een klein blaadje te Tilsit, de Biirger- und Bauernfreund. Oostenrijk. Aan de Kölnische Zeitung is gemeld, dat von Beust een antwoord aan Gram mout openbaar zal maken in een der Parijsche bladen. Daarentegen wordt uit Weenen aan de Norddeutsche Allgemeine Zeitung geschreven, dat von Beust voor het openbaar maken van dit antwoord het veriof des keizers ver zocht. Franz Joseph moet echter gezegd hebben dat hij het niet noodig oordeelde dat Oostenrijk in deze zaak het woord opnam en dat von Benst zich tegen over hem niet behoefde te rechtvaardigen. Het Neue Wiener Tagblatl meldt van de andeve zijde weder dat von Beust den 2tn Januari eene audiëntie bij den keizer bad om zijn ontslag als gezant te Londen te verzoeken. Weder andere bladen melden dat het gerucht, dat- de oud-kanselier uit den staatsdienst ontslagen zou worden of in ongenade gevallen was, uit de lucht ge grepen was. Zooveel is echter zeker dat de Oo3tenrijk- scbe regeering tegenover de onbescheidenheid van de GrammoDt nog niets beslissends deed. Het heeft allen schijn alsof zij de zaak maar liever langzaam wil laten dood bloeden. Gallicië is definitief in de nieuwe kieswet voor Cisleithanië opgenomen. De Bohemia meldt dat het ontwerp den 15en dezer maand aan den rijksraad zal worden ingediend. Het aantal afgevaar digden voor Bobemen is daarbij op 90, voor Moravië op 3d, voor GarinthiS op 8, voor Dalmatië eveneens op 8 en voor Tyrol op 17 vastgesteld. De geheele ver meerdering van het aantal afgevaardigden voor de tweede kamer van den rijksraad bedraagt 120. iitfUflclwcrh. UIT DE GESCHIEDENIS VAN HET PAPIERENGELD DOOR tl. S te tul er. Ook het papierengeld heeft zijne geschiedenis even goed als de aristocratische Friedrichs d'or, Louis d'or Napoleons d'or, gouden Willempjes enz. en zelfs eene veel oudere, want de geschiedenis van het papieren- geld is bijna even oud als die van het papier zelve. De Arabieren, deze wetenschappelijke adepten van het Oosten hadden nauwelijks her papier uit linnen vervaardigd uitgevonden, hetwelk men uit dankbaar- Leid voor de bewezen langdurige diensten van den papyrus zijn naam gaf, en ternauwernood dus bezat men bet practisch materieel om de gedachten te ver eeuwigen en te verbreiden, of de hebzucht loerde er reeds op boe zij de nieuwe uitvinding zich het best ten nutte zou kunnen maken. De veelschrijverij had zich uog wel niet ontwikkeld, ma.tr de zucht naar winst, de zucht om geld te maken zij het ook uit "papier, uit de stof zelve, aasde op iedere gelegenheid Daar bevredi ging. De oudste oorkonde op papier uit linnen ver vaardigd, dagteekent van 1270 en 24 jaren later had men reeds geleerd boe door papierengeld de waarde van het edele meiaal kon worden verminderd. De eer hiervan komt niet toe aan Europa. Europa ging toen nog bij Azië ter school, en in Azië, de baker mat der menscbheid en van de beschaving, zoowel als van nijverheid en intrige, werden de staatsschuldbrie ven uitgevonden, en wel in het rijk dat als het meest trotsche, i)dele en weelderige bekend staat: in Perzië. De scepter over dat land werd te dien tijde door Key Khatu, een afstammeling van den grooten Dsckingis Khan, gevoerd. Trotsch op de veroveringen van zijn beroemde voorvaderen, die hem aanzienlijke schatten hadden nagelatenachtte hij het niet noodig zelf door daden uit te munten, maar te kunnen rusten op de lauweren door zijne voorgangers geoogst en voerde een zeer verkwistende levenswijze. Terwijl hij ziju tijd in ledigheid doorbracht, was het de voornaamste taak van zijne ministers om steeds nieuwe verstrooiingen en nieuwe vermaken voor hun vorst te bedenkc-n en de kostbaarste genoten natuurlijk steeds de voorkeur. Onder zulke omstandigheden was het geen wonder, dat in de schijnbaar onuitputtelijke schatkamer van den koning, de eene geldzak na de andere ledig werd, en dat op zekeren morgen de schatbewaarder van den onbezorgden Khan tot de treurige zekerheid kwam, dat zelts het laatste goudstuk van zijn vorstelijken meester verdwenen was. Iloe zou men nu het middel vinden om in de behoeften der huishouding van den vorst te voorzien en het zijne majesteit niet aan pracht en genot te doen ontbreken? Khey Khatu bekommerde er zich niet om; hij wisfc- niet van waar vroeger net geld was gekomenof waar het gebleven was, wat ging het hem aan, hoe men verder aan geld zou komen; waartoe had hij ambtena ren als zij niet voor geld konden zorgen? En zij zorg den er dan ook voorAan liet hoofd van liet departe ment van financiën stond een oude slimmert, Ezzudilm Muzuffer, die niet te vergeefs in het vaderland van de zijdeworm had geleefd, maar geleerd had hoe men zijde kon spinnen. Hij vervaardigde langwerpige bank notenTschaw genaamd, waarop hij in Chineesch schrift de Maliomedaansche geloofsbekentenis: „Er is maar "éen God en Mahomed is zijn profeet!" stelde? benevens de. woorden Irandscbi en Boutscbich, die waarschijnlijk de namen van twee hoogwaardigkeids- bekleeders waren, welke als borgen voor het bedrag dienden. In bet midden van iedere banknoot was een kring waarin bet bedrag der waardeen den dag waarop de banknoot door den Kalm was uitgegeven, wc-rdeo opgeteekend. Dat deze schatkistbiljettenin plaats van uit lompenpapier, hetwelk toen wellicht in Perzië nog niet algemeen bekend was, uit gedroogde mocrbeziëubladeren bestonden, vermindert hunne waarde als banknoten volstrekt niet, evenmin als het lien het karakter van papierengeld ontneemt. Toen Ezzudihn Muzuffer met zijn plan gereed was onderwierp hij het aan bet oordeel van zijn gebieder en genoot de voldoening, dat deze het niet alleen on middellijk goedkeurde, maar ook terstond een wet uitvaardigde, waarbij werd bepaald, dat deze aldus beschreven moerbeziënbladeren in het vervolg als geld zonden dienen en uitsluitend in betaling mochten wor den aangenomen, terwijl al het edele metaal, dat zich. in het land bevond bij de koninklijke kassen tegen banknoten moest worden ingewisseld. Het spreekt van Zëlf, dat, daar men in het land van den despoot van geene verontschuldiging wilde hooren en iedere hande ling in strijd met den vorstelijkeu wil als hoog verraad werd beschouwd, tevens werd bepaald, dat ieder die nog ander geld in omloop bracht met den dood zou worden gestraft. Zoo werden door een enkele beslissing deze assigna ten, deze aanwijzingen op een rijksschatkist, die ledig was, als gangbare munt ingevoerd. De vorst moest uit deu nood worden geholpen en de onderdanen moesten gehoorzamenzij waren er immers om den vorst en den staat te dienen Eenige jaren vroeger was door de regeering van China een dergelijke maatregel beproefd, maar de Chineezen hadden eenparig geweigerd om het papier, dat slechts door den wil van een despoot tot geld zou worden gestempeld, als zoodanig te erkennen, en tegen zulk een krachtigen tegenstand van de geheele natie had zelfs de vorstelijke wil schipbreuk geleden. De Perzen echter waren te laf om een wet te wederstaan, waarbij de doodstraf werd bedreigd, en zij brachten al hun goud, hun paarlen en kostbaarheden naar de vorstelijke schat kamer om daarvoor dorre bladereu in te wisselen. In het geheele land kwam nu min of meer de oude ruilhandel weder in gebruik: het edele metaal was geheel verdwenen. Marco Pdo, de beroemde Veneti- aanscbe reiziger, die te dien tijde Perzië, vergezeld van zijn vader, bezocht, verbaalt dat hij nergens in het land goud zag, en zelfs dat zij het geld, hetwelk zij bij zich hadden niet konden vertoonen, als zij hun leven niet in gevaar wilden brengen. De producten van de koninklijke domeinen, en de goederen die de karava nen aanvoerden werden allen verruild en Marco Polo moest zelf door ruilhandel in zijne behoeften voorzien. Gedurende drie dagen gaf Ezzudihn Muzuffer schat kistbiljetten uit en oogstte Key Khatu de gouden vruchten van den door hem goedgekeurden maatregel toen was het hazardspel uit. Gedurende die drie dagen echter had het volk hoewel een slavenvolkzooveel haat en verbittering in zich opgenomen, dat weldra een storm losbrakdie een waar zuiveringsproces geleek. Ezzudihn Muzuffer, de scherpzinnige uitvinder der banknoten, werd een offer der volkswoede. De wilde horden die den teugel eensklaps losrukten, wierpen zich op hem en verscheurden hem. Maar ook Key Khatu bleef niet ongestraft. Deze maatregel van den vorstdie al te duidelijk bewees hoe weinig hij zich om de belangen van zijn volk bekom-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 3