F 6. MIDDELBURGSCBE laandag ..lm 6 Januari. 1873. C O R A N T. f» rfC^Vsrv '.A lifla të*» Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2cn Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.SO. Middelburg 4 Januari. BILLIJKE BELASTINGEN. I. Wie onder bovenstaandon titel in Nederland over de belastingen schrijft bedoelt zeer stellig niet het be staande Nederlandsche 'belastingstelsel, of liever dat onsamc nhangend aggregaat van los aaneengeregenniet stélse'matig tot een geheel verbonden overblijfsels van hetgeen vroeger een belastingstelsel was. Maar juist ter wille van het contrast behoort men wanneer men over de belastingen die men aan de Nederlanders op legt wenscht te spreken, de billijkheid voorop te stellen omdat't juist daaraan ons belastingwezen hapert, om dat juist, in tegenspraak en afwijking van het zeer elementair beginsel dat ieder belasting behoort te betalen in evenredigheid van zijn vermogen om te betalen, hier te lande de belastiiigsehuldigheid staat in de omgekeerde reden tct het vermogen om te betalen, zoo dat de minst met fortuin gezegende door een aantal lasten gedrukt wordt, en daarentegen voor den meer met aardsche goederen bevoorrechte het getal der be lastingen weinig grooter is dan de reeks der openstaande gelegenheden om zich aan de betaling te onttrekken. Onze lezers weten dat wij en meer bevoegden dan wij met ons iu de eerste plaats van de opne ming van een nieuw element in ons belastingwezen, van de inkomstenbelastingde thans ten eenemalo gemiste billijkheid en evenredigheid verwachten, dat de inkomstenbelasting in Gnze oogen onmisbaar is, niet alleen als een middel om aan onze rijksmiddelen de vercischte elasticiteit te verschaffen, maar ook als een aequivalent vcor de afschaffing van andere belas tingen die op eerste levensbehoeften drukken en tevens economisch zeer ongunstig werkenonze lezers zullen zich dus niet verwonderen dat w:.j opnieuw op dit vroeger reeds behandelde thema terugkomen. liet zou echter mogelijk kunnen zijn dat men 't betwijfelde of het geschikte oogenblik wel gekomen was om deze quatstie, die voor een negental maanden de hoofden zoo warm maakte, opnieuw op te rakeleD, en of eene goede politiek niet gebood om op het voetspoor van den nieuwen minister van financiën ten aanzien der belastingen een diplomatisch stilzwijgen en stilzitten in acht te nemen. Wij voor ons houden dien twijfel voor ongegrond, ook al erkennen we dat, oppervlakkig beschouwd, de omstandigheden niet zeer gunstig zijn en er voor eene hervorming van ons belastingwezen ia den geest der liberale partij op het oogeublik niet veel kans bestaat. Met een minister van financiën die zich verre van onvoorzichtig van alle toezeggingen onthoudt en van wien men in den eersten tijd geene voorstellen tot verbetering te wachten heeft, met eene kamer die met eene kinderachtige vrees voor de inkomstenbelas ting bevangen schijnt en na jaren lang gewerkt te heb ben om de baan voor ditnieuwe element in ons belasting wezen open en effen te maken, op een kwaden Aprildag al dat werk ongedaan maakt en de inkomstenbelasting afwijst, met teekenen vau reactie op het gebied der directe belastingheffing in andere landen, met dat alles voor oogen kan het oppervlakkig niet voor moo- dig, maar voor onzinnig gehouden worden thans al weder de inkomstenbelasting ter sprake te brengen. Maar men bedenke dat belastingquaestiën niet afhan kelijk zijn van de luimen van eene kamer of van de gunstige of min gunstige gezindheid van een minister, doch dat zij de zaak zijn van de natie zelve, van de natie die dan toch eigenlijk, bij de stembus, over het lot van kamers eu regeeringen in het hoogste ressort beslist. Wanneer een belastingstelsel op onbillijke grondslagen of onevenredigheid en bevoorrechting ge grondvest is, en wanneer de natie van dit wezenlijk gebiek overtuigd is geworden, dan moet hervor ming plaats hebben, en de ondervinding leert dat in dusdanig geval hervormiug ook geschiedt. Het is daarom noch hopeloos noch ondankbaar op het oude aambeeld te blijven kloppen en het voorbeeld te volgen van die wakkere leden der tweede kamer, die bij de behandeling der begrooting van financiën en de wet op de middelen opnieuw eene lans braken voor een verbetering van ons belastingwezen door invoering van dat bij uitstek billijke element, de inkomstenbelasting. Wij spraken van reactie op het gebied der directe heffing in andere landen; wij haddon daarbij vooral Engeland op het oog, waar onlangs een anti-income-iax- league weid opgericht, welke naar Engelschen trant van haar bestaan getuigde door meetings en resolutiën, waaraan bekende staatslieden hunne adhaesie schonken. Men heeft die resolutiën en adhaesic-betoonipgen in onze tweede kamer aangehaald, en wij willen ons van dezelfde feiten bedienen omdat die resolutiën en do tot hare ondersteuning gebezigde gronden het antwoord moeten geven op de vraag in hoeverre de in Engeland tegea dc income-tax opgezette beweging van invloed behoort te zijn op de beoordeeling der Nederlandsche behsting- quaestie. Men kan het oordeel der anti-income-tax-leaguers met juistheid teruggeven in deze woorden: „do inkomsten belasting is eene gedeeltelijke ontzetting ?an den eigen dom zij behoort alleen iu exceptioneele omstaudighedeD, in tijden van buitengewonen nood als tijdelijk hulpmid del te worden gehevenzij is inquisitoriaal en onzede lijk." Deze drie bezwaren zijn ol schijnen althans zeer ernstig; doch zelfs niettegenstaande de zalvende en gemoedelijke taal van den heer Saaijmans Vader, die er in de tweede kamer de inkomstenbelasting' mee trachtte „dood te doen", denkc-n wij zelfs dsarover niet zoo bezwaard. Wij zullen ons onthouden van beschouwingen over het Engelsehe belastingstelsel maar durven m*2t vrijmoedigheid volhouden dat het zelfde harde vonni3 over alle belastingen kan worden geveld die op het oogenblik in ons vaderland worden geheven. Die „gedeeltelijke ontzetting van den eigen- dom" is in zekeren zin een bijzondere eigenschap van elke belastjng hoegenaamd ook, omdat elke belasting den belastingschuldige iets ontneemten dus op zijn eigen domsrecht inbreuk maakt; bet inquisitoriale der toepas- sing en die onzedelijkheid in de gevolgen zijn de trouwe metgezellen van bijna elko belasting, en het bezwaar der exceptionaliteit eindelijk kan, wanneer het inder daad iets beteekent, met eenigea schijn van grond alleen aangevoerd worden tegea eene belasting die beter, billijker en directer is dan eenige andere. Wij hopen dit thema iets nader uit te werken met de lijst van middelen, zooals die door de wet van 31 December jl. voor het loopende jaar weder opnieuw zijn vastgesteld, in de hand. Wij doen dit alleen om de aandacht onzer lezers voor de zaak der belastingen wakker te houden en hen te waarschuwen tegen licht vaardige gevolgtrekkingen, hoe juist zij cokoppervlak kig schijnen; wij zullen hierbij ia het geheel geene nieuwe waarheden aan het licht brengen, maar hoog stens bijdragen tot een nadere bevestiging der zeer oude waarheid, datelke'belasting,op zichzelvebeschouwd, slecht is, maar dat belastingen voor de belastingschuldi gen alleen eene relatieve waarde hebbenwelke zonder overdrijving, zonder groote woorden gezocht en in verge lijking met" andere belastingen bepaald moet worden. Wanneer deze methode wordt toegepast op het Nederland sche belastingwezen en op de hem omringen die het be hoeft, dan zijn w j overtuigd dat de zaak der inkomsten belasting spoedig half gewonnen zal wezen, en dat de vrees voor het onbekende schrikbeeld dat men zich van die belasting gevormd heeft, verdwijnen zal zoodra men zich de ontelbare onbillijkheden zal gelieven te binnen te brengen, waaraan de gewoonte en de traditie ons gewend hebben in het belastingstelsel om 't beleefd heidshalve eens zoo te noemen waaraan Nederland zich met de meeste goedmoedigheid onderwerpt. In de eergisteren gehouden zitting van den gemeenteraad van Rotterdam i3 door burgemeester en wethouders mededeeling gedaan, dat de directie der Handelsver- eeniging bijna alle wijzigingen, door den raad in de overeenkomst met die Yereeniging gewensebt, heeft ingewilligd. De overeenkomst is daarna, bij acclamatie, definitief goedgekeurd. Zij is ook door gedeputeerde staten bekrachtigd. De voorzitter der flandelsvereenigingde heer Pin- coffs, heeft te kennen gegeven dat hij, wanneer het contract definitief zal zijn gesloten', zijn ontslag zal nemen als lid van den raad. BENOEMINGEN EN BESLUITEN. ridderorden. Vergunning verleend aan M. Henriquez Pimentel, 1 eeraar in de wiskunde en lid van onderschei dene geleerde genootschappen, wonende-te's Graven - hage, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde voor wetenschappelijke en letterkundige verdiensten, genaamd San Thiagohem door Z. M. den koning van Portugal geschonken. burgemeesters. Benoemd tot burgemeester der ge meente Rapelle P. J. van der Mandere. Benoemd tot burgemeester der gemeente Markelo A. L. Nilant, onder toekenning van eervol ontslag als burgemeester van Vriezen veen. middelbaar onderwijs. Eervol ontslag verleend als inspecteur van het middelbaar onderwijs, met dank betuiging voor de in die betrekking bewezen diensten, aan ar. J. Bosscha jr., die met ingang van 1 Februari a. is benoemd tot hoogleeraar aan dc polytechnische school te Delft. Benoemd tot inspecteur van het middelbaar onderwijs de hoogleeraar dr. M. Salverdamet toekenning van eervol ontslag als inspecteur van het lager onderwijs in de provincie Utrecht. rechterlijke macht. Benoemd tot raadsheer' in het provinciaal gerechtshof in Noord-Brabant mT. M. A. van den Aeker, thans rechter in de arrondissements rechtbank te Breda. marine. Bevorderd de adjunct-commiesbn bij de directie der marine te Willemsoord J. H. J. Schmidt en G. G. van de Sande, en de klerk bij de directie der marine te Hellevoetsluis B. F. van Eek, tot commies; de eerst en laatstgenoemde te Hellevoetsluis en de andere te Arasterdam. Aangesteld tot klerk bij de directie der marine te Willemsoord J. P. van Reyn. leger. Op pensioen gesteld, op verzoek, ten bedrage van f 900 'sjaars, de kapitein K. H. J. J. Hirsehmann, van het wapen der infanterie, thans op nonactiviteit. KERKNIEUWS. Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Ktuiningen en ook te Loosduinen, de heer G. J. Noomen, te Bruinisse. Aangenomen het beroep tot predikant bij de Ne derduitsche hervormde gemeente te Velsen door den heer G. Doeöes J.Iz.te Biezelinge. Door bet kiescollege der Nederduitsche hervormde gemeente te Delft is, ter vervulling der vacature, ont staan door het aan den heer W. C. F. Koch verleende eervol emeritaat, het volgende zestal predikanten gefor meerd; G. J. van der Flier, te Heemstede; D. P. M. Huet, te Dirksland; F. F. Kruijff, te Velp; J. P. Non hebei, te Middelburg; L. .Schouten, te Harderwijk; P. van Son, te Nijmegen. Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Leiden de heer E. C. Segers, Waalsch predikant te Groningen. MARINE EN LEGER. Gedurende het afgeloopen jaar zijn van Harderwijk naar Oost-Indië uitgezonden 914 onderofficieren en man schappen waaronder 550 van het leger hier te lande, bij dat in de overzcesche bezittingen overgeplaatste mi litairen en 11 vreemdelingen, die te voren niet in het Nederlandsche leger hebben gediend. Daarentegen zijn uit die gewesten teruggekeerd en hebben hun ontslag bekomen; G83 onderofficieren en manschappen, als: 202 met voortdurendgagement, waar onder 105die onafgebroken meer dan 12 jaren bij het koloniale leger hebben gediend404 wegens expiratie

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1