maal de vreemde gezanten hun leven niet zeker waren
en de niet strikte toepassing er van den taikoen
JjeJoschi liet leven kostte; hij werd, op aandiang
van de conservatieven, met den prins van Mito aan
het hoofd, als landverrader gedood.
Sedert het verdrag van Kanawaga, in 1854- met de
Amerikanen gesloten, is Japan voqr alle vreemdelingen
toegankelijk, en van dien tijd dagteekent een nieuw
tijdperk van vooruitgang en ontwikkeling; het verkeer
met het buitenland wordt thans door de Japansche
regeering zelve aangemoedigd en bevorderd; zij tracht
het volk zooveel mogelijk met de Europeesche gebruiken
bekend te maken en vooral met de Europccsche bescha
ving, en door de betrekkingen die de verschillende natiën
met het „wonderland" hebben aangeknoopt wordt de
wafe kennis omtrent dat land meer algemeen.
De Japanners hebben een levendige phantasie, zijn
geestig, houden veel van grappen, zijn zeer beleefd, en
nemen de vormen steeds bijzonder in acht; men kan
zeggen, dat zij niets van de kalme berusting hebben
die zooveel Oostersche volken eigen is. Daardoor is'het
dan ook licht te verklaren, dat Japan een groot aantal
scholen en inrichtingen van hooger onderwijs bezit, en
dat minstens drie vierde gedeelte van het volk kan
lezen en schrijven, wat men niet eens van alle Euro-
peesche volken kan zeggen. In de hoofdstad Yeddo, die
tegenwoordig reeds drie millioen inwoners moet bezitten,
zijn drie hoogescholen, waarvan een voor Japansche
poëzie, een andere voor de Chineesche en een derde
voor de Europeesche Wetenschappen bestemd is, en iedere
Japanner die aanspraak wil maken op beschaving moeteen
van die drie inrichtingen gedurende eenigen tijd bezoe
ken. De Japanners hebben een bijzonderen aanleg om
vreemde talen te leereu, en daaraan is het ook te dan
ken, dat het Nederlandsch in Japan zoo sterk verbreid
is. Kunsten en wetenschappen worden zorgvuldig ge
kweekt, evenzeer als industrie ea landbouw, terwijl op
godsdienstig gebied volkomen geloofsvrijheid heerscht.
De litteratuur bloeit in Japan zeer. Jaarlijks verschijnt
een groote menigte boeken in de Japansche taal, op
verschillend wetenschappelijk gebied. De meeste hebben,
wat zeer voor de ontwikkeling van het volk pleit,
een leerzame strekking en een practisch nut. Jaarlijks
wordt een werk uitgegeven, waarin wordt medegedeeld
welke uitvindingen en ontdekkingen in het afgeloopen
jaar ziju gedaanterwijl het voorts statistieke opgaven
over Europa cn Amerika bevat, benevens de voornaamste
historische feiten, waarin de Japanners veel belang
stellen; ook hebben zij goede handboekenen leerboeken
voor verschillende vakken van wetenschap. Reeds ver
scheidene eeuwen heeft Japan conversations lexicons,
waarvan sommigen 100 deelen bevatten en met houtsnee-
figuren zijn versierd. In den nieuwsten tijd heeft men
minder omvangrijke lexicons uitgegeven, waarvan ieder
jaar een nieuw deel ter aanvulling verschijnt. De vol
ken die in deze werken worden besproken schijnen
meestal zeer objectief te worden behandeld, behalve de
Spanjaarden en Portugeezen, waarvan woidt verzekerd,
dat zij een slechten godsdienst hebben.
Een gevolg van die belangstelling in de litteratuur
is, dat de boekhandel in Japan zeer bloeit; hij is echter
volstrekt niet op Europeesche wijze ingericht, maar de
drukte en beweging in een zoogenaamden boekwinkel
te Yeddo maakt een aangenamen indruk. Jong en oud,
voornamen en geringen, rijken en armen, allen krioelen
zonder onderscheid van geslacht door elkander om kennis
te maken met de opeengestapelde schatten van weten
schap en letterkunde, en er zoo mogelijk zich iets van
aan te schaffen.
Een eigenaardige positie bekleeden tegenwoordig nog
in Japan de geneeskundigen, die wetten hebben welke
door den staat zijn goedgekeurd, zich in bijzondere
privilegiën verheugen en in verschillende klassen zijn
verdeeld. Ten tijde van detaikoens bekleedden hunne
lijfartsen den eersten rang en zij hadden het recht om
twee zwaarden te gelijk te drageD. Gewoonlijk scho
ren zij zich het hoofd geheel kaal en mochten buiten
het keizerlijk paleis nietpraktiseeren. De tweede klasse
omvat alle artsen die behalve de burgerlijke ook de
militaire praktijk uitoefenen en in tijd van oorlog met
het leger uittrekken. De overige „dokters" zijn mees
tal „burgerdokters". Bijna allen studeeren zij een paar
jaren en gaan dan zonder aflegging van een staats-examen
de praktijk uitoefenen. Vele gaan ook bij een prakti-
seereud arts in de leer, evenals de handwerkslieden,
en vereenigen de studie van theorie en praktijk. In
de uitoefening der praktijk is ieder volkomen vrij,
zoodat hij zijne patiënten geheel naar goedvinden kan
behandelen; ieder heeft zijn eigen methode; de een houdt
zich aan de emp:rie, een ander aan de Chineesche
methode, terwijl een derde de Nederlandsche school
volgt.
De stichting van de Japansch-geneeskundige academie
door dr. Pompe van Meerdeivoort heeft hierin veel ver
betering gebracht en langzamerhand beginnen de artsen
meer en meer de Europeesche behandelingswijze aan te
nemen. Een groote overwinning van dr. Pompe van
Meerdervoort was de invoering van de practische oefe
ningen op lijken. Eerst den 9tn November 1859 kon
hij na veel bezwaren te hebben overwonnen van de
regeering het eerste lijk, dat van een misdadiger, ver
krijgen, en in tegenwoordigheid van 45 Japansche dok
ters had de .eerste oefening plaats. Het was echter noodig
geweest om de plaats waar de anatomische les werd
gegeven door soldaten to- laten beschermen, en tevens
weid in de straten van Nagasaki, alwaar de les plaats
vondeene proclamatie van den gouverneur aangeplakt,
waarin aan het volk werd bekend gemaakt, dat het
lijk van dezen misdadigerhetwelk tot nut van de weten
schap cn daardoor van geheel het volk had gestrekt,
niet zooals gewoonlijk op de plaats voor de lijken van
misdadigers bestemd zou worden begravenmaar op het
gewone kerkhof op kosten, der regeering en begeleid
door priesters zou worden ter aarde besteld.v Zoo wist
men het volk in de eerste Japansche anatomische les
te doen berusten. De Japansche dokter draagt het hart
zeer hoog, en leeft in de innige overtuiging dat hij voor
alle menschen onontbeerlijk is en hen derhalve geheel
kan beheerscken. Al zijne handelingen hebben iets
waardigs en deftigs. Met afgepaste schreden den onver-
mijdelijken waaier in de hand en de niet minder onvermij
delijke sabel zoo hij er geen twee mag dragen in
den gordelstapt hij daar heen als een troost voor de
ziekeneen voorwerp van vereering voor gezonden.
Behoort hij tot de beroemden in zijne kunst dan
verzuimt hij stellig niet, ter vermeerdering van zijn
aanzienzich een draagbare apotheek door een paar
bedienden te doen nadragen, want de meeste Japansche
„dokters" zijn arts en apotheker tegelijk.
Meestal is het in de straten levendig, doch als het
middaguur nadert wordt het overal stil en kalm. De
gioote hitte drukt als lood op den krachtigen polsslag
van het openbare leven. De schippers leggen zich in
hunne vaartuigen neder; de burger en baud werkman
snelt naar huis om te eten en dan eenige uren te rasten.
Op Oostersche wijze eet men met gekruiste beenen
plat op den grond zittend, terwijl de vloer tegelijk
voor tafel en stoel dient, en eene mat tapijt en tafella
ken vertegenwoordigt: verlakte houten nappen vervangen
de plaats van onze schotels en borden. In het midden
staat do grootste nap, de hoofdschotel, waaruit de
rondom staande kleine nappen worden gevuld. Het
hoofdvoedsel is rijst, die de Japanners, naar men ver
zekert, voortreffelijk weten te bereiden, doch ook andere
spijzen als visch, kreeften enz. vinden gereeden afirek.
De meest gezochte groenten zijn witte en gele wortels,
zoete aardappelen en een soort salade van jonge bam-
boesöpruiten. Een voornaam bestanddeel van iederen
maaltijd is ook thee of rijstbrandewijn, die onver
mengd zonder suiker of andere bestanddeelen wordt
gedronken. Messen en vorken kennen de Japanners
niet: in plaats daarvan bedienen zij zich van lange
gladde staafjes waartusschen zij een stuk vleesch vast
klemmen om het naar den mond te brengen.
De eigenaardigheden van het Japansche karakter
komen ook sterk aan den dag bij feesten en niet
het minst bij de nieuwjaarsfeestendie een zeldzame
vereeniging van ernst, naieveteit en kluchten vormen.
De Japanners zijn vroolijk van aard en houden dol
veel van feesten, en daarom rekken zij de nieuwsjaars-
feesten dan ook een geheele week, waaria openbare
voorstellingen worden gegeven en allerlei kluchtspelen
worden gearrangeerd, die door rijk en arm, jong en oud
worden bijgewoond. Gedurende dien tijd zijn de huizen
van binnen en van buiten met kransen van rijststroo,
dennentakken en roode boschbeziën versierd v op de
straten zijn den ganschen dag fluitspelers, goochelaars,
koorddansers en kunstenmakers in de weer.
Een van de meest gezochte vermakelijkheden is de
zoogenaamde „drakenkamp". Hierbij laat men groote
papieren draken, in allerlei groteske gestalten als van
kraanvogels, papegaaien, mannen met vlindervleu
gels, koppen van goden of beroemde helden, in de
lucht op en neder gaan; zij zijn ieder met een bijzonder
gevormd staafje van bamboes voorzien, hetwelk door
de zuiging van de lucht een eigenaardig klinkenden
toon voortbrengtzoodat wanneer men zich met dit
spel veel bezig houdt overal in de lucht een vreemde
muziek weerklinkt, die iets heeft van de tonen der
Aeolusharp. Daarenboven zijn de draden waaraan men
de draken vasthoudt met bont gekleurde glasscherven
voorzien, en daar dé muzikale luchtschippers elkander
dikwijls raken, wordt het touw van dezen of genen
afgesneden en de getroffene valt onder luid gejuich te
gen den grond; intusschen klingelen de glasscherven
aanhoudend tegen elkander.
Dit spel wordt vooral door verloofden veel gespeeld,
en het geldt voor een goed teeken als de draak van
de bruid overwint. Op oudejaarsavond straalt iedere
stad als in een zee van licht. Duizende bontge
kleurde lantaarns en ontelbare transparanten ver
spreiden te midden van groen en bloemen een too ver
achtig licht; geen huis is er dat niet met bloemen is
versierd. Gedurende den ganschen nacht laat men in
den hof van ieder eenigszins aanzienlijk huis in een op
den grond staande schaal een vlam branden die door
dunne, met wijwater besprengde houtjes wordt gevoed f
te middernacht slaat men haar nauwkeurig gade, haar
vormhaar flikkeren en knetterenom daaruit het ge
luk of het ongeluk dat bet nieuwejaar zal opleveren
op te maken. De huisheer heeft echter een nog veel
gewichtiger taak te vervullen. Hij trekt zijn beste
kleederen en gordt zijn wapens aan en gaat vervolgens
het geheele huis door, om de booze geesten te ver
drijven. Zijn bezweringsmaterieel bestaat uit een handvol
geroosterde boonen die hij rondom zich over den vloer
strooit onder den uitroep: „Booze geesten er uit, rijk
dom er in!" Op den nieuwjaarsmorgen zeiven brengen
familieleden en vrienden elkander gelukwenschen en
geschenkenwelke laatste beslaan in een stuk gedroogd
vleeeeh, rijstwijn, sinaasappelen er in een of meerdere
waaiers van meer of-minder waarde. Al deze geschen
ken hebben een bepaalde beteckenis en worden met
groote plechtigheid overhandigd.
Sfctijömgm.
Het stoomschip PrinZ Hendrik is 31 December van
Nieuwediep te Batavia aangekomen. Alles wel.
^anödsbrricSjtra.
Gent, 3 Januari. Koode en witte tarwe a 85 kilo,
met weinig aanvoer fr. 29,50; rogge a 81 kilo fr. 16.
gerst fr. haver fr. 14.boekweit fr. IS.
paardenboonen fr. 16.75: koolzaad fr. 43.lijnzaad
fr. 42.lijnkoeken fr. 25.koolzaadkoeken fr. 18.25;
boter fr. 3 'per kilogrameieren fr. 2.75 per 26- stuks.
PRIJ2BH "VAN E3?FECTEK.
Amsterdam 3 Januari 1873.
Nederland. *Certiüc. Werkelijke echuld. 21 pet. 54}-§-
♦aito dito dito .3 65
♦dito dito dito 4 S7J-
♦Aand. Handelmaatschappij 41 136
♦ditoexploitatie Ned. staatssp 1161
België. ♦Certificaten bij Rothschild 21
Frankrijk. ♦Insehrijvingen3 „51
♦dito5 „791
Rusland. ♦Obligation 1798/1816 5 981
♦Certific. adia. Hamburg 5
♦dito Hope C°. 1855, 6e serie 5 864
♦Gert. f 1000 1864 5 97-1
♦dito f 1000 1866. 5 97&
♦Loten 18665 „246
♦Oblig. Hope^6C*.Leening 1860 4J 891
♦Certific. dito4
♦Insiript. Stioglitz&C°.2fa4L. 4 73J
♦Obligatiën 1867-69. 4 „75
♦Certificaten6 491
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 231
♦Oblig, dito4 1301
Obl. spoorweg Poti-Tiflis ,5 „941
dito dito Jelez Orel .5 9i
dito dito Charkow-Azow. 5 91
Polen. ♦Schatkis' obligatiën 4 721
Oostenrijk. ♦Oblig.metall.in zilver Jan./Juli. 5 65
♦dito dito April/Oct. 5 64}-l
♦dito in papier Mei/Nov. 5 61-
*dito dito Febr./Aug. 5 60fl
Italië. Leening 18615
Spanje. *Obligatiën.Buitenl.l86771. 3 28^
dito Binnenlandsche 3 24-^j-
Portugal. *Obl. 185669 3 411
Turkije. dito (binnenl.) .5 521
Egypte. Obl. 18687 „91
Amerika. ♦Obl. Vereenigde Staten (1871) 5
♦dito dito dito (1904) 5
♦dito dito dito (1882) 6 98J
♦dito dito ilito (1885) 6 991
♦Obl. Illinois7
♦dito dito Redemtion. .6
Obl. A tl. Gr. W. Spa Ohiosec. (7p)
dito dito geconf olideerae .7
dito dito debei tures. 8
Obl.St.Paul&Pac.3pw.lesec. 7
dito dito dito 2esec. 7 651
dito dito 1869 dito 7 66
Brazilië. ♦Obl. 186341
♦dito 1865 5 „951
Mexico. dito 18513 „18^
Grenada. dito afgestempeld .6 „21
Venezuela, dito3 „101
Ecuador. dito1
Prijzen van coupona.
Amsterdam, 2 Januari. Metall. f 22.70; dito zil
ver f 24.55; Dito Eng. per f 11.90; Eng. Russen
per fEng. Portugal per t f 11.871; Fransche
f 56; Belg. f>561; Pruis, f 35$; Hamb. Russen 31$;
Russen i 1 Z. R. f 3115- Pools, in Fl. f 27|Napelsche
f Spnansche piaster f Spaansch in fr. 1000
f 12.671 j Amerikaansche dollars f 2.40; papier f 2.141.
Ttöwrtmtiën.
Ondertrouwd
A. J. VAN OCKENBÜRG
T. J. BRONS.
Rotterdam, 2 Januari 1873.
Eenige kennisgeving.