öuitcttlcmix te bewerkstelligen en de politiemacht van den steiger te verwijderen. De inspecteur der politie begaf zich naar het gouvernements-hötelom bericht van den staat van zaken te geven. Binnen een half uur was een sterke afdeeling troepenmet geschutnaar de plaats des .oproers opgerukt. Toen het volk niet goedwillig uiteen wilde gaan, werd een charge met gevelde ba jonet op de massa gedaan. Onderscheidene belhamels werden gewond, waarna de massa retireerde. Evenwel werd de orde eerst omstreeks twee uren in den morgen in de stad hersteld. Een honderdtal der oproermakers is gevangen genomen. De Reporter zegtdat het niet zoover zou gekomen zijn, indien men vroeger niet zoo veel slapheid had betoond in het handhaven der orde bij dergelijke gelegenheden. Daags na het hiervoren vermelde is de politiemacht met 300 agenten vermeer derd. Volgens bericht uit Frankfort hebben de speeltafels te Homburg en Wiesbadende voltrekking van haar doodvonnis vooruitloopende, door zelfmoord een einde aan haar leven gemaakt. Beide wereldberoemde instellingen sneefden Zondag, ofschoon 31 December de fatale ter mijn was. Te Homburg maakten de ontzaglijke toevloed van vreemdelingen en de daardoor ontstaande wanorde lijkheden dien zelfmoord reeds des middags te 12 uren noodzakelijk. Te Wiesbaden heerschte volmaakte orde, doch aldaar schenen de eigenaars van het spel het beter te oordeelen ongeregeldheden te voorkomen en daarom riepen zij des avonds te 11 uren een definitief en onher roepelijk rien ne va plus. Wat geheel Duitschland thans betreft, le jeu est faiten zij die overvloed van tijd en geld hebben en opwinding der hartstochten door kansspelen wenschen, moeten hunne schreden el ders heenwenden. Reeds worden plannen gemaakt om die ongelukkige wezens niet troosteloos te laten staan. In Frankfort althans verkondigen groote aanplakbiljet ten aan het min of meer onverschillige publiek, dat het spel met het nieuwe jaar hervat zal worden te San Sebastian. Deze kennisgeving draagt echter geene onderteekening en het plan zal wel op even losse schroe ven staan als de oprichting van speelbanken te Lichten- stein of in het republiekje Andorre in de Pyrenaeën. Éen hoofdvereischte ontbreekt althans tot heden nog, namelijk de toestemming der Spaansche regeering. Koning Amadeo zal echter de eer van het monopolie in Europa zonder eenigen twijfel aan Monaco laten. THERMOMETERS TAND. 1 Jan. 's av. 11 u. 46 gr. 2 'smorg. 7 u. 46 gr. 'smidd. 1 u. 48 gr. 'sav. 6 u. 47 gr. ALGEMEEN OVERZICHT. Tengevolge van den nieuwjaarsdag valt heden geen enkel politiek feit mede te deelen. Behalve de gebruike lijke receptiën aan de verschillende Europeesche hoven en bij den president der Fransche republiek, behelzen de berichten uit het buitenland niets anders dan ge ruchten en beschouwingen over hetgeen in de laatste dagen voorviel. Een voorname plaats wordt daaronder ingenomen door de onbescheiden onthullingen van den hertog de Grammont omtrent Oostenrijk's houding bij het uitbreken van den Fransch-Duitschen oorlogen door de nieuwe moeilijkheden waarin het Duitsche rijk en Frankrijk zich door de eigenaardige positie van den paus bevinden. Aangaande de eerste quaestie is het van belang op te merken, dat, ondanks de welwillende woorden van de officieuse Norddeutsche Allgemeine Zeitungde open bare meening in Duitschland, en dientengevolge waar- schynlijk ook die in Cisleithaansch Oostenrijk, aan hare verontwaardiging ten aanzien van vonBeust lucht geeft, nu meer en meer blijkt dat de mededeelingen van den Franschen ex-minister de Grammont in hoofdzaak juist zijn. Te Berlijn wacht men met spanning af wat het Oostenr'jksehe gouvernement doen zal, en zelfs loopen er weddenschappen dat von Beust uit den staatsdienst ontslagen zal worden. Intusschen neemt de Oostenrijksche regeering het diepste stilzwijgen in acht en de oflieieele en officieuse organen nemen slechts artikelen uit andere dagbladen zonder eenigen commentaar over, maar spreken hunne eigene meening over deze zaak niet uit. DeNeue freie Presse, die bij het optreden van von Beust als rijkskanselier en misschien wel door hem of althans onder zijne auspiciën werd opgericht, geeft zich alle moeite haar hoogen beschermer schoon te wasschen. In haar nommer van Dinsdag avond herinnerde zij als een nieuw bewijs voor de onjuistheid der mededeelingen van de Grammont aan het feit, dat de laatste minister van het keizerrijkde heer de Latour d'Auvergne Oostenrijk dringend verzocht zich niet uitdrukkelijk neutraal te verklarenteneinde de Pruisen te noodzaken hunne krachten te ver deelen. Dat verzoek werd door den ministerraad beantwoord door eeDe circulaire, waarin te Berlijn en te Parijs van Oostenrijk's neutraliteit werd kennis gegeven. De woorden in de depêche van von Beust, waarop de Grammont zich beroept, hebben dan ook slechts betrekking op diplomatieke hulp enz. De Neue freie Presse vergeet echter dat die circulaire ver zonden werd in de eerste dagen van Augustus, terwijl de Grammont spreekt van 13 tot 23 Juli. Wat de Neue freie Presse ook moge verzinnen, en welke beleedigende en onbetamelijke woorden zij den Franschen keizer en zijnen diplomaten en ministers ook naar het hoofd werpe, het is zeer te betwijfelen dat zij er in slagen zal von Beust geheel schoon te wasschen. Doch afgescheiden van de juiste opmerkiDg der Nord deutsche Allgemeine Zeitung, dat de zaak slechts his torische waarde heeft en voor de tegenwoordige vriend schappelijke betrekkingen tusschen Duitschland en Oos tenrijk van niet het geringste belang is, rijst nog de vraag, wat al dat misbaar en al die opschudding be duiden en waarom von Beust verketterd zou moeten worden, omdat hij hoopte gebruik te maken van de gelegenheid om Königsgriitz op den brutalen vijand van 1866 te wreken? Wanneer iemand von Beust iets euvel wil duiden, dan is het Frankrijk dat hij ondanks zijne beloften in den steek lietdoch reeds in de eerste maand van den oorlog was het voor geheel Europa geen geheim meer, dat Rusljjnd's houding en Pruisen's schitterende overwinningen Oostenrijk tot neutraliteit dwongen. Duitschland heeft slechts reden zich te ver heugen dat Oostenrijk door Rusland in bedwang ge houden werd, in plaats van von Beust ten kwade te duiden dat hij tegen Pruisen partij trok, hetwelk Oostenrijk uit Duitschland gestooten had. Zeer terecht zeide de Norddeutsche Allgemeine Zeitung dan ook in het bo vengenoemde artikeldat von Beust volkomen in zijn recht was, wanneer hij in 1870 verdragen sloot met Frank rijk tegen Duitschland zoo hij meende daarmede in het belang van Oostenrijk te handelen. De eenige gedrags lijn, welke Duitschland in deze zaak te volgen heeft, werd dan ook volkomen juist door het orgaan van den rijkskanselier aangewezen. Geschiedt dit niet dan loopt Duitschland gevaar Oostenrijk van zich te vervreemden, hetgeen nu oneindig gevaarlijker zou wezen dan in 1870, en bovendien werkt het de manoeuvres der Bonapar- tisten in de handdie de zaak slechts als eene reclame voor het keizerrijk op het tapijt hebben gebracht. Omtrent Duitschland's verhouding tot het Vaticaan wordt uit Berlijn gemeld dat de verontwaardiging over de pauselijke allocutie dagelijks toeneemt. Geen wonder, want de regeering en de pertf hebben geene moeite ontzien om de gemoederen op te winden. De Ostdeutsche Zeitung s'.aat niet meer alleen, ook de Berlijnsche Germania en drie andere provinciale bladen zijn in beslag geno men, waarschijnlijk eveneens wegens opneming van de geïncrimineerde zinsneden uit de vermaarde allocutie. En steeds blijven de groote dagbladen op de vreeselijke beleedigingen wijzen welke de paus den keizer en het rijk heeft aangedaan. Het is niet onwaarschijnlijk dat de zaak met zooveel misbaar wordt warm gehouden, teneinde het afbreken der diplomatieke betrekkingen met den paus tegenover de natie te rechtvaardigen. Voor het protestantsche en liberale deel der natie is dit echter niet noodig, en de streng katholieke Duit sche burgers zal de regeering daardoor zeker niet van de billijkheid harer politiek overtuigen. DeheerStumm, chargé affaires bij den paus, is Dinsdag te Berlijn aan gekomen en zalzooals aan the Daily News gemeld wordt, waarschijnlijk niet naar Rome terugkeeren. Het incident-de Bourgoing is nog in statu quo. Slechts wordt aan the Times gemelddat Thiers voornemens i3 de bevoegdheden van den opvolger van den heer Bourgoing streng te beperken binnen de grenzen door het concordaat aangewezen, teneinde verdere conflicten tusschen de beide Fransche gezanten te Rome te voorkomen. Mocht dit bericht juist zijn hetgeen zeer te betwijfelen is dan zullen Thiers en de Rémusat voorzeker aan nog heviger aanvallen van de clericalen in de kamer blootstaan dan thans reeds tegen hen voorbereid zijn. Hetzelfde denkbeeldwaar van de correspondent van the Times spreekt, is reeds door le Siècle en andere republikeinsche bladen ontwik keld en zelfs raden eenigen den president der republiek aan om van dezen twist gebruik te maken en den gezant- schapspost aan het Vaticaan onbezet te laten. Zij die zoo iets verlangen kennen Thiers niet of vergeten wil lens en wetens zijne bekende beginselen omtrent den paus en de noodzakelijkheid van het wereldlijk gezag. Uit New-York wordt gemeld, dat de opstandelingen op Cuba twee niet onbelangrijke overwinningen op de Spaansche regeeringstroepen hebben behaald. Omtrent de juistheid van dit bericht valt weinig te zeggen, doch waar zulke mededeelingen uit Noord-Amerikaansche bron vloeienvergete men voorzichtigheidshalve niet dat de Unie, die in een bloedigen burgeroorlog de slavernij fnuikte, iedere overwinning der Cubasche opstandelingen met bijzondere vreugde begroet. Het Pruisische ministerie. „De heer von Roon, dje provisioneel het voorzitter schap in den ministerraad bekleedde, is definitief tot minister-president benoemd", aldus luidt een kort tele gram van den 31en December uit Berlijn. Sedert het keizerlijk rescript van 23 December aan von Bismarck, waarin uitdrukkelijk gezegd wordt dat „het praesidium in den ministerraad wordt opgedragen aan den oudsten minister in jaren", zou men meenen dat zulk eene definitieve benoeming niet meer mogelijk ware, en dan zeker niet reeds 8 dagen na die nieuwe regeling. Doöh in Pruisen is op „constitutioneel" gebied blijkbaar ook het onmogelijke denkbaar. De benoeming kan toch niet beteekeneu, dat von Roon zijn ontslag heeft terug genomen en nu als oudste in jaren nogmaals zijue aan stelling als voorzitter ontvangt. Zijn verzoek om ontslag was reeds vóór geruimen tijd door den keizer niet aangeno men, zoodat er wel geen twijfel aan bestaat of het Pruisische ministerie-ion Bismarck is een ministerie-von Roon geworden. Tusschen de ultra-conservatieve en de meer vrijzinnige richting in het kabinet heeft de keizer dus ten gunste van de eerste beslist. Volkomen juist zegt de Berliner Autographische Correspondenz, dat „niemand den leden van het Prui sische kabinet kan verwijten dat zij uit eigen beweging een meer vrijzinnigen weg zijn ingeslagen", maar dat die weg weder verlaten wordt, nadat de behoeften van het Duitsche rijk en Pruisen de regeering gedwongen hadden dien weg te volgen, is wel de erg3te kaakslag welke der openbare meening in Duitschland gegeven kon worden. De benoeming van von Roon als minister-pre sident kan het besluit van de ministerieele crisis genoemd worden: de reactionaire richting zal dus in de regee ring domineeren, ondanks de liberale meerderheid in den landdag, ondanks den uitgedrukten wensch der natie, ondanks de verplichtingen van Pruisen tegenover het Duitsche rijk. Een kabinet van „halve invaliden", zooals de National-Zeitung zegt, samengesteld uit verte genwoordigers van verschillende partijen, zonder eenige homogeniteit of overeenstemming, wordt slechts gehand haafd omdat de „allergenadigste keizer, koning en heer" daarin zijne liefhebberij schijnt te hebben. Aan eenheid van bestuur in Pruisen zal onder die omstandigheden wel niet gedacht kunnen worden. Een klein staaltje heeft men "daarvan reeds kunnen waarnemen. Drie dagen vóór de benoeming van von Roon tot voorzitter van den ministerraaddus vóór de vorming van een kabinet- von Roon komt het orgaan van den minister von Eulen- burg, de Provincial Correspondenz, in een woordenrijk en hoogdravend artikel het verontrust publiek mede- deelendat niettegenstaande de wijziging, het kabinet een ministerie von Bismarck blijft, von Bismarck daarvan de ziel zal blijven uitmaken enz. Iutusschen worden de verzekeringen van dit officieuse blad reeds een paar dagen daarna door de feiten gelogenstraft. „Het groote publiek wrijft de oogen en vraagt ver wonderd of men waakt of"slaapt, schrijft een Berlijnsch correspondent aan de Neue freie Presse. Men had zich sedert jaren met de illusie gevleid dat men eindelijk in den liberalen stroom gekomen was. Het tegendeel blijkt het geval te wezen. En dat die verandering van koers juist komt op hetzelfde oogenblik, dat de eerste schrede op den weg der administratieve hervor ming in liberalen geest gedaan is, zet inderdaad aan al dat geknoei en ^gehaspel de kroon op. Het is en er valt zeer veel daarvoor te zeggen alsof men zelf niet geloofd had dat de schrede gelukken zou, en nu die gelukt is, eenigszins verrast, ja verschrikt is en alles meent te moeten doen, om die schrede zoo al niet onge daan, dan toch onvruchtbaar te make.i." Natuurlijk ontbreekt het niet aan geruchten omtrent het aftreden van den heer Falk als minister van eere- dieast, wiens taak thans zeer verzwaard is, omdat hij, volgens de stipte opvatting van het bewuste keizerlijk rescript, von Bismarck als steun in den rug mist, tenzij men wil aannemen dat de minister van buitenlandsche zaken in de kerkelijke quaestie kan medespreken omdat deze als „Romeinsche quaestie" onder zijn ressort ge bracht kan worden. Die geruchten worden echter tot dusverre nog pertinent tegengesproken. Doch niet omdat hij von Bismarck's steun mist. behoorde de heer Falk als constitutioneel minister zijn ontslag te nemen,maar omdat hij deel uitmaakt van een kabinet dat hem de volbrenging van de taakdie hij op zich nam en waar aan hij bij zijn optreden als minister zijn naam verbond, onmogelijk maakt. Dat dit geen vermoeden is ten aan zien van het reactionaire kabinet-von Roon, maar inder daad de feitelijke waarheidkan uit het volgende bericht uit Berlijn aan de Kölnische Zeitung blijken. „Na de gebeurtenissen in den schoot van het Prui sische ministerie, aldus leest men daar, is van verschil lende zijden twijfel geopperd over het lot der veel be sproken wetsontwerpen van den minister van eeredienst. Die twijfel was zeer gewettigd. Heden staan de zaken echter zoo, dat weldra een tweede wetsontwerp over de ambtsbevoegdheid der geestelijken tegenover hunne ondergeschikten het reeds aan den 'landdag ingediende ontwerp over de grenzen der kerkelijke strafmiddelen volgen zal; daarmede-echter kan de rij van wetten op dit gebied voorloopig als gesloten beschouwd worden. De indiening der wet op het burgerlijk huwelijk, die

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 2