een gouden medaille toegekend voor zijn antwoord op
de prijsvraag: „Men vraagt een typografische beschrijving
van Bagdadvan de stichting der stad af tot het jaar
der HAdsjra G56."
De gesprekken over den gepleegden moord te
's Gravenhage en den diefstal met inklimming voor
eenigen tijd te Deventer hadden Zaterdag avond het
zoontje van iemand te Deventer zoo getroffen, dat hij,
te bed gebracht, terwijl zijn ouders op een vrienden
feest genoodigd waren, van dieven en moordenaars
droomde, opstond en, bet bed van zijn ouders ledig vin
dende, zijn vermoeden bevestigd wanende, in allerijl de
vlucht nam door het achterraam over een afdak naai
den tuin, van waar hij over een paar muurtjes geklom
men, in een andereu tuin zich verborg. De ouders tehuis
gekomen naar hun kinderen ziende, vonden den knaap
niet, de kleederen ever den grond, het bed ledig, het
raam openéen kleedingstuk scheen den weg naar bui
ten te wijzen. In hun radeloosheid werd dadelijk om
de politie gezonden die er niet zonder moeite in slaagde
het kind, bevende van schrik en verkleumd van koude,
terug te vinden. {Hel Vaderland.)
Dergisteren avond is door de politie te 'sGraven-
hage aangehouden een persoondie volgens aangifte
bezig was de sloten van eenige buizen op de Ko
ninginnegracht te onderzoeken, hoogst waarschijnlijk
niet met de beste bedoelingen. {Hel Vaderland
Op den tweeden Kerstdag viel een conducteur door
verregaande onvoorzichtigheid van een goederentrein
van den staatsspoorweg, nabij het station Schalkwijk
zoodanig op het perron, dat hij den volgenden dag
overleed; de ongelukkige was boven op den wagen
geklommen en raakte met zijn hoofd tegen den tele
graafdraad.
Onlangs werd uit Groningen bericht, dat van daar
een detachement infanterie was uitgerukt naar de grens
gemeente Vlugtwedde, om daar de leidijken tegen
't doorsteken van den kant onzer Pruisische buren te
bewaken. Zaterdag is ter versterking een tweede deta
chement derwaarts vertrokken. Bij den tegenwoordigen
zeer hoogen stand van het bovenwater bestaat er meer
gevaar dan in gewone winters.
Te Nieuw-Scheemda (provincie Groningen) is een
vijfjarig kind tengevolge van schrik overleden. Het
dienstmeisje, met het oppassen van eenige kinderen
belast, had uit aardigheid een paardendek omgedaan en
een haarnetje voor het gezicht getrokken en was zoo
op de kinderen toegeloopen, met het reeds genoemd
ongelukkig gevolg. Twee andere kinderen zijn onder
geneeskundige behandeling, dcch herstellende.
Te Franeker vervoegde zich Zaterdag bij de politie
een klein meisje, hulp inroepende voor haar moeder, die
door het hoold des gezins werd bedreigd met moord.
Men ging met het meisje onmiddellijk mede en vond
de vrouw huilende en bloedende uit eeue met een broo d-
mes boven het oog toegebrachte wonde. Den man, den
dader, vond men voorover zittende op een stoel: hij
trok het mes langs de keel en bracht zich daar eene
nog al diepe wonde toe, zoodat een zware bloedstroom
volgde. Nadat door de politie geneeskundige hulp was
ingeroepen, is de man vervolgens naar het ziekenhuis
overgebracht, waar hij thans in be denkei ij ken toestand
verkeert. Vroeger moet hij reeds twee malen getracht
hebben door ophanging een einde aan zijq leven te ma ken
en was verslaafd aan den sterken drank.
Zondag avond omstreeks 6 uren heeft een jeugdige
korporaal, oud 18 jaren, geboortig van Leiden, zich
door een geweerschot in de kazerne te Maastricht van
het leven beroofd. In zijn onderofficiers-examen niet
geslaagd zijndeheeft hem dit vermoedelijk mismoedig
gemaakt en tot het uiterste van zelfmoord de toevlucht
doen nemen.
Uit het Limburgsche wordt herhaaldelijk geklaagd
over de verbazende hoeveelheid Belgisch kopergeld, die
aldaar in omloop is en langzamerhand het eenige be
taalmiddel wordt, waardoor de winkeliers op iedere
5 francs 14 cent verdienen. Men dringt daar op invoe
ring van nieuwe Nederlandsche koperen munt aan.
Het museum van Brussel heeft in den laatsten tijd
verscheidene belangrijke aankoopen gedaan, onder an
deren twee schilderijen van Jan Metsyszoon van
Qainten. Deze schilder is wel geen meester in de kunst
maar de aankoop zijner werken vult de leemte aan,
welke in het museum bestond in de reeks der voort
brengselen van de Vlaamsehe schilderschool. Ook is
voor die inrichting aangekocht een goede schilderij van
Pieter Aersen, bijgenaamd Lange Peer, die gewoonlijk
keukemeiden schilderde, alsook schilderijen van den
Antwerpschen marine-schilder Bonaventura Peeters en
van Antonio de Persedo.
De minister van openbare werken in België heeft,
in het belang der openbare gezondheid bevolen dat, te
"beginnen met heden, het vervoer per spoor van been
deren, verseiie huiden en andere overblijfselen van
dieren zal plaats hebben in gesloten kisten of zakken,
die, zoo zij leeg wot den teruggezonden, eerst behoorlijk
moeten worden gedesinfecteerd.
Door de Duitsche regeering zijn thans de 380,000
namen bekend gemaakt van de ingezetenen van Lotha
ringen en den Elzasdie Frankrijk tot vaderland hebben
gekozen. Deze lijst moest op het laatst van December
aan het Duitsche gouverment worden overgelegd. Drie
maanden lang hebben 150 zetters onophoudelijk gewerkt
aan dit stuk, dat op zeven persen is gedrukt. Het beslaat
13,136 bladzijden.
De in Oostenrijk verschijnende Deutsche Zeitung
verhaalt, dat een heer zich bij de administratie van
een pensioenfonds aanmeldde om twee verschenen kwar
talen van zijn pensioen te ontvangen. Toen hij zijne
papieren had overgegeven, bromde de ambtenaar: A'
weêr een die niet in orde is!" „Wat scheelt er aan
vroeg de heer beleefd. „Wat er aan scheelt'? De
attestatie de vita ontbreekt." „Neem mij niet kwalijk;
ze is er wel bij." „Ja wel, die voor het laatste kwar
taal, maar niet voor die van het vorige." „Maar me
dunkt als ik nu nog leef zal ik drie maanden vroeger
ook nog wel in leven zijn geweest." „Best mogelijk
dat dit uwe opinie is, maar de administratie denkt er
zoo niet over." De heer was genoodzaakt ongetroost
heen te gaan en de zaak in orde te laten brengen.
Na den spoorwegtunncl door den Mont-Cenis zal
die door het Hoosac-gebergte in het noordwesten van
Massachusetts de grootste der wereld zijn. De geheele
lengte van dit nieuwe reuzenwerk bedraagt 25,031 voet,
de breedte 24 voet en de hoogte 20 voet. In October
1873 hoopt men 'dezen cnderaardschen weg voor het
gebruik gereed te hebben.
De Unita Cattolica, die goed op do hoogte dei-
zaak kan zijn geeft de volgende statistiek betreffende
de jezuïeten In 183S telde de orde 3067 leden, drie
jaren later 3 56 5: in 1844 waren4139 leden ingeschreven,
welk getal in 1847 met 613 werd vermeerderd; in 1850
waren er 157 minder, maar in 1853 was het aantal
reeds weer tot 5209 gestegen; in 1856 kwamen er 759
bijin 1859 telde men 6897 ledenin 1862 waren er
7411, in 1865 reeds 7949, en in 1868 had de orde
8584 broeders.
De statistiek van in de Vercenigde staten plaats
hebbende moorden toont aan dat aldaar dagelijks onge
veer 5 menschcn worden vermoord. De verhouding van
het aantal moorden tot de bevolking wordt ongunstiger
naarmate men verder zuidelijker of westelijker komt,
In Nevada b. v. komt op iedere 2000 inwoners een
moord, terwijl in New Hampshire daarentegen slechts
éen op de 800,000 inwoners komt; voor den noordoos
telijken staat Vermout krijgt men éen moord op de
300,000 inwoners en in het zuidwestelijk Texas éen op
iedere 2500.
THERMOMETERSTAND.
31 Dec. 's av. 11 u. 4S gr.
1 Jan. 'smorg. 7 u. 46 gr.'smidd. 1 u. 48 gr. 'sav. 6 u.46 gr.
öuitmland.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Ware niet het plotseling ontslag van den Franschen
gezant bij den paus tusschenbeiden gekomende politieke
hemel zou gedurende het reces der Fransche kamer volko
men helder wezen. Zoolang de afgevaardigden te Ver
sailles bijeen waren, brachten hunne hartstochten en
partijtwisten onrust en verdeeldheid over het geheele
land, en nauwelijks hadden zij de vergaderzaal verlaten
of, althans op de oppervlakte, keerden kalmte en rust
terug. Dat echter de partijen niet stil zitten, bewijst
het incident-de Bourgoing. Meer en meer wordt het
duidelijk dat deze geheele quaestie een vuurtje ishet
welk door de legitimisten werd gestookt met het doei
om Thiers in moeilijkheden te brengen en zoomogelijk
de Rémusat te doen vallen. Te zeggen dat de manoeuvre
mislukt is, achten wij nog wat voorbarig. Wel meldt
men dat de heer de Corcelles met een buitengewone
zending naar den paus belast is om namens Thiers zijne
verontschuldigingen over te brengen, dat de heer de
Bourgoing niet ontslagen is, maar geheel uit eigen
beweging en zeer abrupt zijn oütslag nam. Tevens
zoo melden de telegrammen wenschte Thiers den paus
de verzekering te geven dat Frankrijk zijne politiek tegen
over den paus en het koninkrijk Italië in geenendeele
gewijzigd had.
Hieruit zou men afleiden dat de clericalen hun doel
voorbijstreefden. Doch wat blijkt nu verder? De heer
de Corcelles. aldus meldt een correspondent van the
Daily News, is een vurig ultramontaan en zou de aan
neming eener eventueele benoeming tot ambassadeur
ongetwijfeld afhankelijk stellen van het ontslag van
den liberalen heer Fournier als gezant aan het Itali-
aansche hof. Zou de heer de Corcelles dan wel de
man wezen die den paus namens Thiers komt mede-
deelen dat Frankrijk's politiek ten aanzien van het
Romeinsche vraagstuk niets gewijzigd ism. a. w. dat de
Fransche regeering voorloopig niets voor den paus zal
doen Dat de heer Corcelles echter naar Rome vertrok
ken is, is een onloochenbaar feit, want Maandag is hij
aldaar aangekomen en bij kardinaal de Mérode afge
stapt. Men moet dan wel denken dat zijne benoeming
inderdaad voor de deur staat en in dat geval moet men
toegeven dat de clericale manoeuvre niet tevergeefs was
De Romeinsche correspondent van Ie' Temps aan de
andere zijde twijfelt zeer aan den zegepraal der cleri
calen. „Hoe komt bet schrijft hij dat bij die
overwinning der verzoeningspolitiek tusschen Frankrijk
en Italië eenige bladen van de terugroeping van den
heer Fournier spreken Die organen kunnen zich voorzeker
reeds bij voorbaat de opschudding voorstellen, welke
dit schitterend succes van den liberalen diplomaat in
het clericale kamp teweeg moet brengen?"
Dat het verbod der Duitsche regeering aan de dag
bladen van Posen en Königsberg, om de jongste pau
selijke allocutie over te nemen, zeker niet de beste
wijze was om de streng katholieke onderdanen niet met
het stuk in kennis te brengen, hebben de gebeurtenis
sen reeds bewezen. De Posener Zeitung heeft ingevolge
dat verbod, zooals zij verklaart, voorloopig van de
openbaarmaking afgezien, doch de OstdeutscheZeitung
denkt er anders over. Zij drukt de zinsnede over Duitsch-
land in haar geheel af en rechtvaardigt hare handelwijze
hierdoor dat zij „bij het opnemen van artikelen zich
door hare eigene overtuiging en niet door de politie
laat leiden." Terstond is het blad in beslag geno
men, doch de redactie heeft nogtans haar doel bereikt,
want zonder eenigen twijfel zullen nu de meesten
barer lezers met het geïncrimineerde stuk willen kennis
maken. Afgescheiden van de inbeslagname zelve,
die steeds als arbitraire en illiberale maatregel afkeu
ring verdient, is het in dit speciale geval onbegrijpelijk
waarom de regeeriDg tot bet verbod besloot. In
hoofdzaak kan men in bijna alle Duitsche bladen de
bewuste allocutie van den paus lezen en in de
meeste Oostenrijksche en Fransche bladen vindt men
die in haar geheel, zoodat ook uit dit oogpunt de
regeeringsmaatregel weinig baten zal. Doch boven
dien bevat het stuk hoegenaamd niets, wat niet
reeds herhaaldelijk bij vroegere gelegenheden door den
paus omtrent het Duitsche rijk en zijne regeering ge
zegd is, en ncch de keizer noch een zijner ministers
wordt daarin met name beleedigd. Wenscht de Duit
sche regeering dan dat, waar in den strijd tusschen
staat en kerk de laatste het onderspit delft, de gees
telijkheid met den paus aan het hoofd zou jubelen over
deze nederlaag? Spreekt niet in iederen strijd de over
wonnene van het geweld en het onrecht van den over
winnaar? En moet de paus, die langzamerhand van
beheerscher der vorsten tot machteloos hoogepriester
der katholieke kerk is afgedaald, dan erkennen dat dit
een zegen voor de ontwikkeling der mcnschheid is?
Dit is toch wel wat te veel geöischt van den gevallen
monarch, al is die monarch ook de onfeilbare opvolger
van Petrus.
Een nieuwe opstand schijnt in Spanje te broeien.
Het clericale blad, de Parijsche Union, maakt een par
ticuliere depêche openbaar, volgens welke don Alfonso,
de oudste zoon van Isabella, gisteren het opperbevel
zou aanvaarden over de Carlistische benden in Catalonië.
Op zichzelf is dit bericht te dwaas om er eenige waarde
aan te hechten. In de oogen der Carlisten vertegen
woordigt don Alfonso de indringers, die do voorvaderen
van don Carloos van hun wetttg eigendomden Spaan-
schen troon, berooiden. Een verbond tusschen deze twee
pretendenten is dus wel zoo goed als onmogelijk. De
een zal voor den ander niet afstand doen van de kroon,
waarop zij beiden meenen n et het volste recht aanspraak
te kunnen maken. Aan the Times wordt echter uit
Parijs gemeld, dat men te Madrid beducht is vooreen
opstand der Alfocsisten in de eerstvolgende dagenzoo
dat blijkbaar eenige waarheid aan het bericht van l'Union
ten grondslag ligt. Dit vermoeden wordt nog versterkt
door eenige zinsneden eener redevoering, welke Zorilla
Maandag avond in de liberale Tertullia te Madrid uit
sprak. De bijeenkomst was belegd naar aanleiding van
het regeeringsplan tot afschaffing der slavernij op Porto-
Rico. De minister-president verdedigde het voorstel,
dat ten slotte met algemeene stemmen werd goedge
keurd. Iu die redevoering zeide Zorilla o. a. dat,
zelfs wanneer de geruchten betreffende militaire opstan
den gegrond waren, dezen in het liberale Spanje der
revolutie van 1888 niet zouden kunnen zegevieren. Dö
regeering zou iedere poging tot rustverstoring met
kracht weten te onderdrukken.
Varia uit het buitenland.
Duitsclilarid.. Omtrent het lot der wet op het
burgerlijk huwelijk verkeert men in Pruisische regee-
ringskringen nog in onzekerheid. Aan de eene zijde maakt
men zich bevreesd, dat zijevenmin als de haar verwante
wetsontwerpen betrekkelijk de verhouding tusschen
staat en kerk, tengevolge van het zegevieren der con
servatieve beginselen in den ministerraad zelfs niet in
den landdag zal komen. Daarentegen vleit men zich
aan den anderen kant dat de jongste allocutie van den
paus de spoedige indiening bevorderen zal. In elk