Cïuitmlcmö. gekleurd. Wel zijn hier in de laatste avonden en nach ten vele zoogenaamde vallende sterren waargenomen, doch op klaarlichten dag, voor zoover bekend is,nog geen. Dit lichtverschijusel spatte niet uiteen, maar verdween plotseling. Naar gissing is het 2 seconden waarneembaar geweest. (N. Roti. cour.) Te Hasselt heeft men de justitie zelve bestolen. Op de griffie van het paleis van justitie aldaar werden verscheidene gestolene voorwerpen bewaardbenevens gelden van borgstellingen, papieren van waarde enz. Sedert eenigen tijd bemerkte men, dat hiervan werd gestolen, doch het gelukte niet den dader te ont dekken. Eindelijk heeft de justitie eene huiszoeking doen plaats hebben en heeft men den schuldige ontdekt die met een valschen sleutel de kast wist te openen waarin de voorwerpen geborgen waren. Bij een spoorwegongeluk tusscheu Nizza en Toulon, ongeveer een jaar geleden, terwijl de trein de brug over de Brague passeerde, verloren de machinist en de stoker het leven. De brug was ingestort tengevolge van gebrekkige constructie, en door de weduwen van de verongelukten werd een proces tot schadevergoeding tegen de spoorwegmaatschappij ingesteld. De maat schappij werd dezer dagen veroordeeld door de recht bank te Grosse tot een schadevergoeding van 12,000 francs aan de weduwe van den machinist Liebant en tot eene van 6000 francs in eensbenevens een levens lange lijfrente van 1000 francs aan de weuuwe van den stoker Crevoulen. Voorts moet de maatschappij aan de schoonmoeder van den stoker een levenslange rente van 800 francs uitkeeren en aan ieder van hare kinderen eene van 400 francsterwijl zij eindelijk nog een kapi taal van 12,000 francs aan renten ten behoeve van die kinderen moet vaststellen. Voor de rechtbank te Huil stond dezer dagen een kwakzalver, Henry Jacksonterecht, beschuldigd dat hij een pachter voor 200 pond sterling had opge licht. Deze „dokter" had zijn patient wijsgemaakt, dat zijn hart, longen, lever en nieren waren aangedaan, en verkocht hem levenselixer voor 25 p. st.; olie waarmee de Christus gezalfd was voor 30 p. st..manna voor 50 p. st., slangentongen enz. naar evenredigheid. Een zeer belangrijke onderneming is de bouw van den Oroya-spoorweg, die van Callao over de beide ketens der Cordilleras van Peru zal gaan. De weg volgt de kronkelende loop van de rivier Rimac en is reeds over de eerste bergketen gereed, terwijl men, met ontzettende bezwaren kampende, de tweede nadert. Het dal van Verrugas ligt zeer laag en scheen een onover komelijke zwarigheid op te leveren, doch men bouwt eene brug over den afgrond, waarvan de eerste boog, 125 voet lang, reeds gereed is; aan den tweeden is men druk bezig en den 15ea Januari a. hoopt men de gansche brug, 600 voel lang, gereed te hebben. Daar de gewone werklieden weigerden zoo hoog in de lucht, bijna zwevend, te werken, heeft men zeelieden aange nomen, die het werk voltooien. In den loop van het met 30 Juni 1ST2 geëindigde jaar hebben zich binnen de Vereenigde staten 404,806 vreemdelingen gevestigd, zijnde 83,458 meer dan gedu rende het vorige jaar. Uit Duitschland bedroeg de ver meerdering 58,555, uit Engeland 13,234, en uit Ierland I,293. Uit Frankrijk waren in 1871 3137 en in 1872 9317 landverhuizers, dus 200 pet. meer, afkomstig. Van de landverhuizers waren 240,170 mannen en 164,636 vrouwen. Zij vertegenwoordigen 176 verschillende beroe pen en 100 verschillendelanden. Uit Nederland kwamen er 1909; uit België 738. Uit het jaarverslag van den directeur-generaal der posterijen in de Vereenigde staten van Noord-Amerika blijkt, dat de uitgaven bedroegen 30,863,167 dollars, en de inkomsten 24,552,565, zoodat de staat, wel verre van op den dienst der pesterij te winnen, daaraan ruim 6 millioen dollars bijlegde. Postzegels werden, ten getale van 541 millioen, voor een waarde van 15,840,000 dollars uitgegeven, benevens 105 millioen gefrankeerde couverten en nog een aantal andere formu lieren van waarde. De postrouten hebben eene lengte van 200,000 kilometershet aantal buitenlandsche brie ven in de Vereenigde staten aangekomen bedroeg ruim II,500,000 en het aantal naar het buitenland verzonden 12,770,000. Het gezamenlijke aantal brieven bedroeg 127,000,000 en de exemplaren van couranten 36,620,000 THERMOMETERSTAND. 26 Dec. 's av. 11 u. 45 gr. 27 'smorg.7u.43gr.'smidd.lu.51gr.'sav.6u.48gr. STA TEN-GENERA AL. EERSTE KAMER. {Per telegraaf.) Een achttal wetsontwerpen van ondergeschikt belang werden achtereenvolgens aangenomen. Tegen morgen is de behandeling van de wet op de middelen voor 1873 aan de orde gesteld. Daarna zal de kamer beslissen of zij de staatsbegrooting voor 1873 nu of later zal behandelen. ALGEMEEN OVERZICHT. „Europa verwacht spoedig het resultaat te vernemen van het onderhoud hetwelk de president der Fransche republiek met de commissie voor de gratie gehad heeft. De conferentie had plaats op den koristen dag, een der keerpunten van het jaar, en het zon een gelukkig omen voor de toekomst wezen wanneer zij tevens een keerpunt ware in de geschiedenis der republiek. Parijs en de beschaving hebben zich voldoende gewroken op de misleide dwepers die beproefden hen in hun eigen val mede te slepen, en de doodsangst, waarin deze ongelukkige gevangenen verkeeren, doet den afschuw voor hunne misdaden p'aats maken voor medelijden met hunne lange kwelling. De politiek der regeering schijnt hierin te bestaan, dat zij door langzaam opvolgende terechtstellingen de herinnering aan de treurige lenteda gen van 1871 wil levendig houden. Nu weder, een jaar en zeven maanden na de onderdrukking van den opstand, wacht een handvol ter dood veroordeelden de beslissing der commissie voor de gratie af. Is het onbillijk te hopen dat het beroep met gunstig gevolg bekroond mocht worden? Telkens hebben wij den wensch uitgesproken, waarmede geheel Europa zich vereenigt, dat de execution te Satory eindelijk eens mochten ophoudenNu echter is geen motief om daarmede voort te gaan meer voorbanden. De meerderheid in de nationale vergadering heeft de jeugdige republiek reeds treurig genoeg gedoopt, cn Thiers kan niet meenen dat de executiën noodzakelijk zijn om het verleden te wreken of het heden te beveiligen. De fusillades te Satory zullen altijd onder de gruwelen der Fransche geschiedenis blijven behooren, zij zullen op het Credit van de partij der orde staan tegenover de September-moord en van de eerste revolutie. Langer voortgezet zullen zij eene reactie in het leven roepen ten gunste van hunne slachtoffers. Voorzeker, de tijd voor een algemeene amnestie is gekomen en wij vertrouwen dat de president en de nationale vergadering in antwoord op den wensch van de geheele wereld besluiten zullen, dat het nieuwe jaar beginnen zal met een nieuwe politiek van vergiffenis." Inderdaadwie zou niet instemmen met dezen wensch van the Daily News De gerechtelijke moordenwelke de reactionaire meerderheid der kamer in naam der re publiek deed voltrekken, zijn een schandvlek voor Frank rijk. Reeds te lang koelden de monarchalen hun haat op de ongelukkige slachtoffers der communeen met onverdeelde vreugde is dan ook overal het bericht in enkele Fransche dagbladen vernomendat Thiers vóór het uiteengaan der kamer zich beijverd heeft de commis sie ten aanzien van alle ter dood veroordeelden tot zachtmoedigheid te stemmen en haar te bewegen om het jaar 1873 aan te vangen met eene amnestie voor politiek-veroordeelden. Zal zijn voorspraak veel baten? Zcoals the Daily News terecht zegt, geheel Europa hoopt het, doch in dit opzicht is van de commissie voor de gratie niet veel goeds te verwachten. Tot dusverre kenmerkten zich hare beslissingen door verregaande wraakzucht en zelden gaf zij aan de stem van het medelijden gehoor. Geven dus hare antecedenten wei nig hoop, de verhouding tusschen de monarchale meer derheid en T hiers is thans zoo gespannendat van de commissie nauwelijks eenige tegemoetkoming aan de wenschen van den president verwacht kan worden. Moge de commissie echter dit ongunstig oordeel omtrent haar logenstraffen In die verhouding komt natuurlijk thans gedurende de dagen der politieke windstilte geen verandering. Slechts verdient de mededeeliDg van le Temps de aan dacht, dat de heer Barthëlêmy St.-Hilaire namens den president der republiek aan den heer de Larcy gemeld heeft dat hij de eerste sub-commissie der groote com missie der dertigen Zaterdag morgen aan het Elysée te Parijs bij zich zal ontvangen. Zal de monarchale meerderheid aan dit vei zoek gehoor geven Waarschijn lijk wel, teneinde niet openlijk met Thiers te breken, doch het zal haar moeite kosten om zich, als commissie uit de souvereine vergadering, te begeven naar haren ambtenaar, en dan nog wel terwijl deze zich, in strijd met den uitgedrukten wil dier kamer, te Parijs bevindt. Aan de voorzitters der beide kamers van den Pruisischen landdag heeft von Bismarck, „ontslagen president van het staatsministeriebij missive kennis gegeven van de optreding van graaf Roon als voorzitter van den ministerraad. De minister van oorlog beeft in die qua- liteic terstond aan alle hooge ambtenaren der ministe- riën audiëntie verleend, waaruit men moeielijk kan afleiden dat, zooals de teleurgestelde nationaal-liberalen beweren, zijne benoeming een zuiver provisioneel karakter draagt, terwijl de betrekking overigens weinig meer dan een eerepost is. Maar waarom beeft von Bismarck dan „tot ontlasting van arbeid" juist dat eerepostje neer gelegd? Hij is rijkskanselier, Pruisisch minister van buitenlandsche zaken, verantwoordelijk minister voor Elzas-Lotharingen, minister voor Lauenburg en minister president in Pruisen, en juist uit deze laatste betrek king, welke bem ontegenzeggelijk de minste moeite en zorg baarde, wordt hij ontslagen. Moet dit ontslag iets beteekenen, dan moet het zijn dat den groeten Pruisischen minister daardoor de overwegende invloed op Pruisen's binnenlandsche aangelegenheden ontnomen wordt. Vooralsnog kunnen wij het echter nietgelooven dat de staatsman, aan wien Pruisen in een tijdsver loop van tien jaren zijne positie en zijne macht, zoowel naar binnen als naar buiten, dankt, plotseling van de leiding der Pruisische politiek voor een groot deel beroofd zou worden. Van welke zijde men de quaestie ook beschouwe, de crisis te Berlijn blijft, ook voor de meest regeeringsgezinde Duitschers, een onopgelost raadsel. Maandag heeft de grijze kerkvorst op het Vaticaan een consistorie gehouden in tegenwoordigheid van 22 kardinalen, bij welke gelegenheid elf nieuwe bisschoppen werden benoemd. Op zich zelf beschouwd achten wij dit feit van hoegenaamd geen politiek belangen zou den het dan ook zonder twijfel onopgemerkt hebben laten voorbijgaan, wanneer wij daaraan niet een korte opmerking wenschten te verbinden. De pauselijke allocatie, welke uitvoerig in de Voce della Verita wordt medegedeeld, geeft daartoe bijzondere aanleiding. Blijkbaar op zijn gewonen gemoe delijken toon, die slechts enkele malen wanneer hij in vuur raakt een moeilijk verholen drift verraadt, heeft „de grijze gevangene van het Vaticaan" zich beklaagd over de vervolgingen waaaran de kerk bloot staat. Die klacht heeft in den mond des pausen ook niets bevreemdends en niemand zal den ouden man dan ook daarom bijzonder hard vallen. Maar wel opmerkelijk is het, dat die klacht zich ach tereenvolgens uitstrekt over Italië o. a. wegens zijne wet op de godsdienstige corporatiën, over Duitschland, dat de kerk en zijne dienaren op strenge wijze vervolgt, over Zwitserland, dat op enkele plaatsen de voetstappen van het Duitsche rijk drukt, en over SpaDje, dat eene wet tot bezoldiging der geestelijkheid uitvaardigt in strijd met de rechtvaardigheid en de concordaten; over landen dus waarvan twee bij uitstek katholiek zijn. Niemand zal Pius IX het recht van klagen willen ontzeggen maar nu bijna iedere staat tot zelfs de geloovigstereden tot klagen geeft, ware het dan niet beter eens te on derzoeken of de schuld ook aan de kerk en hare. die naren zon kunnen liggen V Wel verre van Duitschland's en Zwitserland's politiek tegenover de katholieke kerk te willen billijkengelooven wij toch dat elk onpartij dig beoordeelaar zal moeten erkennen, dat Spanje en vooral Italië zich tegenover de aanmatigingen der kerk aan geen enkele onrechtvaardigheid hebben schuldig gemaakt. Thiers en de commissie-Bufaure. Uit het feit dat de eerste subcommissie der comraissie- Dufaure nog Maandag namiddag bijeenkwam, niettegen staande de kamer reeds Zaterdag hare laatste zitting hieldzou men meenen te kunnen opmakendat zij zich beijvert om zoo spoedig mogelijk haar taak ten einde te brengen en de kamer in de gelegenheid te stellen van de voorgestelde constitutioneele hervormingen kennis te nemen. Het tegendeel is echter waar. De leden waren slechts een uurtje bij elkaar, waarin zij zich volstrekt niet de moeite gaven over eenig constitutioneel onder werp te beraadslagen, omdat, zooals le Soir zegt, zij eenstemmig van oordeel zijn dat zij niets kunnen aan vangen voordat Thiers in hunne vergadering gekomen zal zijn of eenig ontwerp zal hebben ingediend. De president der republiek echter acht het niet wensche- lijk dat de regeering het initiatief zal nemen, en verwees den voorzitter de Larcy naar den minister Dnfaure. Het onderhoud tusschen deze beide heeren heeft lang geduurd, maar blijkbaar tot geen resultaat geleid. „De constitutioneele commissie zegt le Temps vergadert dus om niets te doen, en het schijnt zelfs dat zij met niets doen zal voortgaan totdat de regeering haar een ontwerp aanbiedt. Het gouvernement van zijnen kant wil zich, zegt men, niet uitlaten voordat de com missie bepaald eene keuze gedaan heeft. Dit herinnert aan zeker blijspel, dat hoe oud ook steeds doet lachen. Passeer meneer! Zeker niet passeert u, waarop beide personen tegelijk door een deur willen die nau welijks wijd genoeg is voor éen persoon. Zoo zullen gouvernement en commissie ook wel beiden een initiatief moeten nemen, maar die oplossing ligt nog in het verre verschiet. „Voor het oogenblik houdt de meerderheid van de commissie der dertigen zich stipt aan de ministerieele verantwoordelijkheid niet dat zij a priori elks andere hervorming verwerpt. Maar deze alleen is haar dierbaar, en, wanneer zij er in toestemt om de anderen te onder zoeken, dan is het om niet te openlijk haar mandaat te schenden of onherroepelijk met Thiers te breken. Onder die omstandigheden is een defensieve houding de beste. Er is inderdaad geen constitutioneel ontwerp denkbaar dat niet aanleiding geeft tot tal van opmerkingen en penibele quaestiën. Zoolang de commissie zich achter dit bolwerk verschuilt is de positie van Thiers sterk; hij heeft het openlijk verklaard en iedereen begrijpt het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2