MIDDELBÜRGSCHE C O U R A N T. F 304. Maandag 1872. 23 December. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2eï Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m„ franco is Middelburg 21 December» EEN CONSTITUTIONEEL CONFLICT. II. De Pruisische regeering had een nieuwe regeling van de inwendige organisatie des lands ontworpen, eene nieuwe Kreisordnungwaarbij de in het. oostelijk ge deelte des lands nog voortbestaande overblijfselen van het feodaal stelsel werden afgeschaft en meer met den geest onzer tijden strookende instellingen in het leven geroepen. Eene liberale wet dus, welke veel tegenstand en afkeuring vond bij alle reactionaire elementen in den staat, de oude steunpilaren der koninklijke macht. Het tamelijk liberaal gezinde lagerhuis nam de wet aan, doch het was te voorzien dat ze bij het heerenhuis schipbreuk zou lijden. Die verwachting werd vervuld: niettegenstaande alle pogingen der regeering oordeelde het heerenhuis dat de voorgestelde hervorming niet in het belang was van vorst en volk, dat daarin een ge vaarlijke concessie werd gedaan aan den geest destijds en, na het door een aantal amendementen te hebben mishandeld en misvormd, verwierp het het wetsontwerp met 145 tegen 18 stemmen. De regeering sloot de zit ting van den landdagheropende die terstond en diende het wetsontwerp opnieuw onveranderd in; het lager huis nam de wet onveranderd aan en, om de aanneming bij het heerenhuis te verzekeren, maakte de regeering gebruik van de haar door de grondwet verleende be voegdheid om leden van dat huis te benoemen, het stelde een 20tal hooge staatsambtenaren en generaals tot leden van het heerenhuis aan enhet wetsontwerp werd door het huis met 116 tegen 91 stemmen aange nomen. Deze Pairsschub op zich zelf was reeds eene incon- stitutionecle daad in zoover zij, op de bewoordingen der grondwet gebaseerd, met den geest in strijd was. De koning van Pruisen is zonder twijfel bevoegd om levenslange leden van het hoogerhnis te benoemen; gelijke bevoegdheid bezat de Juli-monarchie in Frank rijk. Doch die bevoegdheid heeft een eigenaardig karak ter; zij strekt om den vorst de gelegenheid te geven mannen van groote verdiensten te roepen in de aehtbaarste vergadering des lands, welke uithoofde van het daarin vertegenwoordigd ei lelijk grondbezit van nature conser vatief zijnde, do voortdurende verversching van het talent behoeft om niet te worden een belemmering der staatkundige ontwikkeling. Maar geen enkel schrijver over staatsrecht, geen enkel voorstander van de instelling eecer _pa»>j-kamer is ooit op het denkbeeld gekomen om de instelling van het levenslang pairs chap te beschou wen als een dwangmiddel om de meerderheid in het huis op een gegeven oogenblik te verplaatsen, om de hetzij terecht hetzij ten onrechte weigerachtige leden van dat huis door het onwederlegbare argument van de over macht tot buigen te dwingen. Dergelijke handelingen zijn revolutionaire handelingen, daden van geweld, welke allerminst overeenkomen met het karakter eener pairs- kamer waarbij, naar de oudere constitutioneele theorie, die waarborgen gezocht moeten worden voor de onpartij digheid en gematigdheid der regeering, die bij het be staan eener enkele volksvertegenwoordiging wellicht gevaar zouden kunnen loopen. De officieuse pers heeft echter aan de gepleegde han deling een grondwettig karakter trachten te geven. Het recht tot benoeming van een zeker getal nieuwe leden, zeide men, is een grondwettig middel om een conflict tusschen regeering en heerenhuis op te lossen, evenals ontbinding van het andere huis het aangewezen middel is om conflicten daarmede te beëiudigen. Men behoeft echter bijna niet op te merken hoe schreeuwend de beide gevallen verschillen. Bij eene ontbinding van het huis vau vertegenwoordigers draagt de ïegeering de beslissing van het geschil op aan eene derde macht, aan de natie, en zij zal verplicht zijn zich bij die be slissing neder te leggen, indien zij althans de grondwet niet schenden wil; maar bij den Pairsschub doet zij een beroep op zich zelve, zij beslist zelve het geschil door hare overmacht, zij beëindigt de discussie door haar te dooden en verlaagt de door velen zoo bewonderde in stelling eener pairs-kamer, eene instelling even onster felijk al^het koningschap zelve, en die deze zelfs in sommige gevallen overleven kan, tot een hoflakkeien- Doelen, terwijl zij tegelijkertijd bare eigen prestige niet verhoogt. Uit dien hoofde is de Pairsschub in Pruisen, ook al moge hij geleid hebben tot de doordrijving van eenen op zichzelf liberalen maatregel, een onding in de oogen van ieder waarlijk vrijzinnig man, eene verkrach ting van het constitutioneele stelsel en de zedelijke moord van het heerenhuis. Maar dit is nog het ergste niet: de cijfers der stem mingen wij^r reeds aan dat er meer gebeurd moet zijn "dan 'dit. Het getal tegenstanders der Kreisordnung daalde tusschen de twee steramiugen van 145 tot 116,..de aanneming geschiedde ten slotte met eene meer derheid van 25 dus éen meer dan het getal der nieuwe pairs; het is dus niet alleen aan den Puirsschub dat de aanneming der wet te danken is. Maar die aanneming was bovenal het gevolg van eene uiterst inconstitutio neels inmenging van het hoofd van deu staat in het geschil. Keeds toen er zich voorteekanea van oppositie tegen de Kreisordnung bij het heerenhuis opdeden begon die; dag aan dag verkondigden de officieuse en half offi cieels dagbladen aan elk die 't hooren wildedat de hervorming niet het werk was van de ministers, maar van den koning die haar stellig wenschte. De koning zelf verklaarde hetzelfde aan het bureel van het heerenhuis, toen dit hem voor de behandeling der wet zijne op wachting kwam maken, en ten slotte werd het met de grootste openhartigheid erkend door den minister vau binnenlandsche zaken die, op het oogenblik dat de eerste stemming zou plaats hebben, aan het huis mede deelde dat verwerping der wet niet tot aftreding van het ministerie zou leiden, omdat een nieuw ministerie toch terstond hetzelfde wetsontwerp zou moeten indie nen, welks totstandkoming door den koning nood zakelijk werd geacht. La ter werd dit nog nadruk kelijk door den minister herhaald. En bij woorden bleef het niet; ook in daden gaf Z. M. zijne hooge afkeuring over de „stoutigheid" van het heerenhuis lucht. Een der stemmers tegea de Kreisordnung was de regeerings- president in de provincie Saksen, von Witzleban; hij werd ontslagen nit die betrekking en zelfs de libe rale dagbladen juichten dat ontslag toe omdat zij erkenden: „dat hij indertijd natuurlijk tot lid van het heerenhuis benoemd was in de onderstelling dat de regeering op zijne stem zou kuunen rekenen", eene redeneering welke in de eerste plaats al zeer weinig liberaal is, maar bovendien al zeer weinig klemt omdat ze hoogst zou kunnen dienen om 's heeren vou Witzle- bens ontslag al3 lid van het heerenhuis (zoo dat mogelijk ware) te rechtvaardigenmaar in 't geheel niet om zijn ontslag te motiveeren uit eene andere betrekking waarin hij wellicht ten volle aan de verwachtingen der regee ring beantwoordde. Men mag veilig aannemen dat behalve dit publiek bekend geworden staaltje van ongeoorloofde pressie er nog eene kunstgreep en onwederstaanbare middelen van overtuiging zullen zijn aangewendaan deze is dan ook vooral de aanneming der wet te danken, daar zij gestrekt hebben om 54 leden van het heerenhuis te overtuigen dat zij de zaak verkeerd hadden ingezien en dus met de 24 nieuwe pairs aan den koning van Pruisen voor zijn wets ontwerp eene meerderheid van 25 stemmen behoorden te geven. Dit vermoeden wordt tot zekerheid wanneer men opmerkt dat deze regeering met eene groote mate van schijnheiligheid mondeling en schriftelijk bij herhaling verklaart dat zij „alle grondwettige middelen toe passen zal om haar doel te bereiken", en dat de koning in de officieuse dagbladen liet verklaren dat hij persoon lijk de aanneming der wet wenschte, en zich in dien zin duidelijk jegens de leden van het heerenhuis uitge laten had, maar, dat hij niemands overtuiging geweld wilde aandoen." Dergelijke betuigingen dragen het merk der protestotio actui contraria op het voorhoofdzij zijn gemaakt om te verschalken, maar gelukkig is men ia onze dagen op dit gebied tamelijk ongeloovig geworden, en weet ieder precies hoeveel waarde hij aan die naieve bedriegerijtjes te hechten heeft. De hier gevestigde Nijverheidsvereeniging heeft dezer dagen pogingen aangewend om voldoende deelneming te krijgen tot het aanleggen van een uitspanningstuin met zaal en veranda op een der schoonste punten van Middelbnrg's wandeldreven. Die pogingen zijn met goeden uitslag bekroond, zoodat het plan weldra ver wezenlijkt zal kunnen worden. Bij beschikking van den minister van marine van den 17en dezer, is de heer F. J. Ham an, geneesheer te Kloe- tingethans benoemd gemeente-geneesheer te Veere» met ingang van den lcn Januari 1873 belast met de vervulling van visiteur der quarantaine ter laatstge noemde plaats. Staats-courani Naar wij vernemen is de door de staten van Zeeland in hunne vergadering van den 9 November jl., uit gesproken calamitous verklaring van den Nieuwe Neuzenpolder, op den 17f" dezer door den koning goedgekeurd. Aan dien polder heeft op den 16Bn dezer weder eene oeverafschuiving plaats gehad van ruim 100 metera lang en 40 meters breed; het begin daarvan is onmid dellijk achter de hoofden van een paar der in dit jaar aan den dijkshoek bij dijkpaal 49 gezette kraagstukken. (Nieuws- en advert, voor Z.-Vlaanderen.) BENOEMINGEN EN BESLUITEN. middelbaar onderwijs. Benoemd tot tijdelijk leeraar aan de rijks- boogere burgerschool te Middelburg, J. van der Lindete Harlingen. KERKNIEUWS. Kerkvoogden der Nederduitscke hervormde gemeente te Oud-Beierland hebben gedurende de jongste vacature van een predikant allerlei personen waaronder zelfs gewone arbeiders, uitgenoodigd en toegelaten om van den predikstoel zoogenaamde leerredenen te houden. Hierover door onderscheidene leden van de gemeente geklaagd zijnde bij het classicaal bestuur van Dordrechtzijn zij door genoemd classicaal bestuur onderscheidene malen gewaarschuwd, daarmede niet langer voort te gaan,en daar zij weigerden gehoor te geven, eindelijk op éen na (die terstond had gehoorzaamd), ontslagen uit hunne betrekking en vervallen verklaard van hunne kerkelijke rechten. Doch zonder zich hieraan te storengaan zij voort hunne gewone collecte in de kerk te houdenbe sluiten te nemen, stemmingen uit te schrijven en verder hunne betrekkingen in het openbaar waar te nemen. Thans zijn zij, bij deurwaarders-exploitdoor den eenig overgebleven wettigen kerkvoogd aangemaand tot de overgave van boekenbescheiden en geld op de kerk betrekking hebbende. MARINE EN LEGER. De luitenant ter zee le klasse J. B. A. de Josselin de Jong, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië, en wegens langdurig verblijf aldaar den 15c0 dezer in Nederland teruggekeerdwordt met dat tijdstip op nonactiviteit gesteld. Bij het aanvullings-examen van militaire artsen bij den geneeskundigen dienst te Amsterdamhebben de bieronder vermelde artsen aan de vereischten van dat examen voldaan om te worden voorgedragen tot de betrekking van officier van gezondheid 2e klasse in Nederlandsch-Indischen dienstte wetenM. L. Can- negieter, van Tjammarum (Friesland) en M. M. Bleek rode, van Delft. GEMENGDE BERICHTEN, Daar omtrent den dader van den moord te 's Graven- hage niets naders bekend is, neemt het ongeduld der

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1