Het kostte niet veel moeite het huis binnen te komen: de deur bleek niet op het nachtslot te zijn en sprong dadelijk open. In de keuken werd bij de kachel het lijk gevonden der dienstbode met een grooten plas bloed onder het lichaam en met verschillende steken in hals en borst, waarvan een de lengte van 15 centimeter had. Een paar schreden van de dienstbode verwijderd lag het lijk van mevrouw, evenzeer met bloedvlekken overdekt; de hals was in den letterlijken zin van het woord door gestoken. Zij schijnt met den moordenaar eene worste ling beproefd te hebbenwant ook hare handen waren verwond. De secretaire was opengebroken en een aan tal voorwerpen worden, volgens het Politieblad, als ver moedelijk ontvreemd opgegeven, waaronder juweelen, gouden en zilveren voorwerpen, een tasch met effecten, eene portefeuille met bankpapier enz., een en ander geschat op eene waarde van f 20,000. Sommige voor werpen van waarde, die gemakkelijk te erkennen wa ren, o. a. een paar diamanten oorbellen, schijnt men met opzet te hebben laten liggen. De beide hondjes van mevrouw zijn niet vermoord, maar in een kamer opgesloten. Bloedvlekken vond men bijna door het geheele huis, op de trap in de gangaan de trap deur en ook nog zelfs enkele bovep. De dief schijnt zich dus alle tijd gegund te hebben om alles behoorlijk na te gaan. Op de bovenkamer stond het avondmaal nog gedeeltelijk op de tafel. Een deel van het souper was reeds afgenomen en naar de keuken gebracht, waar de meid waarschijnlijk juist bezig was met de borden enz. weg te zettentoen de moordenaar haar overviel. Het is echter ook mogelijk dat zij zich op dat oogenblik met eenig naaiwerk bezighieldwant naast haar op den vloer vond men een met bloed bevlekte schaar en een klosje garen. Mevrouw schijnt reeds bezig geweest te zijn zich te ontkleeden, want zij had reeds haar boezelaar en ook haar onderzak afgelegd. Voor het overige ligt over de vreeselijke daad nog een diepe sluierdie waarschijn lijk niet zal worden weggenomen als het niet gelukt den dader te vinden. Tal van getuigen zijn reeds door de politie en ook door den rechter-commissaris gehoord, doch het verhoor heeft nog niet tot eenige ontdekking geleid. De lijken der vermoorden zouden heden ter aarde worden besteld. Mevrouw van der Kouwen was een algemeen geachte damedie van haar vrij aanzienlijk fortuin steeds een nuttig gebruikmaakte. Zij had den ouderdom van 68 jaar bereikt en was voor haar leeftijd nog een zeer krasse vrouw. In het begin dezer maand moet haar ook een kleinigheid zijn ont stolen, doch om niet met de politie in aanraking te komenheeft zij daarvan nooit aangifte gedaan en bijna niemand verteld dat zij iets miste. De president der Fransche republiek heeft den heer Léon Renault, prefect van politie te Parijs, ge detailleerde opgaven gevraagd van de door den laatsten storm in de stad aangerichte schade. Het resultaat van het hierop ingestelde onderzoek toont aandat het geheele bedrag der schade in Parijs beloopt 150,000 francs. Het water van de Loire heeft den spoorweg tusschen Mauves en Thouaré, bij Nantes, overstroomd. De spoorwegmaatschappij te Orleans heeft den dienst zoowel voor het personen- als goederenverkeer, tusschen Ancenis en Nantes geheel gestaakt. Berichten uit Görz deelen treurige bijzonderheden mede omtrent de overstroomingen in Illyrië. De kleine bergstroomen, die de bronnen van de Isonzo vormen, zijn tot ongekende hoogte en kracht gewassen, sleuren rotsblokken mede en vernielen den arbeid van vele jaren, terwijl zij daarenboven velden, weiden en tuinen voor eenige volgende jaren voor alle productie onge schikt maken. Tusschen Karfreit en Raibl in Karinthie is het verkeer geheel gestremddaar de wegen over groote afstanden zijn verwoest, en de bruggen ver nield. Alle waterwerken en ook verscheidene herbergen zijn weggeslagen; de wintervoorraad is door het water bedorven en de nood heerscht algemeen. Ingenieurs en werklieden zijn overal bezig, doch hun arbeid is tevergeefs, daar de aanhoudende regens in het Isonzo- dal al hunne pogingen om .te herstellen of te bewaren verijdelen. Groote toebereidselen worden te Weenen gemaakt voor de ontvangst van vreemde bezoekers der wereld tentoonstelling. Eene bijeenkomst van vertegenwoordigers der Oostenrijksche en buitenlandsche spoorwegmaatschap pijen heeft met het doel plaats gehadom lagere tarieven vast te stellen voor de bezoekers der tentoonstellingen bureaux in de Weensche spoorwegstations te vestigen tot het verschaffen van logies aan de vreemdelingen. The Daily News verneemt dat de bijeenkomst een gunstig resultaat heeft opgeleverd en gedurende de tentoonstelling op de meeste Europeesche spoorweglijnen doorloopende biljetten voor éene reis en voor heen en terugmet of zonder logies te Weenenzullen worden uitgegeven. Tevens meldt het Engelsche blad, dat op de tentoonstelling een afzonderlijke afdeeling uitsluitend voor vrouwenarbeid zal worden opgericht. Zij zal uit vier sectiën bestaan: vrouwelijk onderwijs, huishoudelijke werken, industrieele en artistieke en letterkundige werken. Donderdag avond is, zooals reeds eenige weken verwacht werd, op Tichborne-house overleden lady Dough ty moeder van den vermoedelijken erfgenaam der Tich- bornes. Hare eenige dochter is eene lady Radcliffe. De Engelsche brigade-generaal Adye, die voor kor ten tijd van zijne inspectie-reis der Engelsche graven in de Krim terugkeerde heeft rapport uitgebracht dat de gedenkteekenen en graven in uitstekenden toestand ver- keeren en dat het Russische gouvernement alle denkbare voorzorgen gebruikte om de schending daarvan te beletten. Te Mirfield in Amerika heeft een ontploffing plaats gehad van 12 vaten petroleum in een goederentrein; een man brak daarbij zijn been. BURGERLIJKE STAND. middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den 15en dezer: A. Lammerée, jm. 30 j.metC.P. Magcheels, jd. 30 j. (Van 714 December.) vlissingen. BevallenM. Naerebout, geb. Visser, d. S. A. Marshall, geb. Tupman, z. C. de Winter, geb. Wtterwulghe, d. M. Laernoes, geb. de Smidt, d. M. H. P. Callenfels, geb. Vervato, d. D. van Wijk, geb. Goedgelukz. H. B. Tjeenk Willinkgeb. van der Goot, z. H. J. Essenberg, geb. Tonpot, z. E. C. Fagg geb. van Gelderz. (levenloos.) O. M. Holgeb. de Pauw, d. (levenloos.) Overleden; J. M. Maks, vrouw vanW.Engelen, 78j. E. C. van Gelder, vrouw van D. Fagg, 23 j. Goes. Gehuwd: G. Reijerse, jm. 50 j. met C. E. Ker- pel, wede. van H. Ossel, 33 j. Bevallen: J. Bil, geb. Vroegop, d. M. P. Janssens, geb. Limburgz. M. A. Masseegeb. Arentzd. A. Min naar, geb. Zoeteweijz. M. C. Liplijn, geb. Cardon, z Overleden: J. P. R. Minnaard, z. 6 j. Zierikzee. Bevallen: J. van der Klift, geb. Ver- bosen, d. M. Stiphout, geb. de Looze, z. P. van Man nen, geb. Duson, z. C. M. Koole, geb. Koopman, d. J. Ólree, geb. van den Berge, z. M. Klaasse, geb. Blok, d. P. van der Baan, geb. Mulder, z. (levenloos.) Overleden: L. Ncerhout, z. 10 m. P. J. van der Gaauw, man van T. C. Weiszgerber, 74 j. W. Mom maas, jd. 49 j. THERMOMETERS TAND. 16 Dec. 'sav. 11 u. 36 gr. 17 'smorg.7u.42gr.'smidd.lu.46gr.'sav.6u.46gr. STATEN-GENERAAL tweede kamer. Zitting van Maandag 16 December. {Nader verslag.) Nadat mededeeling was gedaan van de inge komen kennisgeving van het overlijden van het lid der eerste kamer, den minister van staat, Schim- melpenninck van der Oije, en besloten die kennisgeving met een brief van rouwbeklag te beantwoordenvroeg de heer van Zuylen het woord tot het doen eener motie van orde, namelijk om, wegens het gewicht van het onderwerp de behandeling van het reeds aan de orde gestelde wetsontwerp tot goedkeuring eener consulaire overeenkomst met Spanje, uit te stellen tot na het reces. De minister van buitenland sche zaken wenscht echter instantelijk dadelijke be handeling, althans vóór het reces. De heer van Lijnden wilde aan den wensch des ministers toegevenmaar steldeom de discussie niet te smorenvoor het ontwerp na de begrootingsdiscussiemaar vóór het reces te be handelen. De minister kwam op tegen het denkbeeld dat er van een streven om de discussie te smoren sprake zou zijn, waarop de heer van Zuylen zijne verwonde ring te kennen gaf, dat de regeering, aie nu zooveel haast met de zaak maakt, het wetsontwerp eerst vijf maanden na het sluiten der overeenkomst heeft inge diend en er tegen waarschuwde om een zaak, waarbij over geheel nieuwe beginselen beslist moest worden in eene onvoltallige kamer met overhaasting af te doen. Het voorstel van den heer van Zuylen werd daarop met 38 tegen 15 en dat van den heer van Lijnden met 43 tegen 11 stemmen verworpen. Daarop werd zonder discussie en met algemeene stemmen aangenomen het wetsontwerp tot wijziging 'der Indische begrooting voor 1871, waarna aan cle orde kwam het wetsontwerp tot wijziging der Indische be grooting voor 1872. (Hoofdstuk I der uitgaven en mid delen.) De heer van Kerkwijk neemt aan het feit dat de minister de Waal gelden, die uitgetrokken waren voor Nederland, behouden heeft voor Indië. Dat mag niet. M r hij wenscht van den minister van koloniën inlich ting op de vraag of er genoegzame gelden aanwezig zijn geweest om de gemaakte bepaling na te komen. Zoo ja, dan is er door den minister de Waal ernstig plichtverzuim gepleegd en is hij strafbaar volgens art. 3 der wet op de ministerieele verantwoordelijkheid. Maar als dat zoo is, waarom is dan ook dat art. niet toege past? Is de procureur-generaal bij den hoogen raad daarop gehoord? Is de commissie van rapporteurs overtuigd geweest van het bestaan der schuld? Zoo ja waarom heeft zij dan niet voorgesteld de ministers de Waal en van Bosse instaat van beschuldiging te stellen? Zoo neen, waarom heeft zij dan een vlek geworpen op zulke beroemde staatslieden als de heeren de Waal en van Bosse zijn? De voorzitter verzoekt den spreker zich te matigen in zijne uitdrukkingen. De heer s' Jacob geeft toe dat de minister de Waal inderdaad ten onrechte de integrale uitkeering van de Indische baten aan Nederland heeft onthouden; maar er bestaan redenen van verschooning, die hij bijbrengt en op grond waarvan hij dan ook besluit dat die mi nister niet wederrechtelijk heeft gehandeld. Maar hij meent daarentegen dat deze voordracht overbodig is en in strijd met de regelen der comptabiliteit. Dit laatste punt werkte de heer Heemskerk nader uit, die voorloopig in 't midden wil laten of er eene straf bare handeling door de ministers de Waal en van Bosse is .gepleegd. Nogtans constateert hij dat in de memorie van toelichting tot dit ontwerp de onwettigheid dier hande ling is erkend. Het ontwerp acht hij niet alleen nutteloos, maar zelfs schadelijk. Het beoogde doel kon veel beter bereikt worden door rechtstreeksche toevoeging van het bedrag in quaestie aan de middelen. Namens de commissie van rapporteurs gaf de heer van Rees daarop te kennen, dat er van strafrechterlijke vervolging geen sprake kan zijn omdat er geen straf baar opzet of grof verzuim, in den zin der wet op de ministerieele verantwoordelijkheid heeft bestaan, maar hoogstens verkeerde opvatting der wet en onregelma tigheid. De minister van koloniën gaf dit laatste toe. De minister is van meening, dat de geraamde uitkeering in haar geheel moet betaald worden en dat daarbij geen rekening moet gehouden worden met de approximatieve uitkomsten van den Indischen dienst. En daarom acht de minister ook dit wetsontwerp den eenigen rechtmatigen weg tot regularisatie. Z. i. mogen geen overschotten van den Indischen dienst rechtstreeks aan de rijksmid delen worden toegevoegd, maar moeten zij allen de Indische begrooting passeeren. Dit laatste stelsel, door den minister verkondigd, versterkte den heer van der Linden slechts te meer in zijne bezwaren tegen deze voordracht, daar het indruiste tegen zijne overtuiging omtrent de eenheid der financiën 'van Indië en Nederland. Dit geldt meer dan eene quaestie van vorm, het geldt een beginsel. In het antwoord der commissie vond de heer van Kerkwijk nogmaals aanleiding tot de vraag waarom zij dan, ten aanzien van den minister de Waai gesproken heeft van ongeoorloofde handelingen en van gemis van eerbied voor de wet. De heer Cremers kwam er tegen op dat deze uitdrukking van „geen eerbied voor de wet" door de commissie gebezigd, noch zelfs alge meen in de afdeelingen zou zijn uitgesproken. Tot den minister van financiën had de heer van der Linden nog de vraag gericht of de minister van mee ning was dat schatkistbiljetten nog konden worden uitgegeven na afloop der begrooting waarop machtiging tot uitgifte was verleend. De minister antwoordde daarop dat die uitgifte na het dienstjaar z. i. nog kan geschieden als de machtiging tot uitgifte geschied is met het oog op een voorzien tekort en dat deficit niet op andere wijze is gedekt. Het wetsontwerp, dat nog door de heeren Smidt, Mirandolle en den minister van koloniën verdedigd en nader door de heeren Heemskerk en van der Linden bestreden werd, werd ten slotte met 37 tegen 35 stem men aangenomen. Tegen stemden de heerenvan der Linden, de Brauw, du Marchie van Yoorthuysen, van Reenen, van Wasse- naer van Catwijck, Saaymans Vader, s'Jacob, van Naamen van Eemnes, Smidt, Luyben, van der Does de Willebois, Taets van Amerongen, van Foreest, Smits, van Kuyk, Verheijen, Borret, Kien, van Loon, Oldenhuis Gratama, van Eek, neydenrijck, Begram, van Zuylen van Nijevelt, Nierstrasz, Blussé van Oud-Alblas, Har- denbroek van Lookhorst, Heemskerk, C. van Nispen, de Ruiter Zylker, van Zinnicq Bergmann, vanLynden van Sandenburg, Hoffman en Haffmans. Het wetsontwerp tot regeling der bestemming van het onuitgekeerd gedeelte der bijdragen van Nederlandsch- Indië over 1868 en 1869 enz. werd daarop met alge meene stemmen aangenomen. Daarop was aan de orde het wetsontwerp: Tot goedkeuring van artikelen eener overeenkomst met Spanje omtrent de rechten enz. der consuls van den eenen in den anderen staat. De heer van Zuylen verklaarde vooral ernstige be denking te hebben tegen het in de overeenkomst opge nomen beginsel van het onttrekken der geschillen tusschen den schipper en de overige bemanning van Nederlandsche koopvaardijschepen aan de plaatselijke rechters. Hij vreesde of men wel overal reciprociteit op dat beginsel zou verkrijgen; maar aangenomen dat dit wel het geval is, dan acht hij het toch een gevaar lijk stelsel voor kleine staten om aan vreemde consuls in ons land zoo groote macht toe te kennen. De heer Kappeyne deelde in deze bezwaren. De heer Cremers verdedigde daarentegen de voor dracht. Andere natiën zijn al twintig jaren den weg opgegaan, dien wij nu eerst inslaan. Wel voorziet ook hij eenige bezwaren, maar juist voor kleine staten acht hij het gevaarlijk, zich buiten het gemeene recht te plaatsen. De heer Godeffoi erkende vooral het bezwaar tegen de toekenning van een politiek karakter aan de consuls, die slechts handelsagenten behooren te zijn. De heer van Lynden bestreed de voordracht als een vrucht van de nieuwere diplomatieke school. Als, gelijk beweerd is, deze overeenkomst slechts eene repro ductie is van de algemeen aangenomen regelen van het gemeen volkenrecht, dan was het ook onuoodig ze in een vorm te gieten die er juist een bedenkelijk karak ter aan geeft. De heer Jolles verdedigde de overeenkomst welke de minister van buitenlandsche zaken vooral aanbeval als de wegbereider om ook met andere staten tot derge lijke tractaten te komen, gelijk de Vereenigde staten van Amerika reeds van hunne gezindheid daaromtrent hebben doen blijken. Inbreuk op de rechten der diplo matieke agenten vreest de minister er niet van. Nieuw is de zaak overigens niet. Zij bestaat reeds in onder scheidene staten, waar zij geen bezwaren heeft opgele verd. Het doel is dan ook om voortaan aan alle over eenkomsten van dergelijken aard dezelfde redactie te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2