gingen in de bestanddeelen van het Kroondomein; 2°. eener provinciale heffing in Groningen3°. Onteigening ten behoeve van den aanleg eener algemeene begraaf plaats te Voorburg; 4°. Definitieve vaststelling dei- koloniale huishoudelijke begrooting van Suriname en Curasao voor het dienstjaar 1863; 5°. Verhooging van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 18726°. Vast stelling der begrooting van het fonds, voortspruitende uit de koopprijzen van domeinen voor 1873; 7°. Wij ziging der koloniale huishoudelijke begrooting van Curasao voor 18718°. Bekrachtiging van kredieten door den gouverneur-generaal in Nederlandsch-Iudië geopend boven de begrootingen van Nederlandsch-Indië voor 1870 en 71, en 9°. Voorziening in de vercveniug van door de algemeene rekenkamer afgewezen vorderingen. Öuüralattö. ALGEMEEN OVERZICHT. Geheel Frankrijk is rustig, doch verkeert in angstige spanning. Wel liepen er geruchten omtrent het uitbreken van onlusten te Lyon en te Toulon, doch latere berich ten spreken gelukkig die geruchten tegen. Te Toulon bestond zelfs niet de geringste aanleiding voor dit gerucht, te Lyon daarentegen was de militaire autori teit zelve dupe van eenige harde ontploffingen, welke zij voor kanonschoten hield. De instructie luidt name lijk, dat drie achtereenvolgende kanonschoten het signaal zijn van het uitbreken van een oproer, in welk geval elk regiment zich naar de bepaalde loopplaats behoort te begeven. Drie mijnen welke ten behoeve van een in de nabijheid van Lyon te graven tunnel achtereenvol gens sprongen, bi achten de militaire bevelhebbers in den waan dat het sein gegeven was, waarop alle troepen naar de hun aangewezen plaatsen ijlden. Het misver stand, dat vooral in den tegenwoordigen toestand zeer verklaarbaar is, werd spoedig opgehelderd en de troe pen keerden naar hunne kazernen terug. Zoo althans verhaalt het Journal de Lyon. Een andere lezing vindt men echter in enkele andere bladen, die de troepenbe weging hierdoor verklaren, dat generaal Bourbaki de proef met de bewuste instructie heeft willen nemen en daarom alarm maken liet. Dit verhaal is echter zeer onwaarschijnlijk, omdat men nauwelijks gelooven kan dat de kommandeerende generaal daarvoor zulk een ongunstig tijdstip zou hebben uitgekozen, tenzij men wil aannemen dat de oud-bevelhebber der keizerlijke garde dergelijke bedoelingen, als waarvan generaal Ducrot beticht wordt, beoogde. De rust is dus nog nergens gestoord, doch dit neemt niet weg dat de toestand hoogst gespannen is. Thiers en zijne ministers zijn vast besloten niet te wijken en het standpunt der jongste boodschap te handhaven. Deze rustige volharding der regeering zal er veel toe bijdragen om de kalmte in het land te bewaren. Gaf Thiers na dit nieuwe échec zijn eenmaal aanvaarde taak op, de orde zou voorzeker niet lang meer gehandhaafd kunnen worden. De opgewondenheid der natie is overal groot, echter niet, zooals men in de Eransche steden gewoonlijk pleegt te zien, in de rijen der handwerkslie den en van het proletariaat, maar vooral onder de bourgeoisie, die zonder onderscheid en zeker niet ten onrechte den val van Thiers beschouwt als den aanvang van een nieuwe serie revolutiën. De kiezers in het departement du Gers zijn zoo verbolgen op hun nen afgevaardigde Batbie, dat zijn huis met vernieling en plundering bedreigd wordt. Met een enkel woord komen wij nog op de benoeming der commissie-Dulaure terug. Zooals wij gisteren ver onderstelden, moet de uitslag voor een groot deel aan de lormatie der afdeelingen worden toegeschreven. Iu de vierde en zesde afdeeling b. v. werden de heeren Duclerc, Ricard, Emanuel Arago en Bertauld met groote meerderheid gekozen; in de vierdeatdeelingmet 28 stemmen tegen 14, in de zesde met 29 tegen 19. In de eerste afdeeling daarentegen werd b. v. de heer Batbie gekozen met 25 stemmen tegen 24 welke op den heer Labouleye van het linker-centrum waren uitge bracht. Over de opkomst der leden valt ook niet te klagen, want 698 waren in de afdeelingen tegenwoor dig, waarvan 361 voor de gecoaliseerde rechterzijde en 337 voor de regeering stemdenzoodat de republi keinen slechts 24 en niet 26 stemmen in de minderheid waren, zooals het eerste telegrafisch bericht meldde. Daarentegen heeft Thiers naar verhouding éen stem min der dan in de commissie-de Kerdrel; deze was samenge steld uit de regeeringsgezinde candidaten van 6 en de monarchalen van 9 afdeelingen. De rechterzijde beschikt thans over 19 en de republikeinen daarentegen'slechts over 11 stemmen. De reden ligt hierin dat in de 3C afdeeling een lid van het rechter-centrum en éen van het linker centrum gekozen werden; de laatste echter, de heer Marcel Bartheeerst na een tweede verkiezing en bij staking der stemmen als oudste in jarenzoodat éene afdeeling sedert de verkiezing der commissie-de Ker drel zoo al niet geheel voor Thiers verlorendan toch eenigszins aan het wankelen geraakt is. Men gelooft dat de regeering bij de commissie op spoedige afdoening harer taak zal aandringen, teneinde de crisis niet onnoodig te verlengen. Le Temps raadt de linkerzijde aan ter stond een ontwerp tot gedeeltelijke vernieuwing der kamer in te dienen en tegen het voorzeker afkeurend rapport der commissie in de openbare vergadering do getrouwen der vorige week opnieuw in het veld te roepen. Uit de redevoeringen, welke de monarchalen in de afdeelingen uitspraken, kan men voldoende afleiden wat men van de meerderheid der commissie te verwachten heeft. Zij zullen streng aan hun eisch van ministerieele verantwoordelijkheid vasthouden, en verklaren zich tot de concessie bereid om aan Thiers het recht van veto toe te kennen. Alsof Thiers en zijne vrienden in dezen strik zouden loopen! De ministerieele verantwoordelijk heid onder de tegenwoordige omstandigheden is synoniem met eene onbeperkte regeering van monarchalen, reac tionairen en clericalenen dit is het alleen wat Thiers en de linkerzijde moeten verhoeden. Die zoogenaamde concessie heeft dan ook hoegenaamd geen waarde. Tot voorzitter koos de commissie gisteren den heer de Larcy, tot ondervoorzitter den heer d'Audiffret-Pasquier. Maan dag zal zij haar eerste gewone bijeenkomst houden. Sedert het ontstaan der crisis steken de Bonapartistcn met onbeschaamdheid het hoofd op. De coalitie der partijen van de ordo, waarvan ook zij deel uitmaken, heeft hun nieuwen moed gegeven. Drie hunner organen, l'Ordre, le Gaulois en le Pays, hebben aan het hoofd van hun nommer van gisteren een brutale verklaring hunner redactiën, dat zij, de banierdragers van het raadplegen der stem van de natie, onder deze om standigheden alle hare belangen cn wenschen naar den achtergrond dringen, om weerstand te bieden aan de dreigende sociale gevaren. Die onbeschaamdheid kan" geene verwondering wekken, wanneer men ziet dat de heeren d' Audiffret-Pasquiers en de Décazesdie vóór eenige maanden geen woorden konden vindenscherp genoeg om het keizerrijk en zijne dienaren te brand merken, thans als hunnen leider in den strijd den slimmen vice-keizer Rouher aannemen. Inderdaad een schitterend getuigenis voor de vaderlandsliefde der Fransche monarchalen De crisis in Frankrijk blijft do aandacht trekken van Europa, hoe slecht de Duitsche pers zich hierin ook schikken moge. Beide vijanden van 1870 doorloopen een groote crisis, maar aller blikken vestigen zich op Frankrijk omdat zij daar acuter en gevaarvoller is. Men weet nu eenmaal dat welke stagnatie er in het rader werk van den Pruisischen staat ook ontsta, de moei lijkheden aldaar steeds op min of meer kalme wijze tot oplossing komen. In Pruisen dreigt geen revolutie en omverwerping van het gezag, maar integendeel is daar het einde steeds de vervulling van de eischen der regeering. Dit bleek ook gisteren weder in het heerenhuis bij de eerste lezing der Kreisordrwng. Ondanks de uitdrukke lijke verklaring van den minister von Eulenburg, dat de benoeming der nieuwe leden geschied was om de aanneming der wet te verzekeren, m. a. w. de meerder heid te dwingen, was de tegenstand der feodalen en conservatieven uiterst gering. Slechts 4 sprekers ver klaarden zich tegen de wet en reeds in deze eerste zitting werden de algemeene beraadslagingen gesloten. Heden vangt de discussie over de artikelen aan. Zorilla heeft een nieuwe zege in de Cortes bevochten. Het congres heeft namelijk de urgentie van het voor stel ten aanzien van het in staat van beschuldiging stellen van het ministerie-Sagasta verworpen. Zooals men zich herinnert was de meerderheid oorspronkelijk dit voorstel zeer genegen. Zorilla's politiek inzicht en bezadigdheid hebben dus blijkbaar de partij hartstochten weten te bedwingen. Uit de provinciën luiden de laatste berichten bijzonder gunstig. Waar de koninklijke troe pen met de opstandelingen slaags raakten, joegen zij de benden uiteen en maakten tal van gevangenen. Belgische brieven. Brussel6 December. Heden avond houdt de Association libérale van Brus sel een algemeene vergadering, teneinde over een voorstel te beraadslagendatwanneer het aangenomen wordt, hare samensmelting ten gevolge zal hebben met alle associatiën der voorsteden. Met dit voorstel zal zich ongetwijfeld de groote meerderheid vereenigen tot groot verdriet van de doctri naire partij die alles iu het werk heeft gesteld om dit plan te verijdelen. Zij waren op het denkbeeld gekomen 314 nieuwe leden voor te dragen, hopende op deze wijze de meerderheid te erlangen bij de verkiezing van het bestuur, welke ook heden avond moet plaats hebben. Zij wilden daardoor een sterken dam vormen tegen den vloedwelke zou opkomen uit de voorsteden, wier radicalisme of liever geavanceerd liberalisme hun zeer verdacht voorkomt. Nauwelijks hadden de progressisten deze manoeuvre in den neus gekregenof zij lieten ook hun tij niet ver- loopen en ook van hun kant stelden zij nieuwe leden en wel ten getale van 420 voor, waardoor zij over eene aaneengesloten meerderheid kunnen beschikken, welke de doetrinairen machteloos maakt. Met de samensmelting der vereenigingen van geheel Brussel en zijne voorsteden is voor langen tijd, zoo niet voor altijd in de hoofdstad het terrein voor de doetrinairen verloren. Doch meer dan een locale overwinning moet men daarin zien; het voorbeeld van Brussel is als het ware een weerkaatsend licht in alle liberale vereenigingen van het land. Daarom vooral vestig ik er uwe aan dacht op. Met de interpellatie van den heer Bergé over het begraven van den bisschop Labis van Doornik in de kathedraal dier stad, is het al niet anders gegaan dan te verwachten was. Men kibbelde en praatte wat enliet de zaak zooals zij was. Na het treurig antecedent der liberale ministers, die indertijd een blijk van bezadigdheid wilden geven en een dergelijk geval door de vingers zagen, kon de heer de Lantshcere, minister van justitienu een te schoone positie innemen om op eenig succes te kunuen hopen. Hij toonde zich veel liberaler wat trouwens niet bijzonder moeilijk was dan vroeger de heer Bara en zonder eenige conclusie is het incident afgelcopen tot groote bevrediging van den heer de Lantsheere. Gent 5 December. Ik moet mijnen brief beginnen met de treurige tijding dat tengevolge van de aanhoudende regens hier in Vlaanderen talrijke overstroomingen hebben plaats ge vonden. Tot hiertoe is Gent gespaard geworden, dank zij de afwateringskanalen van Schipdonck en Terneuzen. Heden blijft de regen; aanhouden en het water is nog altijd aan het wassen; komt er niet spoedig verandering dan vreest men voor aanzienlijke schade. Onze hoogeschool heeft een groot verlies geleden door het overlijden van den heer professor Allard, een zeer geleerd en alom geacht man. Daar hij als vrijdenker is gestorven en de begrafenis op het gewone kerkhof plaats hadzooals dit overigens hier te Gent altij d ge- schiedt, heeft de bisschop van Gent gemeend daartegen te moeten protesteeren en daarover een brief aan den burgemeester der stad gezonden, die daaraan natuurlijk geen gevolg heeft gegeven. De begrafenis van den heer Allard heeft nog tot een klein incident in de hoogeschool aanleiding gegeven. Den dag na die treurige plechtigheid vond professor Valeriustoen hij zijn college wilde beginnen, een brief op zijn plaats liggen. Geen acht daarop gevende be gonnen de studenten te roepen: lees het briefje! De professor nam het briefje op en las er de vraag in: Waarom zijt gij gisteren niet naar de begrafenis van uwen collega Allard geweest'? Zooals gij kunt denken nam dc professor dit zeer euvel op en snauwde zijnen leerlingen toe dat hij hun geene rekenschap van zijn gedrag behoefde te geven, en als zij zoozeer voor de vrijheid waren als zij zeiden, dat zij die dan eerst bij anderen moesten eerbiedigen. Dit incident heeft echter verder geene gevolgen gehad. In de zitting van den gemeenteraad van Maandag is een belangrijke beslissing genomen in zake de kerkhof- quaestie, waarover tegenwoordig zoo veel gesproken wordt. De raad heeft besloten dat, te rekenen van 1 Januari 1873, een nieuw kerkhof buiten de Brugsche- poort zal geopend worden en het oude kerkhof zal worden gesloten. Het besluit bepaalt tevens dat er eerst dertig jaren moeten verloopcn zijnvooraleer de gron den van het oude kerkhof eene andere bestemming mogen erlangen. Daar het gemeentebestuur de wijding van het nieuwe kerkhof niet zal vragen, weet men niet wat de geeste lijkheid zal doen: zal zij weigeren de enkele graven te wijden zoodra begrafenissen plaats hebben, of zal zij de lijken niet naar hunne laatste rustplaats willen verge zellen? Het ultramontaausch blad le Bien public heeft reeds verscheidene artikelen geschreven om de bevolking tot wederstand op te ruien tegen de beslissing welke de gemeenteraad op het punt stond te nemen. Men kan in de verste verte niet voorzien hoever het fanatisme van de clericalen zal leiden, maar zeker is het dat het ge meentebestuur vast besloten is de verordening gestreng te doen handhaven. De liberale associatie van Gent heeft Zondag jl. in eene buitengewone vergadering besloten de liberalen van Ninove in hunne pogingen behulpzaam te zijn om de middelbare school, die zij aldaar hebben opgericht, staande te houden. Ninove is eene stad van 6000 zie len in onze provincie gelegen. Vóór de verkiezingen van 1 Juli jl. bestond aldaar eene gemeente-middelbare schooldie zeer bloeiend was. Het liberaal bestuur werd op 1 Juli door een clericaal bestuur vervangen en het eerste besluithetwelk het nieuwe bestuur nam was de gemeente-middelbare school op te heffen en ze te vervangen door een bisschoppelijk college. Er werden geestelijke professoren in de plaats van de wereldlijke gesteld en de lokalen der school aan de stad behoorende werden aan den bisschop afgestaan. De liberalen van Ninove hebben van hunnen kant eene nieuwe middelbare

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 3