RECHTZAKEN. Zaterdag heeft de jury te Wezel uitspraak gedaan in de zaak der 18 werklieden te Emmerik, beschuldigd van deelneming aan de ongeregeldheden te 'sHecren- berg op 1 April jl. Veroordeeld zijn: 1° tot éen jaar gevangenisstraf Wilhelm Schillo2° tot 6 maanden ge vangenisstraf Conrad Knist, Theodor Heintjes, Peter Ophees, Heinrich Knist, Wilhem Roldus, Peter Knist, Johan KnistEduard Koenen, Johann Jansen en Theodor Tuck. De overige zes beschuldigden zijn vrijgesproken. Hendrik van Leeuw, de bestuurder van het ge wezen krankzinnigen-gesticht te Evere, die, krach tens het uitleverings-tractaat met Engeland gesloten, te Londen is aangehouden, is eergisteren naar Brussel overgebracht. Hij zal terecht staan onder beschuldiging van bedrie- gelijke bankbreuken en ontvreemding van fondsen ten nadeele van het gesticht van Evere. GEMENGDE BERICHTEN. Te Wassenaar, op de buitengoederen van Prins Frederik der Nederlanden, is door den heer L. H. van Esveld een bijzonder groote fraaie arendvan 81 voet vlucht geschoten. De Maas is bij Maastricht tot zulk eene hoogte geste gen dat zij buiten hare oevers is getredenen van nabij het dorp Heugem, de velden achter Maastricht om, overstroomd heeft. De aan de oevers gelegen dorpen als HeugemBorgharen en Itterenliggen ge heel in het water. Vrijdag avond circa 6 uren had op het Hollandsch Diep nabij Willemstad het volgende ongeluk plaats. Een groot nieuw tjalkschipgenaamd De vrouw Adriana Willemina, geladen met 2000 mud rogge, komende van Antwerpen en bestemd naar Schiedamwerd op de rivier, niet ver van de bovensluis, door de zeestoom boot Hendrik lis Marinus, komende van Dordrecht en bestemd naar Londen, in den grond gevaren. Hoewel de schipper van de tjalk, die de stoomboot op zich zag aankomen, alle moeite deed om haar te ontwijken, was zulks vruchteloos. De stoomboot kwam met volle vaart dwars tegen het schip aanzoodat alles scheurde en kraakte en het schoooe vaartuig weldra begon te zinken. Met groot gevaar en de uiterste inspanning gelukte het den schipper, zijne twee kinderen, een van 3 en een van 4 jaren, die reeds te bed lagen, uit het zinkende vaartuig boven te brengen, en daarna met deze en met vrouw, zuster en beide knechts op de stoomboot over te springen. Nauwelijks hadden zij hun vaartuig verlaten, of het zonk met de daaraan bevestigde roeiboot in de diepte. De schipper met de zijnen werden daarop door de gezegde stoomboot te Willemstad aan wal gezet, waar zij beroofd van alle en geen andere kleederen hebbende dan die zij aan hadden, in deerniswaardigen toestan d aankwamen. Van het gezonken vaartuig is niets meer te zien. Zaterdag werden op het fort te Honswijk bij het ledigen van granaten, waarvan éen is gesprongen, een korporaal doodelijk gewond en een kanonnier de beide armen verbrijzeld. De korporaal is korten tijd daarna overleden, terwijl den kanonnier in het hospitaal te Utrecht beide voorarmen zijn geamputeerd. Vele arbeiders in de provinciën OverijselGelder land enz. beginnen er werk van te maken om de zaden van onderscheiden plantsoen bijeen te verzamelen en te drogenom in het voorjaar te worden uitgezaaid op kanten van slooten en landenop wallen, langs wegen en voetpaden enz.waardoor de houtcultuur, welker nut nog niet overal genoegzaam wordt gewaardeerd» zeer bevorderd wordt. In le Progrès, een te Yperen verschijnend blad, komen treurige berichten vooromtrent de overstroo mingen door de rivier de Yser, in de omstreken van Rousbrugge, Sta vele, Merckem en het geheele district van Veurne. Een groot aantal landbouwers hebben zich genoodzaakt gezien de vlucht te nemen en hunne hoe ven te verlaten. De Lys richt eveneens groote ver woestingen aan en men vreest, dat het er nog niet bij zal blijven. Ook de Maas en de Sambre zijn buiten hare oevers getreden, waardoor de kolenmijnen van La Plante onder water zijn gezetterwijl de langs den oever gelegen dorpen geheel zijn overstroomd zoodat men zich met bootjes van het eene huisnaar het andere moet begeven. In een van de kolenmijnen te Dour heeft Zater dag eene ontploffing plaats gehadwaardoor 2 werklieden werden gedood en 11 gewond. Tot de leden der Fransche nationale vergadering behooren:2 prinsen (van Orleans), 7 hertogen, 30 mar kiezen, 52 graven, 17 burggraven, 11 baronsen 97 edelen zonder titel. Naar de vakken of maatschappelijke be roepen verdeeld, bevat de kamer 163 grondeigenaars, tevens in meerdere of mindere mate landbouwers of wijnbouwers; 155 advocaten, 48 industriëeien, 45gene raals of mindere officieren der landmacht, in activiteit of gepensioneerd35 magistraats- of ,gewezen magis traatspersonen 25 ingenieurs, 23 geneesheeren, 21 pro fessoren in de fraaie letteren, wetenschappen, rechten of medicijnen; 19 notarissen of oud-notarissen, 16 groot handelaars, 14 marine-officieren, in werkelijken dienst of gepensioneerd; 10 procureurs, 5 bankiers, 2 reeders 2 artsenijmengkundigen, 1 bisschop, 1 pastoor, lprotes- tantseh predikant, 1 graveur (Talain), 1 gewezen let terzetter (Martin BernaCrd), 1 zijdewerker (Greppo), 1 commissionair in juweelen (Tirard)1 gewezen onder wijzer enz. De afgevaardigden, niet tot deze catego- riën behoorende, zijn meerendeels geleerden,publicisten journalisten; onder hen bevinden zich eenigeschilders en dichters (o. a. de burggraaf Lorgeril), prefecten en onderprefecten onder vroegere regeeringen, oud-staats raden enz. Onder de gedputeerden bevindt zich een neger de heer Pory-Papy, die door de kolonie Martinique naai de vergadering is afgevaardigd. De deken der verga dering is de heer Gaulthier deRumllly (linker centrum) afgevaardigde van de Somme en een der verdedigers van de vier republikeinse he onder-officieren van la Ro ebelle, geboren in 1792. Het jongste lid is de heer de Champ val lier, afgevaardigd door het departement der Charente en geboren in 1844. Het aantal der ministers en gewezen ministers onder de afgevaardigden beloopt 33. De correctioneele rechtbank van Dinant heeft den 13en dezer de gebroeders Lechien en Jules Maton veroordeeld tot de ontzaglijke geldsom van bijna vier millioen francsverbeurdverklaring van werktuigen en twee jaren gevangenisstraf voor ontduiking der rechten in een geheime jeneverstokerij te Anseremme bij Di nant. In sommige plaatsen van Frankrijk schijnt men wat al te onbesuisd te zijn omgesprongen met het oprichten van vrijheidsboomen. In Montpellier waren er vijf geplant op verschillende plaatsen van de stadwaardoor reeds ongeregeldheden waren ontstaan. Door den ntaire is thans een besluit uitgevaardigd waarbij het planten van vrijheidsboomen is verbodenterwijl de vijf die vóór het uitvaardigen van dat besluit waren geplant, op last van het stedelijk bestuur weder zijn omge houwen. Te Hamburg is voor hare zwarte majesteit konin gin Pomare van Otaheite een ledikant vervaardigd dat niet minder dan ruim f 3500 kost. Maandag avond had te Dolcoath in West-Com wal lis het volgende ongeluk plaat3. In de rijkste en diepste mijn, waarvan de hoofdingang 1600 voet diep is, stonden de mijnwerkers te wachten om opgehaald te worden; twee hunner stonden 300 voet boven de anderen op een uitstekend gedeelte, dat eensklaps af brak en hen meesleepte; beiden zijn eerst na twee da gen gravens vreeselijk verminkt teruggevondenevenals een derde die beneden stond en uit nieuwsgierigheid wilde zien wat de oorzaak van de zaak was waardoor ook hij levend begraven werd. De anderen hadden zich gelukkig in de gangen teruggetrokken. In New-York felt men op 1 millioea inwoners 101,883 leerlingen en 2,765 onderwijzers, of 1 onder wijzer op de 36 leerlingen. De kosten van het onderwijs bedragen ongeveer 8£ millioen gulden of f 80 per kind. BURGERLIJKE STAND. Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den 24en dezer: L. W. de Waard, jra. 28 j. metG. C.Bautz, jd. 24 j. (Yan 1623 November.) VLISSIKGEN. Bevallen: J. J. Schwartz, geb. van Malosté, d. A. H. Staal, geb. van Woerkens, z. A. J. Geleijn, geb. van der Veen, z. J. J. M. van Uxem, geb. Net, d. L. Polderman, geb. van de Zande, z. J. J. Klomp, geb. Schellink, z. P. S. Smit, geb. van Os, d. P. J. Lauwereins, geb. Keijberg, d. Overleden: C. M. A. de Voogiit, vrouw van L. L. Corveleijn71 j. F. J. Eekelaar, z. 6 m. M. van Boven, z. 8 d. M. J. van Hoepen, d. 5 m. II. M. Louwerse, z. 5 j. A. van der Steenman van S. M. Martij32 j. Goes. Gehuwd: P. de Jongh, jm. 27j.metK. Kwaak, jd. 30 j. Bevallen: A. M. Visser, geb. Mookhoek, z. P. D. Stok- mans, geb. Sloover, z. E. Magielse, geb. Robijn, z. F. van der Mel, geb. van Zweden, d. C. van Aken, geb. van der Jagt, d. D. Corstanje, geb. Linthout, d. Overleden: E. L. Briels, d. 13 m. J. J. Briels, eerst wedr. van E. llelleweg, later echtgenoot van C. P. A. Bernaest, 54 j. M. C. Briels d. (Te Antwerpen overleden.) J. M. le Clercq, d. 4 j. L. van de Visse, eerst wedc. van B. de Nooijer, daarna van W. van Sprang, 74 j. M. J. Warrens, z. 6 w. J. Verstrate, wedr. van J. Blom, 74 j. E. E. Bannet, z. 9 d. C. Overweel, d. 8 m. Zierikzee. Bevallen: E. Rombouts, geb. Luijcx, d. J. A. van Loon, geb. van Leer, d. H. Kanaar, geb. van der Have, d. 11. Wisse, geb. Rombouts, z. Overleden: M. de Jonge, d. 2 j. L. van Strien, man van W. Krabbe59 j. D. de Loozewed6, van G. Land meter, 68 j. P. de Valk, wedr. van H. I. van der Pol, 79 j. VERKOOPINGEN EN AANBESTEDINGEN. Eergisteren is de bouw van eene gemeenteschool en onderwijzerswoning te Eede aanbesteed: Ingeschoven werd door de heeren: Willems, te Mal- deghem, voor f 8500; A. Boogaard, te Aardenburg, voor f 8400; Maaste Hoofdplaatvoor f 8200 P. Oinon, te Aardenburg, voor f 8130; B. de Vlieger, te Aar denburg, voor f 7949; P. Monjé, te Breskens voor f 7949. Gemijnd door den heer P. Monjé, te Breskens, voor f 7750. De begrooting bedroeg f 8000. THERMOMETERSTAND. 23 Nov. 'sav. 11 u. 51 e:r. 24 'sinorg. 7u.49gr.'smidd. lu.53gr.'sav.llu.47gr. 25 's morg. 7u.46gr.'smidd. 1 u. 51 gr. 'sav. 6n. 52gr. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting; van Zaterdag 23 November. (Nader verslag.) De behandeling van de artikelen van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1873 wordt voortgezet. Na goedkeuring van de artt. 62—67 heeft de minister van bincenlandsche zaken, bij art. 68, op een vraag van den heer Heemskerk medegedeeld, dat zoodra aan het departement de beloofde bescheiden tot toelichting van het census-ontwerp gereed zullen zijn, deze aan de kamer zullen worden overgelegd. Ójk de artt. 68 en 69 werden daarop goedgekeurd. De afdeeling waterstaat en publieke werken kwam daarop in beraadslaging. De heer Rutgers van Rozenburg drong aan op voor ziening in den overlast, die bet waterschap van Water land van het Noordzeekanaal heeft. De heer Stieltjes ondersteunde dien aandrang in het belang van handel en scheepvaart en van de marine en de defensie. De heer Hoffmans vestigde de aandacht der regee ring op het feit, dat de spoorwegbrug over de Maas te Gennep te laag is voor de scheepvaart, zoodat deze gestremd is. Dit i3 het gevolg van de aanwijzingen van den waterstand, die op de Beneden- en de Bovea-Maas niet dezelfde is. De heeren Stieltjes, Storm van Gra- vesande en de Bieberstein dringen met den eersten spieker aan op verandering van dien toestand. De heer O. van Nispen besprak de verbetering van den waterweg naar Breda en wees de noodzakelijkheid daarvan aan. De heer Stieltjes wees nog op de noodzakelijkheid van een politie reglement op het gebruik der wegen en vroeg naar den stand der onderhandelingen over eene verbinding door een kanaal van den IJsel met de Eems, welk punt ook de heer Storm van Gravesande in 's mi- nisteis aandacht aanbeval. De heer Gratama besprak den ongelukkigen toestand, van het Zwolscbe Diep. De heer Py Is kwam terug op de vroeger besproken noodzakelijkheid, dat de Zuid-Willemsvaart door eene sluis tusschen Venlo en Roermond met de Maas ver bonden worde. De minister van binnenlandsche zaken deelde mede, dat hij omtrent de voorziening in de belangen van Waterland in correspondentie is met de gedeputeerde staten van Noord-Holland. Zoodra het overleg tot overeenstemming zal zijn gekomen, hoopte de minister geld te vinden om in de zaak te voorzien. Wat de brug te Gennep betreft, indien de toestand werkelijk zoo is als hij geschetst werd, zal de minister zoo spoedig mogelijk de noodige bevelen geven om ver betering aan te brengen. Aan den waterweg naar Breda zal de minister zijne aandacht wijden zoodra de daartoe betrekkelijke stuk ken zullen zijn ingekomen. De regeling van de politie op het gebruik der wegen, zal bij een wetsoptwerp plaats hebbenwaarvan de minister een zijner eerste bezigheden zal maken. Den ongunstigen toestand van het Zvvolsche Diep erkende de minister volkomen, doch de nieuw ontworpen waterweg door de Goot zal in den toestand voorzien. De minister wist nog niet wanneer het geheele plan afgewerkt zal zijn. Een nieuw plan voor de verbinding van de Zuid- Willemsvaart met de Maas is bij den waterstaat in be werking. Nadat de algemeene beraadslagingen over de VIe af deeling waren gesloten, werd een breedvoerige gedach- tenwisseÜDg gevoerd over den in art. 70 opgenomen post voor een derden inspecteur van den waterstaat, meer speciaal belast met het beheer der rivieren. De heer Tak, op de wettelijke regeling van de water staatsbelangen opnieuw aandringende, trachtte aan te toonen dat in het voorstel des ministers, evenals de nog voor den waterstaat werkende besluitenmet de beginselen der grondwet niet is overeen te brengen, terwijl ook wanneer men de organisatie des ministers zich voor oogen stelt, de juiste werkkring van den derden inspecteur en zijne verhouding tot de overige waterstaats-ambtenaren niet duidelijk waren. De heer Stieltjes verdedigde daarentegen het voorstel des ministers, dat hij, in afwachting van eene algemeene regeling van het beheer der rivieren, een stap achtte in de goede richting. De minister van binnenlandsche zaken verdedigde het voorstel in 't belang der eenheid voor het geheele rivier-beheer. Met 't oog op de groote uitgaven, die voor de oeververbetering ook in 't vervolg noodig zullen zijn, was het bovendien noodig dat de minister in zijne onmiddellijke omgeving ter zijde gestaan werd door een macht, die het geheel kan overzien om hem behoor lijk voor te lichten. De minister zou, bij niet-aanne- ming van zijn voorstel, zijne verantwoordelijkheid niet gedekt achten. Over dit punt werd daarna nog van gedachten ge wisseld tusschen de heeren Tak, Storm van 's Grave sande, Heemskerk en Begram, welke discussie hoofd zakelijk liep over de bevoegdheid die de nieuwe inspecteur zal erlangen en over de verhouding waarin hij zal komen tegenover zijn mede-inspecteurs. De heeren Heemskerk en Tak meenden dat 's ministers verklarin gen daaromtrent tegenstrijdig waren. Intu3schen meen-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2