stellen te doen tot wegneming van die bezwaren.
Wederom in een andere afdeeling werd de wenschelijk-
heid uitgesproken om door het aanbrengen van eenige
wijzigingen aan de gerezen bezwaren te gemoet te ko
men. Met dit gevoelen konden zich ook eenige leden
van een derde afdeeling vereenigen.
Die wijzigingen zouden volgens genoemde afdeeling
moeten bestaan in de vrijstelling van 1° kei- of klinker
wegen, 2° driewielige karren, (deze denkbeelden wer
den door sommige leden van eene andere afdeeling ge
deeld), 3° verlenging van den termijn waarop dit regle
ment zal in werking treden, (waarmede sommige leden
van eene andere afdeeling instemden), en 4" niet toe
passing van het reglement van 1 April tot 1 October,
(hiermede kon éen lid zich niet vereenigen, terwijl in
een andere afdeeling hiervan geen sprake was).
Eindelijk werd in éene afdeeling algemeen gewezen
op de noodzakelijkheid van een spoedige beslissing in
welken zin dan ook, opdat belanghebbenden weldra zou
den kunnen weten, waaraan zich te houden en alzoo
een einde kome aan den abnormalen toestand in deze
zaak.
De voorzitter deelt mede dat gedeputeerde staten
naar aanleiding van het algemeen verslag der afdeelingen
voorstellen om hen uit te noodigen de noodigc wijzi
gingen in het reglement voor te stellen in een volgende
vergadering, met verzoek om aan de regeering kennis
te geven dat de staten eene wijziging van het reglement
wenschelijk achten, en dat zij alzoo wordt verzocht om
trent het reglement geene beslissing te nemen.
Overeenkomstig het voorstel van den voorzitter wordt
besloten dit verslag met de adressen ter griffie neder te
leggen ter inzage van de leden, om nader aan de orde
te worden gesteld.
XIII. Het adres van C. Verwer te Hulst, om vrijdom
van tol of subsidie voor zijn wagendienst tusschen Hulst
en Walsoorden.
Blijkens het door den heer van Waesberglie uit
gebracht algemeen verslag van het verhandelde in de af
deelingen, waaraan met inbegrip van 5 leden van gede
puteerde staten 35 leden hebben deelgenomen, werd in alle
afdeelingen eenparig tot een afwijzende beschikking ge
adviseerd.
De voorzitter deelt mede, dat overeenkomstig het
algemeen verslag gedeputeerde staten voorstellen afwij
zend op dit verzoek te beslissen.
Op voorstel van den voorzitter wordt dat onder
werp dadelijk in behandeling genomen en zonder dis
cussie of hoofdelijke stemming het voorstel van gedepu
teerde staten tot een afwijzende beschikking aangenomen.
Thans in aan de orde de behandeling van het ontwerp
algemeen reglement voor de polders of waterschappen
in Zeelandmet de door gedeputeerde staten daarop
voorgestelde wijzigingen.
Behalve do in de vorige zitting door den heer Fok
ker overgelegde amendementenzijn later nog amende
menten ingekomen van de heeren van Eek en Vader
die mede gedrukt en aan de leden rondgedeeld zijn.
De voorzitter deelt mede, dat gedeputeerde sta
ten nog geen gelegenheid gehad hebben de amendemen
ten van den heer Vader te overwegen. Hij vleit zich
echterdat genoemd college later nog wel gelegenheid
zal vinden om zich daaromtrent te verklaren. Voorts
herinnert hij, dat in de vorige zitting mededeeling is
gedaan van een adres van de heeren D. Dronkers c. s,
hetwelk ter griffie is nedergelegdbij de behandeling
van het punt waarop dit adres betrekking heeft zal hij
de vergadering verzoeken daarop te letten.
De algemeene beraadslaging over het ontwerp regle
ment wordt geopend, doch, daar niemand het woord
verlangt te voerenweder gesloten en overgegaan tot
de artikelswijze behandeling.
De artt. 1 tot 5 worden zonder beraadslaging en zon
der hoofdelijke stemming goedgekeurd, met de volgende
daarin door gedeputeerde staten voorgestelde wijzigingen:
In art. 1 achter „uitwateringsluizen" te lezen: „water
leidingen" en in de slot-zinsnede, in plaats van „binnen
dien tijd", „binnen veertien dagen na dien tijd".
Art. 2. Als 2e zinsnede bij dit artikel te voegen het
volgende:
„Zij zorgen dat dit verslag, gedurende veertien dagen
ter plaatse in art. 1 bedoeldin afschriftwordt neder
gelegd, mede ter inzage van belanghebbende besturen
en personen, en na voorafgaande bekendmaking, op te
nemen in het Provinciaal blad en in het dagblad of de
dagbladen, waarin de bekendmaking in art. 1 vermeld,
is geplaatst".
Art. 3. Wordt gewijzigd als volgt„Zoodra de werken
volgens de concessie zijn uitgevoerd, zorgen gedeputeerde
staten, dat aan den bedijkten polder een naam gegeven
enovereenkomstig dit reglement, daarover een bestuur
benoemd worde, of doen zij, zoo dit Doodig is, een voor
stel aan de provinciale staten om voor dien polder de
inrichting vast te stellen bij afzonderlijk reglement, on
der goedkeuring des konings."
Art. 4. Wordt gevoegd achter de woorden„langs"
en „afgesloten", eene komma; achter het woord: „kana
len", de woorden „of wateren"; en aan het slot:
„Nogtans zijn op deze werken ook van toepassing de
bepalingen voorkomende in art. 5 en in de eerste en
laatste zinsnede van art. 6."
Art. 5. De aanhef van dit artikel wordt gewijzigd als
volgt
„Voor zoover de verplichting, tot het beheeren en
onderhouden van werken bestemd tot waterkeering, zee
wering of oeververdediging, niet geregeld,of uitdrukke
lijk aan anderen opgelegd is, door de wet eene veror
dening, een maatregel van het bevoegd gezag of eene
overeenkomst, of voor zoover in het onderhoud niet reeds
feitelijk wordt voorzien door anderen, ten gevolge van
den geschiedkundigen toestand der werken, rust die ver
plichting op de polders of waterschappen enz."
Bij de behandeling van art. 6 vraagt en verkrijgt de
heer Hennequin het woord. Hij zegt dat hij met het
grootste genoegen kennis heeft genomen van de tege
moetkoming door gedeputeerde staten aan een aantal
bedenkingen in de afdeelingen gemaakt; doch met leed
wezen heeft hij ontwaard, dat gedeputeerde staten ge
meend hebben niet te moeten toegeven aan de gemaakte
bedenkingen tegen de kosten der peilingenin art. 6
van dit ontwerp bedoeld. Die kosten zouden druk
kend kunnen worden voor kleine polders met lange
vooroevers. In een der afdeelingen achtten vele leden het
billijk dat de peilingen werden bekostigd door hen, die
ze verordent, vooral omdat zij meestal meer van algemeen
dan van plaatselijk belang zijn. Dit bezwaar werd ook door
anderen volkomen gedeeld. De jongste dagen hebben,naar
spreker opmerkt, opnieuw geleerd dat, naar veler gevoe
len de jongste afdammingen belangrijke wijzigingen in
de strooming hebben teweeggebrachtbij den een groo-
ter diepte, bij den ander ondiepte. De regeering of het
provinciaal bestuur zullen de gevolgen dier afdammingen
van tijd tot tijd geconstateerd wenschen te zien, maar
zooals bet artikel nu luidt komen de kosten daarvan ten
laste der polders en dit acht hij onbillijk. Geschieden
die peilingen alleen ten behoeve der polders, dan kan hij
er zich mede vereenigen dat de polders de kosten betalen,
maar niet als zij plaats hebben ter voorlichting der regee
ring of der provincie om deze op de hoogte te brengen
van den staat van vaarwaters, of den invloed van afdam
mingen te leeren kennen. Vandaar dat hem en vele andere
leden eene wijziging in de redactie wenschelijk scheen.