getuigen, dat door algemeene wettelijke verordenin gen in de verbetering der laagste traktementen der onderwijzers moge worden voorzien. In een derde afdecling werd deze wenseli in nog rui mer zin uitgedrukt en meende men dat het op den weg der staten zou liggen, om van hunne belangstelling in deze aangelegenheid te doen blijken door een adres van adhaesie aan de regeering. De voorzitter deelt mede, dat de bedenkingen tegen het voorstel in de afdeelingen gemaakt aan gede puteerde staten geene aanleiding hebben gegeven tot wijziging van hun voorstel. Ook omtrent dit verslag wordt op voorstel van den voorzitter besloten het ter griffie te deponeeren, ten einde later aan de orde te worden gesteld. XI Adres van mr. A. H. Verster, kantonrechter te Tilburg, wonende te Oisterwijk, om medewerking, ter uitvoering van het plantot aanleg van een spoorweg van Brouwershaven over Zierikzee, St. Philipsland, Steenberge enz. in verbinding met de brug over het Hollandsch Diep, met adressen van de betrokken ge meentebesturen tot ondersteuning van dit verzoek. Het algemeen verslag der afdeelingen wordt uitge bracht door den heer jSprenger. Aan het onderzoek in de afdeelingen hebbeü 35 leden deelgenomen met inbegrip van 5 leden van gedepu teerde staten. In al de afdeelingen was het adres met belangstelling ontvangen. In éene afdeeling was men doordrongen van het ge wicht van bedoelden spoorweg als middelbij genoeg zame levensvatbaarheid, tot vermeerdering van wel vaart, alsmede tot radicale voorziening in het isolement van Schouwen en Duiveland, en hoewel zij schroomt om bij gebreke van meer voldoende gegevens eenige toezegging van subsidie te doen, wenscht zij het adres aan het college van gedeputeerde staten te renvooieeren in het vertrouwen, dat deze bij het bezit van betere attributen daaromtrent een voorstel zullen doen. In de beide andere afdeelingen verlangde men vrij algemeen, dat aan het adres zedelijke ondersteuning zou worden geschonken, doch vond men geene termen aanwezig om geldelijke ondersteuning toe te zeggen. Mocht later blijken, dat het plan levensvatbaar was, dan achtte men voor hetzelve in het direct en indirect belang der provincie een geldelijke ondersteuning zeer aannemelijk. In éene afdeeling echter meenden eenige leden dat er te groote onbestemdheid bestaat om zelfs vooralsnog een besluit tot ondersteuning te verleenen. De voorzitter geeft te kennen, dat gedeputeerde staten voorstellendat de vergadering besluitehare be langstelling in de zaak uit te spreken en aan den adres sant te kennen te gevendat door de gegevens de zaak niet voldoende is toegelicht en verzekerd om eene be slissing te kunnen nemen. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten het verslag met de daarop betrekking hebbende stukken ter griffie neder te leggen ter inzage van de leden om nader aan de orde te worden gesteld. XII. Het adres van het hoofdbestuur der Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland, houdende verzoek tot het brengen van eenige wijzigingen in het door de staten op 11 November 1871 vastgestelde reglement op het gebruik en de instandhouding der kunstwegen in Zeeland, alsmede het adres van adhaesie daaraan door A. den Boer en 218 anderen. Het hoofdbestuur der Maatschappij voor landbouw en veeteelt verzoekt, ouder mededeeling van een en ander aangaande de velgenquaestiein het belang van den Zeeuwschen landbouwer, dat de staten mogen terugko men op hun besluit en de gevreesde bepalingen van bet reglement buiten werking stellen. Mocht aan dezen wensch niet kunnen voldaan wordendan zou adressant er in ieder geval eene tegemoetkoming in zien wanneer door de staten werd verleend: 1« vrijstelling voor het berijden van kei- en klinkerwegen 2» idem voor het vervoer van oogstvoortbrengselen van het land naar de schuur; 3° idem voor het vervoer van mest naar het land; 4° idem voor de wegenzonder provinciaal voor schot of subsidie aangelegd, voor zooverre concessiona rissen dier wegen het reglement op die wegen niet wen- schen toegepast te zien; 5° buiten werking stelling van het reglement gedurende den zomer, van 1 April tot 1 November. Het algemeen verslag der afdeelingen wordt uitge bracht door den heer van der llave. Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben 35 leden deelgenomen, waaronder 5 leden van gedeputeerde staten. Zooals uit de ingekomen afdeelingsverslagen bleek, getuigden de langdurige beraadslagingen in die ver gaderingen op welsprekende wijze dat ieder der leden was doordrongen van het belang der onderhavige zaak. De te bespreken quaestie gold toch niets meer of min der dan het al of niet leggen van een vermeenden of fictieven last op de schouders der landbouwers in dit gewest van het al of niet drukkende van een tak van nijverheid, zoo bij uitnemendheid voornaam bestand deel van het Zeeuwsche volksbestaan. Voorstanders van de toepassing der breede velgen als enkele leden eener afdeeling warenworden door deze voorbeelden geleverd van de goede uitkomsten in het tegenwoordige, natte seisoen met het gebruik dier breede velgen verkregen; zoodat die gunstige resultaten hen nog meer hadden versterkt in de meening, dat door de tegenstanders alleen werd gewezen op het financieele bezwaar aan de afschaffing verbondenmet moedwillig voorbijzien der goede eigenschappen die de raderen van die constructie bezitten. Vier leden eener tweede afdeeling schenen van het zelfde gevoelen te zijn, althans zij meenden, dat er geene termen bestonden tot inwilliging van het ver zoek. Van geheel tegenovergesteld gevoelen was het lid eener afdeeling dat ten vorigen jare nog voor de breede velgen gestemd, door de ervaringen in dezen zomer opgedaan, zoozeer van zijne opinie was teruggekomen, dat hij nu een bepaald tegenstander is, en eerder dan den land- j bouw door de handhaving van het reglement te bezwaren, ter bescherming der kunstwegen liever weegtoestellen door de provincie zag aangeschaft, waarvoor hij de kos ten niet zoo overdreven hoog schatte als vroeger wel is voorgesteld, opdat door de controle daarmede te houden het te zwaar bevrachten der voertuigen zou kunnen worden voorkomen. Sommige leden van diezelfde afdeeling zagen gaarne het reglement ingetrokken, in het vertrouwen dat de goede resultaten tot nu toe met de breede velgen ver kregen, en nog te verkrijgen, de tegenstanders zou aan sporen tot de aanschaffing van die velgen, doch overi gens wilden zij vrijheid geven voor de al of niet toepas sing naar gelang der verschillende locale toestanden, waarin de gebruikers verkeeren. In een andere afdeeling vereenigden zich vier leden geheel met het verzoek. De overige leden van diezelfde afdeeling gaven hun verlangen te kennen om gedepu teerde staten uit te noodigen een onderzoek in te stellen naar de gegronde bezwaren die de toepassing van het reglement zal na zich slepen en om, indien deze mochten worden bevestigd, in een volgende vergadering voor-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 6