't ongelukkig gevolg, dateenige personen gedood of ge
kwetst zijn.
Onder den naam van Duitsch-Hollandsche bouw
maatschappij is dezer dagen te Berlijn een onderneming
in het leven getredendie zich ten doel stelt den aankoop
van terreinen, om daarop huizen te bouwen, teneinde
in het groote gebrek aan woningen aldaar te voorzien.
Het kapitaal daartoe wordt volgens de Duitsche bladen
voor een gedeelte door eerste Hollandsche huizen ver
strekt.
Dinsdag avond te 7 uren had in den steenko
lenmijn te Mambourg bij Charleroi een ernstig ongeluk
plaats. Een en twintig werklieden hadden in den bak
plaats genomen, waarmede zij in de diepte zouden wor
den afgelaten. Ter nauwernood waren zij tien meters
gedaald, toen men eensklaps een hevig gekraak hoorde.
De vier kettingen waaraan de bak hing braken plot
seling, zoodat de werklieden naar beneden stortten.
Waarschijnlijk zullen zij allen zijn verpletterd. De
oorzaak van het onheil is onbekend.
In de Lyceal-drukkerij te Hausenburg bevindt
zich een handpers waarop den 13en en 14cu April 1849
in Delreczin de door Kossuth gestelde onafhankelijk
heids-verklaring der Polen werd gedrukt. Jaren lang
heeft de pers uit elkander gelegendoch de tegen
woordige directeur der drukkerij, Nicolaas Papp, heeft
haar weder in elkander doen zetten en geheel laten
repareeren, en thans wordt zij weder geregeld gebruikt.
THERMOMETERSTAND.
9 Nov. 'sav. 11 u. 47 gr.
10 'smorg. 7u.45gr.'smidd. lu. 43 gr.'sav. llu. 45 gr
il 's morg. 7 u. 45 gr.'smidd. 1 u. 48 gr.'sav. 6 u. 48 gr.
STATEN-GENERA AL.
EERSTE KAMER.
Zitting van Maandag 11 November.
Per telegraaf
De volgende, zijnde al de tegen heden aan de orde
gestelde, wetsontwerpen zijn aangenomen: a tot toe
kenning van pensioen aan de dochters van wijlen
mr. Thorbecke; b tot onteigening voor den spoorweg
van Amersfoort naar Zutfen; c tot onteigening voor de
verbetering van de Zuiderkuipen te Groningen; d tot
verhooging der begrooting voor Ommerschans en Veen-
huizen voor 1872; e begrooting voor den arbeid der
gevangenen voor 1873; vaststelling van het slot der
rekening voor Suriname over 1867g idem voor Curasao
voor 1867h goedkeuring van eene schenking aan de
gemeente Hillegersbergi bekrachtiging van den onder-
handschen verkoop aan baron van Pallandt; en k goed
keuring van het tractaat van handel en scheepvaart
tusschen Nederland en Spanje.
Tegen het eerstgenoemde (dotatie dochters Thor
becke) stemde de heer Hesschert van Vollenhoven, op
grond zijner met de staatkundige richting van den
overleden staatsman strijdende overtuiging.
De Indische begrooting is tegen Woensdag aan de
orde gesteld.
©uitettlcmiX
ALGEMEEN OVERZICHT.
Heden wordt de nationale vergadering te Versailles
heropend. Haar eerste zitting zal, zooals het Journal
officiel mededeelt, gewijd zijn aan de benoeming van
het bureau en de vaststelling van de orde van den dag
voor de volgende bijeenkomst. Van het voorlezen van
de presidentieele boodschap wordt met geen enkel woord
gesproken. Het orgaan van het linker-centrumhet
Bulletin conservateur républicain, zegt dat dit toch
heden geschieden zal, en weet zelfs het juiste uur waarop
Thiers het woord zal nemennamelijk te 3 uren, mede
te deelen. De Agence Havas daarentegen meende te
kunnen verzekeren, dat eerst Woensdag, wellicht ook
Donderdag of Vrijdag, de boodschap van Thiers aan
de kamer zou worden medegedeeld. Eene depêche uit
Parijs van gisteren eindelijk bericht dat men heden in
het Journal officiel de kennisgeving wacht dat Woens
dag de boodschap in de nationale vergadering zal wor
den voorgelezen.
De zittingen van heden en morgen zullen derhalve
nog weinig belangrijks opleveren. Slechts verzekert
men dat de president der kamer, de heer Jules Grévy,
heden het protest van prins Napoleon tegen zijne onwet
tige uifzetting ter tafel brengen zal. Men verwacht dat
het zonder discussie aan de commissie voor de verzoek
schriften gerenvoieerd zal worden.
Van meer gewicht beloven de volgende bijeenkomsten
der kamer gedurende deze zitting te wezen. Behalve
het budget voor 1873, hetwelk het eerste regelmatige
budget sedert het keizerrijk zal zijn, de wet op de
1 egerindeeling, de wet op de jury en de nieuwe kieswet,
allen onderwerpen welke reeds op zich zelve eene zitting
belangrijk zouden maken is de constitutioneele quaestie
eveneens aan de orde van den dag, en zal de kamer,
door de openbare meening gedrongen, althans moeten be
slissen of zij zich zelve constitueerend gezag toekent, al
dan niet. Reeds deze quaestie, afgescheiden nog van de
vraag op welke wijze de definitieve constitueering van
Frankrijk zal plaats hebben, houdt de gemoederen ver
deeld en zal noodzakelijk meer dan eenige andere quaestie
de hartstochten doen ontvlammen. Het officieuse bureau
Havas-Bullier meldt dan ook uitVersailles dat de regeering
zich in elk geval voor eenig voorstel van dien aard zal
wachten en in deze quaestie vrije hand aan het initia
tief der kamer laten zal. Overigens, zoo wordt er bij
gevoegd, zijn die constitutioneele vraagstukken veel
minder ver gevorderd dan men oppervlakkig uit de ver
spreide geruchten zou opmaken. Thiers behandelt deze
quaestie blijkbaar met de uiterste voorzichtigheid, hoewel
er niet aan te twijfelen valt of hij heeft, evenzeer als de
meeste politieke mannen in en buiten de kamer, hierom
trent een gevestigde opinie. Doch zeer terecht begrijpt
hij dat éen woord van hem in deze teedere quaestie het
signaal voor de hevigste twisten en voor den strijd door
de minderheid, hetzij in de kamer hetzij van de natie,
tegen de meerderheid ondernomen, zou wezen. Monar
chalen zoowel als republikeinen laten zich, zooals uit de
ondervinding der laatste jaren blijkt, door beloften en
dreigementen tot alles overhalen, maar zoodra de regee
ring het waagde hun politiek geloof aan te tasten, de
een evenmin als de andere zou aarzelen den strijd voor
dat geloof te aanvaarden.
Dat die onvoorzichtigheid hoogst raadzaam iskan
hieruit blijken dat 90 afgevaardigden in eene bijeen
komst, gisteren in het Grand-Hötel te Parijs door de
republikeinsche linkerzijde gehoudenwaaraan eenige
leden van het linkercentrum en van de uiterste linker
zijde deelnamen, de resolutie hebben aangenomen dat,
aangezien zij aan de bestaande kamer elke consti-
tueerende bevoegdheid ontzeggen, zij geen enkel consti
tutioneel voorstel zullen ondersteunen.
Zoowel de tekst als eene beoordeeling van het Fransch-
Engelsche handelstractaat wordt in de laatste Engelsche
dagbladen, behalve the Morning Post, gevonden. Het
tractaat bestaat uit 24 artikelen, gevolgd door het
protocol groot 7 artikelen van eene conferentie te Lon
den den 5ca November door de gevolmachtigden der
beide partijen gehouden. De inhoud dezer beide stukken
beslaat niet minder dan 3 kolommen van de groote
Londensche bladengedrukt met de gewone kleine letter.
Aan een uitvoerige mededeeling valt derhalve niet te
denken; wij vestigen daarom slechts de aandacht op
de belangrijkste artikelen, namelijk op de artt. 1, 2,
3, 21 en 23 van het tractaat.
In de beide eerste artikelen wordt gezegd dat de
koningin van Groot-Brittannië en de president der
Fransche republiek, gelijkelijk begeerig om de banden
van wederzij dsche vriendschap nauwer toe te halen en
de handelsbetrekkingen op een vasten en voldoenden
grondslag te plaatsenovereengekomen zijn enzver
der dat de president der Fransche republiek aaa hare
majesteit hebbende medegedeelddat de financieele
behoeften van Frankrijk de heffing van nieuwe belas
tingen gebieden en tengevolge daarvan de wijziging
der tarieven noodzakelijk maken, de koningin van
Groot-Brittannië, „in een gevoel van vriendschap jegens
Frankrijk", in die wijziging toestemt. Art. 3 schrijft
wederzijds de vrijheid van den transito-handel voor.
Art. 21 bevat de reeds door ons aangeduide bepaling
omtrent de commissie, welke te Parijs zal bijeenkomen
tot regeling van eenige nadere bijzonderheden en tot
definitieve vaststelling van de tarieven. Art. 28 eindelijk
behelst de bepaling dat de contracteerende partijen
elkander ten aanzien der te heffen rechten de positie
der meest bevoorrechte natie waarborgen.
Het oordeel der geheele Engelsche pers over het
tractaat is zonder onderscheid zeer ongunstig. Vooral
art. 23 is voor the Times een steen des aanstootsomdat
het een bittere ironie is om van de positie eener meest
bevoorrechte natie te spreken, waar Frankrijk vrij
blijft zoo hooge rechten te heffen als hem goeddunkt.
Het schijnt echter dat the Times in zijne verontwaar
diging hier over het hoofd ziet dat Frankrijk nog door
handelstractaten met andere natiën gebonden is en
b. v. de Oostenrijksche regeering, gesteund door de be
langen van den handel in het Duitsche rijk, nooit aan
de dringende betoogen van Thiers gehoor zal geven
en wijzigingen in het handelstractaat, hetwelk Oosten
rijk met Frankrijk verbindt, zal toestaan. The Stan"
dard noemt het tractaat een waardig monument van
de zwakheid en de onbekwaamheid van het kabinet-
Gladstone, terwijl zelfs de regeeringsgezinde bladen,
the Daily News en the Daily Telegraph, erkennen dat
zij toch nog betere gedachten van het tractaat gekoes-
ter d hadden dan het openbaargemaakte stuk blijkt
te verdienen. The Daily News troost zich met de ge
dachte, dat Frankrijk spoedig zelf, door het mislukken
der proefneming met een verouderd handelsstelsel, tot
het beginsel van vrijen handel zal terugkeeren.
Zaterdag avond op het gewone jaarlijksche banket,
door den nieuwen lord-mayor van Londen aan de ver
schillende autoriteiten aangeboden, heeft lord Granville
in zijn officieelen toast het door hem gesloten en onder
teekend tractaat getracht te verdedigen en beweerd dat
de bepalingen daarvan niet in strijd zijn met de be
ginselen van vrijen handel. Bovendien besprak hij het
geschil met de Vereenigde statenhetwelkal was het dan
ook niet ten gunste van Engeland beslist, toch gelukkig
tot voldoening van beide partijen was bijgelegd. De
beslissing der scheidsrechters te Genève trof Engeland
in zijn geldbuidelmaar niet in zijn eer. Men moest
derhalve zonder morren betalen.
Morgen wordt de Pruisische landdag weder geopend
naar men zegt door den koning in persoon, die heden
avond weder van Dresden teruggewacht wordt, waar
hij het gouden bruiloftsfeest van koning Johann van
Saksen bijwoonde. Van de voornemens der regeering
ten aanzien van het heerenhuis is nog niets officieel
bekend. Zaterdag morgen werd onder voorzitterschap
van den keizer een ministerraad gehouden die door
den kroonprins werd bijgewoond. In deze bijeenkomst
moet eene beslissing gevallen wezen, doch welke is
nog niet bekend. De Volks-Zeitung die nevens eenige
andere organen met vuur voor de ontbinding van het
heerenhuis gestreden heeft, vreest echter toch dat tot
den Pairschub besloten zal zijn. „Zou dit middel ech
ter op den duur niet nog erger wezen dan de ziekte
van het oogenblik?" vraagt het blad. „Zullen er waar
lijk intelligente en zelfstandige karakters in zóo groo-
ten getale gevonden worden, die op hoog bevel een
votum uitbrengen "VVij betwijfelen het zeer dat waarlijk
onafhankelijke mannen zich de rol van doodgraver
zullen laten wegvallendie men hun aanwijst.
Een troep „stemmachines" is een nieuwe kanker voor
den staat, wanneer zij levenslang tot die macht geroe
pen worden. Wat voor het oogenblik als een genees
middel beschouwd wordt kan in de toekomst een ge
vaarlijke ziekte worden." Deze waarschuwing van het
vrijzinnige blad verdient wel eenige overweging, vooral
voor een Pruisische regeering. Of werd het heerenhuis,
de hinderpaal van heden, niet in 1854 juist door de
regeering in het leven geroepenteneinde daarin kraeh-
tigen steun te vinden tegen de richting welke zij thans
voorstaat'? Het wapen dat zij toen in verregaande par
tijdigheid tegen anderen smeedde heeft zich thans tegen
haar gericht. De „stemmachines" zouden mettertijd
wel eens even lastig kunnen worden als nu de vrienden
van 1854.
Zaterdag is door de republikeinsche afgevaardigden in
de spaansche Cortes een wetsontwerp ingediend totonmid-
delijke afschaffing der slavernij op de Antilles. De schade
vergoeding zou voor Cuba op 1000 die voor Porto-Rico
op 1500 pesetas per slaaf gesteld worden. De slaven op
Cuba zouden echter nog gedurende 3 jaren onder toe
zicht van hun meesters blijven. Voor het oogenblik be
staat voor de aanneming van dit wetsontwerp weinig
kansde minister van koloniën toch verklaarde vóór eeni-
gen tijd, dat de afschaffing der slavernij op Porto-Rico
door de regeering werd voorbereid dat in den toestand
op Cuba echter geene wijzigingen gebracht zouden worden
zoo lang zich nog éen opstandeling met de wapenen
in de hand op het eiland bevond.
Voor het voorstel van den heer Pascual, betreffende
de bevoegdheid tot het verzenden van telegrammen in
cijferschriftbestaan betere vooruitzichtendaar de
regeering wat het internationaal verkeer betreft zich
daarmede vereenigt.
Belgische brieven.
Brussel 8 November.
De kolonel van den grooten staf, de heer Brialmont,
de ontwerper der wet op de reorganisatie van het leger
gebaseerd op den algemeen en dienstplicht, waarover de
groote gemengde commissie weldra haar gevoelen zal
uitspreken, had vóór eenigen tijd in La Belgique mili
taire een artikel geschreven waarin hij op de hevigste
wijze de instelling der burgergarde afkeurde. In zijn
fanatisme voor het Pruisische stelsel vergat hij geheel dat
de burgergarde, welke haar militaire waarde ook wezen
moge, een van die instellingen is welke door de grond
wet voorgeschreven en in het leven geroepen zijn.
Blijkbaar was de heer Brialmont hiermede niet tevre
den, dat hij zich in een vaktijdschrift over een be
staande instelling op zoo heftige wijze had uitgelaten,
nu althans geeft hij dat artikel nog eens uit in den
vorm van eene brochure, getiteld: „Ce que vaut la
garde civique? Étude sur la situation militaire du pays."
De heer Brialmont zegt dat België aan dezelfde kwaal
lijdt, die Frankrijk in het Qngeluk gestort heeft: ij del
heid en te groote mate van vertrouwen op eigen voor
treffelijkheid.
De heer Brialmont hecht evenmin aan de tractaten
als aan de burgergarde, zijn eenig vertrouwen stelt hij in
een sterk leger, samengesteld door den algemeenen