Bijvoegsel van de Middelburgsclie courant van Maandag 11 November 1872.
Omtrent de uitgaven voor zooveel aangaat art. 20
van hoofdstuk 8 „renteloos voorschot te verleenen aan
de gemeente Hoofdplaat, tot verbetering der haven al
daar", verlangde de meerderheid dier afdeeling dat het
brengen van die uitgaaf op de begrootiug zal worden
afhankelijk gesteld van de beslissing, te nemen omtrent
het voorstel betreffende het adres der gemeente Hoofd
plaat om een renteloos voorschot tot verbetering der
haven aldaar, aangezien zij van oordeel is, dat het
daarbij genoemde bedrag voor de bestrating der ladings
plaats behoort te vervallen.
De meerderheid was van oordeeldat ofschoon de
voorgenomen bestrating wel als eene verbetering kan
worden aangemerkt, zij nogtbans niet in de termen valt
om door renteloos voorschot uit de provinciale kas te
worden ondersteund, als niet behoorende tot de werken
waarvoor rentelooze bijdragen door do provincie kunnen
worden verleend.
De minderheid deelde deze zienswijze echter niet,ter
wijl de geheele afdeeling zich met de overige voorge
stelde wijzigingen vereenigde.
In een andere afdeeling vereenigde men zich eonparig
met de voorgestelde wijzigingen doch meende men er
op te moeten wijzen, dat, zoo het renteloos voorschot
gevraagd door den polder Eendracht en Brandkreek,
mocht worden verleend tot een bedrag van f 51,300, de
begrooting met in achtneming van dezen post een nadere
wijziging zal behuoren te ondergaan.
In de overige afdeelingen werden geene bedenkingen
tegen het voorstel in het midden gebracht.
De voorzitter deelt mede, dat dit verslag aan ge
deputeerde staten geene aanleiding heeft gegeven tot
wijziging van hun voorstel. Op zijn voorstel wordt be
sloten het verslag met de stukken op de griffie voor de
leden ter inzage te leggen, en nader aan de orde te
stellen.
II. Het voorstel van gedeputeerde staten omtrent het
verzoekschrift van den raad der gemeente Westdorpe,
strekkende tot het erlangen der toepassing van art. 36
der wet op het lager onderwijs, voor de strekking van
een nieuw schoollokaal met onderwijzerswoning.
Blijkens dit voorstel heeft de minister van binnenland-
sche zaken in handen van gedeputeerde staten van Zee
land gesteld een aan Z. M. den koning gericht verzoek
schrift van den gemeenteraad van Westdorpe, strekkende
om toepassing te erlangen van artikel 36 der wet op het
lager onderwijs van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n° 103)
voor den bouw van een nieuw schoollokaal met onder
wijzerswoning, naar een overgelegd hou w-ontwerp, waar
van de kosten op f 16,616 waren geraamd, doch dat later
werd gewijzigd de kosten van het nieuwe ontwerp zijn
geraamd op 13,888.
Gedeputeerde staten stellen aan de provinciale staten
voor om als haar gevoelen aan de regeering te kennen
te geven, dat de gemeente Westdorpe in de kosten van
den bouw van een nieuw schoollokaal met onderwijzers
woning eene som van 8000 zal kunnen bijdragen.
De heer van Eek brengt hieromtrent het algemeen
verslag der afdeelingen uit.
Aan het onderzoek hebben 31 leden deelgenomen,
waaronder 5 leden van gedeputeerde staten.
In twee der afdeelingen is de vraag gesteld of West
dorpe wel in de termen viel om in dat opzicht gesubsi
dieerd te wordenmet andere woorden of bet zichzelve
niet helpen 'kan. Algemeen was men evenwel in beide
afdeelingen van oordeel dat daar hulp uoodig was. Ten
opzichte evenwel van hetgeen die gemeente kan bijdra
gen gingen een lid van éene afdeeling en eene geheele
andere afdeelingna ruime bespreking, niet mede met
het voorstel van gedeputeerde staten, maar meenden al
die leden dat bedoelde gemeente door eene bijdrage van
Provinciale staten. Najaarsbijeenkomst 1872.
eene hoogere som en wel van minstens 10,000, niet
gedrukt zou zijn. Zij grondden die meening hierop, dat
de som van den hoofdelijken omslag tot die van het
zielental en de personeele belasting zeer gering voor
kwam,- mede werden daartoe in aanmerking genomen
de lijst der classificatie in den hoofdelijken omslag, het
getal aangeslagenen, en niet minder dat het oude school
lokaal, benevens de grond waarop dat gebouw staat, ten
bate der gemeente bleven.
De som vereischt ter stichting van die gebouwen werd
in verhouding tot de bevolking dier gemeente en naar
evenredigheid van de gebouwen tot dat doel te Eede
gesticht door vele leden in éene afdeeling vrij hoog
geacht. Zij meenden dat, als men hulp wenscht, men
zich van alle weelde diende te onthouden evenwel be
grepen ook die leden dat de bouwstoffen in den laatsten
tijd zeer geklommen zijn, en dat vermoedelijk het ter
rein waarop die gebouwen gesticht moeten worden bui
tengewoon zware fundamenten vordert. Zij berustten
alzoo ook in de raming van den hoofd-ingenieur.
In een der afdeelingen is van het lid dat van oordeel
bleef dat Westdorpe meer zou dienen bij te dragen de
aandacht gevallen op een post van belasting in de uit
gaven der gemeentewaartegen geen bate stond uitge
drukt. Hierop is door een lid van gedeputeerde staten
geantwoord, dat deze som diende om aan do gemeente
Axel eene jaarlijksche contributie te betalen voor inder
tijd op die voorwaarde overgenomen gronden. Ook
merkte dat lid op, dat te Westdorpe geen schoolgeld
wordt betaald door de daar wonende kinderen, en dat
de opcenten op het personeel zeer gering zijn. Een an
der lid bracht onder de aandacht dat in de stukken meer
wordt gedrukt op de kosten van het gebouw dan op de
financieele krachten der gemeente, en verlangde voor
het vervolg bij dergelijke aanvragen de bijvoeging van
een vergelijkend overzicht van de financieele krachten
der gemeente, direct en indirect; verder verwees hij
naar de verhouding van den hoofdelijken omslag tot het
personeel en het 4/5 der personeele belasting, waaruit
hem bleek dat de geldelijke toestand van Westdorpe
niet ongunstig te noemen was.
De slotsom van al die beschouwingen was deze, dat
in de drie afdeelingen 12 leden van oordeel waren, dat
de gemeente Westdorpe minstens f 10,000 zou dienen
bij te dragen, terwijl de overige 19 leden zich met het
voorstel van gedeputeerde staten vereenigden, om dat
cijfer op fS000 te stellen.
De voorzitter deelt mede dat dit verslag aan
gedeputeerde staten geen aanleiding heeft gegeven tot
wijziging van hun voorstel.
Het verslag wordt met de daartoe behoorende stukken
op de griffie voor de leden ter inzage gelegdom nader
aan de orde te worden gesteld.
III. Het voorstel van gedeputeerde staten omtrent het
adres van den gemeenteraad van Hoofdplaat, om die ge
meente op te nemen als aanlegplaats van den stoomboot-
dienst op de Wester-Schelde.
Bij besluit der staten van 11 Juli jl. werden gedepu
teerde staten uitgenoodigd tot het instellen van een on
derzoek, of er termen bestonden tot inwilliging van
het verzoek van den gemeenteraad van Hoofdplaat, om
die gemeente op te nemen onder de aanlegplaatsen van
de stoombootdiensten op de Westerschelde. Zij stelden
het adres in handen der commissie uit het college van
gedeputeerde statenbelast met het toezicht op genoem
den dienst, die, na ook den inspecteur van het loods
wezen den heer Kleijnhens te Vlissingen, te hebben
gehoord, een rapport heeft uitgebracht, met het advies
om aan de provinciale staten voor te stellen het verzoek
der gemeente Hoofdplaat niet in te willigen.
De gedane peilingen in het yaarwater bij Hoofdplaat