Bijvoegsel van de Middelbnrgsclie courant van Zaterdag 9 November 1872.
PROVINCIALE STATEN TAN ZEELAND.
Zitting van Dinsdag 5 November. Opening der verga
dering; mededeeling afwezige leden; onderzoek geloofs
brieven nieuw lid; mededeeling ingekomen stukken;
algemeen verslag ontwerp algemeen reglement voor de
polders en waterschappen in Zeeland; eedsaflegging nieuw
lidmededeelingen en voorstellen van gedeputeerde staten
adressen; splitsing vergadering in afdeeliugen.
Tegenwoordig de commissaris des konings, voorzitter,
33 leden en de griffier.
Afwezig met kennisgeving de heeren Winkelman,
Hombachvan der Vliet en J. M. Kakebeeke, en zonder
kennisgeving de heeren Blaaubeen, Hennequin, de Jonge,
Dronkers en Pierssens.
De voorzitter opent deze najaarsvergadering in
naam des konings.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling
van den voorzitter, dat schriftelijk bericht van verhin
dering tot het bijwonen dezer vergadering is ingekomen
van de heeren Winkelmanvan der Vliet, J. M. Kake
beeke en Hombachlaatstgenoemde tot a. Donderdag.
Aan de orde is het onderzoek der geloofsbrieven van
den heer mr. J. G. van Deinse, gekozen tot lid der staten
in het hoofdkiesdistrict Hulst, ter vervanging van den
heer mr. F. van Deinse, die als zoodanig ontslag heeft
genomen. Tot leden der commissie die met dit onder
zoek wordt belast wijst de voorzitter aan de heeren
Moolenburgh, Snijder en Porape van Meerdervoort.
Gedurende den tijd dat de commissie zich met het
onderzoek bezighoudt, worden de werkzaamheden ge
schorst.
Ter vergadering teruggekeerd zijnde rapporteert de
commissie, bij monde van den heer Moolenburgh,
dat de geloofsbrieven van den heer mr. J. G. van Deinse
in orde zijn bevonden, zoodat zij adviseert tot toelating
van dien heer. Hiertoe wordt besloten.
Geschiedt voorlezing van de volgende ingekomen
stukken
a het koninklijk besluit van den 9CD Augustus 1872,
n° 38, tot bepaling der bijdrage van de gemeente Yer-
seke, in de kosten van den bouw van een nieuw school
lokaal
b het koninklijk besluit van den 9en Augustus 1872,
n° 39, tot bepaling der bijdrage van de gemeente Eede
in de kosten van een nieuw schoollokaal met onderwij
zerswoning;
c het koninklijk besluit van den Augustus 1872,
n° 44, tot goedkeuring: 1° van het besluit der staten tot
wijziging der begrooting van enkel provinciale en huis
houdelijke inkomsten en uitgaven voor 18722° van het
besluit der staten, tot het aangaan eenergeldleening van
f 79,000 volgens daarbij vastgesteld plan, met intrekking
van het besluit tot het aangaan eener geldleening van
f 48,000;
d het koninklijk besluit van den 13en Augustus 1872,
n°21, tot goedkeuring van het besluit der staten, tot
vaststelling van het bedrag der ontvangsten en uitgaven
van de rekening der enkel provinciale en huishoudelijke
inkomsten en uitgaven, over het dienstjaar 1870;
e een afschrift der acte van sluiting door de algemeene
rekenkamer, van de door haar opgenomen rekening van
den betaalmeester te Middelburg, wegens het beheer
der provinciale fondsendienst 1870;
Provinciale staten. Najaarsbijeenkomst 1872.
f het koninklijk besluit van den 13cn Augustus 1872,
n° 8, tot goedkeuring: 1° van het besluit der staten tot
den openbaren verkoop van boomen op den weg tusschen
Hulst en Walzoorden2° van het besluit der staten tot
verkoop van grond in de gemeente Hontenisse aan
G. Kas; 3° van het besluit der staten tot afstand van de
rechten der provincie, opeen gedeelte grond te Nieuwer-
kerk; 4° van het besluit der staten, tot den openbaren
verkoop der steigerschuiten te Ylissingen en te Breskens
g het koninklijk bestuit van den 20" Augustus 1872,
n° 56, tot goedkeuring van de besluiten der staten, tot
vaststelling der grenzen van de werken tot zeewering of
oever-verdediging, aan de calamiteuze polders of water
schappen
h het koninklijk besluit van den 23c° Augustus 1872,
n°46, tot goedkeuring: 1° van het besluit der staten,
tot wijziging van het bijzonder reglement voor het be
stuur en beheer der waterkeering van het calamiteuze
waterschap Stavenisse; 2° van het besluit der staten
tot wijziging van bet bijzonder reglement voor het be
stuur eu beheer der waterkeering van het calamiteuze
waterschap Tienhonderd en Zwarte;
i het koninklijk besluit van den 6eD September 1872,
no 28, tot goedkeuring van het besluit der staten, tot
wijziging van het reglement voor het waterschap der
sluis aan de Wielingen;
Ic het koninklijk besluit van den 6«n September 1872,
n° 43, tot goedkeuring van de begrooting der enkel pro
vinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor
den dienst van 1873;
l het koninklijk besluit van den 10en September 1872,
no 34, tot goedkeuring van het reglement, betreffende
den veeartsenijkundigen dienst en de politie in de pro
vincie Zeeland
m den brief van den minister van binnenlandsche za-
keü, gedagteekend 9 October 1872, no 176, bevattende de
mededeeling van hetgeen is uitgetrokken op de rijksbe-
grooting, voor kosten van het provinciaal bestuur, voor
zooveel betreft het rijksbestuur voor 1873.
Al deze stukken worden voor kennisgeving aange
nomen, met uitzondering van dat sub e genoemd, bet-
welk ter griffie wordt nedergelegd ter inzage voor de
leden.
Dit laatste is ook het geval met een ingekomen verslag
van hoofddirecteuren van het instituut voor doofstom
men te Groningen.
De voorzitter deelt mede dat is ingekomen het
algemeen verslag der afdeeliugen omtrent het ontwerp
algemeen reglement voor de polders en waterschappen
in Zeeland, en noodigt den heer Snijder als algemeen
rapporteur uit, dit verslag voor te lezen.
Nadat de heer Snijder aan deze nitnoodiging heeft
voldaan, geeft de voorzitter verder te kennen dat
dit verslag, hetwelk gedrukt aan deleden is toegezonden,
aan gedeputeerde staten aanleiding heeft gegeven om
verschillende wijzigingen in het ontwerp reglement voor
te stellen, die ter bekwamer tijd eveneens gedrukt aan de
leden zijn ter band gesteld. Tbans stelt hij voor het ont
werp a. Donderdag in behandeling te nemen.
De heer Vader meent in dit voorstel van den voor
zitter de strekking te zien, om de door gedeputeerde
staten ingediende nota's van wijzigingen niet meer in de
afdeelingen te doen onderzoeken. Is dat zoo, dan heeft hij
daartegen bezwaar. De voorgestelde wijzigingen toch zijn
slechts ten deele aan het algemeen verslag ontleender
zijn wijzigingen die gedeputeerde staten uit zich zeiven
voorstellen; en deze zou hij in de afdeelingen wenschen
te doen behandelen. Het komt hem voor dat eene
zoo hoogst belangrijke zaak als de vaststelling van een
polderreglement met de meeste zorg en nauwgezetheid
behoort onderzocht te wordenen daarom kan hij zich
1