Men schrijft ons uit den Haag onder dagteekening van Donderdag: „De eerste kamer is gisteren avond weder bijeen gekomen en zal nu over de Oost-Indische tarieven en over de wet op de besmettelijke ziekten te oordeelen hebben, beide onderwerpen waarover men 't onzen hoogst aangeslagenen het hoofd nog al warm maakt door peti ties en protesten. „Het is waarschijnlijk dat hier de gewone regel bevestigd zal worden dat de uitslag van het peti tionnement in omgekeerde reden staat tot de op gezette agitatie. Althans wat het wetsontwerp op de besmettelijke ziekten betreft valt er niet aan de aanneming met een groote meerderheid te twijfelen, nadat natuurlijk de heeren Messchert van Vollenhoven en Rahusen de argumenten hunner geestverwanten in de tweede kamer nog eens zullen herkauwd hebben en de heer Cremers zijn goedkeurende stem over het wets ontwerp zal hebben gemotiveerd door op te komen tegen de daarin gepleegde schending- der persoonlijke vrijheid. Op alle hoeken van de straten zijn hier drie kleurige niet nationalemaar oranje-wit en blauw gekleurde biljetten aangeplakt, waarin op de oranje- baan te lezen staat „Nederlanders! uwe vrijheid van lichaam en van geweten wordt bedreigd door de wet op de besmet telijke ziekten; op de witte: wanneer die wet doorgaat, zullen wij de slaven worden van den modernen staat. Dit gevaar is, zooals verder op de witte baan gedrukt staat, af te weren door een adres aan den koning te teekenenwaarna er op blauw (de kleur der hoopals ik 't wèl heb) wordt bijgevoegd dat Oranje ons dan misschien wel redden zal." 'tls inderdaad jammer van zooveel ijver, dat hij niet voor een ander, meer prac- tisch en verstandig doel wordt gebruikt. „In de constitueerende zitting der eerste kamer viel natuurlijk niets gewichtigs voor. Toch trof mij bij het lezen van het verslag daarvan iets. De geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid Pincoffs werden onderzocht en tot zijne toelating besloten. Nu hebben de meeste dag bladen door het Haagse he correspondentie-bureau reeds voor een paar dagen het bericht ontvangen, dat Pincoffs in handen van den koning den eed had afgelegd. Dit is toch eigenlijk wel wat dwaas, ofschoon ik weet dat het bij de verkiezing van leden van de tweede kamer, althans bij periodieke aftreding ook geschiedt, de beëediging bedoel ikvóórdat door de goedkeuring der geloofsbrieven de verkiezing bekrachtigd is. Wat te doen wanneer de geloofsbrieven van den beëedigde eens niet in orde bevonden werden? De koning zal hem in dat geval toch wel niet van den eed ontslaan; en, al kon dit, dan zou het toch niet strooken met den luis ter van het koningschap zoo men den koning onnut werk liet doen. Waarom niet als regel aangenomen dat de beëediging eerst zou worden aangevraagd nadat de geloofsbrieven waren goedgekeurd en tot de toelating, behoudens beëediging, besloten In., dat geval zou de beëediging zijn de eerste daad van wezenlijke aanvaar ding der betrekking en iets meer dan de zinledige for maliteit, die zij thans is." Uit Roosendaal wordt aan het Vaderland geschreven De vereenigde dienst van den Grand central beige met den Staatsspoorweg schijnt nog niet gunstig te werken, of is nog niet best geregeld. De sneltreinen toch komen te Roosendaal gewoonlijk te laat aan, zoo dat de reizigers niet naar Zeeland vertrekken kunnen, daar de Zeeuwsche spoortrein niet langer dan een half uur later mag vertrekken dan aangegeven is, en er soms twintigja tot veertig reizigers toe gedwongen zijn te Roosendaal eenige uren te vertoeven, dikwijls zelfs te overnachten. Het hapert niet aan de snelheid van het rijden, want terwijl de reis van Roosendaal naar Antwerpen gewoonlijk in éen uur wordt afgelegd, is 'tnu al gebeurd, dat de trein, om den verloren tijd in te halen en niet te laat te Antwerpen te komen voor den trein naar Brussel, den afstand heeft afgelegd in twee en twintig minuten, waaronder dan nog het visi teeren te Esschen begrepen is. Het schijnt dat het sta tion, of het stationsplein, te Breda te klein wordt be vonden maar waar de schuld ook zij't is zeer te wenschen dat er spoedig verbetering kome en deze teleurstellingen een einde nemen. In de gisteren avond door de kiesvereeniging Bur gerplicht te Rotterdam gehouden vergadering werd tot candidaat der vereeniging voor het lidmaatschap der provinciale staten van Zuid-Holland geproclameerd de heer mr. A. M. de Cock. De kamer van koophandel en fabrieken te Almelo heeft zich per missive tot de eerste kamer der staten- generaal gewend, teneinde haar, voornamelijk in het belang van Twente, te verzoeken hare goedkeuiingniet te schenken aan het wetsontwerp tot vaststelling der tarieven van in-, uit- en doorvoer in Nederlandsch-Indië, zooals het door de tweede kamer is aangenomen, daar door de aanneming daarvan de bloei van Twente groo- tendeels op het spel staat. In de Staats-courant van heden komt een koninklijk besluit van den 30en October jl. voor, waarbij nader be paald wordt welke ziekten van het vee voor besmette lijk worden gehouden en welke der in de wet van 20 Juli 1870 (Staatsblad n° 131) genoemde maatregelen bij het heerschen of bij het dreigen van elke dierziek ten moeten toegepast worden, en zulks met intrekking der koninklijke besluiten van 4 December 1870 (Staats blad n° 190), 26 Januari 1871 (Staatsblad n° 2) en 19 April 1871 (Staatsblad n° 36). ONDERWIJS. Ten opzichte van de in Noord-Holland gehouden examens voor het lager onderwijs deelt de Nieuwe Rotterdamsche courant mede: Van de 41 in het geheel voor den rang van hulponderwijzeres geëxamineerde dames zijn 23, dat is dus ruim 56 pet., toegelaten en 18dat is dus ongeveer 44 pet.afgewezen. Het to taal-resultaat der gehouden examens was het volgende: voor den rang van hoofdonderwijzer werden geëxami neerd 71, afgewezen 37, toegelaten 34; hoofdonder wijzeres 4, afgewezen 2, toegelaten 2; huipon der wij zer- 53, afgewezen 35, toegelaten 18; hulponderwijzeres 41, afgewezen 18, toegelaten 23; voor de akte in de Fran- sche taal werden geëxamineerd 29 heeren afgewezen 24, toegelaten 5; 35 dames, afgewezen 26, toegelaten 8; in de Hoogduitsche taal 4 heeren, afgewezen 3, toegelaten 112 damesafgewezen 6toegelaten 6in de Engelsche taal 6 heerenafgewezen 5toegelaten 1 13 dames, afgewezen 10, toegelaten 3; in de wiskunde 15 heeren, afgewezen 5, toegelaten 10in de landbouw kunde 1 heer en toegelatenin de gymnastiek 7 heeren afgewezen 4, toegelaten 3; 1 dame, afgewezen; iu het teekenen 10 heerenafgewezen 8toegelaten 24 da mes, afgewezen 3, toegelaten 1; in de nuttige hand werken 39 dames, afgewezen 9, toegelaten 30; in de fraaie handwerken 31 dames, afgewezen 7, toegelaten 24; totaal geëxamineerden 377, afgewezen 204, toege laten 173. KERKNIEUWS. Men weet, dat de oudste predikant der Nederduitsch hervormde gemeente te Amsterdam, de waardige, meer dan 90jarige d\ I. Prinseerlang zijn welverdiend emeritaat erlangt. Heden, 7 November, is het 70jaren geleden dat hij in den dienst der kerk werd bevestigd, den 7en November 1802. Aanstaanden Zondag hoopt hij in de Nieuwe kerk daarvan gedachtenis te vieren. Zeker is dit wel eene hoogst zeldzame, zoo niet éenige feest viering. Arnlerdcour.) GEMENGDE BERICHTEN. Het bestuur der Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels heeft het bericht ontvan gen dat de verzameling van in Nederland verschijnen de tijdschriften, dag- en weekbladen door de Vereeni ging op de internationale tentoonstelling te Londen ingezonden en bestemd om na afloop dier tentoonstelling het Britsch museum ten geschenke te worden aangeboden, door het bestuur van dat museum met groote ingeno menheid is aanvaard. Woensdag is opnieuw een vergeefsche poging aan gewend om het in de Theems gezonken stoomschip de Batavier te lichten. Ditmaal echter is men, zooals men althans gelooft, eenigszins gevorderd, daar de voorsteven van het schip zichtbaar gerezen en een weinig nader bij den oever gekomen isofschoon de spiegel van de boot onbewegelijk bleef. Het jacht van de Thames Conservancy Board met den havenmeester aan boord en een ander schip met tal van toeschouwers waren bij het interessante werk tegenwoordig. Behalve de lich ters en eenige stoomwerktuigen, welke ook voor het werk bestemd zijn, moet het groot aantal werklieden dat daarbij gebezigd wordt de zaak bijzonder kostbaar maken. The Board of Trade heeft geweigerd een ge rechtelijk onderzoek in te stellen naar de oorzaken der aanvaring, daar het feit, dat beide buitenlandsche schepen zijnde kennisname dezer zaak aan zijne com petentie onttrekt. De zaak zal echter waarschijnlijk voor The Admiralty Court beslist worden. De betalingen van de Fransche schatkist aan de Duitsche regeering worden geregeld voortgezet. Naar de Parijsche correspondent der Spenersche Zeitung meldt, zullen dezer dagen wederom 200 millioen naar Berlijn worden verzonden en men kan er bepaald staat op maken, dat het derde milliard, waarvan het laatste gedeelte volgens overeenkomst eerst 1 Februari 1873 betaalbaar isvóór nieuwjaar geheel gestort zal wezen. Bovendien moet de Fransche regeering op dit oogen- blik behalve de noodige bedragen tot 1 Januari 1873 nog meer dan 600 millioen francs in kas hebben, zoodat zij den termijn voor de betaling der eerste storting op het vierde milliard'vóór of op 1 Maart 1874 belangrijk vervroegen kan. Geschiedt dit, dan zou de geheele ontruiming van het Fransche grondgeb:ed nog in den zomer van 1873 kunnen plaats hebben. Vele eigenaars van huizen te Parijs maken bezwaar om appartementen aan gezinnen met kinderen te verhu ren. Op 1 November kwam een heer kamers huren en op de vraag, of hij kinderen had, antwoordde hij met een diepen zucht en tranen in de oogenAllen op het kerkhof. De huisbaas condoleerde hem en verhuurde de vertrekken. Maar een uur later komen vier kinderen te huis. Woedend vraagt de eigenaar van de verhuurde woning, wat dit bedrog beteekent? Zij waren allen op het kerkhof, antwoordde de vaderhet is hunne gewoonte op Allerheiligen een bezoek te brengen aan het graf hunner oud-tante. Te Frankfort zullen weder twee nieuwe banken het levenslicht aanschouwen. Bij eene daarvan zullen alle Frankfortsche huizen betrokken zijndie tot hiertoe nog in geen raad van bestuur of directie een onderko men hebben gevonden. Ter beurze heeft een spotvo gel haar reeds den naam van „Restantenbank" gege ven. De andere zal den titel van Arbitragebank" voeren. Ook in Weenen heeft zich thans een geval van cholera, met doodelijken afloopvoorgedaan. Eenige jaren geleden kwam de kapitein der artil lerie Moncrieff op het denkbeeld omteneiude bij borstweringen enz. de schietgaten te kunnen missen, het geschut binnen de verschansing te laden, het boven de borstwering te lichten en alsdan af te vurenwaarna het door den schok in zijn vorigen verdekten stand zou terugvallen. De genoemde kapitein oppert thans, in een aan the Times gerichten brief, het denkbeeld om deze theorie, verbeterd, aan boord der monitors toe te passenwaardoor men de zware torens op die schepen zou kunnen missen. Hij acht dit vooral daarom van belang, omdat de wedstrijd tusschen pantsering en ge schut, zonder deze of een andere groote besparing in het gewicht der schepenwelhaast in het nadeel der pantsering dreigt uit te vallenvermits men genaderd is tot de grens van de dikte der pantsering, welke drijvende kan worden gehouden. Daarentegen ziet hij kans om stukken van veel zwaarder kaliber dan thans gebruikt wordenop zee te „lichten." Uit Chodsheut, in Turkestan wordt gemeld, dat de tenuitvoerlegging van de bepalingen omtrent de verplichte inenting aldaar tot ernstige tooneelen heeft aanleiding gegeven. De personen, die met de uitvoe ring van die bepalingen zijn belast, schijnen daarmede op zeer onhandige wijze te werk te gaan, en hebben bij de bevolking, in plaats van haar aan het verstand te brengen dat de inënting een beveiligings-middel is, het vermoeden opgewekt, dat de inënting eene stempeling is voor hen die tot den militairen dienst verplicht zijn. De aangewezen autoriteiten en genees kundigen trekken, begeleid door kozakken en veld wachters de dorpen door en vaccineeren iedereen met geweld. Te Chodsheut kermde en klaagde het volken verzamelde zich ten getale van 10,000 man op de markt, het greep den ambtenaar die aan het hoofd van den gehaten stoet binnenkwam aan en mishandelde hem zóo dat hij stierf. Toen eene compagnie soldaten aan rukte ging het volk uiteenen nadat een onderzoek had plaats gehadwerden een duizendtal personen met geldboeten gestraft, twee doodgeschoten en twintig naar Siberië gezonden. Toen de tot ballingschap veroor deelden te Mursa Rabat aankwamen, waren reeds twee van dorst gestorven en bij de aankomst in Taschheut waren er drie gevlucht, waarvan weder óen was ge pakt, de overigen verklaarden aan de autoriteiten, dat de kozakken hen hadden geslagen en hun geld en een gedeelte hunner kleederen hadden afgenomen. Een nader onderzoek zal worden ingesteld. Curieus is de wijze waarop de Arabische dames zich parfumeeren. Zij graven een gat, ter grootte van eene wijnflesch, in den grond, binnen de wanden van de hut of tentdie zij bewonen. Deze opening vullen zij met houtskolen welke zij aansteken of ook wel met heete aschen werpen daarop een handvol welriekende kruiden en harsen. Terwijl nu uit dezen kleinen vuur haard de heete welriekende dampen opstijgen, hurken zij, met ontbloot lichaam, daarboven, en spreiden hare kleederen zoodanig over zich heen, dat deze van den hals als het ware tentvormig om haar heen vallen, en dus de opstijgende geuren tegenhouden. Door de hoogere temperatuur, welke onder dit omhulsel ontstaatbegint het lichaam der patient zacht uit te wasemen, de huid wordt vochtig, de poriën worden geopend, en zoo wordt als het ware de geheele huid gedrenkt met de welrie kende dampen, die zij onder die omstandigheden gretig absorbeert. Zoodra het vuur is uitgebrand of de asch afgekoeld, is de bewerking afgeloopen; en zoowel het lichaam der dame als het kleed dat tot omhulling heeft gediend, zijn alsdan zoo sterk van het reukwerk door trokken, dat men, als verscheiden dames bij elkander zijnhet 'parfum reeds op meer dan honderd meters afstands kan waarnemen, indien althans de wind uit

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2