MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
F 254.
1872.
Vrijdag
25 October.
-X;
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2{D Paasch- en ^Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m. franco f 3.50.
EIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
Middelburg 24 October.
Over den uitslag der stemming voor een lid van
de tweede kamer in het kiesdistrict Amsterdam mag
de liberale partij zich ten hoogste verheugen. De Can
dida ten der beide liberale kiezersvereenigingen bekwa
men te zamen 1152 stemmen, terwijl op den candidaat
der conservatieven slechts 634 stemmen werden uitge
bracht. Hadden niet de kiezersvereenigingen Bur
gerplicht en De Grondwet verschillende candidaten
gesteld, dan zou zeker reeds bij de eerste stemming
hun candidaat gekozen zijn geworden. Thans nu
er eene overstemming tusschen de hoeren Fabius en
Jolles vereischt wordt, lijdt het geen twijfel of de heer
Jolles erlangt bij de herstemming de meerderheid. De
vrees dat de verdeeldheid onder de liberalen voor hen
op eene groote nederlaag zou uitloopen is dus gelukkig
niet bewaarheid, en Amsterdam zal de opengevallen
plaats in de tweede kamer door een alleszins waardig
vertegenwoordiger doen bezetten.
Behalve de mededeeling van een aantal koninklijke
besluiten enz. zijn in de op 5 November a. te openen na
jaarszitting der provinciale staten van Zeeland onder
anderen de volgende werkzaamheden aan de orde. In
de eerste plaats het onderzoek der geloofsbrieven van
den heer mr. J. G. van Deinse, in het hoofdkiesdistrict
Hulst tot lid der staten gekozen. Vervolgens eenige
mededeelingen van gedeputeerde staten, onder anderen
omtrent de aanbesteding van het onderhoud van den
weg van Goes naar 's Gravenpolder en ten aanzien van
het adres van den heer J. Fransen van de Putte, 2-ent-
meester van Kortgene en annexe goederen, bevattende
bezwaren tegen het reglement op het beheer der ge
meenschappelijke uitwatering van de polders Stads enz.
Voorts de voorstellen van gedeputeerde staten, te weten
tot wijziging van de begrooting der enkel provinciale
en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voer 1873;
tot tegemoetkoming der gemeente Westdorpe in de kos
ten van het lager onderwijs voor den bouw van een
schoollokaal met onderwijzerswoningeen nader voor
stel naar aanleiding van het algemeen verslag der af-
deelingen omtrent het ontwerp algemeen reglement voor
de polders en waterschappen in Zeeland; een omtrent
het verzoek van den raad der gemeente Hoofdplaat, om
die gemeente op te nemen onder de aanlegplaatsen van
den stoombootdienst op de Wester-Scbelde; omtrent
een adres van H. van Peene IIz. om hem het recht van
planten langs een gedeelte van den weg van Oostburg
naar Zuidzande, met de daarop staande boomen, in
koop af te staanomtrent een adres van het bestuur
van den Nieuwe-Neuzenpolder, om dien polder calarni-
teus te verklaren; omtrent de adressen van de com
missie voor de verbetering van den weg van St. Mar
griet naar Oostburg en van burgemeester en wethouders
van Ilontenisse, om rentelooze voorschotten uit de
provinciale fondsen tot verbetering van wegenomtrent
een adres van burgemeester en wethouders van Hoofd
plaat, om een renteloos voorschot ter verbetering der-
haven van die gemeente; en een voorstel omtrent een
adres van het hoofdbestuur der Vereenigiug tot bevor
dering van het volksonderwijs in Nederland, houdende
verzoek om de noodige subsidiën uit de provinciale
fondsen te verlecnenter verhooging van de bezoldi
ging der onderwijzers in de openbare lagere scholen.
Eindelijk een adres van mr. A. H. Verster, kanton
rechter te Tilburg, wonende te Oosterwijk, om me
dewerking ter uitvoering van het plan tot aanleg van
een spoorweg van Brouwershaven over Zierikzee,
St. Philipsland, Steenberge enz. en verbinding met de
brug over het Hollandsch diep, met adressen van de
belanghebbende gemeentebesturen tot ondersteuning
van dat verzoek.
Uit den Haag schrijft men ons:
„Nog is November niet in het land en de tweede ka
mer heelt reeds twee gewichtige wetten afgedaanhet
Indische tarief en de besmettelijke ziekten-wet. i&l ge
lieft ge een ruimen invloed toe te kennen aan het feit
dat beide wetsontwerpen restantjes waren van de vorige
zitting, dat het eerste reeds vóór de groote vacantie
der kamer onderzocht was geworden, en het tweede
reeds sedert een paar jaren tusschen de verschillende
ministerieele bureaux-kabinettenvan opvolgende mi
nisters, geneeskundige staatsambtenaren en de tweede
kamer zwalkte, ook dan nog zult gij gedwongen zijn
in deze geheel ongewone expediete wijze van doen der
kamer de goede gevolgen te huldigen der herziening
van haar reglement van orde. De kamer houdt thans
de ontwerpen vast die eenmaal bij haar ingediend zijn;
zij is niet langer in de regeling harer werkzaamheden
van de regeering afhankelijk en dwingt een nieuw
opgetreden ministerie reeds terstond tot eene openlegging
van zijne zienswijze, daar het in het alternatief komt
van intrekken, handhaven of wijzigen der door de
voorgangers ingediende wetsontwerpen, en hangende
quaestiën niet eenvoudig achter de bank kaa schuiven
door eenvoudige terughouding van de voorstellen bij
den aanvang eener nieuwe zitting.
„De nieuwe wijze van werken heeft echter hare geva
ren waarop het dienstig is terstond den vinger te leg
gen. Een daarvan heeft reeds naar buiten gewerktde
abrupte wijziging van wetsontwerpen daags vóórdat
zij in discussie komen, of in den loop der discussie
zelvevooral een minister die zijn werkkring niet al te
zwaarmoedig overziet zal allicht overgaan tot het maken
van die ingrijpende wijzigingen in een aanbangig wets
ontwerp welke de tegenwoordig met meer bevoegdheid
dan vroeger bekleedde rapporteurs verklaren wensche-
lijk te achten, meenende dat hij daardoor het lot van
zijn voorstel verzekert. ïègen dit gevaar heeft echter
de zeer kleine meerderheid vóór en de nog grooter meer
derheid tegen de wijzigingen die de regeering ter elfder
ure respectief in de Indische tariefwet en de wet op de
besmettelijke ziekten bracht reeds eene krachtige waar
schuwing gegeven. Een ander bezwaar ligt in de kamer
zelvevroeger kwam een wetsontwerp, behoudens eenige
uitzonderingen, tweemalen in de afdeelingen. Al was
de helft der leden daar maar tegenwoordig en al nam
van die helft de helft maar deel aan het onderzoek,
dan vernam de wederhelft van de helft der kamer toch
iets van den inhoud der wetsvoordracht en van de
beginselen, waarop zij rustte; daarin was eenige
al bleek het bij herhaling slechts een zwakke waar
borg te vinden tegen de aanneming van abrupte en
ondoordachte amendementen. Maar nu komt het wets
ontwerp maar eens in de afdeelingen en verder wordt
het aan de rapporteurs overhandigd. Wanneer de tweede
kamer nu wel gedisciplineerd was en de voorschriften
der parlementaire tactiek geliefde te volgenzou er
ook hier eene groote verbetering zijn te bespeuren men
zou althans verwachten dat ook de leiding van het
debat in handen der geheel van het ter regeling voor
gedragen onderwerp doordrongen rapporteurs zou wor
den gelaten. Maar met de Haagsche kamer gaat het
anders, de ondoordachte amendementen regenden, bij
de besmettelijke ziekten-wet vooral ik behoef u alleen
maar te wijzen op de allervreemdste bepaling bij amen
dement in het laatste artikel gebracht dat de wet vóór
of op zekeren datum in werking treedt, evenals
onder bet régime van 'tonde reglement, en de stemmin
gen droegen maar te dikwijls de blijken van eene zeer
vluchtige behandeling van het onderwerp in de afdee
lingen.
„Het nieuwe reglement biedt echter, nevens deze
gevaren, het ondubbelzinnig voordeel van het gerede-
voer wat te hebben ingekort.
„Sommigen hebben, met mij, vreemd opgezien van
de houding, die de minister Geertsema tegenover de
wet aannam, van zijn verklaring dat hij haar onder
benefiet van inventaris van zijnen voorganger had over
genomen en tamelijk onverschillig was ten aanzien dei-
voorgedragen amendementen. Ik laat de anomalie daar
dat men het werk van Thorbecke „onder benefiet van
inventaris'' aanvaardt; het bevreemdt mij alleen dat
een minister zich geen partij stelt voor de wet die hij
zelf gehandhaafd heeft, waarin hij zelfs wijzigingen
heeft-aangebracht en ons grond geeft voor het vermoe
den dat hij zich met de niet door hem gewijzigde
bepalingen vereenigt. In éen enkel geval kan ik mij
ministerieele overschilligheid begrijpen, waar de regee
ring jegens anderen verbonden is een wetsontwerp in
te dienen, bij de goedkeuring van tractaten of van
concessiën, bijv. in die gevallen kan een minister gebon
den zijn door de handelingen eens voorganger, maar
ook alleen in die gevallen kan aan onverschilligheid,
ja zelfs aan ontraden van het wetsvoorstel gedacht
worden.
„Die onverschillligheid ten aanzien der besmettelijke
ziektenwet is te meer te betreuren omdat het hier een
hoogst gewichtig onderwerp van wetgeving geldt waar
aan eene flinke en goed ineengezette wet behoefte
was; thans zullen wij het Staatsblad, wanneer de eerste
kamer haar niet betwijfelde goedkeuring althans ver
leent, verdikt zien door eene wet die maar al te zeer
de blijken draagt dat ze niet onder de oogen van een
taalkundige noch van een jurist is geweest. Ik zou het
advies wel eens willen zien dat de raad van state daar
over heeft uitgebracht, vooral omdat de tegenwoor
dige ministers van justitie en binnenlandsche zaken aan
dat advies hun aandeel zullen gehad hebben.
„Van advies en van den raad van state gesproken,
het censuswetje is er nog niet; men zegt echter dat
het nu dan toch stellig binnen een paar dageu in de
kamer zal komen. De raad van state moet daarover
in de vorige week zijn advies hebben uitgebracht. Van
den inhoud der wet is nog niets dan bij wqze van zeer
los gerucht bekend.
„Zoo even verneem ik den uitslag van de verkiezing
te Amsterdam. De liberale partij mag waarlijk de
conservatieven wel dankbaar zijn dat zij een tachtig
jarigen gepensioneerde tot candidaat stelden en aldus
aan de liberalen de kans gaven om, niettegenstaande
hunne verdeeldheid, hunnen candidaat te doen verkie
zen. Aan de verkiezing van den heer Jolles valt nu
wel niet meer te twijfelan, en, naar mijne bescheidene
meening, zal men in dat geval niet den slechtste dei-
beide liberale candidaten tot vertegenwoordiger hebben
gekozen."
Met ingang van den len November a. is de telegrafist
derde klasse J. Simonnin Helbach benoemd tot directeur
van een der rijkstelegraafkantoren. Staats-cour
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
algemeens rekenkamer. Eervol ontslag verleend
op verzoek, met ingang van 1 Januari a.aan J.G.
Spanjaard uit zijne betrekking van secretaris der alge-
meene rekenkamerbehoudens aanspraak op pensioen
en met dankbetuiging voor de goede diensten door hem
gedurende vijftig jaren in verschillende betrekkingen
aan den lande bewezen.
consulaten. Benoemd tot Nederlandsch consul te
St. Petersburg S. A. Sijthoff.
posterijen. Benoemd tot directeur van het spoor
wegpostkantoor Mcerdijk A. W. M. van der Upwich,
thans commies der posterijen eerste klasse; tot commies
der posterijenvan de eerste klasse A. Simonsthans
commies der posterijen tweede klasse; van de tweede
klasse W. H. E. van Lidth de Jende, thans commies
der posterijen derde klasse; vaa de derde klasse A. Bur-
kens, thans surnumerair der posterijen.
middelbaar onderwijs. Eervol ontslag verleend,
op verzoek, aan mr. J. W. Lasonder, als leeraar aan
de rijks hoogere burgerschool te Winterswijk; en aan
A. D. Hagedoorn, als leeraar aan de rijks hoogere bur
gerschool te Groningen, en als zoodanig in zijne plaats
benoemd L. B. van der Kolk, te Veendam.
huizen van arrest. Benoemd tot lid van het col-
legie van regenten over bet huis van arrest te Win
schoten, mr. A. Lijphart, rechter in de arrondissements
rechtbank aldaar.
ONDERWIJS.
De Staats-courant van heden bevat het verslag der
commissie belast met het afnemen van het eindexamen
der hoogere burgerscholen in Gelderland in het jaar 1872.