<3uitenl<mï>.
door den officier van administratie 2e klasse P. F. van
Wage.
Voorts worden de officieren van administratie le klasse
B. A. Stieler, L. M. van Onselen en G. H. O. van Nuys,
respectievelijk dienende aan boord van Zr. M>. wachtsche
pen te Willemsoord, Hellevoetsluis en Amsterdam, met
den 10en November a. op nonactiviteit gesteld en met
den llen daaraanvolgende vervangen door de officieren
van administratie le klasse H. F. X. Strengnaerts,
A. J. Looijen en W. H. F. Vogel.
RECHTZAKEN.
Eergisteren middag werd te s' Iiertogenbosch het von
nis door den krijgsraad gewezen in de zaak tegen de
beide luitenants beschuldigd van het beschadigen van
woningendoor het opzettelijk afbreken van belknoppen,
in het openbaar uitgesproken.
Zijn schuldig verklaard E. K. H. A. Hamming aan vijf
en M. J. de Jongh aan twee wanbedrijven van moed
willig gedeeltelijk vernielen van een gebouw dat zij
wisten aan een ander toe te behooren, gepaard met ver
zachtende omstandighedenen ieder veroordeeld tot
45 dagen cellulaire gevangenisstraf en twee dagen deten
tie in de plaats van geldboete.
Voorts is de Jongh vrijgesproken van poging tot om-
kooping van politiebeambten.
Na de uitspraak hebben de veroordeelden verklaard
gratie te zullen vragen, en diensvolgens zijn zij door
den auditeur militair op vrije voeten gelaten.
(Prov. N.-Brab. en s' Eert. cour.)
GEMENGDE BERICHTEN.
Zaterdag namiddag ontving H. M. de koningin
der Nederlanden in Claridge's hotel te Londen bezoek
van een aantal aanzienlijke Engelschen, 0. a. van den
hertog en de hertogin van Cambridge, van prinses
Mary en haar echtgenoot en later ook van de prins en
de prinses van Wales. Na Zondag morgen de gods
dienstoefening in de abdij van Westminster te hebben
bijgewoond, gebruikte H. M. het luncheon bij lord en lady
Napier of Ettrich en dineerde des avonds bij den prins
en de prinses van Wales. Maandag is II. M. naar
Liverpool vertrokken om eenige dagen op Knowsley,
het landgoed van graaf Derby, door te brengen.
Te 's Gravenhage is per telegraaf bericht ontvan
gen, dat de mannen-zangvereeniging Gaecilia, bij het
groot internationaal concours te Parijs, in de eerste
afdeeling met den leu prijs is bekroond, benevens met den
len prijs prima vista.
Uit de gevangenis te Maastricht is Vrijdag een
der bewoners ontsnapt. Over een drie meter hoogen
muur geklommen zijnde, kwam hij bij de Minderbroe-
derkerk terecht en voegde zich in zijn grijs gevangen-
pak onder de kerkgangers. Hij zette het weldra op
een loopen naar het Belgische dorp Lanahen en richtte
zich van daar waarschijnlijk per spoor naar Aerschot,
zijne geboorteplaats.
Een heer te Utrecht ontving eergisteren zijne
winterprovisie aardappelen van een koopman met wien
hij vooraf accoord had gemaakt. Bij de ontvangst
schenen de hectoliters hem zeer klein toe, zoodat hij
eene herhaalde meting verlangdewaarbij bleek dat hij
op de 25 hectoliters 5 hectoliters te kort had.
Te Birmingham is aan het spoorwegstation van
New-street eene verbetering gebracht, die ook te Lon
den zeer wenschelijk isnl. de afschaffing van het oor
verscheurend stoomgefluitdat tot sein strekt van de
weggaande treinenop een Londensch stationzooals
CanonstreetLudgate Hill en Charing Crossmeer dan
honderdmalen daags. In plaats van het gefluit heeft
men te Birmingham een gesloten kast aan het station
geplaatst, waarvan de inspecteur van het platform de
sleutel heeft. Deze kast is door middel van ijzer draad
van binnen in verband gebracht met de verblijfplaats
van den wisselman. Bij het vertrek van een trein drukt
de inspecteur op een knipdie zeker getal slagen over
brengt, waardoor de wisselman bekend wordt mot de
richting en de bestemming van den trein, die vertrek
ken zalen daarop antwoordt hij wanneer de lijn vrij is.
De nalatenschap van wijlen James Gordon Bennett
wordt geschat op 5 millioen dollars. Volgens zijn tes
tament gedagteekend 23 Juni 1869 erft zijn zoon, John
Gordon Bennettden eigendom van het blad New-York
Herald, met de gebouwen, machineriën enz. van de
drukkerij. Het overige wordt verdeeld tusschen de
weduwe, den zoon en de dochter, doch de eerste ver
beurt haar aandeel ingeval zij opnieuw mocht trouwen.
Te Madrid is een huis ingestort, waarin eene
voorname boekdrukkerij gevestigd was. Hoewel kort
voordat het onheil plaats had omstreeks vijftig werklie
den zich wegens het schoftuur verwijderd hadden, zijn
een dertiental personen onder het puin bedolven gewor
den. Vijf hunner zijn na langdurige inspanning levend
en ongedeerd opgedolvenvijf anderen zijn insgelijks
levend, maar in meerdere of mindere mate gekwetst
onder het puin weggehaald; de drie overigen waren
echter reeds bezweken toen men er in slaagde,tot hen
door te dringen. Onder de vernielde voorwerpen behoo
ren zeven stoom druk-werk tuigenwaaronder een van
bijzondere waarde. Het gedeelte van het gebouw,
waarin de patroon met zijn gezin woondeis gelukkig
blijven staan.
De werkstaking in het Henegouwsche kolen dis
trict du Centre is, na ruim drie weken geduurd te heb
ben, geëindigd. De werktijd van sommige kolendragers
is van 12 op 10 uren per dag verminderdzonder dat
hun joon verlaagd iswerklieden uit andere mijnen
hebben, zonder verzwaring van taak, verhooging van
loon bekomen. De werkstaking heeft tot geene oproe
rige tooneelen aanleiding gegeven.
BURGERLIJKE STAND.
Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den
20on dezer: L. Jonasse, jm. 26 j. met D. P. Vos, jd.
24 j. W. P. Gruson, jm. 30 j. met J. Casteleijn, jd.
31 j. C. J. Reijerse, wed1', van A. M. de Hond, 32 j.
met C. J. Steutel, wedc. van C. Boutens, 40 j. S. Kodde,
jm. 28 j. met M. C. de Troije, jd. 24 j.
(Van 1219 October.)
Vlissingen. Gehuwd: P. J. Clouting, jm. 28j.met
J. H. Dupont, jd. 22 j.
Bevallen: A. G. Hamelink, geb. La Port, z. S.Pilaet,
geb. de Koster, z. A. van Calmthout, geb. de Vet, z.
A. C. van der Staal, geb. Maan, d. N. Florussc, geb.
Bossehaart, d. (levenloos.)
Overleden: P. J. Polderman, z. 21 m. J.Kamermans,
z. 14 m.
Goes. Gehuwd: J. J. Ochtman, jm. 27 j. met
M. Fransen van de Putte, jd. 20 j. C. Jobse, jm. 23 j.
met M. de Groot, jd. 21 j.
Bevallen: TV. C. A. van Dellen, geb. de Lange z.
N. Botbijl, geb. Beije, z.
Overleden: A. M. Goetgeluk, d. 3 d. L. Janse, d.
3 j. M. J. Goetgeluk, d. 7 d. J. Koopman, gehuwd met
P. John79 j. M. J. van Kuijk z. 5 j.
Zierikzee. Gehuwd: C. "Koopman, jm. 24 j. met
N. Slager, jd. 20 j.
Bevallen: M. de Graaij, geb. Westenbrugge, d.
A. M. de Paepe, geb. van der Jagt, z. J. van den
Ende, geb. Mags, d. M. den Boer, geb. Koole, z.
C. Joppe, geb. de Haan, d. J. Juijn, geb. Kroon, z.
M. van der Ploeg, geb. van der Ploeg, z. M. van der
Havegeb. Smit-z\ (tweelingenlevenloos.) G. J. Oos-
terraau, geb. Resch, d. R. van den Berge, geb. den
Herder, z.
Overleden: A. J. Proost, jm. 29 j. TV. van Ketie,
jm. 26 j.
THERMOMETERSTAND.
22 Oct. 's av. 11 u. 48 gr.
23 'smorg. 7 u. 45 gr. 'smidd. 1 u. 55 gr. 'sav. 6 u. 48 gr.
STATEN-GENERA AL.
tweede kamer.
Zitting; van Dinsdag 22 October.
Nader verslag.)
In deze zitting werd de beraadslaging over het wets
ontwerp tot voorziening tegen besmettelijke ziekten, na
eene levendige en, wat de onderdeelen betreft, moeilijk
in een kort bestek samen te vatten discussie, ten einde
gebracht. In 't algemeen zij daarom opgemerkt, dat de
meeste artikelen vóór de aanneming nog wijzigingen
van meer of minder belang ondergingen.
Een der hoofdpunten van het debat kwam voor bij
art. 23, bepalende dat bij het epidemisch heerschen
van cholerapokken of roodvonk geene kermissen of
jaarmarkten zullen gehouden worden. De vraag was
daarbij of jaarmarkten mede onder dat verbod moesten
begrepen worden. Achtte men het eensdeels noodig,
anderen betwistten dit en oordeelden dat het niet hou
den der jaarmarkten te groote schade zou aanbrengen,
terwijl ook nog de bedenking werd geopperd of door het
opnemen dezer bepaling, wat het geheele artikel betreft,
niet gederogeerd werd aan art. 144 der gemeentewet.
De eerste meening behield de bovenhand door de ver
werping van het amendement dat de heer Begram had
voorgesteld, om de jaarmarkten niet in het artikel te
noemen, met 28 tegen 18 stemmen, en door de aanne
ming van het artikel met 41 tegen 15 stemmen.
Een gewichtiger debat ontstond bij art. 25, houdende
de instelling van cholera-commissiën. De heerRombach
bestreed het eerst dit voorstelen vond daarbij steun
bij de heeren van Kuyk en van Voorthuysen, terwijl
de regeeringsvoordrachtbehalve door den minister,
door den heer Idzerda verdedigd werd. De gronden
tegen de instelling der cholera-commissiën aangevoerd,
bestonden hoofdzakelijk daarin, dat deze instelling, van
blij venden aard, niet behoorde in deze wet, die een
geheel tijdelijk karakter draagt; dat door deze officieele
instelling de vorming van dergelijke commissiën uit
het eigen initiatief der liefdadigheid zou belemmerd
worden; dat de instelling dezer commissiën tot con
flicten met gemeentebesturen aanleiding zou kunnen
geven; dat deze instelling een preventief karakter zou
dragen, terwijl, zooals de minister herhaaldelijk had
verzekerdde wet een zuiver repressief karakter bezit.
Deze redenen wogen bij de kamer zwaarder dan de
daartegen aangevoerde gronden, want het artikel werd
met 43 tegen 26 stemmen verworpen.
Dientengevolge vervielen ook de artt. 26 tot en
met 31.
Een denkbeeld, door den heer C. van Nispen geop
perd, om na art. 36 een nieuw artikel in te voegen,
strekkende om de commissarissen des konings te maken
tot rechters in appèl tegen de beslissingen der gemeen
teraden, vond geen weerklank.
Bij art. 37 maakte het een punt van gedachtewisse
ling uit of het in harmonie met de wet was, dat, gelijk
genoemd artikel bepaalde, de provinciale besturen de
bevoegdheid behielden tot het maken van reglementen
en verordeningen tot wering of beteugeling van epide
mische ziekten. Dit punt lokte langdurige discussie uit
en eindigde met de verwerping van een amendement,
door den heer Smidt voorgesteld, om de provinciale
bésturen in het artikel niet te noemen. Er hadden zich
23 steramen voor en 41 tegen verklaard. Het art. 37
zelf werd aangenomen met 37 tegen 24 steramen.
Nadat over de strafbepalingen nog eene verwarde
discussie had plaats gehad, waarvan de zin nauwelijks
te volgen was, tengevolge van de weinige stilte welke
onder de leden heerschte, en de minister, ofschoon zelf
daartegen gestemd, overgenomen had het voorstel van
den heer Idzerda, om de wet met 1 Mei 1873 in wer
king te doen treden het ontwerp liet dat tijdstip
onbepaald werd het geheele ontwerp met 49 tegen
13 stemmen aangenomeu.
Tegen stemden de heeren: Taets van Amerongen,
Nierstrasz, Saaymans Vader, van Lijnden, van Sype-
steijn, van Houten, van Loon, Begram, van Zuylen,
Heemskerk, Smitz, C. van Nispen en Dumbar.
Zitting van "Woensdag 23 October.
Per telegraaf.)
De algemeene beraadslagingen over het wetsontwerp
tot vaststelling der begrooting van Ncderlandsch-Indië
voor 1873 werden ten einde gebracht.
Door den heer Lenting werd op een liberale uitvoe
ring van de agrarische wet aangedrongen.
De heeren s' JacobNierstrasz en van Houten
voerden verschillende financieele bezwaren aanwaarop
de beide eerstgenoemde heeren door den heer Miran-
dolle werden gerepliceerd.
Door den heer van Itees werden de oorzaken der ver
slapping van het gezag in Indië besprokenterwijl
daarentegen door den heer Heemskerk de handelingen
van het kabinet van 1866 werden verdedigd. De mi
nister verdedigde het regeeringsbeleid in Indië.
De discassiën zullen morgen worden voortgezet.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Zonder eenige formaliteit zijn de zittingen van den
Pruisischen landdag weder geopend. Tengevolge van
het bijeenkomen van den Duitschen rijksdag wer
den zij slechts geschorst, en de opening van een
nieuwe zitting door den koning zou bovendien het
gevolg gehad hebben dat vele werkzaamheden, 0. a.
het onderzoek der Kreisordnung door de commissiën uit
het heerenhuis, ongedaan gemaakt waren. In zijne
eerste zitting kon het huis thans reeds een aanvang
met de openbare discussie over deze wet maken, nadat
graaf Stolberg-TVerningerode met 84 stemmen tot voor
zitter benoemd was, tegen 81 stemmen die op prins
Putbus waren uitgebracht. Uit deze stemming kan men
reeds met eenige zekerheid tot de aanneming der Kreis
ordnung besluiten. De gekozen president behoort tot de
zoogenaamde nieuw-conservatieve partij, welke zich in
het vorige jaar van de groote Kreuz-Zeitung-partij af
scheidde en zich in hoofdzaak met de nieuwe richting
der Pruisische regeering vereenigde, terwijl de 81 stemmen,
die op prins Putbus uitgebracht werdende onvervalsckte
Pruisische piëtistisch-conservatieve partij vertegenwoor
digen. Voegt men hierbij den liberalen afgevaardigde
Facius, die dezer dagen door Koningsbergen in het
heerenhuis gekozen werd, en de drie hooge burgerlijke
en militaire ambtenaren welke door den keizer tot lid
van het heerenhuis benoemd werden, dan kan over het
lot van de Kreisordnung weinig twijfel meer bestaan.
In het lagerhuis diende de minister Camphausen de
begrooting voor 1873 in. De inkomsten en uitgaven
zijn daarin geraamd op 206,608,642 thalerzoodat de
inkomsten ongeveer 19 millioen thaler hooger aangege
ven zijn dan in het budget van 1872. Onder de bui
tengewone uitgaven komen ruim 71 millioen thaler voor
amortisatie van schuld, 41 millioen voor het stichten
van provinciale fondsen, éen millioen ten behoeve van
de tenuitvoerlegging der Kreisordnung en millioen
voor reis- en verblijfkosten van burgerlijke ambtenaren,
voor het openbaar onderwijs en voor subsidiën aan
kunstwerken voor. Er wordt dus Avel iets voor het
onderwijs aangevraagd, ofschoon het in vergelijking
tot de groote behoeften uiterst karig bedacht wordt.
Van het voornemen tot afschafiiug der zegelbelasting
op de periodieke pers blijkt vooralsnog niets.
De geheele Fransche pers interpreteert ieder op hare
eigenaardige wijze het resultaat der verkiezingen van
Zondag. Ontegenzeggelijk het welsprekendst zijn de
Bonapartistische organendie na het volslagen echec
hunner partij de geheele verkiezing volkomen negeeren
en met geen enkel woord daarvan spreken. De radicale
en gematigde republikeinsche bladen schrijven beiden
aan zich zelve de overwinning toe, en in dit opzicht
hebben beiden gelijk dat blijkens deze verkiezingen de
republikeinsche denkbeelden meer en meer in Frankrijk
veld winnen. De radicalen zien daarin bovendien eene
waarschuwing aan Thiers om zich voor een waarachtige,
liberale en democratische republiek te verklaren en een
eiseli aan de nationale vergadering om zich te ontbin
den. De gematigden waaronder le Bien public, richten
