lijk voorstander daarvan, maar hij moest toch ook
wijzen op de medische bezwaren, bij velen daartegen
bestaande en op de gemoedsbezwaren, die vooral eer
biediging eischen. Hij gaf toe, dat er gevallen kunnen
zijn, waarin de persoonlijke vrijheid in het alge
meen belang moet worden beperkt, maar iemand tot
iets te dwingen, waartegen zijne overtuiging, zijn
geweten in verzet komen, dat noemde hij niet slechts
het oefenen van heerschappij over den mensch, maar
heerschappij over de ziel.
Zitting van Maandag 21 October.
{Per telegraaf.)
Bij de voortzetting der discussiën over de artikelen
14 en 15 van het wetsontwerp tot voorziening tegen
besmettelijke ziekten is het amendement van den heer
Heemskerk op artikel 14, betrekkelijk het bezoeken
van fabrieken door bewoners van huizen of vaartuigen'
waar een besmettelijke ziekte heerscht, aangenomen
met 35 tegen 26 stemmen. De artikelen 14 en 15 wer
den vervolgens aangenomen.
Het amendement van de heeren Godefroi, Idzerda
en Jonckbloet, betreffende de bepaling tot verplichting
van vaccinatie voor onderwijzers, onderwijzeressen en
kinderen om op scholen te worden toegelaten, werd
aangenomen met 42 tegen 14 stemmen. Het gewijzigde
artikel 17 werd mede aangenomen.
Morgen zullen de discussiën worden voortgezet.
Blijkens het verslag van het sectie-onderzoek omtrent
hoofdstuk IX (koloniën) der staatsbcgrooting(rappor
teurs de heeren van Houten, 'sJacob, van ltees, van
Seypesteijn en Kappeyne van de Coppello) heeft een
bepaling van het algemeen politie-strafreglement voor
de inlanders in Iudië, vastgesteld bij ordonnantie van
den gouverneur-generaal van 15 Juni, bedenkingen
ontmoet. Bij die bepaling worden met geldboete often
arbeidstelling gestraft „die niet als dienstboden of werk
man voor den gewonen huurtijd of voor een onbepaal-
den tijd bij de maand verhuurd enzonder aannemelijke
redenen, binnen den gewonen huurtijd of gedurende de
loopende maand, zonder toestemming van den dienst-
gebruiker, zijne dienst verlaat of weigert te arbeiden
en zulks behoudens zijn burgerrechterlijke verplichting
en ten ware het feit 'misdrijf mocht daarstellen." Door
deze bepaling, zeide men, treedt het openbaar gezag
op een gebied, waar zijn tusschenkomst stechtsschade
lijk zijn kan.
Terwijl men de behandeling der West-Indische zaken
aanhield tot bij de begrootingen voor Suriname en
Curasaowerd aangedrongen op een eindbeslissing in den
geest van het verleden jaar, op voorstel van den heer
Fransen van de Putte genomen besluit tot opheffing
van het West-Indisch leger. Meerd'ere mildheid werd
voorts aanbevolen jegens de voormalige ambtenaren
ter kuste van Guinea. Men vestigde hierbij ook de
aandacht op de nagelaten betrekkingen van den offi
cier, die op zoo betreurenswaardige wijze bij de laat
ste maatregelen tot voltooiing der overname het leven
verloor.
Op de begrooting van buitenlandsche zaken is een
verhooging van f 667 aangevraagd, om daarmede het
wachtgeld van den laatst teruggeroepen consul-generaal
en zaakgelastigde honorair bij de gemeenebesten van
Venezuela enz. te kunnen brengen op f 3000.
De regeering heeft een memorie van antwoord inge
zonden op het jongste verslag der tweede kamer over
het wetsontwerp tot wijziging der burgerlijke pensioen
wet. Een nota van wijzigingen in dat ontwerp is daarbij
gevoegd, zonder dat evenwel in de hoofdbeginselen
waarop het rust, verandering wordt gebracht.
töuitmlcmö.
ALGEMEEN" OVERZICHT.
Heden zal de Pruisische wetgevende vergadering hare
in het voorjaar afgebroken werkzaamheden hervatten.
Het heerenhuis zal eerst overgaan tot de benoeming van
een voorzitter, voor welke betrekking door alle partijen
behalve de ultra-conservatieven, het oog gericht is op
graaf Stolberg-Weruingerode, regeeringspresident dei-
provincie Hanover. Daarna wacht der Pruisische eerste
kamer de openbare discussie der Krcisordmtig die
nachtmerrie der oude jonkerpartij, waartegen haar or
gaan, de Kreuz-Zeitung Vrijdag nog, onder voorspiege
ling der ergerlijkste toekomst voor de oude provinciën,
op ernstigen toon waarschuwde. Zooals men zich herin
nert maakt de conservatieve commissie uit het heeren
huis, welke met het voorloopig onderzoek belast was
zich door dit wetsontwerp naam. Nadat zij het ontwerp
door amedementen zoodanig gewijzigd en omgewerkt had
dat het volkomen een tegenovergesteld beginsel huldigde,
eindigde zij met dit ontwerp te verwerpen. De Kreisordnung
is den conservatieven dus blijkbaar zulk een doorn in
het oog, dat het ook door hunne beginselen gelouterd
en veranderd, het ontwerp toch nog verwerpelijk blijft.
De regeering heeft echter vast besloten zich aan dien
tegenzin niet te storen en is zelfs voornemenszooals
verzekerd wordt, om desnoods van het recht der kroon
gebruik te maken en het heerenhuis met eenige regee-
ringsgezinde mannen aan te vullen.
Wat de kamer van afgevaardigden betreft, schijnt de
regeering eerst de begrooting aan hare goedkeuring te
onderwerpen, althans, zooals het Deutsche Wochenblatt
meldt, zijn de wetsvoorstellen betreffende de verhouding
tusschen staat en kerk nog niet door het gekeele minis
terie aangenomen, zoodat de indiening daarvan aan den
landdag nog vooreerst niet verwacht kan worden. Daar
entegen heeft het ministerie aan de begrooting en bloc
zijne goedkeuring gehecht, zoodat zij voor de discussie
in de kamer rijp is. De Correspondenz Stern verzekert
dat de toestand der Pruisische financiën boven ver
wachting gunstig is. Met te meer belangstelling ziet men
daarom do financieele voorstellen van den minister Carnp-
hausen te gemoet. Onder de voornemens der Fortschrilt-
partei behoort ook om mot het oog op dezen linanci-
eelen overvloed nogmaals een lans voor de afschaffing
der zegelbelasting op de dagbladen te breken.
Blijkbaar is de mededeeling van den officieusen Bien
public, dat het rechtercentrum zoo ingenomen was met
de houding van Thiers in de permanente commissie, dat
de invloedrijksten zijner leden ecne samensmelting met
het linkercentrum en zoodoende de vorming eener
groote regeeringspartij wilden beproeven, weinig meer
dan een politieke manoeuvre geweest. Aanvankelijk
beet de publieke opinie in het verleidelijk lokaas
van het officieuse blad en scheen de manoeuvre te ge
lukken om het bestuur van Thiers tegen de uiterste
partijen te beschermen, wanneer dezen het eindelijk eens
moede mochten worden om met zich te laten spelen als
de kat met de muis. Doch plotseling komt het Journal
de Paris die illusie verstoren met de verzekering, dat
de de Broglie's, de St. Marc-Girardins en de andere
sommiteiten dezer fractie nocit dat voornemen koester
den. Natuurlijk moet le Bien public thans zijne bewe
ring staande houden, doch zeer wijsselijk doet het blad
dit in zoo algemeene termen dat zelfs niet de vurigste
legitimist of de roodste radicaaljjjdaaraan aanstoot zou
kunnen nemen. Zeer terecht werd door de regeerings-
gezinde Temps reeds vóór een paar dagen opgemerkt,
dat men zich omtrent deze samensmelting van twee
tamelijk heterogene bestanddeelen ongetwijfeld te veel
illusiën maakte, wanneer men slechts in het oog hield
dat om tot dit doel te geraken de leden dezer fractiën
toch zeker eerst te zaraen behoorden te zijn en zulk
plan althans niet gedurende de vacantie verwezenlijkt
zou kunnen worden.
De graaf van Chambord schijnt echter ook dupe ge
weest te zijn van dezen ballon d'essai van den Bien public
In l'Union althans, een van de organen der clericale
legitimiteit, komt een brief van den pretendent voor,
blijkbaar om tegenover deze versterking van de regee
ringspartij der conservatieve republiek Frankrijk nog
eens in herinnering te brengendat het ook nog
een legitiemen candidaat voor den troon bezit. In dien
brief toont hij aan dat de republiek onvermijdelijk tot
den socialen ondergang moet leiden. Bovendien is de
conservatieve republiek, zooals Chambord niet geheel
ten onrechte zegt, weinig meer dan eene illusie. Minder
juist is zijn beweren, dat „wanneer Frankrijk de orde
in het binnenland en alliantiën naar buiten hebben
wil, het tot de traditioneel© monarchie tcrugkeeren
moet, die alleen de vrijheid schenken kan en alleen
conservatief is." De kansen voor de opvolging van
zijn welgemeenden raad aan Frankrijk schijnt hij
zelf ook niet zeer groot te achten, want hij acht het
noodig de verzekering te geven dat hij nooit van zijn
weg zal afwijken en over geen zijner daden of woorden
berouw gevoelt. Die oprechtheid, hoe geloofwaardig op
zich-zelve, zal dan ook der Fransche natie eene waar
schuwing zijn, om de vrijheid zooals die door den legi
tiemen koning begrepen wordt beleefd, maar zonder
aarzelen af te wijzeD.
Prins Napoleon heeft, zooals de heer Maurice Richard
in zijn protest aan Thiers reeds gemeld had, bij den
procureur-generaal der republiek bij het hof van appèl
te Parijs eene klacht wegens aanranding der persoon
lijke vrijheid ingediend tegen Victor Lefranc, minister
van binnenlandsche zaken, tegen Léon Rénault prefect
van politie te Parijs en tegen twee hooge ambtenaren
van de prefectuur der Parijsche politie, onder voorbe
houd van zijn civiele actie tegen hen wegens aangedane
beleediging. Intusschen bestaat, zooals le Temps ver
zekert, het plan om niet alleen een votum der kamer
uit te lokken waarbij het besluit van Thiers de nationale
bekrachtiging erlangen zal, maar tevens een voorstel
in te dienen tot het instellen eener enquête naar de
redenen welke de keizerlijke ministers tot de oorlogs
verklaring van 1S70 geleid hebben.
De enquête-ziekte der nationale vergadering schijnt
dus nog niet geweken te zijnhoewel zij in den laatsten
tijd meer blijken gegeven had tot het inzicht gekomen
te zijn, dat het oog niet voortdurend op het verleden,
maar meer bepaald op de toekomst gericht moest zijn,
wilde men de fouten van vroeger weder goedmaken.
Wordt dit voorstel aangenomen dan spreekt de kamer
een streng vonnis over do geheele natie uit, al bedoelt
zij slechts de geheele last der verantwoordelijkheid op
de schouders der negen raadgevers des keizers te schui
ven. Of was de geestdrift in den zomer van 1870 op
enkele weinige uitzonderingen na niet algemeen? Juichte
niet de natie den keizer op zijne reis van Parijs naar
Metz overal toe en weêrgalmden de Parijsche boule
vards niet van de Marseillaise en de kreten: A Berlin!
A las les Prussiens. Vergeten de Fransche afgevaardig
den niet te veel, dat de natie en zeker de groote meer
derheid dezer kamer den onrecht vaardigen en slechts
voor de belangen eener dynastie ondernomen oorlog
zouden verheerlijken wanneer de Fransche wapenen
gezegevierd hadden? De enquête moge nu Frankrijk
geslagen werd een ander resultaat opleveren, de ver
antwoordelijkheid voor den oorlog rust slechts voor
een klein gedeelte op de keizerlijke ministers en komt
bijna geheel op het hoofd der natie neër die gedurende
20 jaren de absolute regeering van Napoleon III duldde
en ten slotte zijn wanhopigen laatsten zet nog toe
juichte.
Omtrent den juisten stand der onderhandelingen tus
schen Engeland en Frankrijk ontstaat weder eenige twijfel,
die echter spoedig opgelost zal zijn. Alle berichten
stemmen hierin overeen dat de heer Ozenne het Eugel-
sche ontwerp-traetaat naar Versailles gebracht heeft en
dat na de voltooiing der Fransche vertaling de onder-
teekening zal plaat3 hebben. The Times echter zegt
dat de Engelsche regeering zich hare definitieve goed
keuring voorbehoudt in de hoop nog eene vermindering
van de rechten op katocnengoederen te verkrijgen.
Wat dan echter de aanbieding van een ontwerp-traetaat
beteekent, wanneer de regeering zelve daaraan hare
goedkeuring nog niet hechtte, is niet recht duidelijk.
Le Bien public daarentegen verzekert dat de overeen
stemming van beide partijen volmaakt is en eerstdaags
de onderteekening zal plaats hebben.
De officieele London Gazette zal dus weldra licht over
deze zaak verspreiden en tevens den inhoud in zijn geheel
bekend maken, tenzij ook het Engelsche ofiicieele blad
de goedkeuring der Fransche nationale vergadering af
wacht. The Daily News verneemt dat het tractaat den
l'n December dezes jaars voor den tijd van 4 jaren in
werking zal treden. The London Gazette van Zater
dag bevat de benoeming van sir Iloundell Palmer on
der den titel van baron Selborne, tot lord-kanselier
de prorogatie van het parlement tot 20 December en
den tekst van het Engelsch-Belgische tractaat tot uitle
vering van misdadigers. Voor Duitsche en Belgische
misdadigers heeft Engeland dus reeds opgehouden een
asyl te zijn en ook andere staten van het vasteland
zullen vo'gen, althans met Spanje, Portugal, Rusland
c.n Nederland zijn onderhandelingen over zulk een
tractaat aanhangig.
De opstand te el Ferrol is thans geheel ten onderge
bracht. Slechts ongeveer 40 man ontsnapten aan de
regeeringstroepenruim 900 personen maakten zij ge
vangen en de overigen sneuvelden. Naar het schijnt
koesterde men in Spanje ook vrees voor de andere ha
venplaatsen. Die vrees bleek echter gelukkig geheel
ongegrond.
De derde republiek.
De Parijsche correspondent der Neue freie Presse geeft
de volgende geestige beschrijving van de partijen in de
derde Fransche republiek. Nadat hij medegedeeld heeft
dat hij op de insecten-tentoonstelling eenige gesprekken
van deftige afgevaardigden had afgeluisterd, waarin
aan Gambetta en zijne vrienden telkens de eer te beurt
viel met een of ander onoogelijk insect vergeleken te
worden, gaat hij schertsende aldus voort:
Het is trouwens zijn verdiende loon, wanneer het
uiterlijk van den onvoorzichtigen enthusiast voortdurend
aan zoo weinig vleiende vergelijkingen blootstaat.
Waarom heeft hij ook zooveel gesproken en zooveel
van zich doen spreken, en waarom opnieuw den toorn
der reactionaire collega's opgewekt? Zelfs oom Thiers
moet ditmaal ernstig boos geweest zijn op den
lichtzinnigen neef, die zich in zijne redevoeringen ver
mat over den essai loyal van den oom te lachen. „Er is
een plekje in mijn hart waar het woord oom nog niet
vernomen is," zou Thiers op dreigenden toon kunnen
citeeren, terwijl Gambetta zich tegen het verwijt, deposi
tie van den kleinen despoot aan het wankelen te brengen,
met alle kracht verzette. Hij had niet willen beleedi-
gen, had de beste voornemens ter wereld allen ver
ontschuldigingen, waarop het bekende antwoord van den
Engelschen minister zou passen, die een parlementslid,
toen deze na een hartstochtelijke philippica verzekerde
met de beste gevoelens bezield te zijn en den minister
hoegenaamd niet te willen bestrijden, eenvoudig toe
voegde „Wanneer gij een andermaal niets zeggen wilt,
dan raad ik u ook niets te zeggen."
Zoo had Thiers kunnen spreken, wanneer hij niet
lieven het voorbeeld van Gambetta zelf volgen en in
veel woorden niets zeggen wilde. In de permanen
te commissie heeft hij een kleine comedie gespeeld en in
schijn een verwijtenden toon tegen Gambetta aangesla
gen, om later met hem de wereld naar hartelust uitte
lachen.
Overigens is het duidelijk dat Frankrijk steeds het
zelfde Frankrijk blijft. Wanneer Gambetta iets luider