MIDDELBURGSCHE
COURANT.
r 251.
Dinsdag
1872.
22 October.
Dit blad verschijnt dagelijks met nitzondering van den Zondag, den 2° Paascb- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m, franco is f 3.50.
Middelburg 21 October.
In haar tweede artikel gewijd aan de noodzakelijk
heid der hervorming van ons verdedigingsstelsel wijst
de Nieuwe Rotterdamsche courant op het oorlogsgevaar
dat in de toekomst dreigt.
In 1870 was de kreet om „hervorming" algemeen en
thans, na verloop van 2 jaren, zijn er verschijnselen
merkbaar, die zouden kunnen doen vermoedendat som
migen het voorzichtig oordeelen dat woord zoo min
mogelijk te bezigen, het liefst geheel op den achter
grond te schuiven. Dit is even lichtzinnig als gevaar
lijk, want hervorming van onze strijdkrachten is thans
misschien nog dringender uoodig dan in 1870. De toe
stand van Europa dreigt met ernstige verwikkelingen
hij wijst op stormen die zullen losbarsten. Het Fransche
volk concentreert zijne gedachten op éen enkel punt:
„Wraakneming op de overweldigers." De bewoners van
den Elzas en Lotharingen achten geene offers te groot
om zich te ontslaan van de tegenwoordigheid van hen
op wie zij plechtig gezworen hebben eenmaal wraak te
zullen nemen, en alles duidt aan dat Frankrijk een
maal strijdkrachten zal kunnen ontwikkelen even ge
ducht als die van eiken mededinger.
Zelfs de stemming in Duitschland getuigt van vrees
voor de toekomst, en geheel [in overeenkomst daarmede
wordt het Duitsche leger nog steeds hervormduitge
breid, verbeterd; rondom Metz en Straatsburg worden
reusachtige werken aangelegd; vestingen en forten in
het binnenland verbeterd en de kustdefensie op groote
schaal verzekerd.
Doch waarheen men den blik ook wendt hetzij, om
van machtiger staten niet te spreken, naar het noor
den in Zweden en Denemarken, hetzij naar het zuiden
in België tot in Spanje toe, overal ontwaardt men
dezelfde bedrijvigheid op het gebied van leger en defen
sie, die niet anders dan het uitvloeisel kan wezen van
wantrouwen in de toekomst. „Er behoort waarlijk niet
veel profetische gave toe zegt de Nieuwe Rotter-
damsehe om te voorspellendat binnen weinige
jaren Europa het schouwspel kan wezen van een oorlog,
zóo bloedig, dat die van 1870 misschien daarvan nog
maar een onbeduidend voorspel zou kunnen worden
genoemd."
Daarom is de eisch naar hervorming van ons krijgs
wezen des te dringender. Als men het oog wendt naai
de oostelijke grens van Frankrijk en daar de ondoor
dringbare afsluiting van Duitschland waarneemt, als
men verder rekening houdt met de toestanden en be
denkt, dat Frankrijk tot eiken prijs zal trachten zich
van zijn welslagen te verzekeren, en men dan de lig
ging van ons land in aanmerking neemt, dan dringt
zich onwillekeurig het denkbeeld bij ons op, dat Neder
land voor Frankrijk het gewenschte uitgangspunt zou
kunnen wezen om zijn aanvallende plannen op Duitsch
land tejLeginnen. Daarom is noodig, dat wij in staat
zijn om een gewapen.de neutraliteit te handhavenen
de Nieuwe Rotterdamsche roept der regeering met kracht
toe: „Hervorm, eer het te laat is."
De vele kostendie de regeling onzer defensie onver
mijdelijk moet na zich slepen zijn zeker een groot strui
kelblok, en daarom is die regeling hoewel een nationaal
belang niet populair, maar eene regeering moet ook
minder populaire maatregelen durven voorstellen, de
openbare meening door kracht van redenen daarvoor
winnen, en zoodoende de natie voorgaan op den weg
van waren vooruitgang. Dit is bovenal de plicht van
een liberaal bestuur, dat ook moet vragen wat de toe
komst ons zou kunnen baren. De regeling der nationale
verdediging is een verheven taak aan onze tegenwoor
dige regeering aangewezen; daarom dringt de Nieuwe
Rotterdamsche er op aan, dat deze regeering die op
hechte grondslagen vestige, waardoor de liberale begin
selen in kracht zullen winnenen dat de liberale partij
de hervorming van onze strijdkrachten zal steunen.
De intrekking van de vroeger, met betrekking tot
onze defensie ingediende wetsontwerpen, verklaart de
Nieuwe Rotterdamsche courant, in haar derde artikel,
te betreurenzij had gaarne die wetsontwerpen met de
daarin door haar gewenschte veranderingen tot wetten
verheven gezien. Daar in de beide laatste jaren veel
is onderzocht en toegelicht, verwacht zij dat spoedig
nieuwe wetsontwerpen zullen worden ingediend en den
eisch daartoe stelt zij niet alleen aan den minister van
oorlog, maar aan het geheele kabinet.
Hoewel de Nieuwe Rotterdamsche courant geen be
paalde voorstander is van partieele regeling onzer de
fensie, omdat daarbij het zoo noodige verband tusschen
de verschillende deelen niet kan worden overzien en
alles afhankelijk wordt gesteld van de wisselende in
zichten der opvolgende ministers, kan zij thans, met
het oog op de tijdsomstandigheden, vrede hebben met
het voornemen van den minister van oorlog, door hem
in de memorie van toelichting op de begrooting van
oorlog, te kennen gegeven, om dadelijk te beginnen
met de uitvoering van die ontworpen verbeteringen,
waaromtrent geen verschil van gevoelen kan bestaan,
mits deze handelwijze van den minister niet is een
palliatief maar het begin van uitvoering eener eerlang
in te dienen wet.
De voorgestelde verbeteringen gelden alle werken in
de Utrechtsche linie en hoewel de Nieuwe Rotterdam
sche courant het algemeene nut daarvan wil aannemen,
meent zij toch dat, met het oog op een eventueelen
aanval van Frankrijk op Duitschland over ons land,
bijna uitsluitend de kusten en havenmonden bescherming
noodig hebbenen dat wettelijke regeling daarvan in
de eerste plaats noodzakelijk is. Zij vraagt dat daarin
vóór alles zal worden voorzien.
Met den wensch der regeering om, ten opzichte van
dc regeling onzer nationale militie, vooraf door de
kamers het beginsel van afschaffing van plaatsvervan
ging beslist te zien kan de redactie zich vereenigen, als
in dit partieel ontwerp het begin en niet de eindpaal
van krachtig handelen moet gezien worden en het
de bedoeling is het tot stand komen van schutterij
en militiewet gemakkelijker te maken; zij hoopt ook,
dat met de plaatsvervanging tevens nommerverwis-
seling zal worden geweerd, wat zij voor de nationale
weerbaarheid noodig acht. De toestand van ons
vaderland maakt dat intelligentie, orde en goeden
geest meer nog dan elders onmisbare elementen voor
ons leger zijn, en daarom moet het door afschaffing
van noimnerverwisseling die elementen worden ge
schonken.
De beschouwing eindigt met den wensch dat in de
zaak van de regeling onzer defensie regeering en ver
tegenwoordiging gelijkelijk blijk zullen gevendat zij
handelen stellen boven ïjdele bespiegelingen, dat bij
haar de daad hooger staat dan het woord.
Het is thans zeker dat de spoorweglijn Vlissingen—
Middelburg met 1 November a. uitsluitend voor het per
sonenvervoer wordt opengesteld.
De heden plaats gehad hebbende proefnemingen met
den spoorwegbrug over de Oude Maas beneden Dord
recht zijn allen uitstekend geslaagd.
De heer J. F. W. Conrad heeft zijn ontslag genomen
als lid van den gemeenteraad van Middelburg.
Het hoofdbestuur der vereeniging tot bevordering der
volksgezondkeid te Dordrecht heeft zich met een adres
tot de tweede kamer gewend, waarin het nut der vac
cinatie nogmaals bondig wordt uiteengezet en de wensch
wordt uitgesproken, dat de kamer weldra een wet helpe
tot stand brengen, die de vaccinatie in het eerste levens
jaar gebiedend voorschrijft. (Het Handelsblad.)
De minister van binnenlandsche zaken brengtmet
opgave der voorwaarden, in de Staats-courant van giste
ren en heden ter kennis van belanghebbenden, dat eer
lang voor den dienst van het stoomwezen, na afgelegd
examen, een adspirant-ingenieur zal aangesteld worden.
Zijdie aan het examen wenschen deel te nemen,
moeten vóór 5 November a. zich daartoe schriftelijk
bij het departement van binnenlandsche zaken aanmel
den met nauwkeurige opgaaf van naamvoornamen
en woonplaats.
Wij vernemen, dat het bestuur van het Nederlandsehe
vredebond alleen van den keizer der Russen een ant
woord ontvangen heeft op zijn adres, hetwelk bij gele
genheid der jongste bijeenkomst te Berlijn aan de drie
keizers van Europa werd toegezonden. Van den Duit-
schen keizer en van den keizer van Oostenrijk is tot
nog toe geen antwoord ontvangen.
Naar men ons meldt, is het antwoord van keizer
Alexander bij monde van den Russischen gezant te
's Gravenhage aan den secretaris der vereeniging mede
gedeeld, doch met verzoek, dat men het niet publiek
zou maken. (Handelsblad.)
De internationale commissie voor den meter, welke
sedert den 24en September jl. te Parijs vergaderd was,
heeft den 12,ïn October jl. hare beraadslagingen over de
vervaardiging der nieuwe internationale standaardmaten
en gewichten geëindigd. Er waren vijf en twintig
staten door ruim 40 afgevaardigden vertegenwoordigd.
De vergaderingen werden geleid door den sterrekundige
Otto Struve, directeur van de sterrewackt van de Pulkowa.
De voornaamste bepalingen in deze bijeenkomst vast
gesteld zijn de volgende. Als grondslag voor de inter
nationale standaards zullen worden aangenomen de
meter en het kilogram berustende in de Archives te
Parijs. De nieuwe prototypen voor de onderscheidene
staten zullen onder gelijke omstandigheden vervaardigd
worden uit eene gegoten legering van platina en 8 tot
12 iridium. De dwarsdoorsnede van den meter zal
de gedaante hebben van een H, waarvan de vier vrije
einden een weinig buitenwaarts gebogen zijnde lengte
zal op het bovenvlak van het horizontale middeldeel
worden aangeduid door dwarsstrepen. De meter zal
zijne ware lengte hebben bij het vriespunt. Van eiken
meter zal de uitzetting afzonderlijk worden bepaald,
door metiugeu bij vijf verschillende temperaturendeze
waarnemingen zullen door vergelijkingen der meters
onderling bij drie verschillende temperaturen worden
gewaarborgd. De temperaturen zullen uitgedrukt wor
den in graden van den lucht-thermometer. Het kilogram
zal de gedaante hebben van een cylinder, welks hoogte
gelijk is aan de middellijn van het grondvlak en waar
van de randen een weinig zijn afgerond.
De vervaardiging van de meters en kilogrammen is
opgedragen aan de Fransche leden der internationale
commissie, onder medewerking van een internationaal
permanent comité van twaalf leden. Aan dit comité is
meer hijzonder de leiding en het toezicht opgedragen
over de vergelijkingen der staddaardmaten onderling
en de vervaardiging van daartoe strekkende compara-
teurs, balansen en andere hulptoestellen. Het is samen
gesteld als volgt: Ibanez, voorzitter, Bosscha, secretaris,
Förster, Herr, Wild, Wrede, Hilgard, Morin, Chisholm,
Broch, Stas en Husney-Bey, leden. Wanneer de nieuwe
grondmaten zullen vervaardigd zijn, zal het comité
over alle werkzaamhedea verslag uitbrengen aan de
internationale commissie, welke de nieuwe prototypen
zal waarmerken en aan de onderscheidene staten zal
doen toekomen.
De Fransche regeering zal door de commissie worden
uitgenoodigd de regeeringen, welke zich op het congres
lieten vertegenwoordigen, opmerkzaam te maken op het
nut van het stichten van een permanent internationaal
bureau van maten en gewichten. Deze instelling zon
haren zetel hebben te Parijs en onder het toezicht van
het comité met de bewaring van de internationale proty-
typen .en der werktuigen, met de periodieke vergelij
kingen en met de vervaardiging van later aan te vragen
standaards worden belast. Het comité zou voor zijne
werkzaamheden reeds terstond van de hulpmiddelen
van dit bureau gebruik maken. (Slaatscour.)
BENOEMING-EN EN BESLUITEN.
CONSULATEN. Eervol ontslag verleendop verzoek,
aan C. W. Boman, als Nederlandsch vice-consul te
Stockholm.