MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 245.
1872.
Dinsdag
15 October.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/na. franco i0f 3.50.
Middelburg 14 October.
Het algemeen verslag der afdeelingen van de provin
ciale staten van Zeeland betreflende het ontwerp alge
meen reglement voor de polders of waterschappen in
Zeeland heeft aan gedeputeerde staten aanleiding gegeven
om een tal van wijzigingen voor te stellen, teneinde
zooveel mogelijk aan de gemaakte bedenkingen tege
moet te komen.
Wat betreft den wensch in de afdeclingen uitgedrukt
om de kosten der peilingen, voor zoover deze door gede
puteerde staten worden bevolenvoor rekening der pro
vincie te nemen, daaraan kan, volgens gedeputeei de staten,
niet worden voldaan. Zij zijn van oordeel, dat dergelijke
uitgaven eigenaardig behooren tot die welke voo; reke
ning der polders zijn en voortvloeien uit de verplichting
welke op elk polderbestuur rust, om door onderzoek
zich van den toestand van den vooroever te vergewis
sen. „Die kosten zeggenlgedeputecrde staten ont
staan bovendien door maatregelen welke in hoofdzaak
in het belang van den polder worden genomen, en het
zou niet redelijk zijn, om daarmede de provinciale
kas to bezwaren, vooral niet in het ondersteld geval
waar zij Let gevolg zijn van verzuim of weigering aan
de zijde der besturen, omdat, en dit verlieze men niet
uit het ooggemis aan plichtsbetrachting juist de kos
ten ten laste van anderen zoude breugen, tot voordeel
van den betrokken polder."
De bepaling van art. 3d, dat het bestuur en beheer
van de poldei s en waterschappen zou worden uitgeoefend
door een polderbestuur, bijgestaan door een ontvanger
griffier, onder toezicht en medewerking van de verga
dering der inge'anden of hoofdingelanden, had in de
afdeelingen aigemeene bestrijding gevonden, met betrek
king tot de woorden „of hoofdingelanden," daar men
zich tegen de instelling vaneene vergadering van hoofd
ingelanden door dit reglement verzette.
Dit heeft aan gedeputeerde staten aanleiding gegeven
om voor te stellen de woorden „of hoofdingelanden" te
doen wegvallen. Ter toelichting van dit voorstel zeggen
zij: „De groote tegenkanting, die het voornemen tot
invoering eener vertegenwoordiging in de groote polders
of waterschappen heeft ondervonden, heeft ons doen
besluiten, niet alleen om de verplichting tot die in
voering uit het reglement weg te nemen, maar tevens
om daaruit te lichten al de in het ontwerp voorkomende
bepalingen, die met die invoering in verband staan.
Wanneer men bezwaar vindt om die verplichting op te
leggendan hebben de bedoelde bepalingen weinig nut
en schijnt het beter af te wachten of eenige polders of
waterschappen, uit eigen beweging, voorstellen zullen
doen om eene vertegenwoordiging in het leven te roepen
en, komen die voorstellen in, zoo kunnen gevoegelijk
in het voor hen vast te stellen bijzonder reglement,
evenals voor de waterschappen Walcheren en Schouwen
is geschiedde noodige voorschriften dienaangaande
worden opgenomen."
In verband hiermede wordt dan ook voorgeste'd om
de artikelen 4679, waarin de bepalingen op de ver
gadering van hoofdingelanden waren opgenomen, te
doen vervallen.
Een ander gewichtig beginsel in het reglement opge
nomen en dat veel bestrijding ondervond, namelijk de
uitsluiting van vreemdelingen van het bestuur en be
heer, wordt, eveneens tengevolge van de gemaakte
opmerkingen, door gedeputeerde staten prijs gegeven.
„Ofschoon wij van oordeel blijven zeggen zij dat
het deelnemen door vreemdelingen aan het polderbe-
heer, 'twelk een deel van de openbare huishouding van
den staat uitmaakt, in meer dan een opzicht bedenke
lijk te achten is, hebben wij, bij doa vrij algemeen en
tegenstand in de afdeelingen tegen hunne uitsluiting
van het stemiecht in de aigemeene vergadering geopen
baard, na rijp beraad, en teneinde de totstandkoming
van het reglement zoo mogelijk te verzekeren, gemeend
ons voorstel dienaangaande te moeten wijzigen." Zij
stellen daarom voor om het woord „Nederlander" te
doen wegvallen daar waar dit voorkomt als een ver*
eischte om tot het beheer mede te werken.
Evenwel liebben gedeputeerde staten gemeend een
veiligheidsklep te moeten aanbrengen. De voorgestelde
wijziging „scheen ons zeggen zij zonder zeer
groot bezwaar te kunnen geschieden, wanneer, gelijk
wij bij de artt. 92 en 93 (oud) voorstellen, aan de ver
gadering van ingelanden, zooveel mogelijk alle publiek
rechterlijke bevoegdheid ontnomen .word^t.^en tevens
waarborgen worden gegeven, dat, het'betang van den
localen waterstaat in ons gewest niet door een over
wicht van vreemde grondeigenaren in de waagschaal
kan worden gesteld."
Art. 92 (oud, 54 nieuw), waarin aan de vergadering
van ingelanden of hoofdingelanden (welke laatsten nu
zouden vervallen) de bevoegdheid wordt toegekend tot
het vaststellen van keuren of politie-verordeningen op
de werken, overeenkomstig de in dat artikel gemaakte
bepalingen, wordt nu voorgesteld aldus te lezen ^„Inge
val de stemgerechtigde vreemdelingen in een poldér of
waterschap, hetwelk, met waterkeerende werken belast
is, een derde of meer van het getal stembevoegden in
den polder of het waterschap uitmaken, wordt, voor
de bcgrooting van inkomsten en uitgaven van den pol
der of het waterschapde goe dkeuring van gedeputeerde
staten vereischt." Aan de vergadering van ingelanden
wordt dus een belangrijke publiekrechterlijke bevoegd
heid ontnomen en worden waarborgen gesteld tegen het
overwicht van vreemde grondeigenaren.
Art. 93 (oud, 56 nieuw) wordt met het vorige artikel
in overeenstemming gebracht door wegvalling van de
bepaling dat gedeputeerde staten in de daar bedoelde
gevallen (als de polder uitsluitend door een maat
schappij enz. wordt bestuuru), hunne goedkeuring tot
vaststelling der begrooting en rekening, tot kwijtschel
ding van aannemers en bepaling van het dijkgeschot,
niet kunnen verleenen dan na de belanghebbenden te
hebben geboordterwijl een nieuwe slot-alinea wordt
voorgesteld, die aldus luidt: „Zoo de besturen of per
sonen in dit artikel bedoeldbelast zijn met het beheer
van water keer en de werken en voor een derde of meer
vreemdelingen zijn geldt, wat betreft de begrooting
van inkomsten en uitgaven, door ben vast te stellen,
ook art. £5."
Tot toelichting van deze wijzigingen zeggen gedepu
teerde staten„Wordt het voorstelom de vreemdelingen
als ingelanden tot het polderbeheer toe te latenaangeno
men, dan schijnt geene bevoegdheid aan ingelanden
te kunnen worden toegekendom strafverordeningen
vast te stellen, omdat, werd die macht gegevendaar
van het gevolg zoude zijn dat in onderscheidene Neder-
landsche waterichappenwelke ten deele of geheel aan
vreemdelingen behooren, die vreemdelingen als straf
wetgevers zouden kunnen optreden, 'tgeen voorzeker
in strijd zou zijn met ons openbaar recht. Op dien grond
wordt voorgesteld om het ontworpen art. 92 te doen
vervallen. Raadzaam is het ons tevens voorgekomen,
om, waar een belangrijk deel der ingelanden uit vreem
delingen bestaat, voor waterschappen, welke water-
keerende werken te onderhouden hebben, te bepalen,
dat de begrooting dier waterschappen aan onze goed
keuring zal worden onderworpen, opdat op die water-
keerende werken een nauwkeurig toezicht zoude kunnen
uitgeoefend worden. Hierin voorzien de nu gewijzigde
artikelen."
De overige voorgestelde wijzigingen betreffen punten
van minder ingrijpenden aard.
De gemeenteraad alhier zal op Woensdag a., des
voormiddags te 10 uren, een openbare zitting houden
ter behandeling der volgende zaken: gemeentebegroo-
ting voor 1873 met daarbij behoorende stukken en
rapporten; voorstellen burgemeester en wethouders:
a reorganisatie jaarwedden hulponderwijzers, b teeken-
onderwijs burgeravondschool, c verkoop en tijdelijke
ingebruikgeving gemeente-gebouwend ontslag en wacht
geld van eenige gemeente ambtenaren, e uitgaaf inven
taris van het gemeente archief, wijziging geineente-
begrooting 1872, g tolheffing straatweg naar Yeere;
voorstel burgemeester toelage waterschoutconcept-ver
ordeningen a marktwezenb politie buitenpleinen en
toegangen tot het spoorwegstation.
De minister van justitie heeft, naar aanleiding van
een verzoek van het hoofdbestuur van het Nederlandsch
genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen,
bepaald dat vergoeding van de kosten der terugreis naar
hunne woonplaats zal verschaft worden~aan de gevan
genen wier uitgaanskas gering is en die geen andere
middelen bezitten. De tegemoetkoming zal echter niet
hooger zijn dan 15 a 20 cents per uur afstands.
De Staats-courant van Zondag en Maandag 13 en 14
dezer bevat het koninklijk besluit van den 5cn dezer,
houdende bepalingen omtrent het toepassen van de
osmose op suikersappenstroop en melasse in de beet
wortel-suikerfabrieken.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
BURGEMEESTERS. Benoemd tot burgemeester van Zie-
rikzee jonkheer W. van Citters.
rechterlijke macht. Benoemd tot substituut-
griffier bij het provinciaal gerechtshof in Noord-Brabant
mr. C. H. Q. van Strijen, thans substituut-griffier bij de
arrondissements-rechtbank te Hoorn.
ONDERWIJS.
In de aigemeene vergadering der Vereeniging van
leeraren bij bet middelbaar onderwijs, den 29en Augus
tus jl. gebonden, werd de volgende motie aangenomen„De
vergadering, van oordeel dat de groote omvang van het
eindexamen der hoogere burgerschool tot nadeel strekt
van het onderwijs, en dat voor verschillende vakken
inkrimping wenschelijk is, noodigt het bestuur uit eene
commissie te benoemen, die aan de aigemeene vergade
ring van 1873 een voorstel indient aangaande de mid
delen die tot dat doel zouden kunnen leiden."
Tengevolge dezer uitnoodiging heeft het bestuur thans
eene commissie benoemdsamengesteld uit de volgen
de directeuren en leeraren aan hoogere burgerscholen
dr. J. van Bemmelendirecteur te Arnhemdr. C. P.
Burgerdirecteur te Leeuwardendr. L. A. J. Burgers-
dijk directeur te DeventerC. C. Iiuysmansleeraar te
Tilburg; dr. C. M. Kan, leeraar te Utrecht; dr. J. C.
Matthesleeraar te Groningenmr. B. H. Pekelharing
leeraar te Zutfendr. E. Piaget, leeraar te Rotterdam,
en dr. J. Zaayer, leeraar te Leeuwarden.
KERKNIEUWS.
In de voormiddaggodsdienstoefening der Neder-
duitscke hervormde gemeente te Zierikzee is gisteren
de heer J. A. Remy als predikant dier gemeente beves
tigd door zijn ambtgenoot den heer E. Snellen, die tot
tekst zijner toespraak gekozen had Mattheus 13 vers 3,
laatste gedeelte. De bevestigde hield des namiddags
eene intreerede naar aanleiding van Lukas 4 vers 1621.
MARINE EN LEGER.
Naar aanleiding van 'skonings besluit van den 9en
dezer, wordt de luitenant ter zee le klasse W. J. Scholten
van Aschat met den laatsten dezer eervol ontheven van
het bevel over Zr. Ms. monitor Krokodil en op nonactivi
teit gesteld; terwijl dat bevel, met den eersten November
daaraanvolgendewordt opgedragen aan den luitenant
ter zee le klasse G. Bijl de Vroe.
GEMENGDE BERICHTEN.
Bij de heden alhier gehouden schietwedstrijd door de
sociëteit van onderofficieren en korporaals der Middel-
burgsche schutterijonder de zinspreuk Door de wapens
vrienden, zijn behaald: de eerste prijs door den ser
geant de Jager; de tweede prijs door den heer Bosman,
buitengewoon lid; de derde prijs door den sergeant
majoor Bcone; de vierde prijs door den heer Meskes,
buitengewoon lid; de vijfde prijs door den korporaal
van Lodensteijn; de zesde prijs door den sergeant van
de Putte; de zevende prijs door den sergeant Mulder.