van prijsvragenuitgeschreven door de wis- en natuur
kundige faculteit der Groningsche hoogeschool. Op de
dcor de overige faculteiten uitgeschieven prijsvragen
waren geene antwoorden ingekomen.
Van 79 October jl. zijn alhier nog geëxamineerd:
7 candidaten als hoofdonderwijzer, waarvan toegelaten
5, te weten de heeren P. L. Ahsman, te Stoppeldijk,
M. de Bilte NieuwerkerkJ. K. Bootte Zierikzee,
G. Dros, te Hoedekenskerkeen R Visser, te Wissen-
kerke; 1 als hulponderwijzeres, welke is toegelaten,
zijnde mejufvrouw J. D'huij, te Zierikzee; 1 als
onderwijzer in de Engelsche taal, met ongunstig ge
volg; 3 als onderwijzer in de wiskunde, waarvan
toegelaten 2, te weten de heeren W. Albregts, te Ka-
pelle, en L. Heijboer, te Stavemsse; 4 als onder
wijzeres in de fraaie handwerken voor meisjes, van
welke 3 zijn toegelaten, te weten mejufvrouwen M. J.
Haccau, A. J. de Nood en S. L. Snijders alhier.
MARINE EN LEGER.
De luitenant ter zee lc klasse J. A. Waldeck, behoo-
rende tot de rol van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis,
wordt met den 15en dezer op nonactiviteit gesteld.
Gedurende den aanstaanden winter zullen de oefe
ningen in de rijkunst zoo voor officieren van onbereden
wapens en diensten als voor studenten voor den mili
tairen geneeskundigen dienst, in de garnizoenen waar
zich bereden korpsen bevinden te Zutfen cn Leiden
echter voor zooveel daartoe paarden beschikbaar zijn
weder op den gebruikelijken voet plaats hebben.
Ditmaal zullen tot het geven van bedoeld onderricht,
van 1 November a. tot 1 April 1873, van de na te
melden korpsen pelotons ter sterkte van 1 luitenant,
2 wachtmeesters, 3 korporaals en 20 huzaren worden gede
tacheerd, als: van het 2e regiment huzaren uit Breda
naar Bergen op Zoomvan het 4e regiment huzaren uit
Roermond naar Maastricht en uit Deventer naar Leeuw
arden, zoomede een peloton ter sterkte van 1 luitenant
2 wachtmeesters, 2 korporaals en 14 huzaren mede uit
Deventer naar Groningen.
KOLONIËN.
De gouverneur-generaal van Nederlandsch-Iadië heeft
de volgende beschikkingen genomen.
(Javasche courant van den 25cö Augustus.)
civiel departement. Ontslagen: uit 's lands
dienst, de gewezen 2C commies op het bureau van den
algemeenen ontvanger bij 's lands kas tc Batavia
M. A. Steenhard.
Benoemd: tot substituut-officier van justitie bij den
raad van justitie te Soerabaija, de lc substituut grif
fier bij het hooggerechtshof van Nederlandsch-Indie
mr. G. n. Lowe; tot lid van den raad van justitie te
Soerabaija, de benoemde substituut-officier van justitie
te Samarang mr. J. C. Mulock Houwer; tot substituut-
officier van justitie bij den raad van justitie te Sama
rang, de benoemde substituut-officier van justitie bij
den raad van justitie te Padang mr. J. D. Raschtot
substituut-officier van justitie bij den raad van justitie
te Padang, de griffier bij den omgaanden rechter in de
4e afdeeliug mr. C. Rasch; tot lcn commies bij het
departement van justitie, de 3e substituut-griffier bij
het hooggerechtshof vanNederlandsch-Indië mr.C. baron
van Voorst tot Voorsttot lid der wees- en boedelka
mer te Banda A. J. Ziegelercommies bij de pakhuis-
administratie aldaar; tot schout voor de politie te
Weltevreden (Batavia)de onderschout voor de politie
aan de DiestpoortJ.L.Bolderman; bij het binnenlandsch
bestuurtot controleurs 3e klassein de adsistent-resi-
dentie BenkoelenJ. Oldenborghthans dien rang
bekleedende in de residentie Wester-afdeeling van
Borneo; in de residentie Wester-afdeeling van Borneo,
de ambtenaar ter beschikking in de residentie Zuider- en
Oosler-afdeeling van Borneo E. A. Taylor Webcr; in
de residentie Lampongsche districtende ambtenaar ter
beschikking in de residentie Palembang P. J. Avistot
ambtenaar ter beschikking, in de residentie Palembang,
de ambtenaar voor den burgerlijken dienst in Neder-
landsch-Indië P. II. Kennis; in de residentie Zuider-en
Ooster-afdeeling van Borneo, de ambtenaar voor den
burgerlijken dienst in Nederlandsck-I»:l:ë P. Folmer.
Ontslagen: op verzoekeervol, uit zijne betrekking
wegens ziekte, bij het departement van financiën, de
1* commies C. F. Rijkschroeff; op verzoek, eervol, uit
's lands dienst, met behoud van recht op pensioen, de
hoofdcommies J. J. Groenewald en de 2e commies
(J. J. de Booser.
Benoemd: tot hoofdcommies, de le commies J. W.
Dersjant; tot len commies, de 2e commiezen W. van
der Pijl en G. H. Pannekoek, onlangs van verlof uit
Europa teruggekeerd; tot 2cn commies, de 3e commies
F. H. Raderraacher en de ambtenaar voor den burger
lijken dienst in Nederlandsch-Indië J. Peelen, thans
voorloopig bij het departement werkzaamtot 3en com
mies, de klerk Th. Friedrichs.
departement van oorlog. Verleend: een twee
jarig verlof naar Nederland, aan den len luitenant der
infanterie L. A. Th. Nil.
Ontslagen: op verzoek, eervol, uit Zr. M\ mili
tairen dienst, wegens volbrachten diensttijd, met behoud
van recht op pensioen, de le luitenant, der infanterie
C. C. van den Vrijhoef; en de officier van gezondheid
2e klasse G. J. Filet; op verzoek, eervol, uit 'slands
dienst, met behoud van recht op pensioen, de hospi-
taalmeester bij het garnizoens-hospitaal te Padang E. M.
Coelen.
Bevorderd: bij het wapen der genie, tot luitenant
kolonel, de majoor K. L. Pfeiffer; tot majoor, de kapi
tein J. P. van der Eb; tot kapitein, de le luitenant
W. P. H. van Oorschot.
Overgeplaatst: geneeskundigen dienst, bij het
groot militair hospitaal te Samarang, de officier van
gezondheid 2e klasse W. J. Oosterhoff, van den genees
kundigen dienst van Sumatra's westkust en onderhoo-
righeden; bij het garnizoen te Soerakarta, de officier
van gezondheid 2e klasse A. J. H. van der Mijll Dek
kervan het groot militair hospitaal te Weltevreden;
bij den geneeskundigen dienst van Sumatra's westkust
en onderhoorigheden, de officier van gezondheid 2e klasse
J. W. T. E. Sikkes, van het garnizoen te Soerakarta;
infanteriebij het 3e bataljonde le luitenant K. A. Berg,
van het 4e bataljonbij het 4° bataljonde 2e luitenant
B. A. van Gelsdorp, van bet 3e bataljon; bij het
8C bataljon, de majoor II. J. van Lith, van het 13eba
taljon bij bet 17e bataljonde kapitein A. C. H. Ahn
en de 2e luitenant L. T. A. Winckelrespectievelijk van
het garnizoens-bataljon van Palembang en Benkoelen,
en de garnizoens-compagnie van Cheribonbij het gar
ni zoens-bataljon van Palembang en Benkoelen, de kapi
tein A. M. van der Meerbij de garnizoens-compagnie van
Cheribon, de 2e laitenant n. G. Balfour van Burleigh,
beiden van het 10e bataljon. Wordt vervolgd.)
GEMENGDE BERICHTEN.
Jl. Zondag middag is aan boord van Zr. M\ moni
tor Krokodil, liggende in de Marinehaven te Hellevoet-
sluis, door den officierskok op den officiers-hofmeester
met een scheermes eene poging tot moord gepleegd,
welke alleen door eene behendige wending van het
hoofd is verijdeld. De hofmeesterdie van achteren
werd aangevallen, kreeg echter eene wonde over den strot.
Uit Arnhem wordt gemeld, dat Jan van Druuten,
die in den avond van 31 Augustus jl. zijne beide jonge
kinderen in de rivier den Rijn heeft geworpentenge
volge waarvan het jongste is verdronken en die zich
sedert een paar dagen in de omstreken van Arnhem
ophieldop last der justitie is gearresteerd.
In de Baltische waggonfa briekte Greifswald;
werden Zaterdag jl. door het springen van den stoom
ketel 13 werklieden gedood en ruim een lOOtal meer
of minder, ernstig gekwetst; 73 hunner bevinden zich
in het ziekenhuis. De verwoesting, in de fabriek aan
gericht, is zeer groot.
De inlanders op Java gaan er slechts zelden toe
over de onroerende goederen, welke zij bij erfenis hebben
verkregen, te verdeelen. Vandaar, dut onbeduidende
perceelen soms gedurende drie of vier geslachten in de
zelfde familie blijven, zonder dat ooit een verdeeling
plaats heeft. Het gevolg hiervan is dat het perceel
in een onnoemelijk groot aantal aandeelen wordt gesplitst
tot groot ongerief van ieder en vooral van eigenaren zei ven,
daar niemand genegen is een perceel te koopen, hetwelk
twee honderd of meer eigenaren heeftzulke perceelen
zijn dan ook in de werkelijkheid buiten den handel.
Hij, die zulk een stuk grond wilde koopenzou meest
al alle eigenaren niet kunnen vinden en bij dozijnen
transactiën moeten aangaan, daargelaten nog het gevaar
dat hij, bij al zijn moeiteden een of anderen eigenaar
van een onbeteekenend aandeeltje vergat. Als een bewijs
hoe ongeloofelijk groot soms het getal onverdeelde aan
deelen in een onroerend goed bij inlanders zijn kan,
deelen wij mededat onlangs eeu perceel is overge
schreven, hetwelk verdeeld was in twee millioen acht
en dertig duizend zes honderd en acht aandeelentoe-
behoorendc aan zekeren Mohamad Salee c. a. Hierbij
komt nogdat het perceel op een waarde van f 2000 was
geschat, zoodat elk aandeel ongeveer een honderdste
gedeelte van een cent waardig is.
{Ind. Weebblv. h. recht.)
STATEN-GENERA AL.
tweede kamer.
Zitting van Donderdag 10 October.
{Nader verslag.)
Bij de voortgezette beraadslagingen over het wetsont
werp tot wijziging der Indische tarieven beantwoordde
de minister van koloniën de verschillende sprekers.
Omstandigheden van zijn wil onafhankelijk hadden den
minister tot zijn leedwezen belet vroeger de nota van
wijzigingen in te dienen, over welker late aanbieding
"Woensdag was geklaagd.
Tot de bij die nota voorgestelde reductie der invoer
rechten heeft tweëerlei motief geleid: 1° omdat maat
regelen worden genomen tot betere verzekering van de
heffing der in- en uitgaar.de rechten, die tot nogtoe
tot zoo groote sluikerij in staat stelde, en over 't alge
meen tot betere regeling van de belastingen in Indië,
zoodat het billijk was tegenover de inlandsche nijver
heid om nu ook de rechten lager te stellen2° omdat
Nederlandsche fabrikanten verklaard hebben in de af
schaffing der differentieele rechten te zullen berusten,
als de rechten zei ven verminderd werden.
Wat de voorgedragen wijziging omtrent het gedis
tilleerd betreft, deze is gegrond op de voorgenomen
invoering in Indiö van een accijns op het gedistilleerd,
waarna het invoerrecht op dit middel op gelijke hoogte
zal gebracht worden als het bedrag der belasting.
Van den minister van buitenlanüsche zaken heeft de
minister mededceling ontvangen, dat geen eigenlijke
onderhandelingen met de vreemde mogendheden zijn
geopend, maar dat hare aandacht is gevestigd op de
voorgenomen tariefwijzigingen en op de wenschelijkheid
om daarbij reciprociteit te verkrijgen.
Wat de afschaffing der differentieele rechten betreft,
men kon haar van de tariefwijziging van 1S65 volko
men verwachten. Reeds toen was het principe door den
minister aangenomende wet van 18(55 was dan ook een
wet niet van transactie, maar van transito. Stond de
minister destijds tegenover zijn vrienden, staatkundige
redenen noopten daartoe. In de verwikkelingen met
Engeland in de aangelegenheden der Straits settlements
bleek van Engeland's vrees voor den terugkeer der diffe
rentieele rechten, en nu wenschte de regeering door een
wijziging van het tractaat van 1824 te bedingen het sta
ken der vertoogen in zake van (le Straits settlements. Toen
dus, naar aanleiding van de wijziging van het Fransche
tractaat, een nieuw tarief moest worden vastgesteld,
konden daaruit de differentieele rechten niet verdwijnen,
omdat zij een wapen waren tegen Engeland's vertoogen.
Thans echter terug te komen op de differentieele rech
ten zou zijn een breken met de in 1865 reeds goed
gekeurde beginselen.
Maar bovendien, de minister trachtte aan te toonen,
dat de certificaten van oorsprong grootendeels een fictie
zijn. En wat de nijverheid betreft, indien zij, sedert
1830 „in de oranjerie" opgekweekt nog niet daar buiten
kan, dan heeft zij ook geen levenskracht. Zij kan de
bescherming echter wel missenmeent de minister. De
uitvoer-cijfers wijzen aan dat zij juiste krachtsinspan
ning kan ontwikkelenhetgeen haar gemakkelijker
wordt gemaakt door onze rclatiën tusschen Nederland
en Java.
Het denkbeeld, door den heer van der Linden Woens
dag ontwikkeld, noemde de minister zoo al geen utopie,
dan toch niet voor verwezenlijking vatbaar; eerst moeten
heeren- en cultuurdiensten in Indië opgeheven zijn en
dan kan van gelijkstelling sprake wezen.
De minister verdedigde verder, tegenover den heer
s' Jacob, de differentieele uitvoerrechten, daarbij be-
toogende dat er de koffie-en suikermarkt, wier behoud
ook de regeering ter harte gaat, volstrekt niet door
verloren zullen gaan.
Omtrent de financieele gevolgen berekende de minister,
dat de verlaging der rechten tot 6 pet. voor 'toogen-
blik een zuiver verlies van ton zal geven. Maar
het financieel verlies zal weldra door vermeerdering der
middelen worden gedekt; de bijzondere omstandigheden,
welke na de tariefverhging van 1865 een teruggangin
de ontvangsten hebben doen ontstaan, zijn ook thans
niet aanwezig.
De heer van Lijnden van Sandenburg, het wetsont
werp bestrijdende, deed uitkomen dat het een slecht
regeeringsbeleid was om eerst na de vaststelling der
nieuwe tariefwet onderhandelingen met de vreemde mo
gendheden te openen omtrent de verlaging der invoer
rechten. Hij meende in dezez. i. door niets gemoti
veerde, herziening van een toegeven aan buitenlandschen
aandrang te denkc-n, hetgeen hij een allergevaarlijkste
politiek achtte. Economische voordeelen te verwachten
uit de tariefsverlaging, daartegen pleitte de onder
vinding na 1865. Het belang der inlandsche bevolking
was in zeer geringe mate betrokken bij den tegenwoor-
digen maatregel en dat belang was bovendien ook aan
het belang van Nederland verbonden. Ontijdig achtte hij
den maatregel voor de industriedie niet ontberen kon
de bescherming, welke bovendien niet eenzijdig was,
omdat zij stond tegenover de kunstmatige verhouding
van onze nijverheid om elders débouchés te vinden. In
dat opzicht wees hij er op hoe Engeland eigen havens
sluit als het op de bescherming zijner industrie
aankomt. Ook in verband met de financieele be
zwaren meende hij dat ook Nederland rekening moet
houden met de politieke belangen van het moederland
en met de belangen van onze eigen industrie. Deeisck
van een goeden tariefwetgever moet zijn om een goede
transactie te zoeken tusschen bet practisch belang van
het oogenblik en de abstracte begrippen van absolute
theorieën.
Dezelfde meening werd in anderen vorm ontwikkeld
door de heeren van Naamen en Saaymans Vader, die