IRcrtgcltxvetk. om ook te Lyon eene medische faculteit te stichten, wegens de groote kosten liet varen. In de laatste dagen kan men niet te voorzichtig zijn in het mededeelen van nieuwstijdingen. Zelfs de meest conscientieuse bladen zijn genoodzaakt heden tegen te spreken, wat zij gisteren als zeker mededeelden. Zoo meldt le Temps heden weder, dat, in strijd met het gis teren medegedeelde, de regeering niet een administra tieve enquête, maar een rechterlijk onderzoek naar de ongeregeldheden te Nantes bevolen heeft. Yolgt hierop nu niet weder een démentidan is de quaestie op het juiste terrein gebracht. Le Progrès libéral van Toulouse verze- kertbovendieu dat de regeering aan de Oostcrspoorweg- maatschappij verboden heeft in het vervolg speciale treinen ten dienste van de bedevaartgangers naar Lour- des te laten loopen. Is deze raededeeling waar, dan bewijst het gouvernement daarmede een belangiijken dienst aan de bedevaartgangers en voorkomt de her haling van zulke treurige tooneelen, als in de voor gaande week te Nantes plaats vonden. Ook bet voornemen tot eene buitengewone oproeping der permanente commissie naar aanleiding van deze ongeregeldheden of van de politieke reis van Gambetta door de departementen van het Zuiden wordt heden bepaald tegengesproken. Volgens de officieuse Provincial-Correspondenz beeft vou Bismarck in antwoord op den laatsten brief van den bisschop van Ermeland dezen te kennen gegeven, dat hij, daar het incident der feestviering te Marien - burg tot het verledeno behoort, zich van verdere deel neming aan de discussie met den bisschop onthouden moet en de geheele correspendentie betreffende dit incident in handen van den minister van eeredienst gesteld lieeft. De bisschop heeft tegen de inhouding van ziju traktement geprotesteerd en is, zooals de Volks-Zeitung verneemt, voornemens de regeering deswege in rechten te vervolgen. Geschiedt dit werkelijk en verklaart de rechter zich niet incompetent, dan zal de verwarring volmaakt zijn, want dan zal ook de rechterlijke macht noodzakelijk in conflict moeten komen hetzij met het administratief en geestelijk gezag beiden of met ieder afzonderlijk. In verband met hetgeen wij gisteren omtrent het heen en weer trekken van verschillende hooge prelaten mede deelden mag het telegrafisch bericht uit Rome aan the Daily News niet onopgemerkt gelaten worden, volgens hetwelk de komst van kardinaal de Bonnechose een nieuwe breuk tusschen den paus en Antouelli teweeg gebracht zou hebben. De kardinaal zou dikwijls door den paus ontvangen worden en met een bijzondere missie belast zijn. Welke die missie echter zijn zou en wat de reden der nieuwe spanning tusschen den paus en zijn eersten minister zou kunnen wezen, hierover bewaart het geheimzinnig bericht het diepste stilzwijgen. Opheldering van het gelijktijdig verblijf van de vreemde prelaten te Rome geeft het bericht dus volstrekt niet, alleen versterkt 't het vermoeden dat op het Vaticaan het een of ander in het schild gevoerd wordt. Het verla ten van Rome door den paus en de plaats van bijeen komst van het volgende conclave zijn twee zaken die voortdurend weder opduiken en dus blijkbaar vaak een onderwerp van gesprek op het Vaticaan uitmaken. Of aan een van deze beide zaken thans gedacht moet wor den is moeilijk te bepalen. EEN" BEZOEK AAN" METZ. Bij de lezing van de volgende mcdedeelingen en op merkingen van den heer Adolf Ebeling omtrent den tegenwoordigen toestand van Metz, moet men niet uit het oog verliezen, dat zij van Duitsehe zijde komen en dus misschien nu en dan wat al te gunstig zijn voor de Duitschers en wat al te partijdig tegenover de Fransehen. Het onderscheid van den toestand in Metz vóór 1870 en thans zoo schrijft de heer Ebeling is even karakteristiek als beteekenisvolen een nadere beschou wing overwaardig. Wie kort vóór bet uitbreken van den oorlog, als wij onze koffie op de Parijsche boule vards dronken of in de Champs Elysóes wandelden, gezegd had, dat Metz na jaar en dag een Duitsehe stad zou worden, dien hadden wij stellig voor een phantast uitgelachen en hem medelijdend gevraagd of zijn bovenkamertje wel in orde wasja zelfs na de oor logsverklaring zouden wij zoo iets niet hebben geloofd. En toch is het geschied, en als ik des morgens vroeg uit mijn venster kijk dan zie ik de flinke Pruisische en Beiersche regimenten met spelende muziek voorbij trekken om huiten te gaan exerceeren en manocuvree- ren, opdat zij steeds goed geoefend zouden blijven, want„men kan niet weten." Als de soldaten twee of drie uren later weder binnen komen zijn zij niet meer zoo netjes en zindelijk als des morgens; integendeel ze zijn grauw en rood van het stof en de warmte; maar zij hebben getoond, dat zij nog de ouden zijn en dat men zich op hen kan verlaten. Dat hoort nu eenmaal zoo bij het handwerk, want nu Metz een Duitsehe stad is, is het in de eerste plaats en voornamelijk een militaire stad geworden. Bij iederen voetstap dien men zet kan men dat overal opmerken, zoodat men telkens aan het gezegde van Heinrich Heine over Duitsehe garnizoensplaatsen wordt her innerd: Wenig Menschen auf den Strassenaber da/iir um so rnehr Soldaten" Zoo erg is het hier echter nog niet, want het eigen lijke garnizoen telt ternauwernood 10,000 man; maar in de groofere en kleinere steden en dorpen van den omtrek liggen nog 6000 man, zoodat de vesting tegen een eventueele verrassing volkomen is beveiligd. Mis schien lacht men bij het lezen van deze woorden, alsof het te dwaas is aan zoo iets te denken, doch de heet hoofdige Fransche bevolking van Metz heeft tot nogtce de gedachte aan een vroegere of latere revanche niet opgegeven. On ne 'peut pas savoirzeggen zij en halen zich dan allerlei dwaasheden door het hoofd en helpen elkander luchtkasteelen bouwen. De Parijsche dagbla den dragen er niet weinig toe bij om eene hoop levendig houdendie ieder verstandig man moet beschouwen tot het gebied der ij dele droomerijen te behooren. Doch wij zullen hen laten praten en hen voor Frankrijk laten opteerenopdat wij hen op 1 October kwijt raken. De eerste October is namelijk de dag der groote beslissing voor allen die nog in twijfel mochten verkee- ren omtrent de keuze - van hun nationaliteit. Ieder Franschman, die na dien termijn nog in Metz vertoeft, zal voor goed-Duitsch worden aangezien, hij mag wil len of niet. Velen hebben het uiterste van den termijn niet afgewacht, maar hebben reeds vroeger en zonder zich om de optie te bekommeren Metz verlaten en zijn naar Frankrijk getogen, doch velen ook zijn eenige weken of maanden later stilletjes teruggekomen om definitief hier te blijven. Voor menigeen moet het in het beloofde land niet zoo goud- en rooskleurig zijn geweest als hij zich had voorgesteld. De hooge belas tingen, het woelen der verschillende partijen en vooral de onzekerheid omtrent de politieke toekomst van Frank rijk zullen velen hebben aangespoord den ouden haard weder op te zoeken. Evenwel zal, tengevolge van de optie, op den eersten October het aantal inwoners aanmerkelijk zijn vermin derd, maar wij moeten daarin als in een onvermijdelijke noodzakelijkheid berusten en hopen op aanvulling uit Duitschland, doch deze laat nog steeds op zich wach ten. En dit is nu juist de Achilles-pees van onzen toestand in Metz. Zij die tot nogtoe uit Duitschland zijn overgekomen en zich in Metz hebben neergezet, behooren juist niet tot de crème der maatschappijgroo- fcendeels zijn zij herbergiers, die tevens een kosthuis openen, maar van de tien. kan niet een bet volhouden. Voorts een aantal tabaks- en sigarenhandelaars, die tegen matigen huurprijs een geschikte lokaliteit trachten te krijgen om een winkeltje te openen. Dergelijke inrichtingen verrijzen als paddestoelen, houden zich eenigen tijd staande en verdwijnen dan weder. In geen stad ter wereld wordt zooveel met nicoüana geknoeid als in Metz waar een werkelijk goede sigaar tot de grootste zeldzaamheden behoort. Ook aan handwerks lieden is groot gebrekdaar de Fransche bijna allen zijn vertrokken en de Duitsehe nog geen moed schijnen te hebben om zich hier te vestigen. Doch dit behoeft geen reden van ongerustheid of moedeloosheid te zijn; het is een natuurlijk gevolg van den bestaanden toestand die als een overgangs periode moet worden beschouwd. En als men dit in het oog houdt dan is het verblijf te Metz tegenwoordig zeer dragelijken de vreemdelingen meestal Engel- schen en Duitschers die hier eenige dagen komen doorbrengen, voornamelijk om de slagvelden te bezoe ken, zijn gewoonlijk vol bewondering over „het schoone Metz" en kunnen zich niet voorstellen wat nog aan ons geluk zou kunnen ontbreken. Zoo schitterend is het hier echter onder ons ge zegd nog bij lange na nietdoch in geval van nood kan men het hier wel uithouden en wat niet is kan worden. Met het praedicaat „schoon" moet men het ook niet al te nauw nemen, althans niet met betrekking tot de stad zelve, die men, met uitzondering van de Esplanade en eenige straten, bepaald te na zou komen door haar „schoon" te noemen. De omtrek is het ech ter zoovee-1 te meer; men kan zich begeven in welke richting men ook wil, ja dit zelfs geheel aan het toeval overlaten, overal zal men door een prachtig uitzicht worden verrast: hier op het Moezeldal, daar op de met groen getooide heuvels, elders op de wijnbergen met hun vriendelijke landhuizen en dorpen. Ik noemde zooeven de Esplanade. Deze groote wandel plaats met haar kastanje- en lindenhoom-lanen en haar zeer smaakvol aangelegde bloemperken was van oudsher het geliefkoosde rendez-vous voor de elegante wereld van Metzhet tooneel dat zij oplevert is thans geheel veranderd. De Fransche officieren zijn door Duitsehe vervangenen evenzeer de Fransche dames door Dnit- Het artikel van den heer Ebeling is nog in de vorige maand geschreven. sche. Of het tooneel daardoor heeft gewonnen of ver loren is natuurlijk quaestieus; de Franschcn beweren dat het heeft verloren; ik, als goed Duitseh patriot, laat mij natuurlijk met geene discussie hierover in, maar beslis bepaald voor de eerste opvatting, vooral sedert mijne landsmeisjes haar tamelijk verouderde oud- Frankische kleederdracht tegen de Fransche hebben verwisseld. Men raeene niet, dat dit maarnesterijenen bagatellen zijn, volstrekt niet. VerscheideneFranschen, heeren zoowel als dames, hebben mij in hoogen ernst verzekerd, dat zij zich reeds met de Duitschers begon nen te verzoenen, sedert zij hadden gezien, dat de Duitsehe dames de Fransche mode volgden. Het toilet is dus hier in zekeren zin het middel ter verzoening tusschen de beide nationaliteiten geworden. Menig Duitseh professor uit de oude school zal hierom lachen en meesmuilen maar toch is het zooik blijf er bij. De Fransche damesdie in het eerste jaar na de overgave slechts rouwkleederen droegen (menigeen, vooral van de jongere stonden zij zeer lief) hebbenzoodra zij meikten, dat er gevaar bestond om door de nette toi letten der Duitsehe dames te worden overvleugeld, de zwarte kleederen weggeborgen en kleeden zich niet al leen weder in allerlei kleuren maar trachten ook haar rivalinnen te overtreffen. Kleine oorzaken hebben groote gevolgen. De heeren van de rijkskanselarij te Berlijn hebben er geen begrip van hoe de concurrentie in damestoiletten politieke gevolgen kan hebben, en toch is het zooals ik gezegd heb. De avonden op de Esplanade zijn zeer aanlokkelijk; een zomeravond met heldere maneschijn herinnert daar aan de trophische nachten. Op banken en stoelen langs de bloemenparken en boschjes zitten pratende groepen zoowel van Franschen als Duitschers, want de belachelijke afscheiding die verleden jaar nog bestond, toen de Franschen aan de eene en de Duitschers aan de andere zijde van de laan zatenbestaat niet meer, en hoewel men nog niet fraterniseert, ziet men toch elkander niet meer met. zoo schele, hatelijke blikken aan als in den eersten tijd na de overgave. Uit het Café du Heaume klinkt Duitsehe regiments-muziek, maar het orchest, speelt dikwijls Fiansche opera-melodieën en somtijds ook een algemeen geliefde Potpourri waarin de Marseillaise voorkomt. Het gezelschap in genoemd koffiehuis be3taat intus- schen grootendeels uit officiereu en Duitsehe ambtena ren, Franschen wagen er zich slechts zelden in, en Fransche dames volstrekt niet men moet cok niet te veel van haar vergen, maar zij wandelen gaarne in de naastbij gelegen laan op en neer om naar de muziek te luisteren, die zij voortreffelijk vinden als een Fransch stuk wordt gespeeld. Dat is het begin voor een later geheel te voltooien entente. Het Café du Heaume heeft ook nog een andere zeer gelukkige eigenschap, nl. dat het ijs er gewoonlijk slecht is. Dit moge nu paradox klinken, men zal zoo aanstonds erkennen, dat het evenwel waar is en dat deze omstandigheid e?n niet te verachten internationale beteekenis heeft, die evenzeer de verzoeningspolitiek in de nieuwe rijkslanden bijzonder begunstigt. In het Café du graud balcon nl., aan de andere zijde van de Esplanade, vindt men steeds uitmuntend yshet beste uit Metzen even goed als dat van Tor toni of Rouzé te Parijs, en het gevolg daarvan is dat zeer veel Duitschers met hunne dames naar dat koffie huis gaan, hoewel het eerst uitsluitend door Franschen werd bezocht. Nu bevinden zich gelukkigerwijze onder de Duitsehe dames verscheidene met allerliefste ge zichtjes, en de schoonheid is een vrijpas die altijd en overal wordt gerespecteerd. Dit heeft toenadering en kennismaking ten ge volge gehad en zelfs onlangs twee huwelijken van een Duitseh geneesheer met een Fransche dame en van een Fransch grondeigenaar met de dochter van een Duitseh kapitein, alles dank zij het slechte ijs van het Café du Heaume of liever van het goede in het Café du grand balcon, al naar men wil. Het spreekt van zelve, dat die gebeurtenissen algemeen opzien heb ben gebaard, en sedert dien tijd bezoeken de trouw lustigen van beide nationaliteiten meer dan ooit het Café du grand balcon, om te beproeven of god Amor, de grootste cosmopoliefc van de wereld, hun ook gunstig zou willen ziju. On ne peut pas savoir! Laat ons nog een afscheidsgroet aan de Esplanade brengen. Het is intusschen avond geworden. Het wes telijk terras is het drukst bezocht, want van daar heeft men het uitzicht op het Moezeldal, dat in den mane schijn een der schoonste landschapsgezichten oplevert die men kan vinden. Alles is in een bleeke nevel, als in een sluier gehuld; de in de diepte stroomen de Moezel schijnt een zilveren streep te zijn; ter linkerzijde schit teren de flonkerende lichten door den nevel het zijn de ijzerhutten van Ars, en recht voor ons, als achtergrond, maar door de geheele breedte van het dal van ons gescheiden, ziet men de donkere lijnen van eenige hoogten waarop een geoefend oog nu en dan een flauwe lichtschijn kan onderscheiden; daar liggen de forten die ons beschermen en die thans^dubbel zoo sterk

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 3