gemiddelde marktprijzen. Aardappelen 2.70 a 3.30 per hectoliter. Versche boter f 1.20 a f 1.10 per kilogram. PRIJZEN VAN EFFECTEN. Amsterdam 3 October 1872. Nederland. ♦Certifie. Werkelijke schuld 2# pet. ♦dito dito dito 3 ♦dito dito dito 4 ♦Aand. Handelmaatschappij 4# ♦dito exploitatie Ne l.staatssp. België. ♦Certificaten bij Rothschild 2# Frankrijk. ♦Inschrijvingen3 ♦dito 5 Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 5 ♦Certifie. adm. Hamburg 5 ♦dito Hope 0.1855, 6* serie 5 ♦Cert. f 1000 1864 5 ♦dito f 1000 18665 ♦Loten 18665 ♦Oblig. Hope Co. T .eening 1860 4# ♦Certifie. dito4 ♦Inseript. Stieglitz C°. 2e a 4e L. 4 ♦Obligatiën 1867—69 4 ♦Certificaten6 ♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 ♦Oblig. dito4 Obl. spoorweg Poti-Tiflia. 5 dito dito Jeloz Orel5 dito dito Cha rkow Azow. 5 Polen. ♦Schatkistobligatië.i 4 Oostenrijk. ♦Oblig. metall. in zilver Jan./Juli. 5 ♦dito dito April/Oct. 5 ♦dito in papier Mei/Nov. 5 ♦dito dito Febr/Aug. 5 Italië. Leening 18615 Spanje. ♦Obligatiën.Buitenl186771. 3 dito Binnenlandsche 3 Portugal. ♦Obl. 1856—69 3 Turkije. dito (binnenl.)5 Egypte. Obl. 18687 Amerika. ♦Obl. VereenigdeStaten(1874) 5 ♦dito dito dito (1904) 5 ♦dito dito dito (1882) 6 ♦dito dito dito (1885) 6 ♦Obl. Illinois 7 ♦dito dito Redemtion. 6 Obl. A tl. Gr. W. Spv. Ohiosec. (7p) dito dito geconf olidèerde7 dito dito debentures. 8 Obl.St.PauI&Pac.Spw.lesec. 7 dito dito dito 2esec. 7 dito dito 1869 dito 7 Brazilië. ♦Obl. 186341 ♦dito 18655 Mexico. dito 18513 Grenada. dito afgestempeld 6 Venezuela, dito3 Ecuador. dito1 55A 65 87# 137# 117 78j 99 74| 85# 99Ar 98# 89 74# 74# 48# 228J 180 93# 92# 90# 73# 64 59 30 252 40# 51# 89 97# 99^ 72# 95# 14# 21# Prijzen van coupons. Amsterdam, 2 October. Metall. f 22.80; Dito zil ver f 24.62#Dito Eng. per f 11.97#Eng. Russen per f Eng. Portugal per f 11.97#; Franache 55#; Belg. f 56#; Pruis, f 35#;; Hamb. Russen f 31#; Russen in Z. R. f 32#; Pools, in Fl. f 37#; Napelsclie f Spaansche Piasters f 2.21#; Spaansche in Frcs. f 11.95; Amerikaansehe Dollars f 2.44#Papier f 2.15. Tttwrtmtiën. Heden overleed mijn geliefde echtgenoot KLAZINA SUSANNA KATHARINA DE LIGNYin den ouder dom van 48 jaren. TholenD". I. M. BOOM. 29 September 1872. Algemeene kennisgeving. Heden overleed tot onze diepe droefheid, ons geliefd Kindje CORNELIA MARIA, in den leeftijd van acht maanden. J. C. M. DHONT. Middelburg, C. A. DHONT 3 October 1872. van Sluijs. Voor de talrijke bewijzen van innige deelneming van alle zijden ondervonden bij de vele en smartelijke ver liezen die ons dezen zomer getroffen hebben, betuigen wij, ook namens onze kinderen en behuwdkinderen, onzen hartelijken dank. Middelburg, P. LEUPEN, 3 October 1872. H. C. C. LEUPEN, van kampen. De COMMISSIE, benoemd in uwe vergadering van den 9en September 1872 en door u belast met een onder zoek der administratie van de ILTEYEW^-'W'ES&EE- HERIKG-MAAT§€HAFFI J NEDËRLAWD, is gereed met haren arbeid en bereid u verslag te geven van dat onlangs door haar ingesteld onder zoek. Mocht dat verslag u niet in alle deelen be vredigen, mocht haar arbeid u minder volledig toe schijnen, dan zal het haar aangenaam zijn, dat dit door li niet worde toegeschreven aan gebrek aan belangstel ling in de ontvangen opdracht, maar alleen aan den grooten omvang van de taak, op hare schouders gelegd, aan de groote bezwaren, verbonden aan eene grondige volvoering er van. Gaarne erkent zij, dat de loyale wijze, waarop H. H. Directeuren der maatschappij heb ben gestand gedaan de belofte, door hen gegeven, om nl. de commissie alle zoodanige inlichtingen te verstrek ken, als deze nuttig en noodig zoude achten, die taak aanmerkelijk lieeft verlicht. Voor en aleer tot het onderzoek over te gaan heeft uwe commissie zich de vraag gesteld, wat aanleiding heeft gegeven tot de ongerustheid, die bij deelhebbers bestaat, eene onrust, die bij sommige inschrijvers tot wantrouwen steeg, welke overweging haar geleidelijk zou voeren tot de middelen, die kunnen strekken tot een onderzoek naar de meerdere of mindere gegrondheid der bestaande bezwaren. Het feit, dat nog altijd de heer Langrand Dümonceau is adviseur van bedoelde maatschappij en als zoodanig een gedeelte der behaalde winst trekt; een verondersteld verband tusschen de maatschappij Nederland en de Nederl. Hypotheekbank te Amsterdam, van welke laatste eveneens directeuren zijn de heeren P. L. DUBOURCQ, en J. BOS; de minder gunstige afloop der overlevingskassen, gedeeld in de jaren 1869, 70, 71 en 72, ziedaar de feiten, waarin de deelhebbers genoegzamen grond meen den te vinden om tot buitengewone stappen omtrent de directie der maatschappij Nederland over te gaan. Omtrent het eerste feit heeft de directie der maat schappij in een open brief, geplaatst in de N. Rotter- damsche courant van den llcu September en waarvan aan de deelhebbers bij circulaire afschrift werd gezon den, reeds het volgende medegedeeld: „De heer Langrand Dümonceau is oprichter der maatschappij en heeft bij de oprichting gratis verstrekt alle tarieven, berekeningen (door de Nederlandsche regeering goedgekeurd), formulieren enz., voor eene der gelijke zaak benoodigd en waarvoor anders duizenden guldens benoodigd zijn. De door hem bedongen remu- neratie had dus een redelijken grond en herhalen wij, dat wij ons zedelijk en materieel verplicht achten die na te komen. Andere betrekkingen tusschen de ven nootschap Nederland en den heer Langrand Dümon ceau en met zijne andere maatschappijen van finanticlen aard hebben niet bestaan en het lot van die maatschap pijen oefent geen invloed uit op de vennootschap Ne derland." Bij onderzoek is het uwe commissie ook gebleken, dat het adviseurschap wel in naam, maarniet inderdaad bestaat. Uit de inlichtingen, haar door H. II. Direc teuren, in tegenwoordigheid van den beer commissaris voorzitter der maatschappij mr. J. Leonard Wolter- beek, verstrekt, bleek haar, dat meergenoemde heer Langrand, in de laatste 10 jaren, geene vergadering van aandeelhouders, noch van commissarissen heeft bij gewoond dat in al dien tijd hem geen advies is gevraagd en hij zich op geenerlei wijze met de administratie der maatschap])}) heeft bemoeid. Het eenig verband, 'twelk er gedurende dien tijd tusschen hem en de maatschappij heeft bestaan, is, dat jaarlijks aan hem is uitgekeerd 5 pet. van de winst, die overbleef, nadat eerst aan de aandeelhouders 4 pet. rente van bet door hen gestort kapitaal was uitbetaald, benevens f 1 van iedere in dat afgeloopen jaar afgegeven polis in voege bij art. 32 der statuten is bepaald. Als adviseur der maatschappij is op dit oogenblilc werkzaam de heer dr. van LANKEREN MATTHES, Directeur der H. burgerschool te Amsterdam. De meening, dat er verband zou bestaan, tusschen de Nederl. Hypotheekbank en de Maatschappij Neder land, bleek uwe commissie geheel ongegrond te zijn. Beide Maatschappijen worden geheel afzonderlijk gead ministreerd en hebben zich nimmer in de reservefondsen der Maatschappij Nederland een enkele pandbrief der Hypotheekbank noch eenig aandeel van andere Maat schappijen, door den heer Langrand gesticht, bevonden. Te ontkennen valt het echter niet en uwe commissie releveerde dit reedsdat aan het hoofd der beide ad ministration dezelfde personen staan. Uwe commissie heeft het dan ook in het belang der Maatschappij Neder land geacht, (en zij deed dit met den noodigen aan drang) om de heeren Dübourcq, en Bos opmerkzaam te maken op de wenschelijkheid meerdere openbaarheid aan den toestand der Nederl. Hypotheekbank (in liqui datie) te geven om daardoor het wantrouwen weg te nemen, 't welk onwillekeurig bij het publiek omtrent hunne personenook in betrekking tot de Maatschappij Nederland, moet ontstaan. De ongunstige afloop der overlevingskassen, gedeeld in de jaren 1869, 70, 71 en 72. Uit het daaromtrent ingesteld onderzoek werd het uwe commissie duidelijk, dat daarop voornamelijk de volgende omstandigheden van invloed zijn geweest. Uit de regis ters van bedoelde kassen, haar welwillend door H. H. directeuren verstrekt, bemerkte zij, dat de koers der 4 pet. Nederl. fondsen, volgens welke in de jaren 1859 1862 de in genoemde kassen gestorte premiën op het grootboek zijn ingeschreven, varieerde van 97 tot 100 pet.; terwijl bij deeling die koers was in 1869, 1870 en 1871 84 pet. en in 1872 88 a 89 pet, zoodat dit koersverschil voor de overlevingskassen gedeeld in 1869, 1870 en 1871 een verlies van 13 a 17 pet. ople verde en voor die gedeeld in 1872 een verlies van 11 a 12 pet. In de tweede plaats bleek het uwe commissie, dat het sterftecijfer, gedurende de jaren waarover de kas sen liepenveel gunstiger was geweestdan waarop bij de opening der kassen was gerekend, terwijl bet hare aandacht trof, dat de sterfte, welke onder de deel hebbers had plaats gevondenmeestal de inschrijving van een klein bedrag had getroffen. Tot staving hiervan het volgende. Yan de 102 inschrijvers in de overlevïngskasverdeeld in 1870, vertegenwoordigende te zamen een kapitaal van f 40,405, waren gedurende de jaren, dat die kas liep, slechts 6 overleden, verte genwoordigende het gering bedrag van f 1067.50. Deze omstandigheden, aan uwe commissie bekend ge worden door de inzage van meergenoemde registers en de inlichtingen van H. directeuren, zijn ook medegedeeld aan de deelhebbers, die bij de opening der kassen en vaststelling der ver deeling zijn tegenwoordig geweest. Uwe commissie acht het niet overbodig hierbij in her- innering te brengen art. 15 der voorwaarden, welk artikel ook in de afgegeven polissen is opgenomen en 't welk luidt: „Op de tijdstippen, bepaald zijnde voor iedere deeling, wordt de staat van de verdeeling vastgesteld door een be sluit van commissarissenin vereenigjng met vijfentwintig der grootste deelhebbersdie hunne rechten hebben be wezen of met alle deelhebberswanneer hun getal min der dan vijfentwintig bedraagt. Wanneer deze deelheb bers op de hun te dien einde gedane oproeping niet verschijnen,zullen commissarisen den staat van verdee ling vaststellen in vereeniging met de aanwezige deel hebbers, welk ook hun getal moge zijn." Is de staat der verdeeling door 25 of minder deel hebbers nagezien en geteekend, dan wordt deze ter goedkeuring aan H. H. Directeuren van het grootboek gegevendie nagaanof die staat overeenkomstig de voorwaarden is opgemaakt en eerst bij accoordbevinding het bedrag ter naam staande van bedoelde ovcrlevings- kas uitkberen. Deze staat van verdeeling blijft bij de directie van bet grootboek berusten. Aan de deelhebbers is dus de gelegenheid opengesteld bij de vaststelling der verdeeling tegenwoordig te zijn en de noodige inlichtingen omtrent de geschiedenis en den staat der kas te verkrijgen, terwijl in de controle, door de directie van het grootboek uitgeoefendwaar borgen zijn gelegen tegen mogelijke misbruiken van de zijde van H. H. Directeuren van de Maatschappij Neder land. Het is uwe commissie echter wenschel ijk voorgekomen ten einde een meer geleidelijk overzicht over den staat en eenige wetenschap omtrent de vermoedelijke uit komsten der kassen te verkrijgendat door de direc tie op de staatjes, die jaarlijks aan de deelhebbers wor den verzondennog worde vermeldtot welken koers de inschrijvingen op het grootboek zijn geschiedaan welk verzoek de directie heeft verzekerd te zullen vol doen. Het zal wel niet noodig zijn er op te wijzen, datmoge zoodanige mededeeling ook al eenig meerder licht aanbrengenze tot geen juiste kennis van den staat der kassen kan leiden. Deze zou alleen verkregen kunnen worden door de oproeping van deelhebbers, die ingevolge art. 14 der voorwaarden nu bij de deeling der kas geschiedt, jaarlijks te doen en telkens eene gelijke berekening te maken, als nu op dat tijdstip ge beurt, een arbeid, van zoo grooten omvang, dat ze als onuitvoerbaar mag worden beschouwd. Kon uwe Commissie met deze mededeelingen dat ge deelte van hare taak, dat liep over een onderzoek der feiten, die aanleiding hebben gegeven tot de ongerust heid, bij de deelhebbers bestaande, als afgedaan be schouwen, toch heeft zij gemeend de opdracht, haar verleend, in ruimeren zin te moeten opvatten en haar onderzoek te moeten uitstrekken tot de verzekeringen bij overlijden en de grondslagen, die daaromtrent door de maatschappij zijn aangenomen, zoowel wat betreft de berekeningen der premiën als die der reservefondsen. Zij achten het hare taak, voor zoover namelijk haar dit mogelijk was, ook den inschrijvers op verzekeringen bij overlijden zoodanige inlichtingen te verschaffen, als noodig zijn om hun de overtuiging te schenken, dat bij voldoening hunnerzijds aan de op zich genomen verplichtingen de maatschappij ook ten volle aan de hare zal kunnen voldoen. Als hoofdvoorwaarde hiervoor meent uwe commissie te mogen beschouwen een reservefonds, niet willekeu rig opgemaakt, maar berekend naar wiskundige gege vens en dus in wiskundige verhouding staande tot do risico's, die de maatschappij loopt. Uit de haar voorgelegde boeken bleek het die com missie, dat de maatschappij Nederland zoodanig reser vefonds bezit, een fonds, waarvan het bedrag telken jare wordt vastgesteldnadat is berekend hoeveel voor de risico van elke post, die de maatschappij loopende

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 3