öuitentattö.
daar de bestorting onafgebroken zal geschieden langs
den gtheelen oever van het bedreigde dijkvak.
Bij de over dit voorstel gevoerde beraadslaging be
toogde de heer Dronkers, dat hij niet overtuigd is van
de noodzakelijkheid van dit werk, hetwelk de enorme
som van bijna f 30,000 kosten moet. Hij zou de be
storting niet zoover uitstrekken, ze over twee jaren
willen verdeelen, enz. Ook had hij bezwaar dat de
laatste poiliDg alléén is verricht door den commies Ba-
rentsen en niet door den oppercommies, wiens werk het
is, welk laatste gevoelen werd gedeeld door den heer
de "Nood.
De voorzitter wederlegde de gemaakte bedenkingen.
Hij deelde mede en hierdoor werd ook eene vraag
van den beer van Berlekom beantwoord dat de
afneming van den onderzeescben oever der Zuid watering
sinds een 15tal jaren plaats heeft en de primitieve oor
zaak gelegen is in de afneming van den Galoot, waar
tegen de heer Dronkers inbracht dat de Caloot juist veel
afgenomen is tengevolge der afdamming van liet Sloe,
zoodat de genoemde tijdruimte van vijftien jaren wel
wat heel lang raag geacht worden. De voorzitter hield
het door hem gezegde staande en wees er op dat de
afdamming van het Sloe, als zijnde eerst kort geleden
tot stand gekomen, nog geen invloed heeft kunnen uit
oefenen. Wat voorts betreft het aangevoerde omtrent de pei
lingen mei'kt hij op dat de hoofdcommies dezen zomer de
peilingen heeft verricht doch de laatstepeiling niet, uit
hoofde van zijne vele andere hoogst gewichtige bezig
heden. De commies Bareutsen is bovendien ervaren en voor
het verrichten der peilingen zeer geschiktook doet hij
de peilingen niet alléén, maar in tegenwoordigheid vail
een opzichter, die ze verifieert, en van vier roeiers
der boot. Ook de heeren Lauibrechtsen van Ritthem en
Volkrijk Liebert ondersteunen het dorr den voorzitter
aangevoerde, eerstgenoemde door op te merken dat juist
in deze aangelegenheid de peilingen met meer dan gewone
nauwkeurigheid geschied en herhaald zijn; laatstge
noemde door er op te wijzen dat het voorstel van het
dagelijksch bestuur niet 'steunt op slechts éene peiling,
maar op verschillende peilingen van de laatste jaren.
De uitslag der beraadslaging is dat het voorstel, in
stemming gebracht, wordt aangenomen met 21 stem
men tegen 1, die van den heer Dronkers.
{Wordt vervolgd.)
De Staats-courant van heden bevat het koninklijk
besluit van den 20en September 1872, tot vaststelling
van een reglement voor het gebruik van de suatiesluis
te Erapel in den staatsspoorweg van Hedel naar 's ller-
togenbosch.
dezen had toegevoegd„Wat bijzonders is er dan aan
een keizer? Zijn wij het niet, die al die lui de kost ge
ven De rechtbank heeft n. 1. geoordeelddat deze
uitdrukking op keizer Wilhelm doelde.
De zonderlinge weersgesteldheid der jongste da
gen heeft in Engelaud veel ongelukken veroorzaakt.
Onderscheidene pleiziervaartuigen zijn omgeslagen en
een aantal eigenaars van jachten zijn met de bemanning
omgekomen. Er ontstonden zulke onverwachte en he
vige rukwinden als anders slechts in tropische gewesten
voorkomen. Sommige dier buien duurden niet langer
dan 7 minuten, maar hadden in dien korten tijd groote
verwoestingen aangericht. Die onweders werden door
strenge vorst afgewisseld 8 graden vorst heeft men op
onderscheidene plaatsen waargenomen; vooral in Schot
land is het zeer koud.
Evenals de mikado van Japan zal de schach van
Perzië 't volgend jaar een reis naar Europa maken. De
tegenstelling is zeker groot, dat in Engeland en elders
collecten worden gehoudenom den hongerdood van dui
zenden Perzische onderdanen te voorkomen, terwijl reeds
nu schatten worden uitgegeven, om aan die reisOoster-
schen luister bij te zetten. De keizer van Oostenrijk heeft
den schach uitgeuoodigd de tentoonstelling te Wèeuen te
te bezoeken en dit heeft aanleiding tot het besluit van
den Oosterschen monarch gegevende reis naar Europa
te ondernomen. Naar alles wat omtrent die reis vermeld
wordt, zullen de schach en zijn gevo'g, gedurende de
dagen van zijn verblijf in Oostenvijk's hoofdstad, mis
schien de grootste aantrekkelijkheid van de tentoonstel
ling opleveren. Sedert, 480 jaren voor Christus, koning
Xerxes Griekenland bezocht, heeft geen Perzisch monarch
dit voorbeeld gevolgd. De schach zal echter niet als
Xerxes met 5,283,220 zielen en 3000 schepen komenin
tegendeel verwacht men, dat de Engelsche regeering éen
koninklijk jacht te Konstantinopel ter zijner beschik
king zal stellenom hem naar Triest over te brengen.
VERKCOPINGEN EN AANBESTEDINGEN.
Dinsdag en Woensdag werden te Wissenkerke de
volgende onroerende goederen en rechten voor de daarbij
vermelde sommen in het openbaar te koop aangeboden:
1° Een hofstede met 75,87,00 centiaren land. Verkocht
tegen f 972 de 41,68 centiaren, voor f 176,933.16.
2° 84,69,38 centiaren dijken en schorren. Verkocht voor
f 24,005. 3° Do ambachtsheerlijkheid Carapens Nieuw-
land. Verkocht voor f 5000. 4° Eeu aandeel in de
ambachtsheerlijkheid van Wissenkerke en Geeredijk.
Verkocht voor f 1475. 5° Tiendrechten, waarvan de
gemiddelde jaarlijksche opbrengst bedraagt f 421.24.
Verkocht voor f 6830.
bijaldien men die verlangen mocht. De heer Dron
kers repliceerde dat hij alleen nog wil mededeelen, dat
hij gisteren gehoord heeft dat een der aanvragers op
zijn verzoek niet alleen van het rijk de beschikking over
de stranden ter genoemde plaats verkregen heeft, maar
ook de gronden achter het duin gelegen in eigendom
heeft bekomen, zoodat de andere aanvragers niets
aan de inwilliging van hun verzoek hebben zou
den. De heer Becius achtte zich verplicht tegen het
beginsel op te komen. Het reglement geeft aan de
algemeene vergadering de bevoegdheid om grond in
erfpacht uit te geven, maar het is niet onverschillig aan
wien en onder welke voorwaarden dit geschiedt, en hij
is het niet eens met den voorzitter, dat het vaststellen
der voorwaarden en de bepaliug aan wien de uitgifte
zal plaats hebben zon behoorrn tot. de competentie van
het dagelijksch bestuur. De heeren Schorer en van
Berlekom zijn het met den heer Becius volkomen
eens, dat de algemeene vergadering ieder afzonderlijk
geval behoort te beslissen en die beslissing niet tot de
bevoegdheid van het dagelijksch bestuur behoort.
De voorzitter splitst alsnu het voorstel en wil in
stemming brengen de vraag: of de algemeene vergade
ring het dagelijksch bestuur wil machtigen tot uitgifte
van duingrond?
Vooraf worden, op verzoek van den heer Schorer,
de twee bij het dagelijksch bestuur ingekomen adressen
voorgelezen. Het eerste, gedagteekend 18 Juli jl., is
van den beer J. Verkuyl Qnakkelaar te Vlissingendie
voor 20 jaren strand en duin ter meergenoemde plaats
wil pachten, teneinde daar een badhuis te plaatsen. Het
tweede gedagteekend 5 Augustus jl.is van de heeren
Scheybeler en Maters te Vlissingen, die het bedoelde
perceel duingrond geheel of gedeeltelijk in erfpacht ver
langen, teneinde uitbreiding te geven aan de aldaar
sinds korten tijd gevestigde badinrichting en hetthaus
aanwezige houten gebouw dcor een steeneu te vervangen.
De heer Becius merkt op, dat het hem op ditoogen
blik niet te doen is om de personen, maar om het be
ginsel of het dagelijksch bestuur bevoegd is de vooi-
waarden van erfpacht vast te stellen en de personen
aan wie verpacht zal worden aan te wijzen. Dit beginsel
wenscht hij niet alleen voor deze zaak, maar ook voor
het vervolg uitgemaakt te zien.
Alsnu brengt de voorzitter iu omvraag, of het dage
lijksch bestuur gemachtigd wordt tot de bedoelde uit
gifte van duingrond in erfpacht? Met 17 tegen 5stem
men wordt deze vraag ontkennend beantwoord, zoodat
bet voorstel is verworpen. Vóór stemden de heeren de
Nood, Louwerse, Sprenger, Melis en de voorzitter. De
beslissing over de ingekomen adressen wordt alzoo aan
gehouden tot de volgende algemeene vergadering. Op
verzoek van den heer Dronkers zegt de voorzitter echter
eene buitengewone algemeene vergadering toe, omdat
uitstel tot de algemeene vergadering van April voor
belanghebbenden nadeelig zou zijn.
Voorts geschiedt voorlezing van de door het dage
lijksch bestuur met gedeputeerde staten van Zeeland
gevoerde correspondentie over de puinbestorting aan de
Oostwatering, waartoe in de vorige algemeene vergade
ring naar aanleiding van een voorstel van den heer
Dronkers besloten is. Iu hoofdzaak blijkt hieruit
dat de hoofdingenieur van den waterstaat in bedenking
heeft gegeven om die puiübcstoiting, als zijnde zijns
inziens eene geldverspilling, niet te doen uitvoeren,
maar voor die bestorting afval van Lessincschen
steen te bezigen. Het dagelijksch bestuur heeft
hierop geantwoord, dat het die meening van den
hoofdingenieur omtrent geldverspilling niet deelt en
het ook moeilijk was iu het werk verandering te
brengen, daar de aanbesteding reeds was bepaald.
De voorzitter stelde voor deze correspondentie voor ken
nisgeving aan te nemen. De heer Dionkers vraagt
waar het puin gestort is, waarop de voorzitter antwoordt
dat die storting is geschied wederzijdsch dijkpaal 11
aan den oeverovereenkomstig de bedoeling van den
lieer Dronkers. Laatstgenoemde herneemt dat hij, in
dien dit werkelijk het geval is, niet begrijpt dat de
bekwame hoofdingenieur bezwaar tegen de puinbestor
ting kan hebben. De voorzitter herhaalt datvolgens
het bestek en in overeenstemming met de gemaakte af
spraak, de bestorting aan den oever is geschied, zoo
dat de hoofdingenieur of de zaak verkeerd begrepen
heeft óf verkeerd moet zijn ingelicht. De heeren
Sihorer en Louwerse biachten den loop der zaak in
ilvorige algemeene vergadering in herinnering. De
L- er Dronkers stelde voor, dat het dagelijksch bestuur
oen brief tot gedeputeerde staten zou richten, waarin
het te kennen geeft dat eene vergissing schijnt te heb
ben plaats gehad, terwijl hij tevens zijne ingenomen
heid betuigde over de wijze waarop gedeputeerde sta
ten deze aangelegenheid hebben behandeld, daar de
zaak anders weer in den doofpot zou gestoken zijn.
De voorzitter verklaarde niet te weten wat aan gede
puteerde staten zou moeten geschreven worden, daar
alles is geschied in overeenstemming met het be
sluit dezer vergadering, waarna de heer Dronkers ken
nis gaf dat hij dan zelf een brief aan gedeputeerde sta
ten schrijven zal. Ten slotte wordt overeenkomstig
het voorstel van den voorzitter besioten, om de voor
gelezen correspondentie voor kennisgeving aan te nemen.
Nog wordt gelezen een voorstel van het dagelijksch
bestuur tot het aanbrengen eener steenbestorting op
den onderzeeschen oever der Zuidwatering tusschen de
dijkpalen 38 en 40 over eene lengte van 150 Ml en
eene oppervlakte van 6006 M\ De raming der kosten
van dit werk bedraagt ƒ29,714. Sinds verscheidene
jaren wijzen de peilingen aan genoemden oever verdie-
pmg aan, terwijl de peilingen gedurende dezen zomer
hebben doen zien dat de toestand steeds ongunstiger
wordt en volledige voorziening eischt; het dagelijksch
bestuur is dan ook overtuigd dat het niet wensehelijk
is zich tot halve maatregelen te bepalen, en de voorzit
ter deed bij de toelichting vau het voorstel uitkomen,
dat het voorgestelde werk aan alle eischen voldoet,
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
ridderorden. Benoemd tot ridder 4L" klasse van de
militaire Willemsorde, de kapitein der infanterie van
bet leger in Nederlandseh-Inüië R. D. W. Koops en de
tweede luitenant bij dat wapen J. B. Ponstijn, tut be
looning van hun uitstekend gedrag bij gelegenheid der
krijgsverrichtingen in Deli (noordoostkust van Sumatra)
in den loop dezes jaars.
rechterlijke macht. Eervol ontslag verleend, op
verzoek aan J. W. Hein als procureur bij de arrondis-
sements-reehtbank te Brielle.
posterijen. Eervol ontslag verleend, op verzoek,
aan jonkheer H. D. Sandberg uit zijne betrekking van
commies der posteiijen van de tweede klasse.
KERKNIETJ'WS.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitsch hervormde
gemeente te Rhijusbargde heer J. D. Sigalpredi
kant te St. Laurens, en tot predikant bij die gemeente
te Gramsbergende heer II. Baxpredikant te Poort
vliet.
Het kieskollege der Nederduitsch hervormde ge
meente te Sneek heeft ter vervulling der bestaande
vacature het navolgend zestal predikanten vastgesteld:
P. J. Hoedemaker, te VeeneadaalE. P. Kruijf, te Velp,
E. A. G. van Hoogenhuizen, teSteenwijk, W. Keelman,
te Katwijk a/d Rijn, P. C. Magendans, te SlijkEwijk,
II. W. Creutzberg, te Vlissingen.
MARINE EN LEGER.
Zijner Majesteits fregat met stoomvermogen Admiraal
van Wassenaer, onder bevel van den kapitein ter zee
R. L. de Hues, is van zijn kruistocht in ue Noordzee,
in den namiddag van den 27en dezer, ter reede van
Texel aangekomen. Aan boord was alles wel.
De luitenant ter zee 2C klasse E. Haitsma Muiier,
dienende aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Arasterdam
wordt met den laatsten dezer op nonactiviteit gesteld,
en met den len October daaraanvolgende vervangen
door den luitenant ter zee 2e klasse D. .T. Boom.
Door den minister van marine zijn alsnog met ingang
van den len October a., benoemd tot student voor den
militairen geneeskundigen dienst bij de zeemacht A. P.
Langeveld. A. E. Vermey cn J. G. Driessen.
GEMENGDE BERICHTEN.
Het voor de directe vaart op New-York bestemde
stoomschip Rotterdam, kapitein J. Hus, is eergisteren
middag van Glasgow te Brouwershaven gearrivc,erd
en heeft de zeereis in slechts 64 uren volbracht, ter
wijl de gemiddelde vaart 127,0 ra>jl bedroeg.
Het stoomschip Prins Hendrik van Batavia naar
het Nieawediepis 25 September des middags Malta
gepasseerd.
Te Berlijn is een schipper tot drie maanden gevan
genisstraf veroordeeld, omdat hij, zich naar zijn werk
begevendetoen de keizer van Rusland met eeuige
Pruisische oiïicieren hem vc orbijtrok, en niet snel ge
noeg naar den zin van een politie agent op zijde wijkende,
THERMOMETERSTAND.
28 Sept. 'sav. 11 u. 58 gr.
29 'smorg. 7u.59gr.'smidd.lu.62gr.'sav.6u. 60 gr.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Wanneer de zitting der permanente commissie uit de
Fransche nationale vergadering, welke Donderdag on
der voorzitterschap van' den lieer de Grevy gehouden
werd, de voorbode is van de aanslaande debatten der
kamer zelvedan kan men zich op stormachtige en treu
rige tooneelen voorbereiden. Door het bewustzijn harer
zwakheid gedrukt, zoekt de rechterzijde door woede en
beleedigingen te vergoeden wat zij aan krachten mist.
De hartstochtelijke taaldie hare vertegenwoordigers
in de permanente commissie Donderdag deden hooren,
herinnert aan de laatste stuiptrekkingen van een stervende.
Trouwens er bestaat reden voor hare vertwijfeling, want
dagelijks verliest zij aan terrein en de negen aanstaande
aanvullings-verkiezingen van den 20'-'" October zullen
haar waarschijnlijk opnieuw gevoelige slagen toebrengen.
Aan de heeren Delpit en de Roch-foucauld komt de
eer toe aan de gedachtenwisseling tusschen de leden
der permanente commissie en de ministers Lefranc en
de Rému at het karakter gegeven te hebben van een
persoonlijken en beleedigenden twist. De adressen van
adhaesie door tal van leden der generale raden aan
Thiers gezonden, de brief van Thiers aan generaal de
Chanzy en de vele brieven van dankbetuiging van den
chef van het kabinet van den president, de heer Bar-
théléray St.-Hilaire, werden door hen als voorwendsel
aangegrepen om hunne woede op de regeering en de
republikeinen te koelen. De leden der generale raden
hadden volgens de monarchalen door hunne adressen
de wet geschonden en die schending werd door de
republikeinen niet alleen geduld, maar zelfs toegejuicht.
„Ik wend mij tot de regeering en ook tot de republi
keinen zei de o. a. de heer Delpit en bezweer
hen deze wetsverkrachting te beletten. Dit is te eer
noodzakelijk, omdat deze wetsehennis in dronkenschap
gepleegd is.:'
Het is niette verwonderen dat dergelijke ongemoti
veerde beschuldigingen een storm van verontwaardiging
opwekten. Zij bereikte echter haar toppunt toen de heer
de Rochefoucauld den president der republiek persoonlijk
beleedigde. Toen zijne opraeiking, dat de heer Barthé-
lémy St. Hilaire meer brieven schreef dan met het belang
der regeering en de handhaving van het verdrag van
Bordeaux strookte, door de linkerzijde met gelach be-
begroet werd, riep de heer de Rochefoucauld in woede
uit: Welnu, ik zal verder gaan. Te Bordeaux h eft de
heer Thiers iu mijne tegenwoordigheid gezegd, dat de
solutie der toekomst de monarchie was. Den volgenden
dag dioegen wij hem het uitvoerend bewind op. Ieder
een zij getrouw aan zijne overtuiging; wat mij betreft,
ik geloof dat de republiek Frankrijk's verderf zou zijn.
Men kan een tegenovergesteld gevoelen toegedaan zijn,
maar in de eerste plaats behoorde men het ver drag van
Bordeaux te eerbiedigen. Iedereen heeft het recht zich