voorgesteld: 1° Iïet sluiten van een geheel compleet
tractaat; 2° gelijkstelling van Engeland met de meest
bevoorrechte natiën3° afstand van de opcenten op de
scheepsrechten die van de Engelsche schepen worden
geheven.
Le Temps is van oordeel dat deze voorstellen zeer
billijk zijn en aanneming verdienen. De opcenten op
de scheepsrechten, toch die thans van de Engelsche
schepen worden geheven, kunnen, krachtens de met
andere mogendheden bestaande tractaten niet worden
geheven van de schepen van andere natiën, zoodat de
Engelsche schepen niet met andere meer bevoorrechte
kunnen concurreeren. liet is dus billijk, dat de scheeps
rechten voor Engeland worden gelijk gesteld met die
voor andere natiën. En dit is ook het geval met alle
andere handelsrechten waarvoor Engeland gelijkstel
ling met de meest bevoorrechte mogendheden eischt.
Le Temps erkent dan ook de mogelijkheid, dat de
voorstellen van Engeland door de Fransche regeering
zullen worden aangenomen.
De Pruisische regeering schijnt het met zich zelve
eens te zijn geworden over haar verdere houding tegen
over den bisschop van Ermeland. De officieuse Provin
cial Correspondenz bevat een nota betreffende de quaes-
tie tusschen de regeering en den bisschop, waarin wordt
gezegd dat, daar de bisschop blijft weigeren om zonder
eenige reserve de souvereiniteit van den staat en de
kracht van zijne wetten te erkennen, de regeering,
ongeacht de beslissing die zij ten opzichte van den bis
schop zelf zal nemende souvereiniteit van den staat
op wettige wijze zal handhaven op ieder gebied van
het burgerlijk leven en tegen alle twijfelingen, reserves
of dwalingen van de zijde der kerk. De behandeling
van voorstellen omtrent dit punt zal een van de belang
rijkste werkzaamheden van den landdag zijn.
Het schijnt dus dat de regeering voornemens is om
trent den bisschop speciale maai regelen te nemen, die
waaischijnlijk de intrekking van het exequatur en van
het traktement van den heer Kremeutz zullen bedoelen.
De Yolks-Zeitung onderwerpt de houding, tot nogtoe
door de regeering in deze zaak gevolgd, aan een scherpe
critiek en kan niet nalaten er hare verbazing over uit
te spreken, dat de regeering met den bisschop eene
briefwisseling voerde over de vraag, of hij de wetten
van den staat al dan niet wil erkennenen nog veel
meer daarover, dat zij deze briefwisseling openbaar
maakt. Of iemand in Pruisen de staatswetten wil
erkennen is voor niemand aan eenige quaestie onder
hevig. Zelfs de koning is verplicht die wetten te eer
biedigen. Wat kan het dan beteekenen, dat een minister
president daarover met een bisschop in correspondentie
treedt? Daardoor is aan den bisschop een overwicht
verleend, hetwelk hem in het oog van zijne aanhangers
een heilige zal doen schijnen. Het standpunt door de
regeering ingenomen geeft grond tot de onderstelling
dat er werkelijk zekere giens van gehoorzaamheid aan
de wetten zou bestaan, dat er zich gevallen zouden kunnen
voordoenwaarin een bisschop op godsdienstige gron
den gehoorzaamheid zou kunnen weigeren en dat dus
een bisschop een bevoorrecht persoon was. De Yolks-
Zeitung hoopt, dat in dergelijke gevallen de regeering
zich niet meer op zijpaden zal bewegen en beloften of
verklaringen zal vragenwaar zij die niet noodig heeft,
maar dat zij de wetten zal weten te handhaven.
De koning van Beieren heeft tot minister-president,
tevens belast met de portefeuille van buitenlandsche zaken,
in plaats van den heer Hegnenberg-Dux, benoemd den
tegenwoordigen minister van financiën von Pfretzschner
en tevens het beslaande kabinet beiast hem voorsteilen
te doen tot benoeming van een nieuwen minister van
financiën. Langzamerhand zal dus het Beiersclie minis-
teiie weder in orde komen.
De OostenrijkschHongaarsche delegation kunnen
zich thans onledig houden met het onderzoek van het
Roode boek, hetwelk aan de leden is rondgedeeld. Het
bevat 69 stukken die op verschillende politieke gebeur
tenissen betrekking hebben. In de eerste plaats trekt
de aandacht de circulaire van Andrassy bij zijne optre
ding als rijks-minister rondgezonden, benevens de ant
woorden hierop van de vertegenwoordigers van Oos-
teniijk in het buitenland, waaruit de goede indruk
blijkt, die deze circulaire bij de vreemde regeeringen
had gemaakt. Men vindt er voorts de depêches van
den heer von Wimpffen, gezant van Oostenrijk in Italië,
en het rapport van dien gezant over zijn eerste ont
vangst bij den koning van Italië. Dit stuk levert hel
bewijs voor den gunstigen indruk dien de benoeming van
den heer von Kubeck tot gezant bij den paus in de
regeeringskringen van Italië had gemaakt.
Verder bevat het Roode boek stukken over de Oos-
tersche quaestiede vervolging der joden in Rumenië,
de handelsrelatiën met Oost-Aziëde onderhandelingen
met Frankrijk betreffende wijzigingen in het tractaat
voor de scheepvaartenz. Ook bevinden er zich nog
eenige depêches in over de quaestie van den particu
lieren eigendom ter zee in tijd van oorlog en over de
arbeiders quaestie in Engeland.
In de zitting der commissie van het budget der Oos-
tenrijksche delegatie heeft Andrassy gisteren zeer uit
voerige ophelderingen gegeven omtrent alle quaestiën
betreffende de buitenlandsche aangelegenhedenophel
deringen die, volgens de berichten, met groctevoldoe
ning werden vernomendoch van wier inhoud nog niets
is medegedeeld.
Belgische luwen.
Brussel 25 September.
The Times i3 niet zeer ingenomen met de politieke
demonstratie waartoe liet bezoek der Engelsche rijlemen in
België aanleiding heeft gegeven. Het blad ziet daarin
een gevaar voor België. Het orgaan van de city heeft
ons reeds aan zulke vreemde sprongen gewend, dat bet
ons inderdaad met niets meer kan verrassen. Het zou
mij benieuwen eens te vernemen hoe, zooals the Times
beweert, deze verbroedering van do Engelsche, Neder-
landsche en Belgische militie den argwaan van Frank
rijk zou kunnen opwekken.
De treurige ondervindingen van de laatste tien jaren
hebben voldoende bewezen, dat zoo deze internationale
feesten al voor een oogenblik de individuen der ver
schillende nationaliteiten tot elkander brengen, zij op
het oogenblik waarop gehandeld zou moeten worden
van niet Ue minste kracht meer zijn. Daarenboven heeft
men kunnen opmerken met welk eene voorzichtigheid
de koning, zoowel als alle Belgische autoriteiten het
geringste woord hebben vermeden dat als een politieke
demonstratie tegen een of ander land zou kunnen wor
den opgevat. Leopold II heeft te Gent als een consti
tutioneel en liberaal vorst gesproken maar ziedaar
ook alles.
De gedachte is al bij mij opgekomen of de corres
pondent van the Times ook het spleen zou hebben ge
had toen hij die wonderlijke beschouwing aan zijn blad
heeft gezonden. De Septemberfeesten hebben daaren
boven dit jaar iets zeer dofs. De rouw die het hof over
de prinses von Hohenlohe, zuster van de koningin van
Engeland, moest aannemen heeft onverwachts den
koning gisteren avond belet om deel te nemen aan de
gala-voorstelling in het Theatre de la Monnaie.
De binnenlandsche politiek verkeert nog in stille rust,
maar zij slaapt slechts met een oog. Wij staan voor
een zeer bewogen zitting der kamers en het ministerie
zal heel wat te doen hebben indien het de stormkaap
der militaire quaestieen vooral die van den algemeenen
dienstplicht wil te boven komen. Ik zal er u in een
volgenden brief meer van zeggen.
In vijf kolenmijnen van het bassin du Centre is een
grèoe uitgebioken. Dit is op het oogenblik een ware
ramp, want er is gebrek aan uitgegraven kolen. Het
is echter wel waarschijnlijk dat de grèvisten, die ver
hooging van dagloon hebben geëischtzullen verkrijgen
wat zij vragen. lederen dag die de gr eve langer duurt
levert een aanzienlijk verlies voor de eigenaren van de
kolenmijnen op.
ÜÏRngclroerit.
eene ontmoeting met oscar ii.
I.
Karei XV zoo schrijft een Duitscher is dood en
Oscar II is koning van Zweden. Voor de toekomst van
Europa heeft dit bericht bijna even weinig waarde als
het een of andere doodsbericht waarbij het publiek
wordt verwittigd, dat Mttller senior is overleden en dat
de zaak door Miiller junior op denzelfden voet zal wor
den voortgezet.
Maar daar ginds in Zweden en Noorwegen zal de
doodstijding diepe ontroering hebben verwekt. Onder
al de vorsten van Europa was er geen die door zijn
volk meer werd bemind en die in zoo groote mate popu
lair was als Karei XV. Hij had zijne populariteit zoo
wel aan zijne goede eigenschappen te danken die
hun grondslag hadden in warme sympathie voor de
belangen van het volk, als aan zijne gebreken die even
ridderlijk als geheel zijn uiterlijke verschijning waren.
Karei XV kon ook in physiologischen zin de vader
van zijn volk worden genoemden de pogingen door hem
aangewend om zich dien titel waardig te maken, hebben
den man die den leeftijd van 50 jaren nog niet had
bereikt, ten grave gevoerd.
Door zijn Stockholmers was de overledene koning in
ieder opzicht bemind: zij vonden hem een onweder-
staanbare persoonlijkheid. „Onze Karei, hoorde men
hen dikwijls zeggen, doet er zoo weinig moeite voor
om zich bemind te maken en hij is het toch in groote
mate; zijn broeder Oscar daarentegen geeft zich alle
mogelijke moeite om bemind te worden en hij is het
toch zoo weinig.'1 Het instinct van het volk in het
noorden is zoo fijn en zuiver dat het zeer goed onder
scheid weet te maken tusschen ware genegenheid, al
wordt zij ook niet op zoo sterksprekende of wel op
ruwe wijze geuiten de traditioneele beminnelijkheid
van alle kroonprinsen en vermoedelijke troonopvolgers.
De Zweden hielden vooral veel van hun koning om
zekere openbaarheid en openhartigheid die geheel zijn
levenswijze kenmerkte; hij leefde als 'tware voor het
oog der wereld en had een afkeer van geheimzinnig
heid. Bij bals, concerten en feestelijkheden was zijn
paleis zelfs voor den gewonen burger toegankelijk. Hij
leefde als in een glazen huiszichtbaar voor allen en
door allen gezien, en als somtijds iets apocriefs in het
glazen paleis voorviel, wist binnen een uur geheel Stock
holm het en ieder noemde den naam der gelukkige gun
stelinge.
Geheel anders was dit met Oscar het geval, die,
niettegenstaande zijn zucht naar populariteit, een afge
zonderd leven sleet, waarin aan geen enkelen ongeroepen
getuige een blik werd gegund. Zijn teedere caprices
wie kent niet de rol die deze aan een klein hof in
een kleine residentie spelen? wist hij zorgvuldig
verborgen te houden, en hij gaf niet minder stof tot
praatjes dan zijn koninklijke broeder. Het volk wist
van Karel's privaatleven alles en dacht er slechts goed
vanvan dat van Oscar wist het bijna niets en ver
moedde er slechts kwaad van. Zijn troon rust op den
vasten grondslag der diepgewortelde populariteit van
het huis Bernadotte, doch voor zijn persoon zal hij de
sympathie van zijn volk nog moeten verwerven.
De nieuwe koningsedert 1857 met een Nassausche
prinses gehuwd, was tot nogtoe hertog van Oost-Goth-
land, chef der Zweedsche garde, luitenant-generaal-
admiraal der Zweedsche vloot, enz. en daarenboven
ook mijn schuldeischer. Ik heb de twijfelachtige eer hem
een souper schuldig' te zijn. Ilij n. 1. heeft, er mij bij zekere
gelegenheid op zeer beleefde wijze een aangeboden, eene
hoffelijkheid die ik tot nogtoe niet heb kunnen beant
woorden. Zoo zijn wij kinderen van het geslacht der krui
pende menschheiddat wij ons tegenover vorsten een
schuld herinneren, die wij in ieder ander geval gaarne
zouden willen vergeten.
Het zal wel tien of twaalf jaren geleden zijn dat ik
prins Oscar, hertog van Oost-Gothland, op een stoomboot
ontmoette, die de aan eilanden zoo rijke en met bergen en
bosschen omgeven prachtige Ma!ar-See in geheel haar
lengte doorsneed. Wij voeren van Stockholm naar
Norrköping; de prins om in de nabijheid van de hoofd
stad van zijn hertogdom een militair kamp te inspec-
teeren, ik om een stad te leeren kennen, die mij als
een hoogst interessante provinciestad was geschilderd
en in het Noorden beroemd is door haar staal, haar
schoenen en haar forellen, maar vooral door haar voor
beeldeloos eentonigen hemel waaronder ieder vreemde
ling binnen twee uren een zelfmoordenaar zou worden.
„Prins Oscar!" mompelden de passagiers toen aan
de landingsplaats te Stockholm een zeer lang en schraal
man op de boot stapte. De prinselijke reisgenoot scheen
even dertig jaren oud te zijn. Een licht bruine, volle
baard overschaduwde een tamelijk onbeduidend leer-
kleurig gelaat, waarvan de scherp gepunte neus het
meest de aandacht trok. In zijn engsluitende donker-
blauwen wapenrok, van het hoofd tot de voeten even
schraal, zonder iets wat eenigszins vooruitstak dan zijn
neus, geleek de prins op een op stelten wandelende
pop in militaire kleeding. Zijn gevolg bestond uit een
adjudant wiens lichtblauwe uniform een aangenaam
contrast vormde met de donkere kleeding van zijn heer.
Het tooneel dat zich nu ontwikkelde heb ik later
meermalen gezien, en steeds werd het met dezelfde vir
tuositeit afgespeeld. De naar volksgunst strevende
troonopvolgers zijn in alle landen even goede komedian
ten. Het gezelschap bestond uit Stockholmer burgers
met een benijdenswaardig embonpointstevig gebouwde
boeren uit Dalekarlie, Noorweegsche Hunnen-gestalten
enz., en er was geen enkele onder al die burgers of
boeren die niet door den prins met een kort gesprek of
een teeken van hoffelijke vriendelijkheid werd begunstigd.
Ik alleen, in wien men waarschijnlijk aan kleeding
en taal een vreemdeling had herkendstond onopge
merkt, zonder dat de prinselijke vriendelijkheid zich
om mij bekommerde, op het dek. Ik deed eene poging
om de lichtblauwe adjudant tot een gesprek te verlei
den, doch hij mat mij met een veraeh tel ij ken blik en
zweeg. Dat was een goede gedachte van hemwant
ongestoord kon ik nu den blik naar de heerlijke natuur-
tafereelen wendendie wij passeerden. Juist kwam de
zon even boven de bergen te voorschijn en hulde het
landschap als in gouden gloed, net is bijna te schoon
de Malar-See bij het licht der ondergaande zon le zien
en den tooverachtigen indruk te ondervinden van de
wilde en toch zoo schoone Noordsclie natuur.
^asisïclsbi'ricljteri.
g-saanmarkteïv elfz.
oostburg, 25 September. De aanvoer van granen,
vooral van tarwe, gerst en roggevan den nieuwen oogst
was heden iets ruimer, terwijl de goede qualiteitenmet